N I E U WE
No. 1498.
Zondag 2 Februari 1890,
15do Jasrïaig».
Onze geldmiddelen.
buitenland!
m y
Rooken en rookers.
ABONHBMEHTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BU BK AU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE
PBIJS DEB ADVEBTEHTIÊH
Van 16 regeis30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Adverteatiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vr ij dag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KüPPERS LAÜEEÏ.
Meer dan eenmaal werden in de laatste
dagen 's lands geldmiddelen besproken.
Dit hesft natuurlijk zijne reden. Hoewel wjj
ons over de fiuauciëele positie van ons
vaderland niet ongerust maken en bij
eene vergelijking met vele andere Euro-
peesche Staten onzen toestand in dit op
zicht nog rooskleurig kunnen heeten, valt
het toch niet te ontkennen, dat de tekor
ten op onze begrooting niet zeer opwek-
keud zijn, waar men daar in vroegere jaren
niet van hoorde.
Aan wie deze minder gunstige financi
eels positie voornamelijk is te wjjten, be
hoeven wij uauweljjks te vermelden.
De opeenvolgende liberale Regeeringen
hebben er een deel van op haar geweten.
Vooreerst vloeiden door de tijdsomstandig
heden, maar niet minder door den duren
Atjeh-oorlog en door verschillende nieuwe
maatregelen in Indië, welke oude beproefde
organisatiëu moesten vervangen,geene baten
uit onze Oo3t meer in de schatkist. Maar
ook de dure schoolwet van den Minister
Ksppeyne 3 oorzaak geweest, dat de on
derwijsuitgaven schrikbarend stegeu, en
voor onze draagkracht naar verhouding te
zwaar werden.
Dit zijn voornameljjk de feiten, welke
den tegenwoordigen toestand in 't leven
hebben geroepen. Jammerklachten hierover
te doen hooren, ligt niet in onze bedoeling.
Liever wenschen wij de zaak onder de
oogen te zien, zooals zij zich nu aan ons
voordoet en onze meeuing te zeggen over
de wjjze, waarop nu getracht wordt aau
de moeilijke quaestie eene oplossing te
verleenen.
De liberalen meeneD, dat de invoering
van eene inkomstenbelasting de beste her
vorming van ons belastingsysteem zal wezen.
Volgens hen kan alleen op deze wijze af
doende verbetering in onze financiëu
worden gebracht. Wij echter zjjn zoo vrij
hierin met hen vau meeuing te verschillen.
In alle landen, waar eene heffing op het
inkomen is ingevoerd, bestaan groote mis
bruiken, die moeiljjk ziju te weren en die
tot gevolg bebbeu, dat zulk eene belasting
zeer ongelijk drukt. Eu niemand zal ons
zijne instemming onthouden als wij bewe
ren, dat het ideaal van eene belastinghef
fing eerst dan bereikt zal zijn, wauneer
een ieder naar zijn vermogen daarin deelt.
Een inkomstenbelasting kan alleen door
theorie-aanbidders worden verdedigd, maar
zjj die eenigszins met de practjjk t-6 rade
gaan, komen tot de gevolgtrekking, dat
deze heffing nimmer aau haar doei kan
beantwoorden.
Wauneer de liberalen aanmerkingen ma
ken op het thans bestaande systeem van
belastingheffing, dan weten zjj vele grie
ven op te sommen. Maar juist de hoofd-
FE U1LLE TON.
Napoleon I kon geen pjjp rooken. Toen de
Perzische Gezant hem eene prachtige pjjp ten
geschenke gaf, liet hij die door zijn kamerdienaar
stoppen en aansteken. Nauwelijks had hij een
paar haaltjes gedaan of de rook schoot hem in
de keel, zoodat hij bjjna stikte. „Neem dat ding
weg!" bracht hjj met eene benauwde stem uit,
„neem het weg. Mjjne maag draait er van om!"
En van dat oogenblik af heeft de Keizer niets
willen weten van een genot, dat, zooals hij zeide,
„alleen goed was voor luie menschen, die niets
beters te doen hadden.u
Als Napoleon gelijk bad, dan moeten er in
Engeland al heel wat „luie menschen" zjjn, want
volgens de laatste volkstelling wordt de manne-
Ijjke bevolking van het vereenigd koninkrijk,
boven de vjjftien jaar, op 10'/, millioen geschat,
waar. an 60 percent gerekend worden rookers te
zijn. In Nederland en België is dit getal, vol
gens statistische cjjfers, naar verhouding nog
aanmerkelijk vrooter.
De tabak is in verschillende vormen tot on
telbare doeleinden gebruikt. Onlangs heeft Louis
fout, die zij meenen op te merken, zal bij
de invoering van den income-tax veel grooter
afmetingen aanuemeo, dau zjj aan de thans
heerscheude gebreken slechts kunnen toe-
scbrjjven.
Vooral de progressieve inkomstenbelas
ting zal die fout aankleven. De ongelijk
matigheid van den druk zal niet vermin
deren; integendeel zal zjj in verschillende
nieuwe opzichten ontstaan en op deze wjjze
de grootste ontevredenheid in deu lande
verwekken.
Zelfs het nemen van eene proef, om
de waarheid van onze bewering te
staven, moeten wjj ten stelligste ontraden.
De geheale organisatie van ons belasting
wezen zou iu verwarring geraken, en een
maal opgeheven, is het hoogst moeilijk
het oude stelsel weder in te voeren.
Van ingenomenheid met de door vjjf libe
ralen der Tweede Kamer voorgestelde inkom
stenbelasting bij de Natie kan men dau ook
niet spreken. Integendeel hoort men telkens
stemmen opgaan, welke het voorstel van
dé Heoren Goeman Borgesius c. s. ten
sterkste afkeuren.
Ook de N. Rott. Ct. somt verschillende
motieven op ter bestrijding van dit ont
werp; dat blad eindigt zjjn betoog met de
opmerking dat, wie de bepalingen vau het
ontwerp op zijne eigene omgeving toepast,
de ervaring zal opdoeD, dat deze heffing,
wel verre van tot bet6re verdeeiiug van
lasten te leiden, menigeen bizonder zou
treffen, die thans reeds onder drukkende
lasten gebukt gaat.
Waar een liberaal blad als het genoemde
het ingediende ontwerp van zijue partij-
genooten bestrjjdt, daar zullen dau ook
zeker wel zulke groote gebreken aan kle
ven, dat aanneming er vau ten verderve
van ons financiewezen zou leiden.
Veel meer zjjn wij het eens met den
Minister van Financiën, die op andere wijze
de belastingen wenscht te verbeteren. Voor
eerst wil hjj geene ingrijpende Uervormin-
gen voorstellen. Dit is alvast eeu waarborg,
dat bij niet onberaden zal handelen.
Hierdoor trett hem echter eeu verwjjt
van liberalistischen kaut. Men zegt; de Heer
Godin De Beaufort zit stil; hjj bezit geen
wetgevend talent, en nog vele audere liet-
lijkbeden. Doch wanneer deze bewindsman
eenige jaren de portefeuille van Financiën
blijft bezitteu, dan zal men wel anders
gaan spreken. Zjj, die hem nu verwijtiu-
gen doen, zullen dan zeker wel den mond
houden, ovettuigd, dat deze Minister met
zijne groote voorzichtigheid den goeden
weg heeft betreden.
De Minister wil in geen geval accjjnsen,
dus indirecte heffingen, afschaffen, wanneer
niet een voldoend equivalent daarvoor in
de plaats treedt. Wel denkt hij er aau om
sommige accjjnsen, namelijk die op zout
eu zeep, te verminderen. Dit staudpunt
SteveDson, in eene verhandeling, jonge dames
aangeraden zich niet te verbinden met een man,
die niet van rooken houdt. De jonge dame te
Glasgow, die onlangs haar minnaar wegens
het verbreken van trouwbelofte een proces heeft
aangedaan, omdat hij, toen zij hem geschreven
had, //dat hij moest kiezen tusschen haar en zjjne
sigaar//, de laatste koos, schijnt dien raad geheel
in den wind te hebben geslagen.
Jean Nicot, Eransch Gezant te Lissabon, bood
in 1560 Koningin Catharina de Medicis tabak
aan, als een probaat middel tegen knagende
kiespijn. Er is een tijd geweest, dat de Sultan
van Turkije zijne onderdanen waarschuwde tegen
het rooken, en iederen rooker met oogenblikke-
lijke doodstraf dreigde. De Koning van Perzië
paste afsnijding van den neus toe.
In Rusland is het tabak rooken lang als eene
afwijking van alle gezond beginsel beschouwd
geweest. Peter de Groote beslont in zijn tijd,
om handelsredenen den Russen de tabak op te
dringen, en vroeg of tabak rooken, verderfelijker
was dan brandewijn drinken In het Lagerhuis
is eene bepaalde rookkamer, waar de politici van
elke richting de vredepjjp rooken, en door een
der leden, die onlangs op eene betere inrichting
van deze rookkamer aandrong, is aangevoerd,
dat, als men daar meer op zijn gemak kon rooken,
dit strekken zou om de debatten te verkorten.
achten wjj niet zoo verkeerd. Wanneer de
opbrengst vaü 's Rijks middelen blijft stij
gen, gelijk in den laatsten tijd het geval
was, dau bestaat zeker de mogelijkheid om
eene geleidelijke vermindering dier heffin
gen te ondernemen.
Toch moet men van deze vermindering
zich niet te veel voorstellen, eu meenett,
dat genoemde artikelen dan zooveel goed-
kooper kunnen worden. Yele omstandig
heden werken dan wederom samen om den
prjjs dezer waren op dezelfde hoogte te
doen blijven, als waarop die zich thans
beweegt.
Het meest zouden wij het kunnen toejui
chen, als de Minister zich ten taak stelde,
om de directe belastingen te verlagen door
het invoeren van eenige nieuwe indirecte
heffingen.
't Blijft toch eene waarheid, dat indirecte
belastingen veel minder drukken dan directe.
Hoe men het ook keert of wendt, eene
heffing wordt altjjd minder gevoeld, als
zjj op indirecte wijze wordt verkregen.
Daarom konden wij ons zeer goed ver-
eeuigen met de fiuanciëeie politiek der
voorgangers vau dezen Minister, de Hoe
ren Grohbee eu Bloem. Deze waren er van
doordrongen dat de zoogenaamde kleiue
middelen deu besten waarborg opleverden
voor eene weinig drukkende en gemakke
lijk op te brengen belasting. Ook verschil
lende voorwerpen van weelde zouden daartoe
iu aanmerking kunnen komen. Wauneer
men dezen weg insloeg, zou men zich te
vens vrijwaren tegen het verwijt, dat de
indirecte belastingen het zwaarst drukken
op de mindere klassen, en dat deze heffin
gen eigenlijk ten laste van den minderen
man kwamen.
Kon de Heer Godin De Beaufort ook te
dezen opzichte in het voetspoor van de
even genoemde oud-Ministers wandelen,
dan zou, naar onze meeuing, zijn bestuur
zegenrijk voor 's lands geldmiddelen mogen
heeten.
Ook de wijze, waarop de Heer Bahltnann
versterking der geldmiddelen wil verkrijgen,
staat ons zeer aan. Wel hebben de libe
ralen veel leven gemaakt over de nood
lottige gevolgen, welke de invoering van
graanrechten zou hebben, eu heelt de leuze:
»geen duur brood* zelfs bij de stembus
dienst moeten doen om op enkele plaatsen
deu liberalen candidaat voor een zetel iu
deu Gemeeuteraad een genoegzaam aantal
stemmen te doen verwerven; maar dit,
neemt niet weg, dat wij de aanneming
van bet voorstel-Bahlmaon een geluk voor
ons vaderlaud zoudeu rekenen.
Met de invoeriug van graanrechten le
vert de broodverbruiker volstrekt geene bij
drage aan deu grondeigenaar vau bouw
landen; integendeel kau het brood tot deu-
zelfcien prijs worden verkocht, eu behalve
eene aaurienlijke bate voor de schatkist,
Met z-gt, dat overmatig rooken de oorzaak van
den diod van Generaal Grant is geweest, en
volgens sommigen zou dc brand, die de oude
stad Moskou verwoest heeft, niet door de Russen
aangestoken, maar door een onvoorzichtig rooker
zijn veroorzaakt.
Onder de groote mannen bestaat veel verschil
van gevoelen over het rooken. Gladstone heeft
er een afkeer an, en slechts enkele malen heeft
men hem eene cigarette zien rooken, in gezel
schap met den Prins van Wales, die een lief
hebber van cigaretten is, evenals de Markies
van Hartington. De Hertog van Argyll heeft
nooit tabak geproefd, terwijl Professor Huxley,
die het op zoovele wetenschappelijks punt n met
den Hertog oneens is, ook daarin van hem ver
schilt, dat hjj een sterk rooker is. Hij is er
echter niet mede begonnen voordat hjj veertig
jaar was. Darwin verklaarde, dat snuif voor hem
eene aangename prikkeling en opwekking onder
zjjn werk was.
Men zegt, dat Edison, als hij aan 't werk is
tabak kauwt, op grond, dat hei rooken te sterk
in zjjne uitwerking op hem is. Lord Tennyson is
eeu hartstochtelijk rooker eu dat was Thomas
Carlyle ook. Het verhaal, dat Tennyson op zeke
ren avond Carlyle bezocht en in plechtig zwjj-
gen vier uren achtereen zat te ronken, is bekend.
Toen Carlyle den laureaat uitliet, zeide hij: „Wjj
zou vermeerdering der welvaart door ver
meerderde productie van inlandsch koren
daaruit voortspruiten.
Resumeerende, is dus ons oordeel, dat
vermindering van directe en vermeerdering
van indirecte belastingen ons Volk het
meest zou lijken. Laat ons dus hopen, dat
de Minister van Financiën het daarheen
sture, en ook dat hjj in zjjne pogingen om
de heffingen zoo zacht en geljjkiuatig mo
gelijk op de Natie te doen drukken, door
onze Volksvertegenwoordiging flink worde
gesteund.
Dat het goedkeurend votum der Eerste
Kamer, de voorgaande week op zijne be
grooting uitgebracht, voor den Heer Godin
De Beaufort een spoorslag zjj om met
kalme vastberadenheid zjjne moeilijke taak
te volbrengen!
De Bondsraad heeft kennis genomen van
de besluiten van den Rijksdag ten opzichte
der socialistenwet. Het gewjjzigd ontwerp
betreffende den stoomvaartdienst op Oost-
Afrika werd goedgekeurd.
De Katholieken in het Groothertog
dom Baden hebben in den Lauddag weer
de verbannen Geesteljjke Orden ter sprake
gebracht. De liberale meerderheid wilde
daarvan natuurljjk nog niet hooren. Toch
houden d» Katholieken door dergelijke
herhaalde interpellaties deze gewichtige
zaak aan de orde.
Te Essen zal Zondag gehouden wor
den eene algemeene vergadering van alle
vroegere gedelegeerden der werklieden iu
de steenkoolmijnen vau Rjjnïand-Wëstfalen,
ter behandeling van en besluiten tot eeu
gemeenschappelijk optreden ten aanzien van
de bekende eischen der werklieden.
De Heer Browne, te Londen, presi
deerde eergisteren de jaarvergadering der
aandeelhouders van de Londert-Tilbury-
Soutbern-spoorweg. Hij zeide het te be
treuren, dat de invoer van Hollandsch vee
moest gestaakt worden, maar hij hield zich
overtuigd, dat de quarantaine-maatregelen
der Engelsche Regeering onvermijdelijk wa
ren tegenover de gevaren, welke uit
Duitschlaud dreigden. Hij geloofde, dat de
quarantaine spoedig weder opgeheven zal
worden, omdat de veeziekte in Duitschlaud
vermindert. De maatschappij verwacht als
dan d« hervatting van levendig verkeer in
Hollandsch vee, dat naar zjjne berekening
jaarlijksch 15,000 pond sterling zal op
brengen. De Maatschappij zal prachtige
inrichtingen aau de Thameshaven, ook
voor het verkeer van anderen llollaudsche
producten openstellen.
De Portugeesche pers gaat voort mat
het bespreken van het verbond met Spanje.
O Correio da Noite bevat een met gezond
verstand geschreven artikel, waarin gezegd
hebben een kosteljjken avond gehad! Kom spoe
dig eens terug!" Ruskin verafschuwt liet rooken
om twee redenen. Vooreerst, omdat het iemand
tevredeu maakt met niets te doeD, en ten tweede,
omdat het eene morsige en nuttelooze gewoonte is.
James Payn, de romanschrijver, kan zich den
tijd niet herinneren, dat hjj niet rookte. Mark
Twain placht, toen hjj dertig jaar was, 300 sigaren
in eene maand te rooken. George Augustus Sa'.a
is veertig jaar lang een rooker geweest en ver
klaart zich ten gunste van het rooken, maar zegt
tevens, dat, als hij het leven weer moest begin
nen, hij nooit tabak zou aanraken.
De predikant Spurgeon is een sterk voorstander
van het rooken. In zekere vergadering had een
Amerikaansch predikant gesproken over de zonde
van iene sigaar te rooken. Toen hij weer was
gasn zitten, stond Spurgeon op en zeide: „Niet
tegenstaande alles, wat broeder Pentecost gezegd
heeft, ben ik voornemens mjjne sigaar te bljjven
rooken."
Ten slotte zjj aangemerkt en dit kan rookers
niet te sterk op het hart gedrukt worden dat
rooken op eene nuchtere maag eene verderfelijke
gewoonte is en soms zeer kwade gevolgen voor
de gezondheid kan hebben.