N 1 E W E
Mo< 1518.
Vrijdag 21 Maart
151$ Mm%wg>
l)e Katholieke Kerk in
Rusland,
BH ITE\LAN i:T
II {Slot.)
ABONNEMENTSFBIJB
Per 8 maanden Toor Haarlemt 0,8é
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummer»0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUBEAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITB MA NON AGITATE
PRIJS DER ADVKRTENTIBN
Van 16 regel» '1 30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertantiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrgdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KüPPER 8 l.AUSEL
Na de Poolsche revolutiën van 1831 eu
1863 werden in Rusland onderscheidene
Bisdommen opgeheven. Thans bestaau er
nog vjjf, namelijk het Bisdom van Satno-
gitie met 1,116,227 geloovigen; het Bisdom
Wilna met 1,255,550 Katholieken; het
Bisdom Lutzk-Schitomir met 503,660 Ka
tholieken; het Aartsbisdom Mohïlef met
440,950 geloovigen eu het Bisdom Tiras
pol met 222,714 Katholieken.
In het Zuiden van Rusland vindt men
een aantal katholieke grondbezitters, die
door buu vlyt en goed overleg, rijke lieden
zjjn geworden. Deze bezitten huiskapellen
waar in den regel maandelijks godsdienst
oefeningen worden*gehouden. Heeft men
geen Priester, die zijn heilig ambt kan
uitoefenen, dau verzamelen de katholieke
geloovigen zich in die kapellen om er den
Rozenkrans te biddeu en geestelijke liede
ren te zingen. De gemeenschappelijke mor
gen-,middag- eu avondgebeden hebben ge
regeld dagelijks plaats.
De scholen op het platteland in het
Russische Rijk laten veel te wenschen over.
De ouderwijzers zijn in den regel slecht
ontwikkeld. Vermits hun salaris ontoerei
kend is om hunne gezinnen te onderhou
den, oefenen de meeste ouderwijzers den
landbouw uit. De vele en lange vacautiën
en het weinige toezicht komen hun daarbij
goed te pas. De Regeering bemoeit zich
bjjua in 't geheel niet met de aangelegen
heden van de dorpsscholen. Kweekscholen
voor onderwijzers bestaan er niet, en be
hoorlijke opleiding is niet gemakkelijk te
verkrijgen. Pogingen van katholieke zijde
komende om in dien toestand verbetering
te brengen, zouden zeer bemoeilijkt worden.
Den Opperherder in het Russische Rijk
staat een Kapittel ter zijde met twee dig
nitarissen, van wie de eene Pastoor te
Tiflis, de andere lid van het College te
St. Petersburg is, vier Kanunniken, waar
onder de Rector van het Seminarie eu drie
Mansionarissen, aan het Seminarie werk
zaam. Onder de leden van het Kapittel telt
men vier Polen, drie Duitschers en een Geor
giër.
Vrijheid in het uitoefenen van hun ver
heven ambt genieten de Bisschoppen even
min als de overige Priesters. Het bezoeken
van Rome o. a. is hun ten strengste verbo
den en de Russische Regeering schaamt
zich niet de Bisschoppen het vereischte
verlof te weigeten in hunue diocesen het
H. Vormsel te gaan toedienen.
Treurig is de toestand bij de geuuiëerde
Armeniërs en bjj de katholieke Georgiërs.
Zoowel de Armenische als ook de Georgi
sche taal mogen op de scholen niet geleerd
worden; eene keizerlijke ukaze van 1887
verbood zelfs het gebrnik der laatstver-
melde ook in de kerk.
Gebrek aan katholieke Piesters heerscht
in alle diocesen. Hoeveel pogingen de Bis
schoppen ook in het werk stellen om in
FETJ1LLETO N.
De wachtmeester en de oude Prits.
Trederik de Groote bleef gaarne na afloop van
de tafel nog wat zitten praten, en vertelde dan
allerlei krijgsavonturen en ook van de veldslagen,
die hjj had bijgewoond. Hij kon de zaken dan
recht levendig voorstellen.
Zoo vertelde hij dan eens verhaalt W. O.
Von Horn van een gevecht bij eene vijandige
verrassing bjj nacht, en schilderde alles tot in
de kleinste bizonderheden met de meest mogelijke
aanschouwelijkheid. Evenwel liet hjj daarbij aan
zjjne verbeeldingskracht te veel vrij spel.
Zieten, de oude krijgsheld was daarbij tegen
woordig. Hjj had juist aan dit gevecht een groot
aandeel gehad, en zjjn geheugen was hierbij ge
trouwer dan dat van den Koning.
Uwe Majesteit neme mij niet kwaljjk, zeide
de omde, eerwaardige held, zoo is de zaak niet
dit gebrek te voorzien, toch zijn steeds
vele parochiën zonder Herder. Aan het
oprichten van nieuwe parochiëu valt na
tuurlijk niet te denken.
Geen wonder, dat vele Priesters, door
overmatigen arbeid, door lichamelijke in
spanning, een vroegtijdigen dood vinden in
de uitoefening van hun beilig ambt.
Welk een uitgebreid veld zou er in Rus
land te bearbeiden zijn voor Missionarissen
wanneer het Ministerie te St. Petersburg
rechtvaardig handelde, wanneer de zoo dik
wijls verzekerde liefde vau den Russisehen
alleenheerscber voor zijne katholieke onder
danen geen ijdele phrase ware!
Sinds eeuige jaren hoort men veel spre
ken vau eeue overeenkomst des Heiligen
Stoels met dé Russische Regeeriug, die nu
eens afgebroken, dau weder bjjna heet tot
stand gekomen te zijn. Velen zien reeds
het morgenrood vau betere dagen naderen;
anderen daarentegen zijn van gevoelen, dat
behalve eenige uietsbednidenae concessies
alles bij 't oude zal bljjveu.
Zoo lang de Russische Keizer, wien het
Russische volk eene bijna goddelijke eer
bewijst, het oor leent aan dwepers, die,
tegeu de Katholieke Kerk vijandig gezind
zijn, zoo lang gewetensvrijheid van het in
dividu en bevrijding der Katholieke Kerk
van de boeien eoner vijandige bureaucratie
voor den alleenheerscber onverschillige, on
beduidende zaken zijn, blijft er voor het
Katholicisme in den Noordschen kolossus
weinig hoop over.
Van de kerkelijke vrjjheid is de politieke
onafscheidbaar. Zoo lang er in Rusland eeue
censuur bestaat, die de schandelijke gees
tesproducten van een Zola vrijen toegaug
verleent, maar de verbreiding vau katho
lieke geschriften met alle in hare macht
staande middelen tegenwerkt, ja zelfs voor
treffelijke katholieke schrijvers dwingt, hun
ne werken in het buitenland te laten ver
schijnen, zal het in het Rijk der Czaren
voor de Katholieken niet beter worden.
Met een concordaat wordt de Katholieke
Kerk weinig geholpeu; de bewindslieden hou
den zich aan de bepalingen slechts zoo ver
als hun zulks goeddunkt. Trouw en geloof
zijn van oudsher vreemd aan de Russische
politiek; zelfs Turgeujefl zegt, dat geen an
der volk het Russische in het liegen over
treft.
Onze overtuiging is, dat het Katholicis
me in Rusland door zijne vijanden en ver
volgers in de hoogstehooge en miuder
hooge kringen niet kan vernietigd wordeu.
De aanhoudende en vurige gebeden van de
vele in verbanning zuchtende geloovigen
om bevrijding der Katholieke Kerk, zullen
eindelijk bij den Almachtige worden ver
boord.
Het uur van ondergang voor het heden-
daagsche Ruslaud, zal spoedig geslagen zijn;
het zal niet tegengehouden kunnen worden
noch door den »almachtigen« alleenheer-
scher, noch door de bekwaamheid of gesle
penheid der diplomatie, noch door de wjjs-
heid der Pauslavisteu, noch door de macht
der bajonetten, veel minder door de weg
stervende, kwjjnende Staatskerk. Moge dan
gebeurd, zij droeg zich geheel anders toe.
Nu, vertel g|) dau maar! zeide de Koning
niet zonder zicli een weinig boos te maken.
Zieten vertelde nu wat hij zelf bijgewoond had
en wist. De Koning riep echter toornig: Dat
is niet waarl Wilt ge het beter weten dan ik?
In dit geval ja, Uwe Majesteit, zeide Zie
ten vastberaden in mannelijken ernst, want mij
zelf beeft men overvallen en ik heb den vijand
afgeslagen! Daar zie ik juist ia de kamer hiernaast
den dienstdoenden wachtmeester Krüger van mijn
regiment, ging Zieten voort; die heeft aan mijne
zjjde gevochten, wil Uwe Majesteit mij nietge-
looven, dan veroorloove zij, dat Krüger, die niet
weet waarover wij spreken, binnentrede en de
zaak vertelle.
Goed! zei de Koning geraakt, dan zal je
het hooren!
Met vasten stap, koenen blik en echt militaire
houding trad de door Zieten ontboden oude
wachtmeester voor aijn Koning en droeg zoo ge
heel en al den stempel van den tjjd van den
de natiouale eu zedelijke wedergeboorte van
het Russische volk zich openbaren, moge
dan aan de Katholieke Kerk de gelegen
heid gegeven worden, hare Goddeljjke zen
ding vrjj te ontwikkelen, mogen dan alle
verdwaalden zich wederom verzoenen en
vereeuigen met die ware Kerk, welker on
zichtbaar Opperhoofd in den Hemel woont,
en welker zichtbaar Opperhoofd zich in de
eeuwige stad« bevindt.
Dat geve God!
Uit Rome wordt gemeld dat Z. H. de Paus
op den 14 April a. s. het decreet van de
Congregatie der Riten betreffende de open
bare kerkelijke vereering van de gelukzalige
Maagd Lidwina van Schiedam plechtig zal
bekrachtigen.
Volgens den Observateur Frangais is
de H. Stoel bezig een groot nationaal con
cilie in Zuid-Amerika voor te bereiden.
Het zal worden ingericht geljjk het concilie
van Baltimore: alle Bisschoppen van de zui
delijke Staten zullen er aau deelnemen. De
strekking vau deze bijeenkomst is de Katho
lieken te vereeuigen eu de vijandelijke in
vloeden te bestrijden, welke in dit gedeelte
van Amerika zich zoo hevig doen gevoelen.
Deze maand zal ook de eerste nationale
synode der Bisschoppen van Japan worden
gehouden. Deze belangwekkende gebeurte
nis wordt begunstigd door den Mikado. Men
kan daarvau groote verwachtingen koeste
ren voor de uitbreiding van bet Katholi
cisme in het rijk.
Het groote nieuws van den dag is
zeker wel het voornemen van Prins Von
Bismarck om als Rijkskanselier ®n Pruisisch
Minister terug te treden.
De man, die gedurende ruim twintig ja
ren de leiding der zaken van bet Duitsche
keizerrjjk, en daarmede het feitelijk beheer
der Europeesche aaugelegeuheden in han
den beeft gehad, zal binnen eeuige dagen
tofc het gewone, burgerlijke leven terugkee-
ren en met het ambt van Rijkskanselier,
al zijne verdere waardigheden fen betrek
kingen neerleggen.
Die tijding kwam onverwacht, te meer
nu er alle grond aanwezig was voor het
vermoeden, dat da man, die sedert 1861
met de leiding der zaken in zjjn vaderland,
sedert 1866 met die in Noord- en sedert
1870 in geheel Duitsehland belast was, niet
reeds nu den jeugdigeu Keizer van zijn raad
zou berooven.
Men moet dus wel aannemen, dat er groot
verschil van meening tusscheu Keizer en
Rjjkskauselier is ontstaan.
De nieuwe politiek, met betrekking tot
de sociale vragen door den Keizer gevolgd,
zal waarschijnlijk tot de crisis hebben aan
leiding gegeven.
Met de politiek van den grooten Staats
man hebben wjj allerminst gesympathiseerd.
De wjjze, waarop bjj, door aan Oostenrijk
in 1866 den oorlog te verklaren, aan Prui
sen het overwicht iu Duitsehland verzekerde,
konden wij niet billijken. De annexatie vau
Hannover, Keurhessen, Nassau eu Frankfort
zeven-jarigen oorlog. De Koning keek hem met
welgevallen nan, en zijne boosheid over de aan
merkingen op zijne vertelling door Zieten, begon
reeds te verminderen. Geen vrees was in de
oogen van den dapperen huzaar te lezen. Hij
stond immers voor „Vader Frits//, zooals de oude
soldaten den Koning noemden, en liad hjj niet
reeds meer dan eens voor dezen gestaan!
Zeg ereis, Krüger, zei de Koning vriende
lijk, heb jij dat gevecht bij nacht (hij noemde
daarbij plaats en tijd) meegemaakt?
Ja, Sire antwoordde Krüger.
Vertel het dan eens! beval de Koning.
Krüger vertelde de geschiedeuis wijdloopig en
precies zooals Zielen.
De Kouing zag hem verdrietig aan en riep
toornig: - Krüger, gij liegt:
De huzaar kromp ineen bij deze harde be
schuldiging, en vuur schitterde in zjjne oogen,
maar dat verdween spoedig weder en maakte
voor een guitigen trek plaats, want hij had reeds,
terwjjl hij daar etond, met begeerige oogen naar
bij Pruisen hebben wij altijd als een daad
van geweld gewraakt.
De vraag bljjft ook gewettigd, of de
voorwaarden, waaronder in 1871 de vrede
met Duitsehland gesloten werd, ook wel
beantwoordden aau den eisch der geschie
denis. Frankrijks tuchtiging was noodzake
lijk, maar zijne vernedering in die mate
als dit geschiedde, door de inlijving van
Elzas Lotharingen, ware wellicht beter niet
geschied. De ontmanteling van Straatsburg
en Metz had Duitsehland toch ook vau
beter conditie gemaakt.
En wat de binnenlaudsche staatkunde
van Prins Von Bisruarck betreft, moeten
alle weidenkenden constateeren, dat de
Culturhampf eeue reusachtige hoogst erger
lijke misdaad was.
Ondauks dat al bljjft Von Bismarck een
politieke figuur van de grootste beteekenis
en zal het hoogst moeilijk, zoo niet on
mogelijk zjjn de leemte, door zijn aftreden
ontstaan, aan te vullen.
Verscheidene bladen maakten zich tot
tolken van de meeuing, dat de Prnisiscbe
Ministers naar aanleiding van Von Bis
marck's aftreden mede hunue ambten ter
beschikking van den Keizer sullen stellen.
De National Zeitung verneemt echter, dat
dit nog niet geschied, eu ook, volgens de
verzekering van welingelichte personen niet
te verwachten is.
Op bevel van den Keizer zijn de bevel
voerende Generaals van al de legerkorpsen
naar Berljju gekomen, en deze oproeping
wordt met een nogmaals herhaald onder
zoek met betrekking tot de verlangde kre
dieten in verband gebracht. Wellicht zal
het eindbesluit vau Keizer eu Kanselier zich
eerst daarnaar vormen.
Intusschen is het zeker, dat Von Bis
marck zelf in de hoogste mate naar rust
verlai gfc en open verklaart, dat bij vau
zijne ambtsbezigheid genoog heeft; terwijl
overigens het verschil in leeftijd en tempe
rament tussclien hem eu den Keizer toch
al spoedig weder bij het beoordeelen van
politieke vraagstukken tot eeue nieuwe
crisis zou kunnen leiden.
Het nieuwe Kabinet in Fraukiijkis
tot stand gekomen. Minister De Freycinet
blijft Minister van Oorlog en wordt Mi
nister-President. De Heer Coustans, die pas
terugtrad als Minister van Binuonlandsche
Zaken, is weder met dezelfde portefeuille
belast, terwijl de man, die hem verving,
als vergoeding de portefeuille van Ouder
wijs verwierf.
Ook verder zijn het allen oude bekenden,
die men in de nieuwe combinatie ontmoet.
Het nieuwe bloed in het Kabinet wordt
gevormd door de Hoeren Ribot, Jules Roche
en Develles, die respectievelijke optreden
als hoofd der Departementen van Buiten-
landsche Zaken, Koophandel en Land
bouw.
Het Bewind heeft zijn opportunistisch
karakter niet verloren; het werd zelfs ver
sterkt. De radicalen geuieteu alleen de vol
doening dat de Heer Bourgeois, die enkele
dagen Miuister van Biunenl. Zaken was, in
het Kabinet als Miuister van Onderwijs
een nog onaangeroerden gebraden fazant gekeken.
Opeeosdeed hij een pas voorwaarts, greep eene
vork, stak die krachtig in den fazant, hief hem
in de hoogte en zeide: „Wanneer ik niet de
volle waarheid gezegd heb, dau mag dit de
laatste fazant zijn, dien ik van mijn leven nog
eet?" En met deze woorden maakte hij rechts
omkeert en marcheerde, zijn veroverden fazant
aan de vork omhoog houdende, af.
Een luid gelach, weerklonk aan de geheele
tafel. De Koning lachte uit den grond van zijn
hart mede, riep toen dan bediende, en beval
hem, den wachtmeester Krüger bij zijn fazant
eene fleseh wijn en gebak aan de tafel te brengen,
en voegde er b|j: „Dat zijn je ware, goede, oude,
brave kerels!// Eu zich tot Zieten wendende, zeide
hjj: „Nu Zieten, een snuifjH// En hij reikte hem,
wat hoogst zelden gebeurde, zjjn doos toe, en
van de geschiedenis werd geen woord meer ge
rept.