I E U
No. 1522.
Woensdag 2 April 1890.
15#o Jaargang.
Een waarschuwend woord.
UITEN L A NI».
r 0.85
ABONNSSMEWTSFBIJ»
Per 3 maanden toot Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afz mderljjke Nummer»0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BtJEEAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE
FBIJS OEB ADVBHTEjrTIÏS®
Van 16 regels30 Cents.
like regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Adverteutiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPFERS i.AUBEï,
Dag aan dag gewaagt de anti-katholieke
pers vau de propaganda, welke de voor
standers van de Ijjkverbraudiug met hun
onzalig systeem maken en mag men de
berichten gelooven, dau neemt het aantal
dergeuen, die tegen de begrafenis der lijken
gekant zijn en de voorkeur geven aan ver
branding van het stoffeljjk overschot des
menscheu, voortdurend toe. Ouder deze om
standigheden heeft Zijne Eminentie de
Kardinaal-Aartsbisschop van Parijs, Mgr.
Richard, het uoodig geacht zijne stem te
verheffen teg6u de even aaustootelijke als
ongodsdienstige handelwijze der voorstan
ders van de lijkverbranding. In een her
derlijken brief, onlangs uitgevaardigd, laat
deze Prelaat eeu waarschuwend woord
hooreu omtrent heb gewraakte moderne
stelsel. Dit herderlijk schrijven is vau zoo
belangrijken aard, dat wij uiet kunnen na
laten onze lezers met eenige hoogst merk
waardige fragmenten daarvan in keunis te
stellen.
»De voorstanders van de lijkverbranding,»
zegt Mgr. Richard, »gebruiken alle mogelijke
middelenom het begraven der lijken doordrog
redenen verdacht te maken. Het zijn meestal
mannen, die tot de loge bebooren of per
sonen, die uiet genoegzaam op hunne hoede
zjjn tegen den invloed van dia seeten, welke
door de Katholieke Kerk zijn veroordeeld,
noch tegen de verleiding van de dwalingen,
onder voorwendsel van wetenschappelijken
vooruitgang, door het naturalisme in de
hedeudaagsche samenleving verspreid. Ove
rigens hebben de vijanden van den gods
dienst meermalen openlijk verkondigd, dat
het groote nut eu voordeel der lijkverbran
ding bestond in het verwijderen van den
Priester van de ljjkpl.echtigbeden en in het
vervangen van de christelijke door eeue bur-
gerljjke begrafenis.
Geen wonder dus, dat vele Bisschoppen,
ja zelfs leekeD, den H. Stoel hebbeu ge
raadpleegd omtrent de gedragslijn, welke
men tegenover de lijkverbranding moestin
acht nemen. De H. Vader heeft de quaestie
door de Vergadering van geloofsonderzoek
lateo bespreken. Deze vergadering beeft,
na rijp onderzoek, op bevel van Z. H. Paus
Leo XIII,verklaard: dat het niet geoorloofd is
lid te zjjn van genootschappen, welke ten
doel hebben het stelsel der lijkverbranding
te verspreiden en ten tweede: dat het niet
geoorloofd is het verbranden te bevelen van
zijn eigen ljjb, of van de Ijjken van andere
personen.
Eindelijk heeft de H. Vader de Bisschop
pen aanbevolen, naar gelaug van de om
standigheden de geloovigen te doen onder
richten omtrent het aaustootelijke en on
godsdienstige der lijkverbranding eu ver
zocht alle middelen aan te wenden om de
FEUILLETON
De wraak der dichteres.
2. Vervolg.)
Aan beiden kwam het einddoel der reis zeer
vroeg, al te vroeg voor, zij vielen in elkanders
geest 'en hadden gaarne nog langer met elkander
gekout. Maar de voerman blies op zijn hoorn
het signaal der aankomst, en de postwagen hield
stil. De vreemdeling nam daarop afscheid eu Nora
Enkhorst, de vriendin van onze heldin, kwam
Martha begroeten.
Met de familie Enkhorst nam Martha aan het
karuavalsfeest deel, dat door Bergheims voorname
ingezetenen was georganiseerd. Zij droeg bet os-
tuum van een Poolsch landmeisje en zag er
waarlijk lief uit. Schalks en ondeugend stond het
Kutsje haar op de donkere lokken, waarin een
diamant schitterde. Onder de aanwezige ge
maskerde heeren viel haar oog dadelijk op een
slanken Spaanschen ridder. Hij bevond zich steeds
in hare nabjjheid en meermalen voegde hij haar
eenige plagende «oorden toe.
Toen men zich ontmaskerde, herkende Martha
in den Spaanschen ridder haar reisgenoot. Zij
zag, hoe de vader van haar vriendin hem har-
teljjk begroette. Nadat de heeren zich eenigen
Katholieken van dit onzalig bedrijf af te
houden
Iu overeenstemming met deze uitdrukkelijke
besluiten van den H.Stoel, mogen wij niet toe
laten, dat voortaan eene godsdienstoefening
worde gehouden, voor personen, die het ver
branden van hun ljjkzoudeu vragen. Deze per
sonen handelen immers in strijd met de
wetten der Kerk; zij nemen dus vrijwillig
plaats ouder dezulken, aan wie men eene
christelijke begrafenis moet weigeren.
Ofschoon de lijkverbranding bij de Ka
tholieken algemeen afkeer verwekt, is het
nochtans noodzakelijk aan de geloovigen
te herinneren waarop het aloude gebruik
der christelijke begrafeuis is gebaseerd.
De Heidenen verbrandden de lijken hun
ner overledeneu, en ditzelfde beülensch ge
bruik zou tneu thans opnieuw willen invoe-
reu, zonder daarbij te overwegen, dat rneu
dan de maatschappij negentien eeuwen
achteruit doet gaan.
Wauneer men de beweegredenen kent
waarom de Kerk de godsdienstige overle
vering heeft behouden, door het Joodsche
volk van de Aartsvaders ontvangen, en het
gebruik heeft doeti aannemen oru de lijken iu
gewijde aarde te begraven, erkent men des
te meer tot hoever de katholieke leer aan
de eischen beantwoordt van ouze natuur,
als ook aan de meest kiesche eu verbeven
gevoelens der menscheljjke ziel.
De mensch is voor de onsterfelijkheid
geschapen eu ondanks alle loocheningen
van het naturalisme, is het altijd iu den
val vau den eersten mensch, dat meu de
verklaring vau het geheim des doods zal
vindeo. Welke spitsvondigheden men ook
bjjbrenge, altijd zal men moeten terug-
keeren tot het goddelijk vonuis tegen onzen
eersten vader na zijne zonde uitgesproken:
Gij zult uw brood eten in bet zweet uws aau-
schijus, totdat gij wederkeert in den schoot
der aarde; want gij zijt stof eu tot stof
zult gij wederkeeren.«
Doch naast de veroordeeling van den
zondigen mensch heeft God de belofte der
vergiffenis gesteld. De Verlosser is gekomen
en Hjj heeft den dood overwonnen door
Zijn sterven. Met Christus sterven wij, doch
wij zullen ook met Hem verrjjzeu.
Met den meesten eerbied behandelt de
Kerk het stoffelijk overschotvan den rneusch.
Zij gehoorzaamt aan het goddeljjk bevel
door de lijken der Christenen aan de aarde
toe te vertrouwen; maar door die lijken
in het graf te plaatsen, herhaalt zjj het
woord door den Zaligmaker over Lazarus'
graf uitgesproken: Ik ben de verrijzenis
en bet leven; die in Mjj uiet gelooft zal
voor eeuwig sterven.
Voorzeker zal in het graf het vernie
lingswerk geschieden, dat aan Job zoo
droevige jammerklachten afperste. Maar de
Kerk van het stoffelijk overschot harer
tjjd met elkander hadden onderhouden, kwamen
zij b$ de familie en de vreemdeling werd voor-
gesteld.
Martha's pols sl >eg sneller, toen zij zich tegenover
den jongen man bevond.
„Dr. Sender, zoon van een ouden handels
vriend van mijMejuftrouw Walden//, stelde
de heer Enkhorst hen aan elkander voor, en van
beide zijden werd de kennismaking van den
vorigen dag gaarne vernieuwd.
Op uitnoodiging van Eakhorst nam dr. Sender
aan de tafel plaats. Martha vond hem op dezen
avond nog aardiger dan den vorigen dag; hij
was een onvermoeid danser, ontwikkelde wederom
een buitengewoncn aanleg in het levendig houden
van 't gesprek, en had haar bij vooriceur tot het
voorwerp zyner voortdurende opmerkzaamheid
uitgekozen.
Slechts een ding verontrustte onze jonge, be
deesde dichteres Zq hoorde, dat dr. Sender re
dacteur van een geïllustreerd tijdschrift was, en
op de vraag naar den naam van het tijdschrift
vernam zij, dat het juist hetzelfde was, wa-raan
zjj hare poëtische scheppingen had toegezonden.
Wonderlijke ontmoeting.
Onze dichteres dacht een oogenblik nazij
wierp den dokter een wantrouwigen blik toe. Hoe,
zou hij de man zijn, die ongevoelig voor de
schoonheden van haar liederen, ze zonder er
barmen aan de suipperraand had toevertrouwd?
kinderen sprekende, noemt de lichamen
heilig, waarvau de zielen met Christus
leven. Die lichamen wareu tempels vau
don H. Geest, levende lidmaten van Jezus
Christus; door Hem moeten zij tot het
eeuwig levfiu verrijzen en verheerlijkt wor
den.
Aldus spreekt de waardige Prelaat in
zijn herderlijk schrjjveu en voorzeker heeft
hij daardoor daghelder bewezen, dat waar
de Kerk zoo duidelijk spreekt, geen waar
Katholiek zich met het stelsel der lijkver
branding onzer moderne wereldbeschavers
mag inlaten.
De Katholieke Kerk wil, dat er eerbied
zal betoond worden voor de lijken van
hare kinderen. Drogredenen van logemau-
nen en van zoogenaamde woreldwjjzeu
baten niet.
De christelijke begrafeuis mag niet wor
den verdrongen door het systeem der
lijkverbrandere, dat hoofdzakelijk zijn grond
vindt in den altijddureudeu haat tegen al
wat christelijk is eu tegen hen, die in de
aanhankelijkheid eu getrouwheid aan de
H. Kerk hun heil en vreugde zoeken en
vinden.
De moderne wijzen hebben altijd den
mond vol over den vooruitgang. Of het ook
getuigt vau vooruitgang, wauueer zij te-
rugkeeren tot een afschuwelijk, walgelijk,
hoideusch gebruik? Wjj betwijfelen het zeer.
Omtrent de besluiten der Berlijnsche
conferentie over bet arbeidersvraagstuk
wordt gezegd, dat zij spoedig openbaar
zullen gemaakt worden.
Naar men zegt, achtte de conferentie
de instelling van vrijwillige scheidsrechter
lijke bureaux vau werkgevers en werkne
mers aanbevelenswaard en zou haars iu
ziens de iuvoerieg der werkliedencomités
daartoe nuttig kunnen gemaakt worden.
Met betrekking tot de uitvoering der
overeengekomen bepalingen was men niet
gestemd voor oprichting van eeu interna
tionaal bureau. Daarentegen was men wel
voor het houden van periodieke wederbjj-
eenroepiug der internationale conferentie,
ter onderlinge mededeeling vau de opge
dane ondervinding, omdat langs dien weg
de grondslagen kunueu worden gelegd tot
een internationaal arbeidsrecht, hetwelk
ten goede komt voor den binnenlandschen
vrede in de ter conference vertegenwoor
digde Staten, zelfs voor den algemeeneu
vrede.
üit gesprekken met buitenlandsclie leden
der conferentie bljjkt, dat naar hun oordeel
het resultaat der conferentie voor het
oogenblik allien te zoeken is in het»mo
reel tffsct«, die zij hebben moet op de
Zou hij de vervaardiger van de bijtende ant
woorden zijn!
Zij zag hem nogmaals aan: neen, dr. Sender,
de beschaafde, ontwikkelde man zou zeker den
rijken schat van gevoel, dien zij in haar gedichten
liad nsdergelegd, bemerkt liebben; hij kon
onmogelijk dien onbarmhartigen boosdoener zijn.
liet feest liep ter einde, en de vastenavonds-
dao-en gingen voorbij. Dr. Sender had echter het
besluit te kennen gegeven nog eenigen tijd te
Bergheim te blijven. Hier hadden vroeger zijne
ouders gewoond, hier bracht hij de eerste jaren
zijner jeugd door, en de herinnering aan dien
schoonen tijd had hem immer eene genegenheid
voor die vriendelijke plaats doen behouden. Dr.
Sender bleef alzoo, en daar hij veel bij den Heer
Enkhorst aan huis kwam, zag hij Martha Walden
dikwerf. Menigmaal ontmoette hij haar ook,
wanneer zij n"5' l'are vriendin een wandeling
maakte; altijd was hij beleefd, en had soms zelfs
een grap, zonder echter daarbij onbescheiden te
worden.
Geen plantje wast zoo snel als het bloempje
der liefde. In de harten der beiden ontkiemde
het in 't geheim, zoo lieflijk als het meiklokje,
en het luidde zacht en zangerig de schoone lente
iu, die mèt de min in het mensehenhart haar
intrek neemt. Helaas komt 's nachts soms een
vorst, die het jonge plantje doodt.
Op zekeren dag noodigde Enkhorat dr. Sender
arbeiderswereld iu die lauden, welke tot
heden in de arbeiderswetgeving achterlijk
zijn gebleven. Voorts zou de gedachte aan
eene toekomstige internationale overeen
stemming op het gebied der arbeiders-
quaestie geenszins zijn buitengesloten.
De Norddeutsche Allgemeine Zeitung
behelst de volgende mededeeling: Prins
Von Bismarck heeft naar aanleiding van
zijn aftreden een zóo groot aantal bewijzen
van belangstelling ondervonden, dat hij
deze, bij de vele beslommeringen die thans
zijn deel zijn, zonder bijstand vau beamb
ten onmogelijk alle afzonderlijk kan be
antwoorden. Daarom verzoekt de Prins
allen, die hem eeuig bewijs van belang
stelling zonden, zjjn langs dezen weg uit
gesproken dank te willen aauvaarden.
Nadat Von Bismarck j 1. Zaterdag eeu
krans had gelegd op de lijkkist van Keizer
Wilhelm 1, heeft by afscheid genomen
van alle Prinsen van het koninklijk Huis.
Voor het paleis iu de Wilhelmstrasse
stond eene ontzaggelijke meuschenmenigte
het vertrek der vorstelijke familie Von
Bismarck af te wacbteD.
De gemeenteraad te Darmstadt, heeft
evenals die te Dortmund, Prins Von Bis
marck tot eereburger benoemd.
Naar betgeen de National Zeitung van
gewaarborgde zijde verneemt, zou Prins
Von Bismarck voor den titel van Hertog
van Laueuburg werkelijk hebben bedankt.
De rechtbank te Briey heeft uitspraak
gedaan in de zaak van Niemeyer, die
wegens spionnage gevangen was genomen.
Niemeyer, die Duitsch officier moet ge
weest zijn, is veroordeeld tot drie maanden
gevangenisstraf eu eene boete van 1000 fr.
Het vonnis doet weten, dat Niemeyer reeds
vroeger in Frankrijk,iuzouderheid te Nancy,
Luneville, Saint-Dié eu Rémiremout spion-
nendieust heeft verricht. Daarna was bjj
teruggekeerd naar den Elzas, waar hjj met
de militaire overheid in betrekking stond.
Later is hjj weer naar Frankrijk gekomen,
om langs de grenzen zjjn vroeger bedrijf
te hervatten. Niemeyer heeft van dit alles
volledige bekentenis gedaan.
Do rechtbank heeft de zaak met geslo
ten deuren behandeld, om te voorkomen
dat onderscheiden tongen zekéren dingen
verklappen, die aan het licht gekomen
zjjn.
Een vriend van Niemeyer is in verze
kerde bewaring genomen. Een pak brieven
is bjj hem gevonden, waarop beslag is
ge legd.
Iu het Lagerhuis wees de Heer Ho-
warth op het groote gevnar, dat er voor
eeue groote stad in gelegen is, wanneer zjj
door eeue werkstaking der gasstokers plot
seling in het düister wordt gehuld. Hjj
vroeg dus of de Regeoring er ook op be
dacht was eene wet iu te dienen waarbjj
ten avondmaal. Deze verscheen natuurlijk. Het
gesprek kwam op de nieuwste verschijningen op
letterkundig gebied, op overproductie en lite
rarisch dilettantisme.
//Men kan niet gelooven//, zei dr. Sender,//hoe
tegenwoordig de redactiebureelen door onrjjpe
letterkundige voortbrengselen van allerlei aard
overstroomd worden. De uitvinder van de papier
mand reken ik daarom tot een vau de grootste
weldoeners der menschheid. Menigeen komt dau
ook eindelijk tot de overtuiging, wanneer zijne
scheppingen meermalen den weg tot dit somber
asyl hebben bewandeld, dat het beter voor hem
is," met zijne letterkundige knoeierijen op te
houden.//
//Men kan zich voorstellen//, zeide de Heer
Enkhorst daarop, "dat de redacteur door zulke
inzendingen vaak veel stof tot lachen bekomt.//
„Uet komische van zulke letterkundige ge
drochten wil ik volstrekt niet outkenuen,// ant
woordde dr.Sender. //Ik heb bij mijn arbeid dan
ook dikwerf gelegenheid om hartelijk te lachen.
Zoo verscheen bijvoorbeeld in den laatsten tijd
in ons redactiebureel eeue dichterlijke ster van
zeer twijfelachtige helderheid. Hij droeg den
naam van eene dame och, hoe heette zij ook
alweer? Juist, Therese Minanolla 1//
Martha Walden beet zich op de lippen.
Wordt vervolgd.)