NIEUWE No. 1529. Zondag 20 April 1990 Lutlier-vcrgodlng. BUITENLAND Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afz onderl jjke Nummer»0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG. BüSïAUi St. Janstraat Haarlem. Van 16 regeh30 Cents. Slke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrjjdag-avond voor 6 uur ingewacht. i. De verheerlijking van Maarten Luther •n zjjue vrienden wordt iu Densmarkeu op sinds eeuwen gebruikelijke wjjze voort gezet. Een doorslaand bewjjs daarvoor le vert ous een boekwerk vau 181 bladzij leu dat den titel voert: Dr. Marten Luthers og hans Venners Liv. En kontfattet Refor- mationthistorie for skolen og hjemmel. Af C. J. Schjermer. Kjobenhavn, G. E. C. Gad. (Het leven van Dr. Maarten Luther en zijner vrienden. Beknopte geschiedenis der hervorming voor school en huis.) In tegenstelling van andere auteurs, die Luther naar waarheid beschrijven, schetst Schjermer den zoogenaamden hervormer volgens de sage en volgens Luthersche bronnen. Bovendien verstaat hjj wonderwel de kunst om Luthers woorden te verfraaien of eene tegenovergestelde beteekeuis er aan te geven. Zoo zegt hjj b. v.: Luther schreef eenige jaren later: Er bestaat niets schooners op aarde dan een vrouwenhart, waarin vroomheid zetelt.» Wie kan nu iu deze woorden Luthers bekende spreuk her kennen: En toch bedoelt Schjermer juist deze woorden, want hjj brengt bovengenoemde uitspraak in verband met Mevrouw Lrzula Cotta, die hjj inplaats van »de weduwe,» »de godvreezeude echtgenoote van den koopman Conrad Cotta» noemt. Eu hoe komt Luthers bekende oproe ping tot den oorlog en ongehoorzaamheid jegens den Keizer en de wereldljjke over heid overeen met den door Schjermer uit gesproken lol: Luther werkte met alle macht om den vrede zoo laug mogelijk te bewaren en te waarschuwen voor een op stand tegen den Keizer. Ook bad hjj innig tot God, dat er geeu godsdienstoorlog zou nitbreken, zoo lang hp leefde; en dit gebed werd verhoord. »Ik haat den Keizer dat zijn Luthers woorden in het jaar 1541 en ik 'zal doen wat ik kan tegen hem.» »De Keizer was, is en zal bljj- ven de knecht der knechten des duivels.* Dat Luther aan den boerenkrjjg en aan den Smalkandischen oorlog onschuldig was, kan slechts iemand beweren, die Luthers geschriften niet heeft gelezen en das van de ware geschiedenis niets heeft geleerd.» Een geschiedschrijver als Schjermer kan men het niet kwalijk nemen, wanneer hjj evenals de protestantsche predikanten van Denemarken, de oude onwaarheid opwarmt, dat Luther op deu Rijksdag te Worms de woorden heeft gesproken: »Hier sta ik, ik FE U ILL E T ON. Geboet. 4. Vervol ff.) Het verlies der getrouwe gemalin had den "Vrijheer diep getroffen en haar aandenken bleef hem zoo innig bij, dat hij aan een tweede huweljjk niet kon denken. Hjj wenschte niets liever, dan alleen voor de opvoeding van Julia in 't bizonder te waken, al zou hjj mogelijk de laatste telg uit zijn geslacht zijn, want zjjn eenige toon was zwak en ziekelijkdoch hij troostte zich bjj de gedachte, dat de roemvolle overleve ringen zjjner voorouders op een edelman zouden overgaan, die harer waardig wasdaarom ook had hjj sedert lang aan den vriend zijner jeugd, den Vrijheer Von Wittenhorst, heer te Horst, de verzekering gegeven om den band hunner vriend schap nog nauwer toe te halen door eene ver binding kunner kinderen, De Graaf en Vrijheer Van Lippe doorwandelden de ridderzaal, toen een bediende de aankomst van Floris Gravenvorst kwam melden, die den Graaf persoonljjk wenschte te spreken. Deze liet hem in zjjne spreekkamer komen. Hjj vermoedde wel het doel zijner komst. Het was hem niet on bekend gebleveD, dat Floris liefde voor zijne J alia koesterde immers het meisje had het hem zelve gezegd. Doch de Graaf seheen voor haar smeeken kan niofc anders, God helpe mp, Amen. Zooals uit authentieke berichten is geble ken, heeft Luther slechts de laatste woor den gesproken: »God helpe mjj; Amen.» Interessant is het van Schjermer te ver nemen, dat in 1215 aan de leekeu verbo den werd, den latijnschen bjjbel (vulgata) te lezen en dat in Luthers jeugd niet alle Priesters de vulgata kenden en toch kon Bugenhagen, geboren in 1458 reeds als schoolknaap vlijtig in den bijbel lezen, waarvan hij zelf zegt: Ik had de H. Schrift van kindsbeen aan lief. «Nog interessanter echter is het te hooren, dat Luther niet alleen een groot geloofsheld was, die in het stille, nachtelijke uur kinderlijk en vol vertrouwen bad, maar dat hij ook een groot Kerkvader was, ja, Dr. Maarten Luther was ontegenzeggelijk een der grootste gees ten en er heeft sinds de dagen der Apos telen geen grooter, begaafder eu werkza mer man geleefd, dan hij.» Wat wonder, dat hp zulke fraaie tafelgesprekken hield, die door zjjne vrienden tafelkruiden» wer den geheeten. Schjermer prijst Luther ook iu hooge mate omdat hij op elk punt vast stoud, hoofdzakelijk waar het de reinheid der leer betrof en dat hij zich van de waarheid niet liet afbrengen noch wegens menschen- vrees noch ter zake van vorstengunst of door teeder menscheljjk gevoel.* Heeft de lofredenaar van Luther dan wel aan de door Luther aan den Graaf van Hessen verleende dispensatie der bigamie gedacht? En wat zou hp zeggen, wanneer wij met Evers (De prediker van Febra bl. 75 en volg.) beweren, dat Luther met zjjuè kerk hervorming niets anders beoogde, gelijk bij zelf erkent, dan om eene vrouw te huwen en een groot man te worden? Hoe komt het met Luthers geschrift: »Het Pausdom door den duivel gesticht,* overeeD, dat Schjermer, om het verbaud van het Lutherdom met de oorspronkelijke Kerk aan te toonen, schrpft: »Het ware Christendom is tot ons ge komen door het Pausdom, ondanks zjjne vele gebreken?* Natuurlijk zijn Luther's aanhangers, weldoeners, vrienden en medehelpers alle degelijke menschen. De roofridders (Ulrich Von Hutten, Frans Von Sickingen e. a.) zjjn brave, dappere ridders; zjjne vrienden, die hem aanspoorden om hardnekkig zjjne leer te bljjven verkondigen, brave mannen eu ridderlijke heeren; Zwingli was een goed gezind, ijverig Priester, die door kalme, wetenschappelijke onderzoekingen in de H. Schrift tot de kennis der waarheid was gekomen eu nog door de vrees voor den ban des Pausen, noch door diens aan bod van den Bisschopsstaf of Kardinaals geen ooren te hebben en had haar voorgesteld ook een man van adelljjke afkomst, zoo als hjj was, te huwen. Julia bad wel begrepen, dat haar vader het vooral op Jan Von Wittenhorst had gemunt. Doch in haar kinderljjken eenvoud verklaarde tjj rondweg: «Of Floris óf geen!" Dit alles kwam hem voor den geest. Daarom kwam hem het bezoek van Floris zeer gelegen, te meer omdat hjj 'sjongelings karakter kennende, durfde ver trouwen, dat deze wel de onmogelijkheid inzag, dat hij Julia trouwen kon en daarenboven nog dacht hem voor zjjn plan te winnen. Intus- schen was Floris binneDgekomeD, terwijl da Graaf hem een zetel aanbood eu zelf recht tegenover hem plaats nam, met een hartelijk welkom. „Dat is niet goed van u, Floris,'/zei de Graaf //dat gij mjj sedert eene kleine eeuwigheid niet meer met een bezoek hebt vereerd, te meer, om dat gjj weet, dat gij mij steeds een goede vriend waart. Dat moet toch wel eene oorzaak hebben* meende de Graaf. „Steeds is u mjj een goed vriend geweest," antwoordde Floris met ernst, „en dat ik het genoegen om u een bezoek te brengen, in de laatste dagen moest opgeven, was alleen, omdat ik uwe dochter bemin. Doch nu ik overtuigd ben, dat zjj mjjne liefde beantwoordt, durf ik u weder naderen, heer Graaf. Ik weet wel, dat mjjne afkomst aan u en anderen bekend is, zoodat ik Julia die glansrjjke positie niet kan schenken, die ik wel wenschte; doch, wanneer ik nog hoed tot zwjjgeu was te bewegen; Calvpn wordt »geleerd doch streng* geheeten en zette Zwingli's werk te Genève voort.* Sic! Lucas Cranach wordt de rechtschapen en algemeen geliefde schilder* genoemd. Bugenhageus ijver wordt geroemd eveneens zijne waardigheid en mildheid. Soortge- ljjke prjjzende en lofverkondigeude predi- caten ontvangen ook de overige geestver wanten van Luther. Hoe bevallig is niet de korte schets: »Deze drie mannen, Me- lanchtou, Justus Jonas eu Bugenhagen, hadden zich tot een bekoorljjk klaverblad en tot een kring om den grooten kerk vader gevormd; zjj hielpen hem met raad eu daad en sterkten hem door hunne ge beden, en de Heer schonk rijken zegen op hun werk. Wel is waar had ieder hunner zijne eigen gaaf als denker of redenaar, doch alle drie erkenden gewillig en on- voorwaardeljjk Luthers meerderheid.* Dat Luthers vrouw Cathariua Yon Bora ook met loftuitingen overstelpt wordt, dat Lu thers woorden, welke hjj tot haar sprak, met zichtbaar welbehagen worden aange haald, dat Luthers familieleven als een model wordt voorgesteld en met lofredenen wordt overladen, terwjjl daarbjj het leven van deu ongehuwden katholieken Priester niet zelden »zeer ergerljjk* wordt geheeten, kan ons bij de vooringenomenheid en de oppervlakkige kunde van Luthers lofrede naar niet verwonderen. (Slot volgt.) Andermaal voerde in het Pruisisch Huis van Afgevaardigden de Minister-President Yon Caprivi het woord, ditmaal om te verklareu, dat, met betrekking tot het gebruik maken van de pers, na de laatste iniüi8teriëele verwisseling ernstige overwe gingen hebbeu plaats gevonden. Uit het bureau der Rjjkskanselarjj is sedert geen eokel woord in de pers openbaar gemaakt. Yoor de buitenlanlandsche pers moest de Regeering evenwel voor zich de gelegenheid openhouden bladen te verkrjjgen, ten einde invloed op de stemming in het buitenland te oefenen. Ook hier echter zal het ge bruik beperkt worden, eu nimmer zullen de grenzen van den goeden toon wordeu overschreden. De oorsprong der polemische op merkingen, in de Hamburger Nachrichten tegen Caprivi zoekt de Freisinnige Ztg. in een bezoek van den eigenaar van het eerst genoemde blad aan Friedrichsruhe. Daarin werd ook gezegd, dat invloedrijke kringen iu Hamburg gelooven dat Capmi's bestuur spoedig afgeloopen zou zjjn; de Keizer zou Yon Bismarck niet kunnen missen. Hierbjj herinneit de Freis. Zgt. aan de woorden, om hare hand durf te vragen, dan beroep ik mij op uwe edelmoedigheid op uw vaderhart. Immers u kan niet tegen het geluk zijn van uw kind.» De Graa' had deze woorden van Floris met kalmte aangehoord, thans echter sprak hij meer geroerd, zoodat men wel gissen koD, wat er in zijn binnenste omgwig: //Gij weet, geachte Floris, dat ik u steeds als een dierbaren vriend beschouwde, dien ik wegens zjjne voortreffelijke hoedanigheden bemin en hoog schatten zeker zou ik aan zulk een persoon met vreugde mijn kind durven toevertrouwen. Te meer moet ik het daarom betreuren, lieve vriend, dat ik aan uw welgemeend verzoek geen gevolg kan geven. Reeds voor jaren heb ik den vriend mij ner jeugd, Graaf Vou Wittenhorst te Horst, de belofte gedaan, onze kinderen aams* te verbin den en eene belofte is mjj heilig. „Gjj ziet dus,// besloot de Graaf, „dat ik onmogeljjk anders kan. Ik betreur het ten zeerste, goede vriend, doch mettertjjd zult gij Jul'8 ,wel kunnen vergeten." //Vergeten!//viel Floris in, „wel kan ik met een bloedend hart afstand van baar doen, doch haar vergeten, neen, dat nooit Meer kon hij niet spreken. Bij het afscheid drukte de Graaf hem met warmte de hand en uitte in eenige bemoedigende woorden de hoop, dat Floris hem daarom in de toekomst niet zijne vriendschap zou weigeren. Toen Floris was ver trokken haalde de Graaf ruimer adem, want voor dit bezoek was lijj steeds angstig geweest. Hij welke Von Bismarok gebezigd zou hebben >le roi me r ever ra*. Het wetsontwerp, houdendeude bepalin gen tot bescherming van de arbeiders, hetwelk bjj den Bondsraad is ingediend, moet met *1 April 1891 in werking treden; de nieuwe bepalingen omtrent den kinder arbeid evenwel eerst in 1892. Mag men La Patrie gelooven, dan heeft een socialistisch comité te Parjjs aan een fabrikant te Jury-sur-Seine 2000 roode vlaggetjes besteld, die op 1 Mei moeten dienen. De politie zal denkelijk de levering be letten. De Parjjsche commissie voor het organiseeren der manifestatie op 1 Mei houdt bjjua eiken dag eene zitting. Een der leden dier commissie heeft aan den Temps verklaard, dat het eene indruk wekkende manifestatie zal zjjn. Men meens niet dat het eone eenvoudige promenade op straat zal wezen. Iedereen zal vip zjjn om te manifesteeren gelijk hjj goedvindt. Wie wil, kan de commissie vergezellen tot aan het paleis Bourbon. Men heeft gezegd aldus ging het bedoelde lid voort, dat wjj vreezen in de kaart van het Bonlangi8me te spelen. Dat is zoo niet. De Boulaugisteu of althans al de Blan- quist-Boulangistische comités (er zjjn thans inderdaad Boulangistische Blar>quisteu of Blanquistische Boalangisten, door het over wicht dat Henri Rochefort en de Afgevaar digde Granger hebben verkregen) hebben besloten niet mede te doen. Er zullen twee manifesten gereed wor den gemaakt. Het eene zal aangeplakt worden; het andere zal, bjj wjjze van vliegeud blaadje, bjj hoopan worden rond gedeeld. Aan het comité-Generaal van de Ar beidsbeurs is het voorstel gedaan om de beurs deu lstea Mei te sluiten; maar dit voorstel is door de commissie van admini stratie van de beurs van de hand gewezen. Ook te Londen maakt men onder de werklieden toebereidselen tot viering van een algemeenen arbeids- of liever va- cantie-dag op den len Mei. Maandag is in een lokaal in de wjjk Lambeth eene vergade- ring gehouden, waar besloten werd ge drukte circulaires te zauden aan alle werk lieden-, matigheids- eu politieke vereeni- giugen met de vraag welken steun zjj willen verleenen en of zij hunne muziek korpsen willen zenden. Een manifest werd opgesteld, waarin wordt aangekondigd, dat de le Mei, voor de eerste maal in ds ge schiedenis der wereld werkmannen en werkvrouwen, onverschillig van welke na tionaliteit, partjj of geloof, onder éene leiding zal zien optreden eu betoogiugen betreurde het oprecht voor Floris, want gaarne had hij hem als zijn schoonzoon willen er kennen. Doch zjjn stand moest in eere gehou den worden; al moesten er ook twee harten on der lijden. Én Floris? Wel kon hij, naar hetgeen Julia hem medegedeeld had, voorzien, <lat het bezoek geen een anderen afloop zou hebben. Ook zjjn pleegvader, die de inzichten van zijn grafelijken vriend wel kende, ha I hem van dezen stip trachten terug te houden. Doch was het niet de wensch geweest van haar? en was dit voor hem geen gebod? Zijne liefde beschouwde de toekomst meer in een rooskleurig gewaad, hij had te veel van blijde verwachtingen ge droomd. Hoe zou hjj anders aan de zijde van dit dierbaar wezen een leven vol geluk en zon- nesckjjn genieten! Thans waren al zijne schoone plannen op eenmaal verijdeld 1 Als een schim dwaalde hij door de bosschen en daarheen, waar zelden of nooit een mensch komt.Hier vond bij eene getrouwe afbeelding zjjner zielsontroering. Dat eentonige boscb, dat krjjschen der roofvogels paste zoo bij zijne gemoedsstem ming. Ja hier zou hij zjjn hart wel willen uit storten. Hjj herinnerde zich nog zeer duidelijk hoe Julia hem als kind van spoken en woud geesten verteld had, vooral van den dwerg, die de verdwaalden eu veriatenen beschermde. En stond hjj dan ook niet verlaten? Bezat hij ook goede pleegouders, toch was hjj een verlaten wees! Och, wat veroorzaakte deze gedachte hem eene pjjuljjke aandoening! (Wordt vervolgd). ABOWHHMBWT8FBIJB AG-ITS MA NON AGITATB COBRAIT. ?EIJS DSB ADVEBTBNTIÊN Uitgevers: KÜPPERS Sc LAUBEY. „E, gibt kein Heber Ding auf Erdeu, Deun Prauenliebe, wem ii m*g zu Teil worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1890 | | pagina 1