NIEÜ W E
No. 1530.
Woensdag 23 April 1890.
15 As Jaanssg.
Luthcr-vergoding.
IIII iTE N L A im
Geboet.
A.BOWEA3MSWTSPBIJ»
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afzonderlijke Nummer»
Dit blad versehjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BOKEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem,
0,81)
1,10
1,80
0,03
C0 !i a 11
P3SIJ8 I>EB ADVEBTEBTTi:®»
Van 1 6 regels30 Cents.
JSlke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
Advortentian worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
AGITB MA NON AGITaT®
Uitgevers: KüPPESS LA URE Y.
II. (Slot).
Luthers tegenstauders krijgen in Schjer-
mers boek natuurlijk gausch andere ti
tels: Tetzel wordt de brutaalste vau alle
atlaathaudelaars, eeu berucht, geldgierig
mensch geuoemd, die wegens ontucht door
Keizer Maximilaan verootdeeld was in een
zak gestokeu eu Terdronken te worden;
men had hem echter gratie verleend en
tot ketterrechter benoemd.» Hce wijs! Bo
vendien weet Scnjermer alle oude lutbersche
fabelen over Tetzel's werkdadigheid en
preeken op te warmen.
Kardinaal Cajetan wa» een »trotsch en
verwaand heer, die op vriendelijken en
vaderlijken toon tot Luther sprak, zoo
lang deze eerbiedig voor hem knielde; toen
hg echter zag, hoe zeker Luther van zijne
zaak was en niet wilde toegeven, sprak
hjj hem op gebiedenden toon aau, dreigde
hem met den ban en wees hem ten slotte
wrevelig van zich af.»
Jehaunes Eek was »een geleerd, doch
jjdel en blufferig man;» de Legaat Ver-
gerius zeide aan het einde vau eeu gesprek
met Luther en Bugenhage op trotscbe
wjjze tot dezen: Bereid u voor tot eeue
kerkvergadering.» Luther moet wel zeer
ootmoedig en bescheiden zijn geweest, of
schoon hij, volgens Scbjermer, zeer vrij
postig sprak, de verhandeling op eeue
kerkvergadering een gekkenwerk te heeten en
te verklaren, dat de Kerkvaders toch maar
over monnikskappen, tonsuur en spijswet
ten redekavelden! Welk een scherp oog
heelt Schjermer voor de deugden van zijn
Luther, die zich stellig had voorgenomen
•lechts de noodzakelijkste beleefdheidsvor
men tegen den Pauseijjken Afgezant in
acht te nemen, terwjjl hg (de Legaat?)
zich de meest ergerljjke taal veroorloofde.»
De lolredenanrs van Luther schijnen bet
niet te bespeuren koe belachelijk zij zich
maken, ale zij nog steeds de door de feiten
van drie honderd jaar gelogenstrafte voor
spellingen van Luther over het einde van
het Pausdom zoo zegevierend in huune
boekeu schrijven. De Deuen hebbea zich
de moeite gegeven, de voorspelling in een
versje te verkondigen.
„Hor mig du Pav«t, jèg vaere vil
JDiB Pestilents mens jeg er til
Naar jeg er dód, shal du forgaa,
Det siger Luther, vaer derpsa.
hetgeen wil zeggen: »Hoor my aanPaus;
zeolaug ik op aarde ben, zal ik de pest
voor u zijnna mijn dood zult gij ver
gaan. Dit zegt Luther, en daarom zal
het geschieden.»
Zes en dertig Pausen hebben sinds
FEUILLETON.
5. {Vervolg.)
En Julia? Aanstonds na Elori»' vertrek bad
de Graaf haar laten roepen, hasr allet gezegd
en nog eenmaal len stelligste verzekerd, dat zij
niemand anders dan den Vrijheer Vou Wittenhorst
als haar toekomstig gemaal kon beschouwen.
„De roem onxer voorvaderen verlangt dit offer
van u, mijn kind,» besloot do Graaf. Nog een
maal had Julia haren vader gesmeekt, deze voor-
oordeelen te laten varen en haar hart niet te
kwellen met iets, waartoe het niet toegankelijk
was doch niets hielp; de Graaf bleef onver
biddelijk.
Na dit onderhoud ging Julia naar hare kamer
terug. Och, hoe leed ook zij! Omdat zij geone
moeder meer bezat, zocht zij troost en bescher
ming bij de Moeder der Smarten, die hare armen
uitstrekt tot allen, die troost en hulp behoeven.
Na een kort gebed zong zij een klein lied te
harer eere en tranen stroomden over het gelaat
van bet goede kind. Zij had nu troost en meer
moed in 't harte gevonden.
Vol vertrouwen wendde Julia den blik ten
hemel, naar deu Heer der Hceren Die ook over
h»t lot, zelfs van bet geringste zijner schepselen
met vaderlijke oogen nederziet en waakt.
ÏV.
„Hoort ge die toonen der dansmuziek klinken,
Lutber» dood geregeerd en thans nog staat
de Paus met alle zedelijke macht aau het
hoofd der Kerk. Luther heeft zich dus
als profeet vergist eu Suhj ermer nog meer,
vermits hij nu nog aau Luthers voorspel
lingen gelooft.
Luther is gestorven, maar helaas! niet
zoo stichtelijk als Scbjermer zulks wil
doen voorkomen. De auteur moet in dit
opzicht al uit zeer slechte bronnen heb
ben geput, als hij zeggen kan, dat Lu
ther den 17en Februari 1546 tot deu dood
voorbereid was, dat hij de meest stichte
lijke redevoeringen hield, zich iu t gebed
tót God wendde en dikwijls uitriep: »Vader,
in Uwe handen beveel ik mijn gsest.«
Zeer karakteristiek zegt Schjermer: Lu
ther overleed zalig op Donderdag 18
Februari 1546 des morgens te 3 uur, na
eeue echtverbintsnis van ruim 20 ea iu
den ouderdom van 62 jaar.
Uit Schjermer» boek kunnen wij ook de
waarde der brouneu leeren keuueu, welke
hij iu eeue korte voorrede noemt. Vau
Luthers werken schijnt bij weinig of niets
te hebbou gelazen, anders zou de schrijver,
die naar het ons wil toeschijnen nog
gelooTig is, eeue andere opvatting van
zjju grootec Kerkvader en van diens
fraaie tafelgesprekkeu hebben verkregen.
Den ouden gepensiouueerdeu onderwijzer
Schjermer zelf kan meu het wellicht niet
al te euvel duiden, dat hij Lulher volgen»
de ouder de Lutherscheu bestaande Lu-
therlegendeu en niet volgeus de werkelijke
Ijjke waarheid schetst, ofschoon hij door
deze onware voorstelling de leugen bevor
dert eu voor het gewone volk, voor het
welk juist dit boekje op onloochenbaar
aantrekkelijke wij;e geschreven is, op een
dwaalspoor brengt en de vooroordeelan
tegen de Katholieke Kerk aanwakkert eu
eu verscherpt. Maar erger is het iu elk
geval, dat de proteitantsche Bisschop
Johannes Clauseu door een eigcuhaudigen
brief van den 18en December 1887, welks
inhoud iu het boekje is afgedrukt,dezen
arbeid als eeue levendige en betrouwbare
beschrijving der groote gebeurtenissen en
merkwaardige personen dier dagen»met
blijdschap« aanbeveelt. Iu elk geval schij
nen zulke heeren weinig recht te heboeu,
altijd door, zooals Schjermer het ook iu
zijn boekje (Bladz. 24)Joet, vau de »pa-
pistische duisternis(det papistike Moorke)
te spreken, terwijl de onwetendheid, waar
in zjj zelfs ten opzichte van den stichter
hunner zoogenaamde Kerk verkeereD, inder
daad verbazend groot is. t Is werkelijk
een karakteristiek verschijnsel, dat uiet-
hatholieke schrijvers en vooral Deensehe
Protestanten, nimmer katholieke geschriften
Ziet ge dat flikkerend licht in de zaal
Hoort ge 't gefluister, dat glazen-rinkinken,
Of wel het woord oener dreigende taal
Zooals wij reeds zeiden, was het lievelings-plan
van den Graaf Von Lippe zijne dochter met den
zoon van zijn vriend Von Wittenhorst gehuwd
te zien. Had Julia dit plan ook met een vast
besluit verworpen, toch hoopte de Graaf dat zij
mettertijd wel tot andere gedachten zou komen.
Om dit doel te bereiken besloot hij een groot
feestmaal te geven, waartoe hij vooral de Heeren
Wittenhorst liet uitnoodigen. Het was een
stormachtige dag in Februari. Het sneeuwde
onophoudelijk en ateeds nieuwe grauwe wolken
vertoonden zich in het luchtruim. De geheele
omtrek zag er verwilderd uit. Ook op het kasteel
was het niet in orde. Julia stond voor het raam
en staarde naar buiten in de doodsche natuur.
De groote zaal schitterde in eene zee van lichten.
In de vensternissen stonden oleanders en andere
geurige bloemstruiken. De feesttafel was gedekt
met de kostelijkste spijzen en wijnen; overal
heerschten de grootste rijkdom en pracht. De
Graaf ontving zijne gasien met de grootste hof
felijkheid eD Julia poogde zich ook kalm en
vriendelijk te toonen. Weldra bevond men
zich in het levendigste gesprek. Hier en daar
vormde men groepen, 't gesprek liep meestal
over de politiek des lands eu men was van mee
ning, dat weldra het hoorngeschal het signaal
tot den strjjd zou geven. Terwjjl de oudere heeren
hierover redekavelden, bevonden zich de jongere
lezsn. De be3te verhandelingen over de
katholieke en protestantsche leer, histo
rische opstellen over het Pausdom eu an -
dere onderwerpen hoofdzakelijk echter over
Tetzel (Nordisk Kirketénde 1878) en Luther
(idem 1874) ziju in de Deeosche Kerkelijke
Courant verschenen, doch men heeft er
niet de minste aandacht aau gewijd. Meu
geeft ook in Denemarken de voorkeur
eraau, steeds van moet aau met de oude
en valsche beschuldigingen tegen de
Roomsch-Katholieke Kerk voor deu dag
te komen. Dat is treurig, »doeh desal
niettemin en evenwel nochtans» inhooge
mate waar.
Stanley is met zjju gevolg Zaterdag-na
middag te Brussel aaugekotneu, luid toe
gejuicht door eene onafzienbare menigte.
Stanley is onmiddellijk naar het kouiuklijk
paleis gereden.
De ontvangst ontaardde iu een groot
schandaal. Tusseheu de eerewacht, gevormd
uit de schutterij, en een vijftigtal verslag
gevers ontstond een verwoed gevecht voor
den waggon vau Stanley op bet oogeublik,
dat hij er uit zou stappen.
Een soortgelijk tumult greep p'aats voor
het station tusschen het publiek eu de
schutterij. Kreten vau »Leve Stanley» en
Weg met Stauley» weerklonken.
Tegen de hurgerwaebt wordt eeu onder
zoek ingesteld.
De Bondsraad hechtte zijne goed
keuring aan het door deu vorigon Rijks-
dag aangenomen voorstel, ofn gepensio
neerde officieren niet meer voor den Krijgs
raad terecht te doen staan.
Aanleiding tot dit voorstel gaf het feit,dat
een gewezen Afgevaardigde, die tot de li
berale partij behoorde eu voorheen officier
was, wegens deelneming aan den verkie
zingsstrijd door de uitspraak vau deu Krijgs
raad het recht heeft verloren om de uniform
te dragen en den Majoors-titel te voereD.
Von Bismarck heeft tot dusver den
hertogstitol laten liggen; thans echter
schrijft de Aorddeutsche Allgem. Ztg.t dat
men bij bet betrokken departement nu
bezig is bet diploma vau Generaal-0verste
der cavalerie gereed te maken voor: Prius
OUo Von Bismarck, Hertog van Lauen-
burg.
Iu de socialistisch gezinde kringen
der Duitscbe arbeiders heerscht groote
tweespalt over it©t feest op den len Mei.
Allerlei voorstellen worden er gedaan; zoo
bijv. dat de arbeiders dien dag we! zouden
werken, maar hetgeen zij dan verdienen
in de danszaal. Julia was ongetwijfeld de heldin
van het feest. Geen wonder dus, dat iederjoug-
man het oog op haar gevestigd hield en met
alle mogelijke bescheidenheid haar hulde bracht.
Vooral de jonge Graaf Jan Van Wittenhorst
was onputte]ijk in zijne complimenten doch
hoezeer hij zich ook om haar bemoeide, Julia
sloeg weinig acht op zijne gelanteiieën. In
een der hooge vensternissen stonden twee per
sonen in een levendig gesprek, dat voor het
grootste gedeelte fluisterend werd gehouden.
Ongehoord, waatlijk ongehoord," sprak de oude
re, durfde deze ellendeling het wagen u eenigen
alleen tar wille uwer afkomst te beschimpen?
Ik zal het aanstonds den gastheer bekend maken.
Ik hoop, dat hij nooit dulden zal, dat men zijne
vrienden onder zijn gastvrij dak ongestraft be
leed igt./v
„De Heer Gravenvorst, want deze was de
spreker, stond op en wilde aanstonds aan zjjn
voornemen gevolg geven, doch Eloris hield hera
terug.
//Geene overhaasting, lieve vader, wij willen
hierdoor het feest niet storen, liedenk ook,//
sprak hij zacht, //dat jnist ter wille van dien
Vrijheer dit feest plaats heeft. Dus eeue stoornis
zou zeker een algemeen pijnlijken indruk te
weeg brengen, zonder dat mij mogelijk voldoening
werd gegeven. Desniettemin zal hem uwe mede-
deeling toch niet onbekend blijven.//
De Heer Gravenvorst bleef staan', hij zag wel in,
dat Eloris gelijk had en wilde thans zwijgen, doch
nam het voornemen, zijn pleegzoon tegen eiken
zouden bijeenvoegen om een groot fonds
voor werkstakingen te vormen. Het getal
der patroons, die hunne werklieden met
repressieve maatregelen dreigen, zoo zij den
len Mei niet wetken, neemt toe.
Te Plant burg zal, wegens het toene
mende verkeer, andermaal eene nieuwe
haven de vijfde worden aangelegd.
Naar men met zekerheid verneemt,
zullen op grond van een besluit van denHam-
burgscben Senaat, alle werklieden bij de
staatswerkplaatseu en inrichtingen, die den
len Mei het werk laten liggen, wegeu»
contractbreuk worden ontslagen.
Zekere Weill, «chrijver van een
anarchistisch pamflet, getiteld: le Pere Pei-
nard, is wegens aauhitsiug tot roof en
moord, door het Hof der Assises der Seine
veroordeeld tot 15 maanden gevangenis
straf eu 2000 fr. boete. Zijne veroordeeliug
boorende, riep Weill: »Ik verklaar tegen
stander t8 zijn van de wet en geen rech
ter te erkennen. »Ik beschouw utjj als ge
troffen, maar niet als veroordeeld. Leve de
revolutiegeest!»
Iu bet Lagerhuis stelde Smith eene
motie voor, verklarende dat de nadeelen,
die voortvloeien uit de veranderlijke ver
houding dor waarde van goud en zilver,
behooreit behandeld te worden op eene
conferentie der voornaamste Handelsmo-
geudheden, om te onderzoeken of het
bimetaüsme weder kan werden ingevoerd
door eene internationale overeenkomst.
Houidsworth ondersteunde de motie, die
door deu Eersten Lord der schatkist werd
bestreden. Sir W. Harcourt voud het be
lachelijk het bimetaüsme te willen her
stellen. Sirbottora eu Hoyle verdedigden de
motie. Goscheu zeide, dat het bimetalisme
mogeljjk was in theorie, maar het kou
alisen slagen op voorwaarde, dat alle lau
den getrouw hieven aan de verplichting
die zij hadden aangegaan. Daar Gosolieu
dit onmogelijk achtte, bestreed hij de motie,
die verworpen werd met 183 tegen 87
stemmen.
In de zitting der Oostsnrijksche
Kamer heeft de Minister van financiën,
iu de discussie over de begrooting, betoogd
dat Oostenrijk vergeleken met andere
Staten in een goeden toestand verkeert,
daar bet de noodzakelijke militaire uit
gaven doen en deu aanleg van spoorwe
gen voortzetten kan zonder tot eene kre
diet-operatie te behoeven over te gaan.
En wat den staatkundigen toestand aangaat
stelt de Minister in het licht hoe de Re
geering zich door eeu geest vau bezadigd
heid en behoedzaamheid laat leiden; tegen
elke aanranding van het verbond met
prijs eene schitterende voldoening te verschaffen;
immers hij was oorzaak dat Eloris eerst na lang
tegenstreven, besloten had, het huidige feest
bij te wonen. Ja, Eloris was door Jan Yan Wit
tenhorst zwaar beleedigd geworden, en nog zon
der de mii.ste reden.
Trotseh op zijne afkomst en aanmatigend zoo
als Jan Van Wittenhorst was, verdroot hem het
zeer, dat Julia voor al zijne oplettendheden oog
noch oor bezat; daarentegen met zichtbaar wel
gevallen zich met Eloris onderhield. De jonge
ling, wiens ijverzucht hierdoor op het hoogste
geprikkeld was, had zich toen naar Eloris'
afkomst geïnformeerd en was hem daarna in het
voorvertrek gevolgd.
Hier maakte de jonge Graaf, door trots en
ijverzucht aangespoord, scherpe verwijtingen aan
Eloris. Hij bracht hem zijne afkomst onder 't
oog met de bemerking, dat hij zich met vrou
wen van zijn stand moest bemoeien en niet met
de dochter des huizes, die, kortaf gezegd, zijne
bruid werd. Sprakeloos had Eloris die kwetsende
woorden aangehoord, zjjn bleek gelaat getuigde
van zijne innerlijke ontroering. Daarop riep hij
zjjn beleediger met erne vaste stem de woorden
toe: //Jan Van Wittenhorst, gedenk dezen dag,"
waarna hij hem den rug toekeerde. De jonge
Graaf stond verbluft, ltij had gedacht dat Eloris
bem tot een tweegevecht zou uitgedaagd hebben,
doch hij had zich deerlijk bedrogen en zag thans
in, dat Floris ziju doel had geraden.
(Wordt vervolgd.)