NIEUWE No, 1532. Zondag 27 April 1890. 15f« Jurgug. Bescherming. si U B T E i\ L A N ÏT feuilleton. 7. Geboet. RAARMMSCH ABOHKEMENTSPBIja Per 8 maanden roor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzonderlijke Nummero0,08 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z A TER DAG. BUEEAU: St. Janstraat Haarlem. AGITB SSA NON AGITATE COUR AST. ?BIJS DE» ADVEBTENTIÊN Van 16 regels 30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Advertentie n worden uiterljjk Maandag-, Woensdag en Vrjjdag.avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPERS& I, AUBET. De strjjd tusschen vrijhandel en bescher ming heeft reeds vele jaren tot groot na deel voor de belangen van onderscheideue klassen is ons Vaderland voorlgewoed. Verklaarde voorstanders vau den vrijhandel hebben steeds beweerd, dat, wanneer hun beginsel geheel werd doorgevoerd in alle opzichten en in alle lauden vau de wereld, dan een gewenschte toestand zou ver kregen zijjn. Deze meeuing willen wij den freetraders niet betwisten, daar het uaar onze over tuiging wel nooit zoo ver zal komen, dat alle volkeren van het heilzame der toe passing van de vrjjhandelsbegrippan zullen overtuigd worden. Daarenboven kan men vau een klein land als het onze niet ver langen, dat het in deze aan de grootere Sta ten een voorbeeld zal geven en als 't ware den weg zal aangeven, die door andere Staten moet ingeslagen worden. Liever daa ous in bespiegeliug over ide ale toestanden te verdiepen, wenschen wij rekening te houden met hetgeen werkelijk bestaat. Het is misschien aangenaam zich eenigen tijd met droombeelden te vleien, maar bij het ontwaken bemerkt men toch altijd, dat zulke droomergen ons niet nader tot het doel hebben geleid. Dit is dan ook een der oorzaken van de sympathie, die het voorstel van den Heer Bablmann tot het heffen van een invoerrecht op de buitenlandsche granen in ons geheele land mocht ondervinden. Jaren lang hebben de liberalen zonder eenigen tegenstand op verschillend gebied hunne denkbeelden omtrent vrijen handel kunnen toepassen. IJ verig hebben zij hunne beginselen doorgevoerd, en, doof voor de gegronde bezwaren van hen, die de nood lottige gevolgeu voor onzen handel en nijverheid ervan inzagen, hebben zij, voor zooveel het hun mogelgk was, er naar ge streefd om alle zoogenaamde belemme ringen uit den weg te ruimen. En wat is nu het resultaat hiervan? Kan de industrie zich in grooteren bloei verheugen bg ons te lande dan dat zulks vroeger het geval wa»? Heeft onze handel zich uitgebreid in die mate, als de liberalen hebben voorspeld? Het antwoord op deze vragen hebben do talrijke handelaars en fabrikanten, die de gevolgen der toepassing van de vrghandels- begiuselen ondervonden, reeds gegeven. De klachten zijn algemeen. Zij, die eertijds meenden, dat vrjje in- en uitvoer de wel vaart zouden doen toenemen en aan alle takken onzer industrie eene nooit gekende vlucht zouden geven, zijn in hunne scboone Vervolg.) nDoch zeg mijn vader,//sprak hij met moeite,// dat ik voor den roem en de vrijheid van mijn vaderland eervol ben gestorven. Ik twijfel er niet aan of dit zal hem een groote troost zijn en hij zal mij daarom alles vergeven. Nog iets, lieve vriend, vergeet ook niet aan Julia mijne laatste groeten te doen het zijn de groeten eens ster venden. Ik heb haar bemind oprecht bemind met ongekunstelde, ware liefde maar gij zjjt waardiger voor haar gij 0 mÜn on*" ferming//. Een stroom blocds belette hem het. spreken nog eenige diepe zuchten en Jan Von W itten- horst was niet meer. Hij was bij het groote leger, daar ginds over het graf ingelijfd. Een onbe schrijfelijk smartelijk gevoel maakte zich van Floris meester, toen hij den pas gewonnen vriend zoo ras moest verliezen. De strijd was uitgestreden. Van beide zijden waren talrjjke gewonden gevallen. Er was een dag rust om alle gesneuvelden ter aarde te be stellen. Dof klinkt de trommel de gelederen staan geschaard in rijen, wapenlans en piek in de hand. Een Geestelijke treedt voor. //Hier sprak hij, hier slapen de dapperste van ons volk, hier rust de bloei onzer natie, die het Terwachtingeu bedrogen, en alleen de dwaze en verblinde aanhangers eeuer theorie vol harden bjj hunne zienswijze. Een der bezwaren van de voorstauders der vrijhaudelsidée tegen de toepassing van het beschermend stelsel is, dat, volgens hen, enkelen door dit laatste systeem be schermd worden, doch dat het grootste ge heel inderdaad benadeeld wordt. Dit is evenwel niet zoo. Wanneer b. v. een invoerrecht wordt geheven van artike len, die reeds in ons Vaderlaud worden vervaardigd, dan ontvangen de gevestigde inrichtingen daardoor van overheidswege bescherming. Deze bescherming komt ech ter niet teu koste van de geheele samen leving en ten voordeele van slechts euko- len. Het eenvoudige gerolg vau zulk eene protectie zal wezen, dat de bestellingen, die eertijds aan binnen- en buitenlandsche fabrieken werden gedaan, nu uitsluitend aau onze vaderlaudsche firma's ten goede komen. De handelsbetrekkingen met buiten landsche huizen zullen afgebroken worden, en uieuwe met binuenlaudscbe fabrikanten worden aangeknoopt. Hieruit volgt natuuilgk meer levendig heid en bedrijvigheid voor onze binuen laudscbe industrie, welke nog grooter wordt, wanneer men bedenkt, dat de kooper van linoeulandsch fabrikaat er op rekenen'kan, dat ook aan zijne producten boven da bui tenlandsche de voorkeur zal gegeven worden. Bg de invoeriug van een beschermd stelsel zal derhalve de vaderlaudsche nij verheid in bloei toenemen. De iudustriëe- len zullen er wel bg varen en hunne werk lieden plukken van dien bloei uatuurljjk ook de vruchten. Maar niet alleen zjj', welke direct bij de fabrikatie van een of ander artikel be trokken zjjn, neen allen, die ia ons Va derland wonen, genieten de voordeden van de hoogere welvaart, waarin de industrie zich door de bescherming zal kunnen ver heugen. Wg willen dit kortelijk trachten aan te toouen. Bg bescherming van den een of andereu tak van industrie door de heffing van een iukomeud recht op buitenlandsch fabrikaat, zal men zich hier te lande beter in de gelegenheid zien gesteld om met het buitenlaud te concurreeren. Men zal zich bejjveren om de artikelen nog goedkooper en degelijker dan dit buiten ons Vaderland geschiedt, verkrijgbaar te stellen. De onder linge concurrentie zal eveneens toenemen, en de prijzen zullen dan wellicht nog lager kunnen worden dan die van het buiten landsch fabrikaat. Door uitbreiding der nijverheid zullen de productiekosten voor den fabrikant dalen en dit kan du» ook ten leven voor de bevrijding van ons vaderland ten offer bracht. Met recht weenen wij, starende in de opene groeve, doch met deemoed ook buigen wij het hoofd voor den goddeljjken wil der Voor zienigheid Wij treuren, doch aan gene zijde des grafs hopen wij op eene eeuwige belooning. ltust zacht daarom, gjj dooden in uw tweede vaderland. Uw roem volgt u in het graf." Nog slechts enkele minuten en de koude aarde bedekte de ljjken VI. //Zalig, die lijden Zij worden verblijd Lente na winter en 't al op zijn tijd." De vreeseljjke strijd was gestreden; de grond rookte nog van menschenbloed. Dooden en ge wonden lagen bij hoopen door elkander. De zon, met hare doordringende stralen, scheen over het breede slagveld en spiegelde zich in de roode bloedplassen der gevallen krjjgers. Er was werk genoeg om de dooden te begraven en den ge wonden spoedige hulp aan te brengen. Wond- heelers en aalmoezeniers, vrijwillige en met-vrij willige ziekenverplegers snelden toe om hulp te verleenen. Vooral ook te dien tjjde, even als nu, waren het de Kloosterzusters, die even als Engelen rondom de sponde van de verpleegden waak ten. Zoo ontmoeten wjj in eene legertent op het ziekbed van een gewonde, die in ijlende koorts goede komen, zoowel aan hem als aan het groote publiek. De afnemers zullen dus bij hot bescher mend stelsel in geen enkel geval schade lgden. Integendeel zullen ook zij, doordien de algemeöue welvaart van het land tot een hoog peil wordt opgevoerd, deelen in den vooruitgang, waarin de industrie zich mag verheugen. Immers wanneer een tab vau ous volksbestaan zich ontwikkelt, dan geniet de geheele maatschappij daarvan de voordeelen. Het gaat hiermede als met een familie kring, ja, in nog hoogere mate. Wanneer éan lid door vlijt en inspanning zich beeft vooruitgewerkt en eene goede positie heeft verworven, dan kan hij ook zijne bloedver wanten steunen en heu helpen om hun toe stand te verbeteren. Verhooging van den bloei onzer vaderlaudsche nijverheid heeft daarom vermeerdering der welvaart van onze geheele natie tengevolge. Natuurlijk behoort de wetgever er wel degelijk op te letten, welke buiteulaudsclie producten hij bezwaart, 't Zou zeker geen aanbeveling verdienen, wanneer hooge in voerrechten werden geheven van voortbreng selen of artikelen, die hier te lauds niet kunnen geproduceerd of gefabriceerd wor den. Alleen zulke producten verdienen in aan merking te komen, die bij ons worden of kunnen worden voortgebracht. Bezwaarde de wetgever buitenlandsch fabrikaat, dat nooit inheemsch kan zjju, doordien hier de grondstoffen er voor ontbreken, dan kau van bescherming geen sprake meor wezen. Het heffen vau invoerrecht draagt dan uitsluitend het kenmerk van eene indirecte belasting, en, hoewel wij daarvan volstrekt niet afkeerig zjjn, moet toch in de eerste plaats worden gedacht aan zulke artikelen, die door verstandige bescherming de vador- landsche welvaart kunnen verboogen. Vandaar, dat wij, naast bescherming van de voortbrengselen onzer nijverheid, ook volkomen adhaesie kunneu schenken aan het voorstel-Bahlmanu, betreffeude de graan rechten. Het moet toch g6zegd worden, dat de landbouw op meer bescherming aanspraak kan maken, dan hem nu ten deel valt. Kau bij de andere takken van ons volks bestaan gewezen worden op maatregeleu van overheidswege, welke voor hun bloei bevorderlijk zijn, de landbouw is altijd ge heel aan zijn lot overgelaten geweest. Onze vaderlaudsche bodem kau voor een groot deel voorzien in de behoefte aau graan, en zou dit ook doen, wan neer onze landbouwers niet feitelijk ge dwongen werden door concurrentie boren lag, eene zuster Angelica. Zij kou den middel baren leeftijd hebben bereikt. Hare regelmatige trekken verrieden de vroegere schoonheid, doch over haar gansche wezen lag een waas van weedom. Hnre oogen rustten met medelijden op den ge wonden krijger. Had men beiden met meer opmerkzaamheid gadegeslagen, dan zou men min of meer eenige overeenkomst in de trekken ontwaard hebben. //Johan" zeide de gewonde in zijne ijlende koorts //Johan, gij hebt mij gehoord; gij hebt den spot met mijne ouders gedreven. Maar wreken zal ik mij. Wraak, wraak doch neen, neen, ik ben gewroken, aan mij komt de wraak toe// zegt de Heer. Gij zjjt dood, dood, ik vergeef u, arme Johan nog zoo jong en nu reeds dood. //Julia//, ging hij voort, „thans zijt ge de mjjne, geen aardsche geeat is er meer, die ons geluk nog zal verstoren." Floris want deze was do zieke, sloeg bij deze woorden (1e oogen wijd open en zag de Zuster aan 't voeteneinde zijDe legerstede zitten. vGjj zijt Julia niet," .ijlde hjj door, „neen,gjj zjjt Julia niet. Hoe staart gij mij zoo treurig aan, als waandet gij ook, dat ik gestorven ware. Ga heen en roep Julia, dat zjj kome om mjjne begrafenis bij te wonen. Hoe zal zjj treuren, die goede Julia. Gaat ge nog niet, ga, haast u, an ders is het te laat." Afgemat zonk hij in het kussen neder en viel in een diepen slaap. Nu trad de crisis in. Zuster Angelica, de wakende Engel, week geen oogenblik van zjjne sponde eu haar hart klopte angstig en bevreesd. „Barm- huuue krachten, om den graanbouw in den steek te laten. Wat wij hierboven zeiden omtrent het 8tationnair blijven der prijzen, wanneer buitenlandsche artikelen werden bezwaard, geldt ook voor het koren. Het brood be hoeft volstrekt niet, duurder te zijn, wan neer buitenlandsch graan door eene heffing wordt getroffen. Daarom spreken wij nogmaals de hoop uit, dat ouze volksvertegenwoordiging alle illusiëu omtrent vrijen handel late varen, dat zij met deu werkelijkeu toestand van ons Vaderland te rade gaat, en dat uit deze overweging eene guustige gezindheid betreffeude het ontwerp-Bahlmann post vat, zoodat deze eerste stap op een goeden weg met een schitterend resultaat wordt bekroond. Dit zal zijn in bet belang van den land bouw, en derhalve ook in dat van de alge- meeue welvaart in ons land. De geheele Duitsche pers houdt zich bezig met de »Bismarck-frage». De drei gementen van »Friedrichsruh» geven aan leiding tot ontzaglijk veel geschrijf; de toon is over 't algemeen niet gunstig voor den oud-Rijkskanselier en het heet dat men zich in politieke kringen vrij ongerust maakt. Algemeen wordt geloofd, dat er eeu storm op hauden is en dat Von Bis marck met allerlei onthullingen zal voor den dag komen. Het staat vast, dat de toorn van den op non-activiteit gestelden Staatsman tegen deu Keizer is gericht. Da »Haraburger Naohrichten,» welke thans zga ljjforgaan schijut te zijn gewordeu, neemt allen twijfel, welke op dit punt nog mocht bestaan, weg, door »op verlangen van Von B'.smarck» te verklaren, dat de afkeuring van het nieuwe regeeriugsstelsel niet gericht is tegen den Rijkskanselier Von Caprivi, met wien Von Bismarck steeds bevriend weuseht te blijven. Bij liet Pruisische Huis van Afgevaar digden is iugekomen een regeeringsvoorstel, betreffende de landstoelagen, die vroeger aan de Roomsch-Kalholieke Bisdommen en Geestelijken werden uitgekeerd, maar sinds April 1875, krachtens de toer. uitge vaardigde wet tengevolge van den kerkelijk- politieken strgd, waren ingehouden. Het voorstel strekt om die gelden, zijnde een bedrag van 16,013,731 mark, alsnu in de staatskas op te nemen en de rente ad 3ys percent, dus 560,480 mark, jaarlijks over de Bisdommen te verdeelen. Hierbij wordt bepaald, dat de wet- op het beheer van het vermogen der katholieke kerkelgke gemeen ten, alsook de wet betreffende het staats- hartige God," fluisterde zjj, //zou het Reinoud zjju Zou de Hemel mijn vurig verlangen en gebed in 't einde bobben verboord Zjj beefde bij de gedachte aan dit geluk en tocb klopte haar harte zoo geweldig en bang, als woog er een zware last op. Doch haar plicht riep haar elders. Met de grootste onderwerping hielp zij dan hier, dan daar; overal sprak zjj den lijdenden moed en troost toe. Vele dankbare blikken, me- nigen handdruk ontving zjj van de verpleegden, die haar niet anders, dan een Engel noemden. Floris ontwaakte uit eeu langen slaap. Zuster Angelica, die reeds met ongeduld dit oogenblik verbeidde, ijlde aanstonds naar hem toe, ten einde te vragen naar zijn toestand en een nieuw verband op de wonde te leggen. „Ik gevoel mjj als tot een nieuw leven her boren, zeide Floris afgemat, doch hoe kan ik u dat alles vergelden, dierbare Zuster, wat gij voor mjj hebt gedaan //O, sp-sok daar niet ran,// viel hem de Zuster in (1e rede, 't geen ik rloe, is niets dan de vol brenging van een plicht, dien ik vrjj willig op mjj genomen heb en waardoor mogelijk vele zonden kunuen geboet worden," voegde zij er fluisterend bij. //Maar, wat ik u bidden mag, zeg mij of ik u soms nist van dienst kan wezen, uwe ouders te berichten, hoe het met hun zoon gaat, want nok zjj zullen in bange afwachting zijn omtrent uw lot.// Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1890 | | pagina 1