N I E W E
No. 1542.
Vrijdag 23 Mel 1890
13de Jaargang.
De Paus en de werklieden.
BUITENLAND.
HA4RWHE
ABONNEMBNTBE-BIJB
Per 8 maanden roor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1«^^
Afz Jnderlgke Nummer»0«08
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUE1AU: St. Janstraat Haarlem.
AG-ITB MA NON AGITATE
?BIJS OBB AIJVEBTBNTlBB
Van 1regeij30 Centn.
Elke regel meer a
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag
en Vrjjdag- avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever»: KÜPPER8& LAUREL
Er geschieden voorteekens en wonde
ren. In het vorige jaar heeit men te Rome
voor deu apostaat en godloochenaar Gior
dano Bruno een monument opgericht om
den Godsdienst en het Pausdom te hoonen
en te bespotten. En onlangs richtte de
Duitsche Keizer een schrgveu tot deu H.
Vader waarin hg diens hulp inroept tot
verzachting van den nood der arbeiders
en ter bestrijding van de anarchistische
woelingen onder de sociaal-democratie.
Wat zal de Heer CriBpi, de zoo vurige
vereerder van Giordano Bruno en de aarts
vijand van het Pausdom, wel gezegd heb
ben, toen hjj het schrgven van deu Duit-
tchen Keizer aan Z. H. Leo XIII en het
antwoord van den Paus op dit schrgven
las? Hoe zal het den ouden vrijmetselaar
te moede zjjn geweest, toen hij zjjne der
Kerk vijandige politiek op zulk eene schit
terende wijze door den machtigsten der chris-
teljjkeVoraten vanEuropazag gedesaovueerd?
Men zal in Rome wel gezegd hebben:
van eene briefwisseling tusschen het Opper
hoofd der Katholieke Kerk en deu Duit-
achen Keizer in zake de sociaal-democratie,
tot aan het teruggeven van Rome aan
het Pausdom is nog een lange weg. Zeker,
•n er zal ook geen enkel verstandig Ka
tholiek uit dit feit de gevolgtrekking heb
ben gemaakt, dat de gevangene op den
Engelsburg spoedig zal verlost worden.
Maar het Bteentje is aau het rolleu en
hoe verder het afwaarts rolt, des tegroo-
tar wordt zjjne kracht.
De bezetting van Rome door de Italianen
in het jaar 1870 en de Duitsche >Cultur-
kampfwaren het culminatiepunt der
gansche anti-christelijke beweging in de
tweede helft van de loopende eeuw. Siuds
dien tjjd gaat zjj met reuzenschreden berg
afwaarts en na verloop van nog eenige
jaren zal het duidelijk worden hoe broos
en vermolmd het fundament is, waarop het
liberalisme en het anti-Christendom hebben
gebouwd.
De der Kerk vjjandige beweging zal
door zich zelve te gronde gaan. Dat zien
we reeds bjj de sociaal-democratie. Men
heeft aan het volk den godsdienst en het
gelooi aan een beter leven hiernamaals
ontnomen. Wat wonder, dat het volk
de vreugden des hemels zich hier op aar
de wil verschaffen, dat het met haat
en njjd bezield is tegen de bezittende klas
sen, dat het volk het eigendomsrecht
loochent en de gelijkmatige verdeeling ran
de goederen der aarde verlangt! 't Is im-
FEUILLETON.
Grootvaders nieuwe rok.
Vervolg en slot.)
't Heugt me nog al» de dag van gisteren
hoe ontroerd grootvader en ik waren toen hij,
na de maat genomen en papieren patronen
geknipt ;e hebben, de eerste »nee gaf in dat
mooie, dure laken.
//Je bent toch wel heel zeker van je zaak,
Fritz?" vroeg mijn man, die bleek zag
van angst.
//Laat mij maar begaan. Zou iemand als ik
niet weten wat hij doet?" antwoordde hij
op den toon van een notaris of een dokter
die een vrachtrijder aanmerkingen hoort maken
op zjjne akte of zjjn recept.
Toen de rok eindelijk pasklaar was, moest
hjj tot viermaal toe worden gepast. Grootmoeder
riep mij om te komen zien of hij wel goed in
den rug zat.
//Waarom moeder Annette geroepen?' zei
kleine Fritz. „Kan ik niet net zoo goed zien
o' een jas goed zit als zjj?
//Weet u, Fritz,// zei ik „mijn man
is erg hol van rug: ik vind, dat hjj wat wjjd,
in de lenden is. Een rok moet ala aan 't lijf
gegoten zitten."
„Dat een rok goed aan 't lijf sluiten moet,
weet ik heel best, moeder Annette, en hij
xal goed gesloten zitten; maar u kan nu nog
niet oordeelen. Ik ben geen flikker, zooals er
honderden hier rondloopen, van die prullen-
mers slechts de noodwendige consequen
tie van hetgeen het liberalisme sinds jaren
beeft j! geleerd en nog ten huidigen dage
verkondigt.
De Duitsche Keizer riep de macht en
den invloed van het Pausdom te hulp te
gen de sociaal-democratische beweging!
Wie had zulks twintig jaren geleden dur
ven deuken of voor mogelijk gehouden,
toen men de Katholieke Orden uit Duitsch-
land verdreef, de Bisschoppen en Priesters
in de gevangenis wierp en den Geestelijken
verbood de HH. Sacramenten uit te doelen?
Ja, de nood is een harde leermeester;; hij
leert het individu niet alleen bidden, maar
hg brengt ook de machtigen der aarde tot
inkeer, tot het begrip dat hnnne macht
op een slechten bodem rust, wanneer de
eeuwige wetten van God worden verguisd.
Men zal in dit opzicht ook elders nog heel
wat andere ervaringen opdoen, dan in
Duitsohland het geval is geweest.
Hei liberalisme meende, dat zijue heer
schappij verzekerd was, omdat het de
machtigen der aarde voor zgn doel had
gewonnen; het misleidde het volk met een
woordenpraal van phrasen en vleide het met
het aanbreken van een Olympischen tijd.
Bjjna alle Europeesche Staten hebben zich
aan het liberalisme aangesloten en staan
onder zjjne bevelen. Maar nu komen de
arbeiders eu verlangen huu deel van de
goederen der aarde. Men heeft hun het
geloof aan den Hemel ontnomen, nu eischen
zjj op energieke wijze het wereldljjk loon.
Zjj willen hun aandeel in bet aardsche
genot, nu men hun gezegd heeft, dat er
geen hemelsche vreugd bestaat.
De nood werd grooter eu grooter, en
dreigender het gevaar voor de bestaande
Staats- en maatschappelijke orde. Eu zie,
men herinnert zich wederom de universeele
helpster. Men denkt opnieuw aan de door
God ingestelde Kerk en aan haar zichtbaar
Opperhoofd, den H. Vader. Hij, wiens ambt
en waardigheid tot dusver gehoon 1 en be
spot werden, wiens eigendommen men roofde
en dien men als een gevangene behandelt,
hg moet helpeD, hjj moet voor de heerschers
hunne tronen en voor de maatschappij de
orde redden; hg moet de middelen en we
gen wjjzen, hoe aan den nood der werk
lieden kan tegemoet gekomen worden, hoe
men aan de wetten van den Staat eerbied
zal bewjjzeu en hoe men de glinsterende
vonk der sociale revolutie, waarmede de
gansche wereld wordt bedreigd, kan uit
doven. De gevangene iu het Vaticaan, voor
wiens verdelging men plannen smeedde, die
als eene bron van alle slechtheid werd voor
snijders, die niets dan een wambuis of eene
lange jas kunnen maken.
Om een rok goed in elkaar te kunnen zet
ten, moet men meester wezen in zijn vak; en
dat ben ik!//
O, die tien dagen! Tien lange, verdrietelijke
dagen! Manke Fritz was een jjdel, eigenwijs
kereltje, een kwaadspreker die iedereen, bij
wien hjj gewerkt had, belasterde; onze beste
vrienden niet uitgezonderd.
Daarenboven was hij nooit tevreden over het
eten.
Toen de rok klaar was, uitte ik een kreet
van verlichting.
Ik verlangde zoozeer eindelijk van den man
ontslagen te worden, dat ik eene onvergeef
lijke lichtzinnigheid beging. Grootvader riep
mij om nog eens te komen zien hoe de rok
in den rug zat.
//Annette, kjjk vooral of hjj goed sluit. Er
zijn toch geene valsche plooien in den rug?"
„Valschs plooienl Denkt u, dat ik een jong
maatje ben, een lapper?
„Neen, neen, hoor Stanislas, de rok is wel
deugdeljjk af en zit goed," zeide ik.
„Komaan Fiitz, ik zal je je geld geven.//
Terwjjl ik hem betaalde, had hjj nog wat aan
te merken:
„Ik heb nooit zulk vervelend werk onder
handen gehad, 't Is een heele last om voor
uw man te werken. Al bood u me nog eens
zooveel, ik zou niet weer van nieuws af aan
willen beginnen!"
Den volgenden dag moesten de buren zien
hoo grootvaders rok zat.
gesteld, die door de liberalen bespot en ge
hoond werd, hg moet nu de maatschappjj
redden, dezelfde maatschappjj, die nog kort
geleden zgn ondergang had gezworen.
En, men kan er zeker van zjjn, hjj zal
haar redden, mits de Staten en Regeerin
gen, de v dken en huuue beheerschers zijn
raad volgen, naar zijne waarschuwingen
luisteren en tot de eeuwige beginselen te-
rugbeeren, welke in den godsdienst, in de
Katholieke Kerk, zjjn nedergelegd. »Da
Kerk« zegt de H. Vader in zijn aut-
woord aan Keizer Wilhelm II »is de
eenige codex, die de beginselen der ware
gerechtigheid, de regels der naastenliefde
bevat. De godsdienstige opvoeding alleen
is in staat de volle uitwerking aan de
wetten te verzekeren. De godsdienst zal den
patroon leereu, iu zjjoe arbeiders de men-
achel jjke waardigheid te achten en bij zal hen
met gerechtigheid en billjjkheid behandelen,
hjj zal in het geweten van den werkman
het gevoel van plicht en trouwe brengen,
hg zal hen goed, zedelijk en rechtschapen
maken.
Welke heerlijke woorden! En dan zgn
er nog pygmeeën, onbeduidende liedeu, die
het durven wagen het Pausdom als een
beletsel, als eene hiuderuis voor de -er-
lichting, als een vjjand van de beschaving en
den vooruitgang te beschouwen. Wanneer
toch zullen die dwazen het ouzinnige van
hunne handelwijze beginnen in te zien?
Het internationale mjjuwerkerscougres is
eergisteren te Jolimout (Henegouwen) bij
eengekomen. Er zijn een aantal afgevaar-
den uit het buiteuland, onder welke de
drie leden van het Engelsche Lagerhuis,
Burt, Crawford en Fennerwick. Een Bel
gisch gedelegeerde heette de aanwezigen
welkom; op den welkomstgroet werd door
gedelegeerden uit Engeland en uit West-
falen geantwoord, waarop het congres
overging tot de verkiezing van zijn bureau.
Het congres zal acht dagen duren.
De voorzitter der rgksdag-commissie
voor de legerwet had deu Rijkskanselier
den wensch medegedeeld van eenige leden
dier commissie, om inlichtingen aangaande
den staatkundigen toestand te ontvangen.
De Rijkskanselier heeft schriftelijk geant
woord, dat bj) tot zijn leedwezen geene be-
langrjjke inlichtingen daaromtrent kon
geven. Bizonder wat het drievoudige ver
bond aangaat kon hij niet anders dan
herhalen hetgeen algemeen bekend is, na
melijk dat het verbond onveranderd in
„Sta recht op" begon de boschwachter
Sehreek, een oud soldaat. „Goed zool
Mijnheer Stanislas// riep hij op plechtigen
toon, terwijl hjj het laken ter hoogte van de
schouders tusschen duim en vinger nam,
//ik moet u tot mjjn leedwezen mededeelen,
dat hier eene valsehe plooi zit.
Iedereen keek, en herhaalde: „Ja, ja daar
zit eene valsche plooi!//.
Wij zonden eene boodschap naar Fritz om
hem terug te roepeD. Maar deze gaf ten ant
woord, dat hij zich niet voor den gek liet hou
den en nooit meer een voet in ons „krot" dacht
te zetten.
Weldra wa9 't voor niemand in den omtrek
een geheim meer, dat er in den rok'van mijn
heer Stanislas eene groote valsche plooi zat.
Twee maanden later, terwijl we met onzen
aanstaanden schoonzoon in het priëeltje zsten
te eten klonk het:
„Daar heb je nu het huis van die leuge
naars, die mjj belasteren en beletten willen een
eerljjk stuk brood te verdienen!"
Grootvader stond op en werd doodsbleek.
„Wel, a'.le dnivels! dat is die deugniet van
een Frilz. De vent is dronken!* Hjj snelde
het priëel uit, den weg op.
„Wat zeg je, ksrel? Dat ik je naam beklad
den wil?"
„Ja, dat wilt gjj, u heeft overal rondgestrooid,
dat ik niet in staat ben om een rok zonder
valsche plooien te maken. Lui, die te kwader
trouw zijn zooals u, die hebben zelf valsche
plooien in hun karakter, ja!//
wezen en er in de betrekkingen der ver
bonden mogeudhedeu onderling hoegenaamd
uiets veranderd is.
De Prins-Regent van Beieren heeft
in een brief aan den Aartsbisschop van
Munchen zijn leedwezen betuigd over het
voornemen om dit jaar de groote vergade
ring van Duitsche Katholieken ie Munchen
te doen houden. Zijn leedwezen, omdat hg
die samenkomst aldaar niet geschikt acht
ter bevordering en bevestiging van dan
vrede, waarnaar de bezadigd denkenden uit
alle kringen der stad dringend verlangen.
De brief eindigt aldus: >Eet is miju leven
dige wensch, dat, alvorens ik nadere maat
regelen in overweging zou hebben te nemen
om naar mijn recht en plicht voor den
vrede te waken, door u nogmaals met het
comité vau Katholieken, inzonderheid met
het Domkapitel, worde beraadslaagd en mg
de uitslag daarvan ten spoedigste worde
medegedeeld.* Naar aanleiding daarvan
heeft het comité uit de Katholieken be
sloten, af te zien van het plan om die
vergadering te Munchen te doen houden.
Zoo zal dus het katholieke Munchen van
het voorrecht, het Congres der Katholieken
binnen zijue muren te zien dagen, ver
stoken bljjveu, opdat de ex-katholieke Lutz
er niet door gehinderd worde en de ka
tholieke Regentniet in ongelegenheid
kome! En waar zal nu de vergadering
gehouden worden? Men heeft reeds Regens
burg, Ingolstadt, Eichsiatt en Würzburg
genoemd; maar zal Lutz er geen stokje
voor steken? Alles is mogelijk in Beieren.
Anderen noemen dan ook reeds Keulen
als meer geschikt, wijl daar de toestand
zuiver genoeg is om zelfs bij geeu Pruiaisch-
Evangelische overheden moeilijkheden ie
duchteD. Tevens zouden dan de katholieke
Beieren proefondervindelijk leeren, dat in
hun land onder het bewiud Luitpold-Lutz
geen plaats meer is voor de bespreking
hunner godsdienstige belangen en zjj den
wandelstaf moeten opnemen om in het
protestantscbe Pruisen een katholiek Con
gres te gaan houden!
Wederom is een der leiders van de
socialistische partij te Berlijn wegens ver
duistering van gelden, aan de partg toe-
behoorende, en wegens valschheid in de
boekeu uit de gelederen der partg gejaagd
met eeue verklaring in deu zak dat hg
thans en voor de toekomst onwaardig is
om, welke fuuctie ook, bjj de socialisten
te bekleeden.
Ten gevo'ge van de ontbinding der
Boulangistische partij iu Frankrjjk, zou
de Heer Laguerre, naar men wil, een uieuwe
Grootvader werd woedend en gaf hem een
flinken slag in 't gezicht.
Fritz schreeuwde alsof hjj vermoord werd.
//Hjj heeft me geslagen! Mjj, een gebrek
kige, een huisvader. Gjj zijt getuigen!"
riep hjj de, van alle kanten uitschietende, bu
ren toe.
„Ja, ik heb je geslagen, deugniet, omdat je
mjj bent komen uitschelden hier, in tegen
woordigheid van mijne familie en mijne dorps-
genooten!"
„Hoort ge? Hij bekent het zelf. Best! Maar
je zult zien, dat iemand, al is hij ook rjjk
en al heeft hjj nog zooveel landerijen, daar
om nog r.iet een armen ongelukkigen werk
man mag mishandelen. Er zjjn nog rechters
te Sarrebourg!"
Grootvader moest voor den kantonrechter
te Sarrebourg komen, en een van de advoca
ten, die roor een paar franken elke mogeljjke
zaak bepleiten, maakte mjjn armen man uit
voor al wat leelijk was. Hij stelde hem voor als
een driftkop en een haatdragend tnensch, die
getracht had een armen huisvader van zjjne
klanten te berooven, door het gerucht te ver
spreiden, dat de man niet in s'aat was om eene
jas op maat te maken.
Grootvader was zoo eerlijk om te bekennen,
dat hij manken Fritz had geslagen. Hij werd
voor vijf-en-twintig franks beboet en haalde
zich schier eene ziekte op den hals van ergernis.
Nu weet je, wat vroeger bij ons in de pro
vincie een rok kostte, 't Is wel te begrijpen,
dat men er niet dikwjjls een maken liet,