NIEUWE No. 1544. Donderdag 29 Mel 1890 15de Jaargang. Een groot man herdacht. UITEN LA ND. i. HAARLEM ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden roor Haarlem t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzïnderljjke Nummers 0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BOBÏAU: St. Janstraat Haarlem. AGITB MA NON AGITATE 0(i K A IT. PB1JB DER ADVERTENTIE» Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KüPPEBS LAUKEY. stig. Ik heb eene belofte gedaan, zeide hij ern- Maar zoo kon het geschieden, dat ge nooit zoudt zien Hij liet mij niet uitspreken. Als ik sterf, voor de nood zoo hoog ge stegen is, jal maar ge ziet, ik ben niettegenstaan de mjjne zeventig jaren nog krachtig. Op mijn negentigsten verjaardag ik vergat u dat te zeggen mag ik het kistje openen, ook wan neer ik, wat ik vurig hoop, op dat oogenblik niet in groote verlegenheid verkeer. Eene eigenaardige bepaling. Ja, ja, eigenaardig! Mjjn zalige vader was wst de mensehen een wijsgeer noemen, een schoen- maker zooals Jakob Bohman, maar niettegen- Den 3u September van dit jaar zal het 1300 jaar geleden zjjn,dat Paus Gregorius de Groote, de eerste van dezen naam eu door de Kerk als Heilige vereerd, den pauselij ken Troou beklom. Hjj was geboren iD het jaar 540. Uit eeue adellijke familie ont sproten werd hij opgeleid tot het bekleeden van hooge Staatsambten en reeds in het jaar 571 werd hjj benoemd tot Pretor van Rome. Reeds in dit ambt deed hg van zjjne voortreffelijke talenten bljjken; in de moeilgkste omstandigheden wist hij de juiste middelen aan te wjjzen en den besten raad te geven, zoodat hg zijn ambt glans rijk en met de meeste waardigheid en toe wijding vervulde. Nadat hg, den drang naar een volmaakter leven volgeude, door zjju rijkdom daartoe iu staat gesteld, zeven kloosters van de Orde der Benedictijnen had gesticht, nam hjj ten slotte zelf in het in zijn ouderljjk huis opgerichte klooster van den H. An dreas zgn intrek eu sleet daar gelukkige dageD. Hg zou echter niet lang in t ver borgene bljjven, immers hg moest «gne talenten aanwenden in den dienst der Ker Hü deed dit van het jaar 571 af als Re- gionarius, in een ambt, dat ongeveer m rang gelgk staat met dat van een Kardi- naal-Diaken.Eenige jaren later werd hg als Apokrisiar (Nuntius) naar het keizerlijk hof van Constantinopel gezonden. In het jaar 585 kon hjj zich weder in de eenzaam heid van zgn geliefd klooster begeven, om voor de wetenschap en in dienst der armen te leven en als Abt het klooster te leiden. Tegelijkertijd was hg de raadsmau van den toenmaals regeerenden Paus. Omstreeks dien tjjd had het bekende voorval plaats, dat in zoo hooge mate den H. Gregorius karakteriseerde. Toen hg op zekeren dag op de slavenmarkt eenige Angel-Saksische jongelingen zag, werd hg door deze forsche gestalten en de droefheid welke uit huune blauwe oogen sprak, zoo getroffen, dat hg inlichtingen inwon, van waar zjj waren gekomen. Men antwoordde hem,dat zg uit Engeland kwamen eu nog hei denen waren. Jawel,* sprak hg, »EQgelen (Angeli) zullen zg worden.* Van toen af werd hg met het vurig verlangen bezield •Is Missionaris naar Engeland te gaan en hg rustte niet voor dat de Paus hem daar toe verlof had gegeven. Hg reisde in stilte af;nanwelgks echter hadden de Romeinen zgn vertrek vernomen of zg gingen naar den Paus en smeekten hem Gregorius terug te ontbieden. De H. Vader gaf gehoor aan hun verzoek,zond boden nit,die Gregorius te Ostia, waar hg zich wilde inschepen, achter haalden en hem noodzaakten naar Rome terug te keereu. Toen spoedig daarna PausPelagius II stierf, FEUILLETON. De zwarte cassette. Vervolg en slot.) En ge hebt nooit aandrang gehad het kistje eens te openen en den inhoud tenminste eens te bekjjken? De Heer Wenzel maakte eene afwerende bewe ging- werd Gregorius, oudauks zgu verzit, op den Stoel van Petrus verheven, dieu bij van 590 tot het jaar 604 sierde. Op welk eene wgze hg zgu hoogverheven ambt op vatte, bljjkt uit de woordeD, welke hg by verschillende gelegeuhedeu over het Opper herderschap sprak en uit zjjne onvergelij kelijk schoone en voor alle tgden geschikte geschriften de cura pastorali. Van deze zegt de piotestantsche geschriedschrijrer Wattenbach: »Er is schier geeu a .der boek, dat zulke goede uitwerking heelt gehadOneindig zegenrijk heeft het g.- werkt in den tjjd der barbaarschheid. De voortreffelijkste beginselen van practische zielzorg zgu er in nedergelegd.* Gij hebt gehoord, zoo sprak Gregorius naar aanlei ding van het Evangelie van den goeden Herder, wat u tot leering strekt; gjj hebt ook geboord in welk een gevaarlijken toe stand wjj ons bevinden Allereerst moeten wjj onze bave aan onze kudde ten off-sr brengen en als bet noodig is, zelfs ons leven veil hebben.* Ea tot do in het Late- raan verzamelde Bisschoppen zegt hjj:* Als wjj het zout der aarde zjjn, dan moe ten wjj de harten der geloovigen verfrisschen Dan eerst zullen wjj anderen goed ouderrichteu, wanneer wij onze leer uit drukken in onze werken.* En niet licht meende hij, naar deze ideale opvatting, welke hij van zijn ambt had, genoeg te hebben gedaan. >Gij zegt rr.ij,« zoo achrgft hjj aan zgn vriend Leauder, Bisschop van Sevilla, dat mjjn leven een voorbeeld is voor alleD. Dat is echter, helaasniet zoo. Beste vriend, ik ben niet meer degene, die ik was. Uitwendig ben ik gestegen, inwendig gezonkenO help mg door uw gebed, help mj), opdat ik den oever van het eeuwige leven gelukkig be- reike.* Het moet inderdaad een groot mau ge weest, zgn, die voor zich zelf zulke hooge eiscben stelde eu met zulk eene deemoe dige bescheidenheid van zich sprak. En de taak, die hem wachtte, was geene ge ringe. Het is ons niet mogelgk, ook maar in 't kort alle daden te vermelden, welke deze groote Paus volbracht. Slechts eau zeer bescheiden resumé van zijne werkdadigkeid kuonen wjj geven. Paus Gregorius werkte voor de bekee ring der Angelsaksen en der Longobarden, voor de bekeering der ketters en schisma- tieken, 70or de hervorming der kloosters, voor de handhaving der kerkelijke tucht; hg trok zich het lot aan van het zwaar verdrukte volk, spijzigde de armen, whs eeu Engel van troost bjj rampen, predikte veel, schreef onderscheidene theologische werken en meer dan 840 herderlijke brieven. Hg bleef zich steeds gelgk in tallooze geesteljjke en wereldlgke beslom meringen; zijne strenge rechtvaardigheid was steeds met mildheid gepaard. staande zjjn handwerk had hjj een helder hoofd en dikwjjls de vreemdsoortigste gedachten. De Heer Wenzel zweeg en keek naar het vurige uitspansel, waar de zou als een gloeiende bol onderging. Sterf ik vroeger, zeide hjj na een poosje te hebben nagedacht, „dan i3 er voor gezorgd dat mjjn kleinood in goede handen komt. Ik heb, dit weet ge, geene bloedverwanten. Mjjn testament is gemaakt en gjj, beste vriend, erft alles wat ik bezit. Wij bleven praten tot midden in den nacht. De Heer Wenzel moest nog werken; ik echter verliet het zolderkamerlje, in nadenken verzon ken, en dwaalde nog langen tijd door de een zame straten der stad. Vier weken later werd mjjn vriend Wenzel begraven. Hij was plotseling gestorven. Diep bedroefd begaf ik mij den vol genden dag naar de zolderwoniDg, om mgn ouden vriend nog eens te zien. Het was treffend, den grjjsaard in deze armoedige omgeving te zien liggen. De volmaakste vrede en zielcrust lagen als het morgenrood van een beter leven op zjjne trekken verspreid. Al het harde en smarteljjke, door een vreugdeloos bestaan in dit gtlaat ge- grifd, was verdwenen. Oui de lippen speelde een zachte glimlach. Ik en twee oude heeren, met wie de Heer Wenzel van tjjd tot tjjd een enkel glas bier Hg bleef aanhoudend ijverig werkzaam ouder de moeilgkste omstandigheden, die zijn gevoelig hart met droefheid vervulden; daa bij werd hij bijna ouophoudelgk ge kweld door ziekte eu lichamelijk lijden. »Zie,« aldus schrgft hij aan een vriend, »reeds bijna twee jaar beu ik bedlegerig, de jicht pguigt mg zoodanig, dat ik ter- nauwernoood op feestdagen een paar uur kau opstaan om de H. Mis te celebree- reu. De zorgen, die mij drukken eu de suiarteu mijner ziekte hebben mjjn lichaam zoo verzwakt, dat ik slechts zelden van mjjue legerstede kan opstaan.* En bij dit alles geloofde hij nog niet genoeg te hebben gedaan. >Op den dag van het groote gericht zullen de scharen der uitverkorenen ea verdoemden ver- schjjuen en het zal openbaar worden, wat eeu ieder heelt gearbeid. Dan zal Petrus komen met het door hem bekeerde Judea, Paulus zal eeue gansche wereld zou ik willen zeggen met zich voeren. An dreas zal den blik van zgn Koning op Achaja, Johannes op Azië, Tnomas op Indië richten. Dan zullen alle herders van de kudden des Heereu met de zielen, wel ke zg gewonnen hebben, voor den Almach tige verschguen. En wanneer nu zoo vele herders met hunne schapen voor de oogan vau den eeuwigeti Herder verschijnen, wat zulleu wij dan zeggen, die met ledige han den komen, die met den Daam van her der versierd waren, maar geene kudde kunnen aanwgzen?* Een man zooals de H. Gregorius er een was, verdient inderdaad, dat men de gelegenheid te baat neemt, welke het der tiende eeuwfeest zijner troonsbestijging aanbiedt, om zjjne herdenking wederom op te frisschen. Wjj vieren zoo vele ge denkdagen en eeuwfeesten, welke het dik werf niet waard zjjn, dat wjj zelf zonder verder motief gerechtigd zgu, ook dezen gedenkdag van zulk een groot man te vie ren. Vooral in onzen tjjd komt eeue herin nering aan Gregorius den Grooteu ons zeer passend voor. Niet in een enkel op zicht, maar in velerlei verband heeft onze tgd geljjkheid met den tijd van dien groo teu Paus: wjj hebben dezelfde smarten en rampen te verduren, dezelfde geneesmid delen, zg het ook in een anderen vorm, toe te passen. Slot volgt.) Men verzekert, dat Prins Von Bismarck en zjjne gemalin in de tweede helft van Juui naar Engeland zullen gaan en dat hun verblijf aldaar verscheiden weken zal duren. De familieVon Bismarck zal logeeren bjj de Lords Londonderry en Roseberry. Zg zullen de reis o'er Nederland maken. Bg deze gelegenheid wordt ook weder gedrouken had, waren de eenigen, die het stof felijk overschot de laatste eer bewezen. Tot de kleine erfenis behoorde ook de cassette. Het was voor mij een roerend oogenblik toen ik ze opende. De cassette was ledig. Aan de binnenzijde van het deksel waren met onzekere hand de volgende woorden, bijna onleesbaar, geschreven. Ik ontcijferde het volgende: „Mijn innig geliefde zoonl Ik kan u niets, niets voor de lange reis door het leven meegeven, dan mijn zegen. In wan hoop heb ik menig uur doorgebracht dat het zoo is: maar onze wersch verandert niet de koude werkelijkheid, die geen erbarmen kent. Ik ben op de gedachte gekomen u in deze cassette een schijubaren schat mede tc geven in het leven. Uwe belofte verzekert mij, dat ge slechts in hooge noodzakelijkheid het slot openen en het raadsel ontcijferen zult. Dan echter zjjt ge al zoo ver verloren, dat deze teleurstelling u niet dieper neerdrukken zal. Zoo lang ge echter de cassette gesloten houdt, zal de gedachte, dat u nog eene laatste toevlucht overblijft, u als een bondgenoot in den strijd om het bestaan be geleiden. Bereik ik mijn doel, dan is het onver schillig of de schat, dien gij nooit aanraakt, in de oude geschiedenis opgewarmd, dat Graaf Herbert Yon Bismarck naar de hand dingt van e6ne Engelsche erfdochter. Eeue groote werkliedenvergadering van verschillende vakken te Berlijn ge houden, heeft besloten dertig bierbrouwe rgen te boycotten, dat wil zeggen baar bier niet meer te drinkeD, totdat deze brou werijen, die sedert weken met hare werk lieden overhoop liggen over eene looDquaes- tie, in dieu strjjd zullen hebben toegegeven. Tengevolge van wederzjjdsche toe gevendheid tusscben de patroons en werk lieden is de arbeidstaking in de schoenen fabrieken te Maintz geëindigd. De werkstaking in de wevergen en spin nergen te Gera loopt ten einde. De werk- stakingskas is uitgeput. De Keizer zond dezer dagen aan Moltke, naar aanleiding van diens laatste rede in den Rjjksdag, een telegram, waar in hg hem zgn warmsten dank betuigt voor de wgze, waarop hjj voor het leger is opgekomen, dat, altgd bereid het vader land te dienen, hierin zjjne hoogste eer gelegen acht. Hg wenscht hem tevens ge luk met de waardeering, welke deze reda ook buiten Duitschlaud heeft gevonden. Toen de Keizer Zondag-namiddag met den Erfprins van Meiningen naar het stoombootstation reed en daarbjj zelf de paarden bestuurde, werd een der paarden bjj de kruising van den weg schichtig, ten gevolge waarvan het rjjtuig stootte. De Keizer sprong er uit en viel op den rech ter arm, waarna het rjjtuig omsloeg en de Erfprins er uit viel. Tengevolge van dien val ljjdt de Keizer aan eeue verwringing in den rechter voet. Na eeue bloeduitstorting tot den omvang vau ongeveer eene vlakke hand, is er aan den voet eene zwelling ontstaan. De Erf prins bleef ongedeerd. Geljjk de vorige jaren in het laatst van Mei hebben in Parijs eene menigte socialisten en revolutionnairen van alle richtingen zich naar Père-Lachaise be geven ter vereering van de dooden, die bjj het onderdrukken der commune, in la semaine sanglante, zooals zg het noemen, op en buiten de barricades zjjn gesneu veld. Tal van redevoeringen zgn er ge houden ten gunste vau het socialisme. Aan roode banieren geen gebrek, evenmin als aan den kreet: »Leve de commune!* Eene wjjle had er eene vechtpartjj plaats tus- schen Blauquisten en anderen, toen dezen bjj het graf van Blanqui kwamen. Yoor het overige had er geene rustverstoring De Spaausche parlementaire com missie, die voor eenigen tjjd is samengesteld voor een ontwerp tot invoering van sociale hervormingen, heeft ter vereenvoudiging van haar arbeid zich in vjjf afdeelingen gesplitst, die elk de volgende quaestiëu zul- uwe verbeelding of in werkelijkheid bestaat. Ik hoop, dat deze regels nooit onder uwe oogen zullen komen. In trouwe, oprechte liefde Uw Vader. Ik was sprakeloos, 's Nachts had ik een won derlijk visioen. Ik zag een bleeken, ernatigen man met een gelaat vol oneindige goedheid. Als een dun weefsel, dat verschillende kleuren toont al naar mate men het van de eene of andere zijde ziet, zoo zweefde de bleeke verschjjning onduidelijk heen en weer, nu eens geloofde ik den vader van mijn gestorven vriend, dan weer meende ik een dier stille helden te zien, wier bestaan opging in liefde voor de lijdende broederen De gestalte naderde mjj en zeide: Ge kent mjjn armen, innig geliefden zoon, de zieke, duldende menschheid! Zie ik draag in mijne hauden de cassette Van het geloof. Zjj bevat troost voor alle kwalen dezer aarde: een zalig leven hiernamaals. Ik wil de menschheid deze cassette geven, zij moet verzorgd worden als een kostbaar kleinood En het bleeke, van liefde stralende beeld verdween weemoedig in het duister van het middernachtelijk uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1890 | | pagina 1