w 3 No. 1556. Zondag 29 Juni 1890 15de Jaargang. Aan onze abonnés. Het lieideasche en het chris telijke Rome. BUITENLAND Ingevolge een koninklijk besluit kan men zich, te rekenen van 1 Juli a. s. bij Directeuren van Post kantoren slechts tegen vooruitbeta ling abonneeren op couranten en tijdschriften. Abonnés op ons blad, die bij Directeuren van Postkanto ren (geen brievengaarders) geabon neerd zijn en die geen lust mochten hebben op die wijze geabonneerd te blijven, worden beleefd verzocht zich rechtstreeks bij ons of door bemiddeling van boekhande laars te abonneeren, d a a r alsdan geene vooruitbetaling wordt gevorderd. ABONKBMENTBjPHIJB 0,85) Per 3 maanden voor Haarlem Toor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzonderlijke Nummer» Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG. BüEEAÜ: St. Janstraat Haarlem. AGITB ISA NON AGITATE ?3IJB DIB ADVBBTBNTIÊ» 7an 16 regels 30 Cents. Hike regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlpk Maandag-, Woensdag en Vrjjdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KüPPERS Sc LAUREY. Er is geene plek op de gansche aarde, waar men het goddelijke werk en bestuur bp de uitbreiding der Katholieke Kerk beter kan waarnemen, dan te Rome; er ia geene andere stad waar de belofte van den Hei land aan de Apostelen zoo wonderbaar is vervuld geworden: »Als de geest der waar heid zal gekomen zijn, zal hp Mij ver heerlijken.. De beroemde keizerburcht is een puinhoop geworden en men weet ternau wernood meer waartoe de enkele overblijf sels nebben gediend. Het Forum is een uitgestrekt, droevig ruïnen-veld, waaruit zich nog enkele zuilen verheffen, die ons aan de verblinding en vernedering der 1 menschen herinneren, welke hier voor afgo den, uit hout en steen vervaardigd, ne- derknielden.De tempel van Jupiter en andere dergelijke heiligdommen van den ouden heidenschen staats-godsdienst zijn zoodauig van den aardbodem verdwenen, dat dege leerden het zelfs niet eeu3 zijn, waar zp hebben gestaan. Onderwijl verheft zich over het graf van den armen visscher, Pe trus uit Galilea de grootste en schoonste domkerk der wereld, welker reuzenkoepel, prijkende met het teeken des kruizes, ter eere en ter verheerlijking Gods zich tot de wolken verheft, in stille majesteit den tri— nmf verkoudigende, die de leer van den Gekruisigde behaalde over de afgoderp van het heidendom. En in de nabijheid van dien heerlijken tempel, in het Vaticaan, zetelt als trouwe wachter van dit giaf der 262 opvolgers van den H. Petrus, onze H. Vader, Paus Leo XIII, die door meer dan 200 millioen Katholieken op het wijde wereldrond als de Stadhouder van Christus op aarde, als de Vader der geloovigen, als FE U1LLETON. Het uiteinde van een tiran. {Vervolg en slot.) Den volgenden middag kwam de kapitein aan wal en begaf zich rechtstreeks naar de raadzaal. De Gouverneur met zjjn geheimschrijver en en nog een handlanger, bevonden zich reeds daar en toen onze kapitein liet weten dat hij er was, werd hij terstond binnengelaten. Met opgeheven hoofd trad hij binnen, groette beleefd en zette toen den hoed weer op. Ik ben hier gekomen, zeide hjj, om van uwe edelheid permissie te krijgen, de reis naar het vaderland voort te zetten. Ja, zeide de geheimschrijver, maar tegen u zjjn zware beschuldigingen ingebracht. Gij hebt een van des Gouverneurs dienaars aan den lijve aangerand en mishandeld. Onmogelijk, zeide de kapitein: ik heb een vent afgerost,die ODgeviaagd in de woning van een vrjj man drong, nadat hij aan de ramen had staan spionneeren en luisteren, kortom, een ver klikker, maar geen dienaar van den Gouverneur: dat zijn toch geen spionnen, zou ik denkeu. Dus gij bekent Ik beken alles, riep de kapitein uit; en ik verzoek om mjjn brief, ten einde verder te kunnen reizeu. De wind is gunstig, ik wensch van daag het opperhoofd en de onfeilbare leeraar der Heilige Kerk wordt vereerd en bemind en tot wien duizenden en duizenden jaar lijks uit de meest verwijderde landen na deren om hem huuue hulde aan te b eden. Inderdaad, wanneer wij bedenken, hoe onze Heilige Katholieke Kerk zich zoo snel en zoo algemeen heeft uitgebreid, zooals te Rome het geval is, ondanks alle oogen- scbijulijk onoverwinnelijke hindernissen; als we nagaan hoe het heidendom ineeuge- vallen is en dat op zpne ruïnen het Kruis en de Stoel van Christus' Stadhouder op aarde zich verheffen, dan kunnen wij uit roepen: Hier toont zich klaarblpkelijk Gods werk en bestuur, hier ziet men de kracht van den H. Geest. Wanneer wp ons naar de St. Pieters kerk te Rome begeven, dan leidt ons de weg langs den slanken obelisk, die het statige St. Pietersplein versiert. Voor duizenden jaren in het land der Pharao's gebeiteld, was hp eeuwen lang in Egypte en later te Rome een gedenkteeken van heidensche macht en heidensche grootheid. De Pharao's en de Cesars ziju in 'bet stof verzonken; inplaats van het Romeinsche Rijk is het Rijk van Christus gekomen, 't welk de gansche wereld omvat en op de spits van den obelisk prijkt thans het Kruis, dat aan de gansche wereld verkondigt hetgeen aan zijn voet te lezen is. Christus vindt Christus regnatChristus imperat. Christus overwint, Christus heerscht, Christus ge biedt. Zeker, deze overweging moet ons tot troost strekken juist in onze dagen, waar in de macht der duisternis en van het moderne heidendom met verdubbelde kracht werkzaam zijn, het geloof aan den ge kruisigden Godmensch te onderdrukken en te verstikken. En wanneer wij juist te Rome, in het middelpunt, in de hoofdstad vau het Christendom moeten aanschou wen, hoe de geheime genootschappen met satanische boosheid geen middel onbeproefd laten, om het volk te bederven, het geloof te doen verdwijnen en na de opheffing der wereldlijke macht van den Paus ook diens geestelijke macht en zoo de Kerk te veruietigen, dan moeten wij onzen troo,t zoeken in de onfeilbare goddelijke belofte; »De poorten der hel zullen haar niet over weldigen,. dan zullen wij heul moeten zoekeu in de herinnering aan de zware vervolgingen, waaraan de Kerk reeds sedert achttieu eeuwen heelt blootgestaau en uit welke zp telkens glorierijk is verrezen. Tot in den laatsten tjjd kunnen wp het nagaan, hoe slecht zij op de hoogte zijn, die onze H. Kerk onderdrukken en ver nietigen willen. Een latere tijd wellicht nog onder zeil te gaan. Dien brief kunt gij niet krijgen, gij blijft hier zeide de Gouverneur. Niet Gouverneur Van Noot? zeide de kapi tein vooruittredende; weet gij dan niet dat ik de neef ben van den invloedrjjksten bewindheb ber van de Compagnit Kent gij mij niet? Denk goed na over heigeen gij doet, want het kon u uwe betrekking kosten. De Gouverneur keek leelijk op zijn neus. Hij begon te vreezen, dat hij er wel eens leelijk tegen aan zou kunnen loopen, indien hij dien man geweld aandeed, want inderdaad wist hij, dat deze kapitein gehuwd was met eene nicht van een der machtigste kooplieden iu het vader land en het was waar, dat het hem zij ue betrek king kon kosten. Gij moet niet denken, dat gij met mij kunt doen zooals met uwe burgers, zeide de kapitein. Maar dat zweer ik u, als ik in het vaderland ben aangekomen, zaL ik de heeren bewindhebbers inlichtingen geven hoe de kolonie door u wordt geregeerd. Al genoeg, zei Van Noot gebiedend, geef hem ziju brief, dan kan hij onder zeil gaan. De secretaris gaf onwillig het bewijs, dat de kapitein bedaard bij zich stak. En nu wenschte ik uwe edelheid nog dit te zeggen, zeide hij: dat mijn neef alhier geen haar worde gekrenkt omtrent het gisteren avond voorgevallene, want het zou ulieden lee- ljjk opbreken. Strenge meesters regeeren niet zullen wij hem nog beleven zal leeren, hoe de Almachtige ook hier de vpanden Zijner H. Kerk vernederen en hunne aan slagen te schande maken zal, terwjjl de H. Kerk en haar Opperhoofd uit huu lijden bevrijd en tot de overwiuning zullen ge voerd worden. Verliezen wij derhalve nimmer den moed, doch laten we steeds ons geloof aan de waarheid en goddelijkheid van onzen heili gen godsdienst hernieuwen en meer en meer bevestigen. Laten we in alle stormen en beproevingen ons aan de rots aanklam pen, waarop de Almachtige Zpne Kerk heeft gebouwd en het besluit nemen in woord en daad ons steeds als trouwe dienaars der H. Kerk te toouen, trouw te zijn aan deu H. Vader door diens woorden en verma ningen steeds te volgen, met hem te lijden, met hem te strijden, dan hebben wp de zekerheid, dat wij ook met hem de zege praal der H. Herk hier op aarde zullen beleven of, zoo ons dit geluk niet bescho ren is, met hem zegevierend te zullen ingaan in het Rijk der eeuwige heerlijkheid, der altijddurende glorie. De Rijksdag heeft artikel 1 van het leger- ontwerp, bepalende dat de legersterkte in tijd van vrede tot den 31en Maart 1894 op 486,983 man wordt gesteld, na ver werping van alle amendementen, aange nomen met 211 tegen 128 stemmen. Tot de tegenstemmers behoorden, behalve de leden der vrijzinnige partij, de volkspartij en de sociaal-demoeraten, ook 18 leden van het Centrum. De Rijksdag heeft vervolgens artikel 2 van het ontwerp, betreffende de formatie der afzonderlijke wapens aangenomen, even als daarna de bekende resolutiën, door Wiudthorst voorgesteld. Naar aanleiding van het feest te Maintz ter viering van het 450-jubilé van de uitvinding der boekdrukkunst, geeft de Standard een hoofdartikel over de quaestie of Gutteuberg dan wel Laurens Koster de uitvinder is geweest. Het blad erkent de aanspraken der Nederlanders op de eer voor Koster als uitvinder, en het spreekt verder ten gunste daarvan, zonder echter eeu beslissend oordeel uit te spreken. Naar het heet, zalWissmau waarschijn lijk niet naar Afrika terugkeeren, maar eene betrekking krijgen bp het ministerie van koloniën. Ingevolge de klachten, bjj de be handeling der spoorwegbegrooting iu België geuit over de onzedelijke lectuur en af beeldingen, welke in de spoorwegstations lang, lieer Gouverneur. Uw einde zal spoedig daar zijn. Met deze woorden verliet hij met opgeheven hoofd de rsadzaal, Van Noot met zijne handlan gers verstomd van verbazing achterlatende, en deelde zijn neef het voorgevallene mede, ouder de verzekering dat hij niets had te duchten. Intusschen hadden eenige burgers, die van het geval gehoord hadden, aan des kapiteins neef een smeekbrief overhandigd, dat aan de bewindhebbers der Compagnie in Holland ge richt was, met verzoek of de kapitein dit zou willen medenemen. De kapitein voldeed hieraan gereedelijk en ver trok nog dienzelfden dag. Hij behoefde echter, iu het vaderland aange komen, geen maatregelen te nemen om Van Noot's ontslag te bewerken, want op dat tijdstip had de dood den tiran reeds van de wereld genomen. Het was kort na het vertrek van den kapitein, dat over zeven gevangen soldateu het vonnis werd geveld, dat zy tieu malen door de spits roeden zouden loopen, om daarna naar Batavia te worden verbannen. Van Noot, over dit vonnis niet voldaan, veranderde het zelf iu een dood vonnis. De ongelukkige soldaten bereidden zich nu onder gebed en psalmgezang op hun naderenden dood voor, en des morgens na de veroordeeling werden zy om 8 uur tussehen soldaten naar het schavot gebracht. Onder eene doodeljjke stilte werden zij opgehan gen. Toen de tweede aan de beurt kwam, ver te koop geboden worden, beeft de Minister Van den Peereboom een uitmuntenden maat regel genomen en met ingang van 1 Octo ber a. s. in de stations den verkoop ver boden van andere druk- en plaatwerken dan reiswijzers en spoorwegkaarten. In bet Lagerhuis beeft de Minister Smitb verklaard dat men geene enkele voor waarde kan stellen ten aanzien van de versterkingen van Helgoland, omdat het Duitschland vrij staat de maatregelen te nemen tot verdediging van zpne kusten, welke het noodig acht. Smitb deelde verder mede, dat de Re geering alle artikelen betreffende de her bergen in het wetsontwerp over de ver gunningen intrekt, om ze door eeu nieuw artikel te vervangen. De geneeskundige leden van den Fran- scheu Senaat en de Kamer van Afgevaar digden hebben zich ten getale van 60 ver- eenigd tot eene groep, ten einde bij alle besluiten, door de Kamer of den Senaat genomen, te zorgen dat daarbjj, voor zoo veel noodig, de medische en hygiënische eischen niet uil het oog worden verloren. Er heeft zich onder leiding van de Vice-Admiraals Le Timbre en Fleuriot De Langle, de Generaals Rolland en Thory, den Markies de Saint-Yves, Dr. Labonne en anderen, eene vereeniging gevormd onder de benaming: Vereeniging der vrien den van Rusland.* In de oproeping, die van de leiders zal uitgaan, zullen alle Franschen zonder onderscheid van partp worden uitgeuoodigd toe te treden tot de vereeniging, die in de hartelijke verstand houding met Rusland een waarborg ziet voor de ouafhankelijheid en integriteit van het Franscbe vaderland. De vereenigiug zal werkzaam zijn om het Russische rijk, zijne beschaving, zpne belangen, welke verbonden zijn met die van Frankrijk, in ruimer kring bekend te maken, de tusscben de beide landen nu reeds bestaande leven dige handelsbetrekkingen te ontwikkelen en de wederkeerige vriendschappelijke ver houding tegeu alle ouderuemingen en aller lei verdachtmaking te verdedigen. De gemeenteraad van Rome heeft met 61 stemmen tegen 1 besloten, dat al de leden hun ontslag zouden nemen met het oog op het wetsontwerp, dat de Re- geeriug bij de Kamer heeft ingediend tot regeling der fiuanciëele aangelegenheden der stad. De gereserveerde ruimto in de raadzaal werd door het binnendringende publiek bemachtigd en er oustond een al gemeens strijd, die de tusschenkomst der gewapende macht noodzakelpk maakte. De stad verkeert in zeer opgewonden toestand. Iu de parlementaire kriDgen schjjnt zocht hij te mogen spreken. Dit werd hem toe gestaan, en nu wendde hij zich met het gelaat naar het kasteel van den Gouverneur,en de handen in die richting uitstrekkende, riep hij met luide stem: /'Gouverneur Van Noot! Ik daag u iu dit uur voor den rechterstoel des alwetenden Gods, om daar rekenschap te geven van de zielen van mij en mijne gezellen." Ademloos hoorde men die woorden aan. En nu, in Godsnaam, doe uw werk, zeide hij tot den beul, stak ziju hoofd door den strop en had weldra opgehouden te leven. Toen de strafoefening afgeloopen was bleef het volk nog bij het schavot toeven, en de leden van den raad, die op de gerechtsplaats tegen woordig hadden moeten zijn, gingen naar het Gouvernementshuis om den Gouverneur mede te deelen, dat het vonnis was voltrokken. Van Noot zat, toen zij binnenkwamen, aan de tafel, maar hij groette hen niet; en wie be schrijft hun schrik, toen zij, nader komende, bespeurden dat hij dood op zijn stoel zat. De schrik en ontsteltenis maakten weldra plaats voor uitbundige vreugde. Van Noot is dood, nu is er geen nood meer, riepen de verheugde inwoners elkander toe op straat, en de kinderen zongen: Geen nood, Van Noot is dood. Zoo gehaat was deze tiran, dat men zijn lijk in alle stilte in een afgelegen hoek liet begraven, en heden weet men nog niet waar zijn graf is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1890 | | pagina 1