B1 N N E N L A I).
Staten- Generaal.
Het zinken van het Stoomschip
Prins Frederik.
GEMENGDE BERICHTEN.
men algemeen in te zien, dat het plan
voor de te Rome uit te voeren openbare
werken, zooals het door de Regeering is
ingediend werd onvoldoende en impopu
lair is.
Om nu het Kabinet eene nederlaag te
bespareD, heeft de Regeeringsmeerderheid
voorgesteld het ministeriëele plan na eerste
lezing aan te nemen, maar na eene tweede
te verwerpen.
Op deze wijze zou het ministerieel pres
tige in deze quaestie gered zijn, maar het
vraagstuk zou verwarder zijn dan ooit.
Ernstige wanordelijkbeden hebben ook
plaats gehad te Fabara, in de provincie
Guirgenta. Drie duizend werklieden liepen,
al leven makende, de straten af. Er ont
stond eene botsing met de politie, waarbij
4 gensdarmes werden gewond. De werk
lieden hebben een clubgebouw in brand
gestoken. Nadat de gewapende macht ver
sterking had gekregen, werden er 50 op-
roerigen in hechtenis genomen.
De officiëele berichten over de cho
lera in Spanje zjjn bevredigend; de epidemie
is bijna geheel verdwenen in de vallei van
Albeda.
In het district Alberique, en in Villanova
heeft men eenige gevallen geconstateerd.
Te Valencia heeft de toestand g6ene ver
andering ondergaan.
De Regeering vraagt een crediet aan van
een millioen pesetas, ten behoeve van de
slachtoffers der cholera.
De Hongaarsche delegatie heeft in
volle zitting, zonder wijzigingen, de gewone
en de buitengewone legerbegrootingen aan
genomen.
In particuliere berichten uit Riga
wordt de volgende handeling vermeld:
Onder een grooteu toeloop van publiek
werd aldaar bij de districtsrechtbauk een
proces gevoerd tegen den Lutherschen
predikant Grimm, te Uxkuell (nabij Riga),
beschuldigd van hoon jegens de Russische
Kerk. Dertien personen, algemeen bekend
als verloopen sujetten, waren door den
Russischen Officier van Justitie Powomski
als getuigen a charge gedagvaard. Grimm
erkende, dat bij eenige personen, wier
vaders tot de Grieksche Kerk waren over
gegaan, als Lutherschen had aangenomen
en bevestigd, omdat zij dit dringend had
den verzocht, alsook dat hij het huwelijk
van eenige bruidsparen, waarvan bruid of
of bruidegom tot de Protestantsche Kerk
behoorde, had ingezegend, nadat de Griek
sche priester willekeurig de iuzegening had
geweigerd. Daarentegen bestreed hij ten
stelligste elke betichting van hoon jegens
de Grieksche Kerk. Desniettegenstaande
werd hij veroordeeld tot verlies van alle
burgerljjke rechten en eene tienjarige ver
banning naar Perm. Zelfs i n Russische
kringen heerscht wegens dat vonnis eene
algemeene verontwaardiging. Het proces
heeft van 's morgens 10 tot 's avonds
6 uur geduurd.
Yolgens bericht uit Constantinopel
wil de Porte op de Bulgaarsche regeerings-
nota niet antwoorden alvorens de mogend
heden te hebben geraadpleegd.
Huwelijkspapieren. Wij hebben onlangs
eene uitspraak van de Amsterdamsche rechtbank
medegedeeld, die voor jongelieden, welke zich
in het huwelijk wenschen te begeven, niet zonder
belang is, omdat zij zich tengevolge daarvan
eene zekere uitgave kunnen besparen, welke voor
beter en nuttiger doeleinde kan besteed worden.
Tot dusverre wordt door de ambtenaren op bet
Stadhuis aan bruiden en bruidegoms steeds ge
vraagd, of zij ook in de kerk trouwen. In den
regel een bevestigend antwoord bekomend, schrij
ven die ambtenaren dan een stuk, het welk den
Pastoor of Dominee als bewijs moet dienen, dat
bet betrokken bruidspaar aan de burgerlijke
verplichtingen heeft voldaan. Bruid en bruide
gom ontvangen dan dit papier en betalen goed
moedig het daarvoor verlangde geld, omdat zij
niet beter weten of bet behoort zoo.
Welnu, de Amsterdamsche rechtbank heeft
beslist, dat het zoo niet behoort.
Immers, wat is het geval?
Het blijkt, dat deze vermomde huwelijksbe
lasting geheel ten onrechte wordt geheven.
Wèl schrijft de wet voor, dat een Geestelijke,
alvorens de bruidsparen in den echtelijken staat
te verbinden, zich moet doen blijken, dat het
huwelijk vooraf burgerlijk vol: rokken is, maar
de rechtbank beeft uitgemaakt, dat de gewone
trouwceel, die kosteloos wordt afgegeven, ook
volstaat als blijk dat de bruidsparen aan hunne
burgerlijke verplichtingen in deze hebben vol
daan.
Wien dus gevraagd wordt: «trouwt U ook in
de kerk," geve daarop ten antwoord: „Ja, maar
IK HEB HET PAPIER, DAT GELD KOST, NIET
NOODIG.//
Bij den Pastoor en bij den Deminee is het
voldoende, dat men de trouwceel vertoont, en
men kan zich voor bet aldus uitgewonne n
geld een doelmatig stukje in zijne huishouding
koopen! (Centrum).
De liberale partij zit in een leelijk parket. Er
is geene leiding. Tegen dit Gouvernement wordt
een guerrilla gevoerd, een oorlogje van vrijbui
ters eu tirailleurs, ieder voor eigen risico strij
dende.
De oppositie tegen de spoorwegovereenkomsten
was zoo verscheiden mogelijk, de eene brak de
wapenen van den andere. Er heerschte niet eens
un leau desordre, slechts eene zeer leelijke
wanorde.
Vooreerst bestaat er weinig kans op reorga
nisatie der partij onder een hoofd. De Unie is
gebleken eene fusie te zijn geweest. De Heer
Fransen v. d. Putte zit in de Eerste Kamer en
heeft bovendien een niet uitlokkend verleden
van politieke nederlagen. De Heer Tak Van
Poortvliet is een gedeporteerde (het lot dat de
gebeele Kappeyne-fraetie trof) welke gratie ver
kreeg. De bh. Roëll en Mees ne sont pas du
bois dont on fait les chefs.
Ook in de liberale pers wordt bet besef leven
dig, dat de partij bezig is zich vast te werken
in eene blinde steeg.
Merkwaardig toch zijn de bekentenissen van
de Provinc. Overijselsche Ct., een dagblad, veel
meer geprononceerd liberaal dan b. v. bet Han
delsblad, dat slecht Joodsch-modern is.
Wij lezen daar o. a.: «Is bet niet een hoogst
ongunstig teeken, dat eene allerbelangrijkste wet,
die voor het algemeene verkeer, voor nijverheid
en handel, dus voor de volkswelvaart van over
wegend gewicht is alzoo eene wet van zuiver
practisch belang beslist wordt door bijna
zuivere partijstemming. Is men liberaal, dan is
men legen de hervorming van ons spoorwegwe
zen, is men anti-liberaal, dan is men er voor 1
Het is inderdaad belachelijk, meer dan dat: het
is in den grond treurigDe houding der
liberalen wordt er niet beter op, als men bedenkt
dat diverse corypbeeën van hunne party mannen
als Roëll, Wertbeim, Tienhoven in hunne qualiteit
van commissarissen der spoorwegmaatschappijen
aan deze overeenkomsten hebben medegewerkt
en alzoo deze wet (ook al stemmen zij niet mede)
goedkeuren.//
De ontevredenheid in liberale kringen over
de eigen Afgevaardigden moet bitter zijn, dat zulk
een half-officieël orgaan den moed grijpt aldus
zich uit te laten. (De Gelderlander)
Eene herinnering. Tijdens het verblijf
van Keizer Wilhelm II te Rome bracht hij ook
een bezoek aan Z. H. Leo XIII. Het gesprek
tusscben vier oogen heeft niet lang geduurd.
Prins Hendrik viel met de deur in bet buis
(in het pauselyk vertrek) en stoorde het onder
houd, dat niet meer werd voortgezet.
De gebeele wereld was bet toen daarover eens,
dat èn de Keizer èn zijn jeugdige broeder als het
ware onder curateele stonden van Von Bismarck,
vader en zoon. De eerste had destijds te bevelen
en Herbert moest zorgen, dat ze stipt werden
uitgevoerd.
Volgens het gevoelen van de heele pers, draagt
Von Bismarck de verantwoordelijkheid van dat
hoogst onhoffelijk optreden des Prinsen tegenover
het Opperhoofd der Katholieke Kerk.
De vijandelijke pers verkneukelde zich over
deze onhoffelijkheid, die zij als eene beleediging
den Paus aangedaan beschouwde, zonder te den
ken, dat bij die onhoffelijk is zich zeiven
verlaagt.
Paus Leo XIII zetelt nog altoos in al zijne
waardigheid op den pauselijken troon. Hij geniet
nog altoos de meeste hoogachting van vriend en
vyand.
Von Bismarck en de heele familie zjjn van het
wereldtooneel verdwenen en beginnen zelfs door
hunne vroegere vereerders geminacht en bespotte
worden. (V. W.)
De Eerste Kamer der Staten-Generaal,
welke heden (Zaterdag) uiteengaat, zal, naar wij
vernemen, tegen den 14n Juli terugkeeren tot
hervatting harer werkzaamheden.
De Tweede Kamer heeft jl. Donderdag be
sloten tot toelating van het herkozen lid Mr. H.
Smeenge.
Bij da Kamer is bericht ontvangen dat het
voorstel-Reekers (in zake den Wonderkuil) door
den Kooiug is bekrachtigd.
Het debat over het Militair Onderwijs is voort
gezet. Op voorstel van den Heer Rooseboom zijn
in de wet opgenomen als zetels voor de hoogere
krijgsschool 'a-Gravenhage, de Academie te Breda
en de hoofdcursus te Kampen. De plaats van
vestiging voor de cadettensshool is nog niet be
paald.
Op art. 6 is overgenomen het amendement-
Röell, waardoor de eenheid van het Indische en
het Nederlandsche leger meer wordt gewaarborgd,
en een amendement der Commissie van Rappor
teurs, waardoor is verkregen dat het getal open
te stellen plaatsen aan den hoofdcursus jaarlijks
nooit meer kan bedragen dan de helft van die
aan de Militaire Academie.
In de ziting van gisteren heeft de Tweede
Kamer bij de voortgezette behandeling van het
Militair Ouderwijs op art. 13 met 43 tegen 35
stemmen verworpen het amend.-Rooseboom, om
in de wet op te nemen de aansluiting van het
Militair en het Middelb. Onderwijs.
Uitvoerig is gediscussiëard over art. 16. Daarbij
werd voorgesteld een amendt.- Schimmelpennick
van der Oye tot invoering aan de cadettenschool
van een externaat, zonder subsidiëtriDg,' en een
amend.-Van Löben Seis van een externaat met
subsidiëering.
De Heer Roèll heeft sterk bestreden bet exter
naat, omdat daardoor de onbegrentde toelating
tot de Academie werd verzekerd buiten de cadet
ten school om.
Bjj de Stoomvaartmaaischappij „Nederland//
is telegraphisch bericht ontvangen van kapitein
Visman, uit Falmouth, dat haar stoomschip
Prins Frederik den 25en Juni 's avonds 10 uur
bij mist door aanvaring met de Marpessa, van
LoDdot:, in de Golf van Biscaye is gezonken.
De opvarenden zijn gered, met uitzondering
van ém officier der landmacht en zes mindere
militairen.
Volgens latere berichten van Kapitein Visman
uit Falmoulh, zijn alle ontscheepten van de Prins
Frederik welvarend, de militairen zijn opgenomen
in de kazerne, het scheepsvolk in het Zeemans
huis. De bij de ramp verdionken officier is de 2e-
Litenant der infanterie H. Van Wijk. De namen
der zes omgekomen manschappen een korporaal
en vijf minderen zijn aan bet Ministerie
van Kolon'ën opgegeven. Het plan beetaat om
de militairen en de passagiers hunne reis
te doen voortzetten met het stoomschip Su
matra, kapt. Drooglever Fortuin, dat den 5n
Juli van Amsterdam naar Batavia vertrekt. Ten
gevolge van bet spoedige zinken vau de Prins
Frederik is er geeue gelegenheid gevv eA voor
de opvarenden om iets te redden.
Het stoomschip Marpessa, dat met het sti om-
schip Prins Frederik in aanvaring wts, is tene
geheel Dieuive staleu boot, ongeveer 2500 ton
groot: en in 1889 gebouwd te Newcastle bij de
firma Palmer Co.
Aan boord van de Prins Frederik bevonden
zich de volgende passagiers: de Heeren E. W.
Gelderman, A. Voorsluis Van Elk, Majoor der
inf. vau verlof terug, detach.-commandant, H.
Van Wijk, 2e luit. inf., medegeleider v. h. detach.,
H. A. Kooi, id. id., en echtg., mevr. L. M.
Steevert, geb. Klaarwater en doehler, mej. O.
W. Lsmgenberg, mej M. Voorsluijs Van Elk, A.
J. Dozy, H. W. A. Versnel, D. v. d. Paardt,
mej. E. Niemeijer, benevens Zr. Ms. troepen, 4
onderofficieren en 75 kol. soldaten.
Veertien passagiers zouden eerst te Genua aan
boord komen.
Behalve een nogal kostbare gemengde lading,
was voor een millioen gulden gemunt geld aan
boord. Deze som was ter Bourze te Amsterdam
verzekerd.
In eea volgend nummer hope» wij onzen lezers
een meer uitvoerig verhaal van deze zeeramp
te kunnen meedeelen.
Een bankier bij roovers. De bankier Ar-
rigo uit Termini, die iu handen van roovers is
geweest, deelt in het «Giornale di Sicilia" zijn
wedervaren mee.
Toeu hij Zoudag 8 Juni met zijn eenigen zoon
een bergtochtje ia deo omtrek van Termini maakte,
zagen zij zich plotseling omsingeld door een troep
mannen als karabiniers gekleed, die hem van
zijn zoon scheidden en hem dwongen beu te volgen
langs wegen, zoo sieil en moeilijk, dat hij ge
durig van zijn paard moest stijgen, om niet den
nek te breken.
Omstreeks twaalf uur hielden zij stil in eene
soort van vlakte en bleven daar tot zes uur na
den middag, toen da tocht werd voortgezet.
Arrigo werd nu geblinddoekt en door twee
der roovers in den arm genomen, tot zij by eene
grot waren gekomen.
Deze grot bad twee verdiepingen; de gevaDgene
werd in de ouderste afdeelicg gelaten, die zeer
vochtig was, eR twee of drie mannen bleven ter
bewaking in de boveoste.
Hij sliep daar geheel in elkaar gedoken met
wat stroo voor hoofdkussen en een geitevel voor
dek.
Noch dien Zondag noch den volgenden morgen
kreeg hij iets te eten; het brood, dat hij bij zich
had, werd door zijue bewakers genuttigd.
Des Maandagsavonds kreeg bij oneetbaar zwart
brood, kaas en water. Blijkbaar konden de roo
vers hem niets bezorgen, (laar de bergen alle
met politiemacht bezet wareD, en zy dus ook
zeiven honger ledea. Van bet weinige voedsel
dat hem toegedeeld werd, namen de bewakers
altijd rijkelijk het hunne. Met den dood bedreig
den zij hem niet, en in het geheel spraken zij
steeds vriendelijk tegen hem. Des Maandagsmid
dags lieten zij hem een brief schrijven aan zijne
familie, waarin hij vragen moest 20,000 onsen
goud in ruil voor zijne in vrijheidsstelling, op eene
bepaalde plaats neer te leggen. Toen de brief
geschreven was, veranderden zij de plaats, en
wilden ook 20 in 30,000 veranderen, waarvan
zij echter afzagen, toen de bankier verzekerde,
dat dit een onmogelijke eisch was.
Na vier of vijf dagen dwongen zij fcem een
tweeden brief te schrijven, ditmaal met inkt,
dien zij maakten van buskruit in water opgelost.
Zijue familie bad ondertusscben 120,000 lire
gezoodeD, 50,000 in goud, het overige in bankbil
jetten en zilver, en weldra werd hem aangekon
digd, dat hij over eenige dagen zou vrijgelaten
wordtn.
Vrijdagmorgen kreeg bij niets te eten, en toen
zijd bewaker zich even verwijderde, beving hem
de doodelijke vrees, dat men hem daar alleen
van honger zou laten sterven. Met inspanning
van al zijne krachten gelukte het hem toen zonder
hulp naar boven te klauteren, en zoo vond de
roover hem bij het terugkeeren in de bovenste
grot. Arrigo smeekte hem de grot te mogen ver
laten, eo de andere stond dit toe op voorwaarde,
dat hij beloofde zich te verbergen, als er onraad
was. Tegen den avond geleidde de bandiet hem
naar beneden tot bij een pad, dat,zooals hy zaide,
regelrecht naar Termini voerde. De roover ver-
wijderdezieh met de belofte terstond terug te keeren
maar bij kwam niet, en na een half uur besloot
Arrigo dit pad te vervolgen. Het bracht hem
echter steeds dieper de bergen in, en zoo keerde
hij om en zocht bij het licht van waslucifers,
tot hij eeu ander pad vond, dat naar beneden
voerde.
Plotseling stond hij tot zijue onuitsprekelijke
vreugde voor een hek van een tuin, aan iemand
uit Sciaria behoorende, en vroeg aan den boer,
die daar woonde, om voedsel in de eerste en
een paard in de tweede plaats. Geld had hij
nog, want teen de roovers hem dat afvroegen,
had bij de hand in den zak gestoken, met kracht
de voering opengetrokken en een briefje van
1000 lire tutechen jas en voering gesohoven.waarna
hij het overige, een 300 lire, had overgegeven.
De boer en zijn gezin waren niet weinig verbaasd
en verheugd den baukier Arrigo, wiens droevige
geschiedenis zij gehoord hadden, levead voor
zich te zien en smeekten hem die nacht daar te
blijven.
Maar Arrigo's verlangen naar huis was te sterk.
De zoou vaa den boer wist in den omtrek
twee ezels te huren en vergezelde den baukier
naar Termini, waar hy om 12 uur en 20 min.
aankwam, nog begeleid door twee veldwachters,
die hem onderweg hadden ontmoet. Men kan
zich de vreugde zijner familie voorslellen by dat
onverwachte wederzien.
In een oogenblik was de tijding door Termini
verspreid, en boa laat het ook was, stroomden
bloedverwanten en vrienden toe om den man
welkom te heeten, die wel in een deerniswaar
diger toestand, maar toch levend was terugge
keerd.
Een vrijwilliger te Allahabad
(Brit8ch Indië) vond onlangs in zijn sinds eeui-
gen tijd niet gebruikten helm het nest van eene
muscb, die zeer op haar gemak in dat krijgsmans
hoofddeksel baar eitjes had uitgebroed.
Het had weinig gescheeld, of Sara
Bernhardt had Maandag-avond, na haar optre
den te Londen als Jeanne d'Arc, zieh zelf ver
giftigd. In haar hotel komende, na de vertooning,
ging zij naar bed, maar was zoo zenuwachtig, dat
zij den slaap niet vatten kon. Zij nam eene ge
weldige dosis chloral 120 gram zegt men
en werd spoedig bewusteloos. Des ochtends in de
vroegte vertoonden er zich bij haar zulke ver
ontrustende verschijnselen, dat de geneesheer van
het Fransche gezantschap, Dr. Vintras, in allerijl
werd gehaald. Door een krachtig tegengif wist
deze haar in het leven terug te roepen, maar
enkele minuten langer uitstel, zeide de arts, zou
den voldoende geweest zijn om alle hulp ijdel te
maken.
Te B e r g e n-o p-Z o o m is door de ge-
meente-politie aangehouden en ter beschikking
gesteld van de justitie te Breda; de 23-jarige
A. N. De R. uit Delft, wegens het inzamelen
van gelden bij landbouwers in de omstreken der
stad, ten behoeve vao eene arme weduwe, die
bedlegerig was, lijdende aan r'neumathiek en met
bare kinderen aan gebrek ten prooi. Hij maakte
by die inzameling gebruik van eene schriftelijke
toestemming van het Gemeentebestuur en van
den commissaris van politie.
Bij onderzoek bleek echter, dat de bedoelde
weduwe niet bestond en dat de papieren valsch
waren.
Te Hasselt viel Woensdag het
zesjarig zoontje van den Btads-muziekmeester iu
de stadsgracht, nabij de schutsluis. Het werd
gelukkig gered door D. en W. A., die dade
lijk in het water sprongen. Laatagenoemde kon
niet zwemmen, maar waagde toch zya leven, om
dat van het knaapje te redden.
Een jong rechter in Birma had
onlangs, na een partijtje, met een vroolijk gezel
schap, waaronder verscheidene ambtenaren en
officieren waren, nachtelijk geweld gemaikt op
straat en in dolle vroolijkheid al de lantarens
uitgedraaid. Den volgenden dag liet de rechter
zijne viienden, die zich evenals hij niet al te
frisch gevoelden, voor zich in de gerechtzaal
komen. Daar las hij hun allen duchtig de les
over hun bandeloos gedrag van den vorigen
avond en veroordeelde hen,als nauwgezet handhaver
der gerechtigheid, ieder tot eene boete van 20
ropijen en zicbzelven tot eene boete van 100
ropijeu.
De kapitein van een Engelsch
stoomschip te Amsterdam, liet zijn horloge in
het Oosterdok overboord vallen. Een der opvaren
den sprong over de verschansing en wilde let
uurwerk opduiken. Herhaaldelijk dook bij werke
lijk naar deD bodem, maar kwam tot onsteltenis
van de toeschouwers Diet meer boven. Vemoedelijk
is de koene zwemmer tegen de kiel der boot
terecht gekomen. Zijn lijk werd later opgevischt.
Het Hof v a n a p p 1 t e N e w - Y o r k
heeft het oorspronkelijke vonnis ovtr den moorde
naar Kemmler bevestigd, zoodat deze nu toch
eindelijk door electriciteit zal worden ter dood
gebracht
Uit Camenz schryft men aan de
Köln. ZtgZooals alle Prinsen uit het Huis
HoheDZollern, leeren ook de zonen vau den hier
«ertoevenden P'ins Albert van Pruisen, Regent
van Brunswijk, een handwerk en wel de beide
oudsten dat van metselaar en de jongste dat van
schrijnwerker. Dagelijks kan men de Prinsen met
den werkkiel aso, truweel, schaaf of hamer zien
hanteeren, daar zij op dit oogenblik bezig zijn
om, onder leiding van hun meester, een huis
te bouwen. Meermalen komt Prins Albert het
werk in oogensehouw nemen en op zijoe wande
lingen heeft bij hen dikwerf verrast, als zy
stonden te metselen en te kloppen, dat het een
lust was om te zien.
Eene echte sinecure. De Keizer van China
heeft den titel van «voogd van den keizerlijken
Prins" geschonken aas wijlen Markies Tseng,
in leven Chineesch Gezant te Paiijs. Het is te
verwachten, dat de jonge Prins niet bijster bang
voor het toezicht van zyn voogd zal zijo.
Men vertelt wonderen van de Kola
of sterculia acuminata, een boom, die groeit aan
de westkust van Afrika en waarvan de vrucht
een wonderlijk prikkelend middel moet zijn,
zoodat bet gebruik daarvan honger en dorst s.ilt,
vermoeidheid opheft en de kracht verhoogt. Iu
het land vsn Dinah-Salifou leggen negers 90
kilometer per dag af, alleen door eene versche
kolanoot te kauwen, en men denkt dal Succi
door eene soort kola-elixer in staat is gesteld
zoovele dagen achtereen te vasten. Het schijnt,
dat Prof. Htokel van Marseille de eerste in
Europa was, die de aandacht op de Kola vestig
de. Te Parijs zyn de geleerden het er niet over
eens, of het gebruik ten slotte echter niet scha
delijk is voor het organisme. De werkende
bestanddeelen der noot zijn volgens Germain Sée,
cafeïne en theobromine; volgens Heckel echter
is het eene roode stof, die met tannine en glucos
in de noot wordt gevonden,