NIEUWE
buitenland.
No. 1558.
Vrijdag 4 Juli 1890
15de Jaargang.
Een Herder en eene kudde.
Per 3 maanden voor Haarlem0,8S>
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzouderlgke Nammsr»0,03
Dit blad rerschpnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG
BüBEAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITffi MA NON AGITATE
PSIJS DKB advsibtentiE»
Van 1regel»30 Cents.
Blke regel meer S
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant.
Advertentiën worden uiterlgk Maandag-, Woensdag-
en Vrydag-avond voor 6 uur ingewacht.
II (slot).
Zoo kon dan de Kerk in zeker opzicht
voor de tweede maal baar werk in de we
reldgeschiedenis beginnen en een tweeden
aanloop nemen ter bereiking van baar, de
gaascbe menscbheid omvattend, doel. Eu
gelijk zy in bet Romeinsch-Duitscbe keizer-
ryk de nieuwe otde in de aangelegenheden
der familie, des Staats, der nyverheid, der
kunst en der wetenschap op christelijk
fundament inwendig nieuw opbouwde en
ten uitvoer bracht, zoo begon zij oumid-
dellyk en in dezelfde mate in nieuwe uit
zetting van haren uitwendigen omvang te
winnen. Vooreerst werden de nog beiden-
sche landen in het noord-oosten van Europa,
Denemarken, Zweden en Noorwegen en de
aangrenzende, thans tot Rusland behoo-
reude landen en bet ver atgelegeu eiland
IJsland voor het Christendom gewonnen en
in Groenland de eerste kerken op Ameri-
kaanschen bodem gebouwd; vervolgens was
de aandacht der gansche Christenheid^ ge
vestigd op de hereeuiging van het in t
Oosten verloren gebied met Jeruzalem en
de heilige plaatsen als middelpunt, waaruit
dan eene hereenigiug der Griekse e er
van zelf moest volgen; ja, zelfs in het bin
nenland van Azië en in het ver verwijderde
China vestigden zich reeds de christelijke
Boden des geloofs.
Eu al mocht de tweede poging de gan
sche menscbheid met hare gemeenschap te
omvatten niet gelukken, al gingen in het
Oosten de met ontelbare offers veroverde
posteB, de eene na den anderen, wederom
verloren, al mocht de hereenigiug der Grie
ken slechts ten deele gelukken en de in
Amerika gemaakte veroveringen te niet
gaan, toch is het niet te loochenen, dat,
in vergelijking met het resultaat der eerste
hoofdperiode, de Kerk kolossale vorderin
gen had gemaakt voor haar doei.
Gelyk echter elke slechts ten deele gelukte
poging met een terugslag op de tegenover
gestelde zyde schyut verbonden te zjjn,
zoo heeft de tjjd der middeleeuwen, die
ons in zyne beerlyke en grootsche dom
kerken een sprekend getuigenis van zijn
karakter heeft nagelaten, den grooteu af
val van het Protestantisme van de Katho
lieke Kerk opgeleverd, een afval die voor
de Kerk van grooter beteekenis was, dan
elke macht van heidensche vervolging. Maar
hoe grooter hier het gevaar en de schijn
bare achteruitgang der Kerk was, des te
heerlijker openbaarde zich de waarheid der
goddelijke belofte. Wat in Europa schijn
baar verloren ging, werd in Azië en Ame
rika rykelyk vergoed. De Missiën genoten
in een tjjd van den vreeselijksten strijd het
grootste succes en juist in dien strijd open
baarde zich het goddelijke wezen der Kerk
het schitterendst, zoodat ook ru weder
bleek dat de Kerk inderdaad de eeuige
FEUILLETON.
Een spooravontuur.
macht is, van welke de menscbheid hare
toekomst kan verwachten.
Deze toekomst der meuschbeid behoor
de natuurlijk van het begin harer stich
ting aan de Kerk van Christus; dat dit
echter zoo kenbaar en zoo duidelyk weid,
daartoe bebooide de ontwikkeling eeuer
tweeduizendjarige geschiedenis. Hoe nood
zakelijk eene wedergeboorte voor de
menscbheid is, wanneer zij niet zal be
zwijken ouder de macht des verderf-", dat
zal geen nadenkende thans meer loochenen.
Vanwaar zal echter die were geboorte
komen? Door lerug te keeren tot den toe
stand der wildheid vau diep bedorven vol
ken? Of door eene kunstmatige herleving
van den uationalen zin, die in den ouden
tijd de drager van hooge, geestelijke ont
wikkeling was? Zulks te beproeven, ware
dwaasheid. Eene heilzame toekomst kan
men niet verwachten vau de in een toe
stand van ruwheid en wildheid verzonken
volken van Afrika en Polynes evenmin
van de volken van Azië, ofschoon daar de
wieg van het menschelijk geslacht heeft
gestaan. Maar de omstandigheid dat de
volken van Azië in 't algemeen zedelijk
ontaard zijn, verbiedt om aau te nemen,
dat van daaruit eene nieuwe en door
tastende vernieuwing der menBchheid te
wachten is. Misschien uit het jeugdige,
frissche, vooruitstrevende Amerika! Zeker,
hij die van het stoffelijke en van de in
dustrie de redding der menschheid ver
wacht, die kan ze van Amerika verbeiden;
overigens is het een feit, dat de nieuwe
wereld zelf slechts zooveel hoop op eene
waarlijk gelukkige ontwikkeling iu de
toekomst heeft, voorzoover, de zedelijke
macht van het Christendom en der Kerk
daar veld wint. Neen, slechts iu de Katho
lieke Kerk, die alles omvat, die voor elke
ware ontwikkeling ruimte heeft, ban de
belofte worden vervuld: »Het zal eau Her
der en éene kudde zijn.
Zonder twijfel zulleu de woorden van
den Heiland bewaarheid worden. Het Evan
gelie zal de gansche menschheid door
dringen. De ware leer van den Gekrui
sigde, dat wil zeggen de leer der Katho
lieke Kerk, de eenige, eeuwig goddelijke
waarheid, zal algemeen erkend worden,
want iu de Katholieke Kerk is de boven
natuurlijke macht dier goddelijke waaiheid,
en daarom begrepen we ook den diepen
zin, welke iu de belofte ligt:»Het zal een
Herder en éene kudde zyn.«
ABONEEMENTSFBIJB
Uit ge v e r s K P P B E S liAUREY.
2)
(Vervolg.)
'k Heb niet veel lust om tot Purmerend
op mijne teenen te staan, zeide bij verklarend,
toen de trein weer voortreed.
Had u 't niet onder de bank wilde
ik antwoordden, maar een zonderling geluid,
dat uit de kussens van de bank scheen^ op te
stjjgen, deed mij verstommen. Onwillekeurig keek
ik onder de bank. „Hoorde u niets?" vroeg
ik aan mijn reisgezel, die zoo mogelijk nog een
tintje rooder in zijn gezicht was geworden en
min of meer onrustig om zich heen keek.
Neen, niets! verklaarde hij leuk.
Uan zal ik 't mij verb neen! daar is
het weer 't Ijjken duiven! riep ik, toen een
duidelijk herhaald roekoe, roekoe, mijne woorden
afbrak. Hoort u 't nu?
//Och ja! ik zal het u maar zeggen, ik heb
duiven bjj mij, in dit pak, bekende nu de dikkerd,
maar u wil mij zeker wel genoegen doen, met
»Uit de beste bronc wordt uit Berlijn
aan de Kölnische Zeitung gemeld, dat de
Rijkskanselier Caprivi laatstleden Donder
dag by zgue parlementaire receptie aau
een der voornaamste voorstanders van
koloniale politiek heeft gezegd: »Gij weet,
ik ben geen vriend van koloniale zaken
het niemand te laten blijken, niet waar? Het
reglement op het vervoer van vee wordt streng
gehandhaafd en als de conducteur ontdekte, dat
ik levend gedierte in den personenwagen heb,
zou ik eene zware boete kunnen beloopen. Zeg
het dus niemand, wil u? smeekte hij.
"Wees gerust, ik zal u niet verklappen,
beloofde ik hem, maar hoe komt u er zoo toe,
duiven
Dat zal ik u zeggen, viel bij mij haastig
in de rede, 't zijn postduiven, die orn half elf
in Purmerend zullen opgelaten worden. Mooie
diertjes voegde hij er met overtuiging bij. Wilt
u ze eens zien?
Als 't u niet te veel moeite is, gaarne
antwoordde ik.
Volstrekt niet, riep hij, terwijl hij het pak
half op zijne korte beentjes, halt op zijn dik rond
buikje zette en de touwen begon los te maken,
waarbjj hij intusschen onophoudelijk doorbab
belde. Ja, heel mooie beestjes en goed afgericht.
Ik ben toch benieuwd of mijn vriend Jepstra
de medaille zal krijgen. Neen, ze zijn niet van
mij, ik heb wat anders te doen, dan mij met
zulke tijdroovende liefhebberijen op te houden.
Jepstra is gepensionneerd Majoor en weet met
zjjn leegen tijd geen weg. Sakkerloot! wat heeft
geweest, maar ik heb myu tegenwoordig
ambt aanvaard in de volle overtuiging
dat wij op den ingeslagen weg niet meer
terug kunnen gaan, maar vooruit moeten.
Het spreekt van zelf dat Oost-Afrika het
zwaartepunt onzer koloniale politiek is,
en thans, nu ik de overeenkomst met
Engeland heb gesloten, zal het mijn stre
ven zijn, dat er uit Oost-Afrika iets wordt.
Dit kunt gg aan al uwe vrienden zeggen.*
De Rijksdag heeft by eerste en tweede
lezing het ontwerp aangenomen betreffende
de consulaire rechtsmacht op de Samoa-
eilanden, den waarborg des Ryks voor aan
deel in de kosten en de inrichting van
andere rechtspleging aldaar. Voorts is by
tweede lezing de additioneele begrooting
ter verhooging vaD ambtenaarstiactemen-
teu definitief aangenomen.
Het dezer dagen in de bladen opge
nomen bericht, dat de mogendheden van
het vasteland onder aauvoering van Duitsch-
laud waren overeengekomen repressieve
maatregelen te nemen tegen het voorstel van
Kinley omtrent het Amerikaausche tarief
van rechten, is van allen grond ontbloot.
Duitschland heeft geeue stappen gedaan ten
behoeve van den een of audereu maat
regel om de gevolgen tegen te gaan, die
voor zyn haudel uit het tot stand komen
van een nieuw Amerikaausck tarief kon
den voortvloeien. Het heeft daaromtrent
tot nog toe de vrye hand.
De Rijksdag heeft de derde aanvul-
liugsbegrootiug, ten bedrage van 73 milli-
oeD, in tweede lezing zonder lang beraad
aaugeuomen.
In de Fransche Kamer interpelleer
den Laur en Lamarzelle de Regeering over
het Crédit fonder, waarbg zg het betreur
den dat de Gouverneur iu functie was ge
bleven. Rouvier verstrekte ophelderingen, en
ten slotte werd het door de Itegeeriiig aan
genomen voorstel met 303 tegen 180 stem
men goedgekeurd.
Zaterdag was het twee-en-vgftig
jaar geleden dat Koningin Victoria gekroond
werd. Dit feest werd met groote geestdrift
op Helgoland gevierd. Overal wapperde de
Engelsche vlag en uit kanonnen werden
vreugdeschoten gelost.
Misschien is het wel voor het laatst, dat
dit feest op het eilandje werd gevierd.
De postbeambten hielden eergisteren
in Hyde Park te Londen eene vergadering
om hunne belangen te bespreken. Het ging
daar zeer wouderlyk toe. Op de beschuldi
ging een spion te zgn, werd een der aan
wezigen zwaar mishaudeld en zou misschien
te water zgn geworpen, zoo de politie Item
niet had ontzet. Een ander moest zgn eere
woord geven dat hg niet klikken zou of
het ware met hem denzelfden weg gegaaD.
De vergadering was dan ook zeer oproerig
en geneigd tot handtastelijkheden.
De Times bevat een brief van den
Nederlaudschen Gezant, Graaf Bylandt,
hij er een knoopen op gelegd, zoo! dat 's een
touw. Hij hoorde toevalllig dat ik vandaag naar
Haarlem moest en ik was zoo goed niet, of ik
moest in Purmerend een trein overblijven, om
zijne duiven in de „Harmonie// te bezorgen aau de
postduiven- soeiëfeit //Volatus". Hij heeft eergis-
teren-morgen weer een aanval van rkumatiek
gekregen, anders was hij zelf gegaan Enfinl ik
kan 't gemakkelijk even waarremen 'k be
grijp niet waarvoor hij er drie touwen om heen
heeft gedaau, is me dat een gepeuter! Zoo! nu
't laatste Ik wilde ze niet in den beestenwagen
laten stoppen, maar 't is zoo wel een beetje ge
waagd daar heb ik verleden in den Haag
een aardig geval van bijgewoond. Met vreeselij-
ken omhaal vertelde hij het aardige geval, dat
hem deed schudden van lachen.
Eindelijk was ook het laatste touw ontknoopt,
hij wikkelde de papieren los en onthulde eene
«roote ebampagnemand, waarvan hij voorzich ig
het klapdeksel op een kiertje zette. Vervolgens
«rabbelde hij met zijn rechterhand eenige oogen-
blikken in de mand rond, welker levende inhoud
plotseling met oproerige vleugelslag tegen den
onbescheiden indringer protest aanteekende, en
toonde mij eene duif, met den uitroep: Kijk, mijn
heer! dat is de witkop; wacht, houd u hom even
waarin dat blad wordt terechtgewezen
wegens de onjuiste voorstellingen, die het
heeft gegeven omtrent Nederlands houding
iu de conferentie te Brussel, en waarin
de Gezant aantoont, dat die houding over
eenkomstig het Berlynsche tractaat juist
was, terwijl de optrediug van Noord-Ame-
rika bewgst, dat Nederlaud daarin niet
alleen stond.
In het Lagerhuis vroeg Rosebery,
of het Gouvernement genegen is, na den
afstand van Helgoland, aan de inwoners
de middelen aan de hand te doen om zich
elders iu het Britscbe Ryk te gaan neder
zetten, en of het recht om Helgoland te
versterken aan beperkingen onderhevig is.
Hierop antwoordde Salisbury, dat hg niet
wist of Goscken een fonds te zguer be
schikking heeft, om de inwoners van Hel
goland in staat te stellen tot het bedoel
de. Hij gelooft dat Duitschland al het
mogelgke zal doen om de eilanders gun
stig voor zich te stemmen, terwyl ook de
conventie bepalingen bevat tot hunne be
scherming. Engeland zal overigens niet
trachten, het recht van Duitschlaud tot
versterking van het eiland aan banden te
leggen. Het incident liep hiermede af.
De executie van den Bulgaarschen
Majoor Pauitza, een der krachtigste voor
standers van de Russischgeziude politiek,
heeft in Europa sensatie gemaakt. Volgens
berichten uit Fransche bron is de indruk
te St. Petersburg zeer diep eu zeer slecht
geweest. Aanvankelgk kon men er niet
aan gelooven, maar toen het bericht be
vestigd werd, bereikte de verontwaardiging
haar toppunt en het is niet onmogelyk,
dat ernstige maatregelen van de zgde van
Rusland het gevolg dezer gebeurtenis zyu.
De Oosteryksche pers laat zich nog weinig
over de executie uit, maar, naar het luidt,
ziet de politieke wereld te Weeuen en Pesth
daarin een gevaar voor het bewind van
Prins Ferdinand. Blykbaar had deze den
Majoor liever gratie geschonken. Tot het
laatste oogenblik toe heeft hg geweigerd
het doodvonnis met zgne handteekening te
bekrachtigen. Eerst aan den vooravond van
zgn vertrek naar bet buitenland heeft hg
aan de pressie door den alvermogenden
eersten Miuister Stambouloff op hem uit
geoefend, toegegeven en nauwelijks had de
Prins het land verlaten, of genoemde Mi
nister, die tijdens de afwezigheid van den
Vorst het Regentschap bekleedt, gaf last
tot de voltrekking van het vonnis over te
gaan. De Engelsche officieuze pers beoor
deelt de executie van den Majoor gunstig.
De Standard meent, dat het Bulgaarsche
Gouvernement niet anders doen koD, dan
den Majoor laten fusileeren. Zoolang on
zekerheid en verwarring in den Balkan
heerschen gaat het blad voort zal
Europa in onrust verkeeren. Er is slechts
een middel om den vrede te verzekeren,
nl. dat de Czaar de politiek opgeeft, welke
vast, dan zal ik u het meeuwtje laten zien; dat
is een mooie; en opnieuw deed hjj in den blin
de e(n greep onder het deksel. Intusschen had
den wij geen van beiden bemerkt, dat de trein
zoetjes aan Purmerend was genaderd. Daar klonk
plotseling het fluitje van de locomotief; de
Westinghouse-rem werd aangezet en binnen en
kele seconden stonden wy voor het stationsge
bouw stil. Maar door de kracht waarmee de
treiu tot staan werd gebracht, moesten wij bei
den onwillekeurig eene buiging maken, de mand
gleed van zijne knieën en zes duiven vervulden
de coupé met angstig vleugelgeklapper. Meteen
Hemelbewaarme! dat is wat moois! was de dikkerd
overeind gesprongen; ook ik stond op, stopte
de duif, die ik in de hand hield, schitlyk in de
mand en nu begon er eene wilde jacht op de
verschrikte vogels, die in hunne angstige vlucht
tegen portierraam of bagagenet menige veer
moeslen laten. Het gezicht van den armen,
kleinen dikzak was een gulden waard. Hij sprong
door den waggon als een bezetene, nu op de
bank, om eeue duif te grijpen die ver boven zijn
bereik zat, dan er onder om een tweede slacht
offer in het nauw te drijven en zoo meester te
worden.
(Slot volgt.)