BINNENLAND. onder de 600,000 Belgen, in Frankrijk ge vestigd, zieltjes te winnen voor het alge meen stemrecht. De Frausche Minister van Koophan del en Nijverheid heeft twee postbeambten ontslagen, die schuldig bevonden zijn aan het schenden van het brievengeheim. De omstandigheden, onder welke die gevallen hebben plaats gehad, zegt de Temps, zijn van dien aard, dat de beteekenis er van verzacht wordt; maar de Minister wil der gelijke handelingen, die voor het overige slechts zeer zelden voorkomen, ten strengste straffen. In Spanje is eene ministeriëele crisis uitgebroken. Sagasta en de overige leden van het Kabinet hebben hun ontslag inge diend, dat de Koningin-Regentes aannam. Men spreekt van een Ministerie-Cauovas (conservatief). Volgens de laatste dépêches uit Va lencia hebben er twee gevallen van cholera plaats gehad te Deliopia en eeuige gevallen in den omtrek van Gandia. Uit Milaan wordt bericht, dat aldaar eene epidemie van diphteritis is ontstaan en dat er eenige gevallen van typheuze koorts zjjn voorgekomen. De Italiaansche Kamer heeft art. 78 van het wetsontwerp op de liefdadige stichtingen, zooals het door den Senaat was aangenomen, goedgekeurd. Al de overige artikelen werden vervolgens aangenomen. Naar de New-York Herald meldt, zal eene zoogenaamde politiemacht, 600 man sterk, door de Britsche Zuid-Afrika- Compagnie ia de Kaapkolonie geworven, de grenzen van Matabeleland over schrijden, om tegen den Koning van Ma tabeleland op te rukken. Aangezien deze ongeveer 20,000 krijgers en twee ver schanste kraals heeft, zal deze politiemacht weinig kunnen uitrichten en den bijstand minstens van 4000 man Engelsche staats- troepen met gesehut behoeven om 'sKonings verzet te overwinnen. Staten-Generaal. Het vergaan van het stoomschip «Prins Frederik» op het schip en anderen sprongen te water. Die arme ketels! Het katholieke hoofdorgaan Be Tijd sprekende over het wetsontwerp tot regeling van het krijgs wezen, zegt o. a. „Met pijnlijke verbazing zal een aanmerkelijk gedeelte van het Nederlandsche volk reeds cYtarom alleen kennis nemen van een ontwerp, dat het, naar ons voorkomt, allerminst van een Kabinet uit de rechterzijde mocht verwachten. Ongetwijfeld moeten de veiligheid van den vaderlandschen grond, de onafhankelijkheid van ons volksbestaan gehandhaafd worden met alle ons ten dienste staande middelen en in de offers, daarvoor te brengen, wenschen wij in gee- nen deele achter te staan bij wien ook in den lande. De verdediging van onze grenzen is ook ons, is ons vooral, eene heilige zaak, omdat wij haar ons weten opgelegd door eene hoogere macht dan een louter tijdelijke beweegreden, aan utili- teits- of oppertuniteitsgronden ontleend, kan doen gelden. Anti-militaristen, in den zin dat wij de hooge roeping van het leger zouden miskennen, of in het besef van onze machteloosheid „Gods water maar over Gods akker laten loopen//, zijn wij nooit geweest en zullen wij nooit worden. Wat een volk doen kan en doen mag om, mi t zijne onafhankelijkheid, zijne tradities, zijn karakter te bewaren, mag het naar onze vaste overtuiging niet verwaarloozen. Maar eene geheel andere vraag is het: Wilt ge het noodige, het onontbeerlijkeeen andere: Zijt gij bereid om ter wille van de zienswijze van sommigen, ter wille van de liefhebberij van an deren, een dwangmaatregel te zien ingevoerd, die niet enkel u toeschijnt zonder nut te zijn voor de verdediging van uw vaderland, maar zelfs te eenenmale met de veiligheid en welvaart er van in strijd? Welnu, als zoodanig; als onnoodig en gevaar lijk, staat de afschaffing en het recht der plaats vervanging gebrandmerkt voor tallooze onzer geestverwanten. In onze pers, in onze kiesver- eenigingen werden de redenen, die tegeu die afschaffing pleitten, op velerlei wijze uiteengezel. En, men verlieze 't niet uit het oog: zij die zoo spraken, deden, vormden ontegenzeglijk; het meerendeel van de kiesgerechtigden, door wier invloed aan de stembus het optreden van ons huidig Kabinet werd mogelijk gemaakt. Doch al ware dit niet het geval, al had men slechts te doen met eene kleine minderheid, die de zetels der tegenwoordige Kamerleden van de Bechterzjjde, door bestrijding of onthouding, in gevaar kan brengen, dan nog zon de voorzich tigheid gebieden, rekening te houden met zoo duidelijk uitgesproken weerzin. Hoeveel te meer, waar de tegenstanders van persoonlijken dienst plicht veilig kunnen gerekend worden, de over- groote meerderheid, bijna de algemeenheid der Katholieke kiesgerechtigden te omvatten. Ten slotte zegt Be Tijd, dat het wel niet an ders kan, of in die omstandigheid vooral moet de indiening van het wetsontwerp tot invoering van den persoonlijken dienstplicht een pijnlijken indruk maken op een aanmerkelijk gedeelte van bet Nederlandsche volk, dat van deze Begeering moeilijk voorstellen verwachten kon zen to eenen male met de door hetzelve uitgesproken o. er- tuiging in strijd. Al is het wetsontwerp ingediend, zeggen wij onzerzjjds, het staat daarom nog niet in het Staatsbl. Er zijn nog rechters in Den Haag, die een woordje hebben mee te praten en naar wij vast vertrouwen dit met al den ernst, die deze gewichtige aangelegenheid vereischt, ook zullen doen. Hopen wij dus, dat de aan- nemingvan het befaamde wetsontwerp ad calendas Craecas verschoven worde." Een enkele blik in de voornaamste bepa lingen der legerwet is voldoende om te doen zien, dat de Heer Bergansius zeer aandachtig geluisterd heeft naar het anderhalf dozijn leden, die de Staatscommissie hebben gevormd, maar volstrekt doof is geweest, toen anderhalf midioen Katho lieken in vergadering en pers hunne meening over het militaire vraagstuk hebben uitgedrukt. Zijne geloofsgenooten hebben eenvoudig voor den Minister van Oorlog niet bestaan. Geen stom woord over hunne argumenten iu zijne Mem. v. Toel.Maar gelukkig is legerwetten schrijven en legerwetten in het //Staatsblad,/ brengen nog niet hetzelfde. En de Heer Bergansius hoeft de zijne zoo geschreven, dat zij wel niet in het „Staatsblad// komen zal. Wij zijn nog geen Spar tanen, en met dezen verschrikkelijken oorlogsman gaan wij, kalme Nederlanders, niet mee. Niet de Katholieken alleen zullen rillen en beven bij dit buitensporige mili'arisme, en liet is gemakke lijk te begrijpen, waarom de Baad van State dit ontwerp door een allerongunstigst oordeel heeft gebrandmerkt. Persoonlijken dienstplicht, jaar lijks 4700 soldaten meer naar de kazerne, 8 jaar dienst in plaats van 5, allerhande voordee- len voor de steden ten nadeele van bet platte land, jaarlijks 11/2 millioen meer op de begroo ting (en men weet, dat zulke ramiugen altijd tegenvallen), mijn Liebchen wa3 willst du noch mehr? Yoor ons, Katholieken, zijn thans twee dingen broodnoodig.omde invoering dezer allerhatelijkste wet te voorkomen: op de eerste plaats moeten wij God bidden, dat Hij in Zijne barmhartigheid ons dierbaar vaderland voor deze ramp beware, en vervolgens moeten wij zoo eendrachtig moge lijk zijn. Wij allen hebben ons verklaard tegen den persoonlijken dienstplicht; de verschillen, welke onder ons bestonden, zijn, hopen wij, in de discussie verdwenen, en wij kunnen nu schou der aan schouder optrekken tegen dezen vijand van ons zedelijk en stoffelijk welzijn. Maasbode Moderne wets-uitlegging Het Hof van appèl te Aix heeft twee oliefabrikanten vrijgesproken, die hunne olijfolie met 20 a 25 pet. papaver- en sesamolie vermengd en toch ouder de benaming van olijfolie hadden verkocht. De rechter was de meening toegedaan, //dat de kooper het uitdrukkelijk te kennen moet geven, wanneer hij //zuivere// d. i. onvermengde olijfolie wenscht te hebben!// In Frankrijk is het dus blij kbaai niet voldoende, dat men een artikel bij den juisten naam noemt, doch is het steeds noodzakelijk uog uitdrukke lijk te zeggen, bij den inkoop //niet bedrogen te willen worden.// Mocht men dit ongelukkiger wijze vergeten, dan kan de verkoopier naar harte lust bedriegen. In 't publiek belang is het te hopen, dat deze zonderlinge rechierlijke opvatting niet internationaal worde. De Gelderlander Het jongste nummer van het Tijdschrift van het Nederlandsche Gymnastiekverbond meldt het volgende. Naar wij uit goede bron vernemen, zal er eerlang een wetsontwerp tot regeling van lieil- gymnastische behandeling en massage door de Begeering aan de Wetgevende Macht worden aan geboden. De betrokken Minister moet zich reeds om advies tot sommige personen hebben ge wend en schijnt niet afkeerig te zijn van het denkbeeld, 0111, naast het examen voor tand meester, ook dat voor heilgymnast in het leven te roepen. In geneeskundige kringen moet dit voorstel van den Minister veel bijval vinden, Yoorloopig mogen wij over deze zaak geene ver dere inlichtingen geven. Blijkens een gisteren bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch Indië is 11a eene vernieuwde tuchtiging van Olehgadja, wat zonder verlies onzerzijds geschiedde, de rust in Edi hersteld, zoodat de van Java gezonden troepen daarheen terugkeeren. De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen 10 Juli des avonds te half liegen. De Tweede Kamer heeft jl. Donderdag aange nomen de dading over hot gymnasium enz. te Emmerik, de onteigening voor kunstwegen in Limburg en Noordbrabaut, en grondverkoop te Zwijndreeht en het slot der Indische rekening 1870. Op de interpellatie-Guyot over de surséance van de koninklijke fabriek te Amsterdam in verband met den bouw van oorlogsschepen, ver klaarde de Minister van Marine dat op het ramschip is betaald 3y2 ton en aanwezig is voor eene waarde van iy2 ton; voor het pantserschip is betaald f 110,000 en verwerkt f 68,000. Met de fabriek wordt onderhandeld 0111 den bouw voort te zetten op de Bijkswerf door de fabriek met betaling naar mate van de vermeerdering van de waarde en met recht op opzegging van het contract na een maand. De Heer Guyot is onbevredigd. Er is on noodig meer betaald dan aan waarde aanwezig is. Voortzetting van den bouw is alleen te verzekeren door het schip in Engeland te doen afbouwen en het project tevens te herzien, daarop dringt hij aan. De Heer Viruly komt op tegen de voortzet ting van den bouw op de Bijkswerf, wat zal leiden dat de bouw door bet Bijk geschiedt, 't geen ontzettend veel zal kosten. De Heer v. Wassenaer verdedigde den Minister. Na de voorgestelde overeenkomst is het best de voortzetting van den bouw te verzekeren. De Heer Van Houten keurde het beleid van den Min. sterk af, maar zou critiek bewaren tot de Marinebegrooting. De Minister verzekerde dat zonder voorschot geen fabrikant den scheepsbouw wil aannemen. Fene reconstructie der Koninklijke fabriek is in vooruitzicht. De Staat zal den leveranciers der fabriek garantie verleenen voor hunne leve ringen. De Heer Viruly vroeg tijdige overlegging van het nieuwe contract met do Maatschappij. De Minister zegde'dit toe. De Heer Gitgot bleef volhouden, dat het nieuwe schip aan de verwachting niet zal beant woorden. De Minister van Koloniën verklaarde, dat volstrekt niet daarom een nieuw contract noodig is, omdat vroeger de noodige waarborgen zijn verzwaard, maar alleen omdat er onvoorziene omstandigheden ontstonden. De Heer Van Houten hernam, dat indertijd de eventualiteit van de surséance wel is voorzien. Na repliek van den Minister van Koloniën werd de interpellatie gesloten. De Voorzitter deelt mede dat hij benoemd heeft tot leden der Commissie van voorbereiding van de wet op den krijgsdienst de Heeren Ilaff- mans, Van Houten, Schaepman, Ruber, Schimmel pennick v. d Oye, Seyffardt en Guyot. Aangenomen werd het wetsontwerp tot rege ling van het militaire onderwijs met 69 tegen 19 stemmen. De Heer Domela Nieuwenhuis verklaarde dat het bij de Grondwet gewaarborgde recht van vereeniging en vergadering tijdens de werk stakingen te Enschede is geschonden door den Burgemeester, den Heer Van der Zee, die misschien niet altijd compos mentis Bussische toestanden daar ter plaatse heeft in het leven geroepen. De Minister van Binnenlandsche Zaken ver klaarde tot dusver geene klacht hoegenaamd over de handelingen der autoriteiten te hebben ontvangen. Bepaalde feiten kunnen langs dezen weg niet worden geconstateerd. Indien zij regel matig worden aangebracht dan zal ernstig onder zoek plaats hebben. De Heer ICerdijk achtte evenals de Heer Nieuwenhuis een ernstig onder zoek noodig. De Minister repliceerde en verklaarde, dat slechts een onderzoek mogelijk was naar offfci- eelen loop van volgens wettigen weg ingebrachte klachten en hield overigens zijne voorstelling der feiten vol. De Minister van Justitie weersprak eene be wering van den Heer Domela Nieuwenhuis alsof hij in strijd met den Minister van Binnenland sche Zaken vroeger de mogelijkheid had uit gesloten, dat ook werkstakers tot de goedge- zinden kunnen behooren. Het debat werd gesloten. In de zitting van eergisteren werd medege deeld, dat de Heer Van Houten is benoemd tot voorzitter der Leger-commissie. In den aanvang der zitting protesteerde de Minister Lokman tegen de eergisteren door hem niet* goed gehoorde woerden van den Heer Nieu wenhuis, dat de Minister ook door velen als rustverstoorder wordt beschouwd en zij dusji elkaar niet veel te verwijten hebben. Hij mag dit als 's Konings Minister niet zonder tegenspraak laten, omdat anders de indruk zou gevestigd worden, dat het een vaststaand feit is, dat hij rustver stoorder is. Nooit maakte hij zich aan rustver storing schuldig; nooit adviseerde hij daartoe noch openlijk noch in geschrifte maar keurde steeds met het oog op de christelijke beginselen alle verzet of rustverstoring af. Mocht men hem dit, zoolang hij Minister is, weer ten laste leggen, dan zal hij eene vervolging instellen. Wensche- lijk zou het zijn dat de socialisten zijn voorbeeld hadden gevolgd om nooit verzet te plegen, zelfs waar hij overtuigd was dat hem onrecht was aangedaan. Voorts zijn aangenomen: de bijdragen voor riviervevbetering van den Ouden IJsel en voor de vluchthaven Wageningen; de suppletoire oorlogsbegrooting (transformatie van geweren), na de verzekering van den Minister, dat hij ijverig liet onderzoek voortzet naar het klein kaliber geweer en rookvrij buskruit; met 45 tegen 18 stemmen de overeenkomst tot verkoop van Duingronden aan de gemeente Middelburg voor eene waterleiding, na bestrijding door de beeren GVan Dedem en Van de Velde en na verdediging door den Minister van Vinancien en den Heer Lucasse. Aangenomen is met 58 tegen 7 stemmen de overeenkomst met de erven Van der Made over den afkoop van het brugreeht over de Donge bij Geertruidenberg. De Kamer nam nog na korte gedachten wis seling aan de ontwerpen tot verhooging van het maximum der pasmunt in Indië; tot verlenging van den termijn van werking van artikel 1 der wet van 6 Maart 1818 en tot wijziging der ma rinebegrooting. Ten slotte de huishoudelijke raming der Kamer. Daarna is de Kamer gescheiden. Aan een naderen bri f van een der geredde passagiers van de Prins Frederik ontleent het N. v d d. nog de volgende bizonderheden. Slechts ten halve gekleed liep ik op het dek, dear ik xoo'n levea hoorde en Zelf den schok goed had geroeid. De wachthebbende machinist redde zich door over de pijpen te klimmer; de machinekamer stond in 2 minuten geheel onder; 't leek a'sof een dijk doorge breken was, en toen liep het water door de gangen Daar de hutten. Aan boord klonk steeds; „Ia de sloepen, in de booten//, en alles was aan 't werk. Ik Irs in de couranten, dat de orde afhing van de troepen; daar is ni.ts vau waar: zij ver- dieuen dien lof niet. Zij jammerden evenals de anderen en hinderden ons b<pas!d. Wij hielpen de booten uitzetter, zij niet, en toen de onze in het water was, vielen zij er in en gingen vooraan. Ook van dat appèl was niets waar: hoe kunnen ze dat in de courant zetten? Er was volstrekt geen rijd voor. Dat appèl was eerst aan boord van de Marpessa, maar op de Frederik niet. Aan de bemanning komt alle lof toe, en aan de scheepsofficieren en aan den Heer Vieman. De hofmeester ging vliegend naar de hut van Van Wijk; doch die was op slot. Hij riepjgeen ant woord. Moer tijd was er Diet. Nu giigen wij in de booten, zonder levensmiddelen; de kolonialen jammerden en waren onverschillig. Etn sergeant wilde niet meê; zoo ook vele soldaten. Den sergeant hebben V. 00 ik letterlijk in de boot gegooid. De soldaten wilden niet mede; als zij toch moes ten verdrinken, dan liever direct, en zij bleven Esue boot liep zeer groot gevaar met den stroom van het indringende water mede naar binnen te worden getrokken, en wij hebben bij alle booten du koorden moeten doorstrijden en de kettingen stukwringen. De passagiers hebben zich goed gehouden; niemand jiinmerde; de dames riepen de dames en vlug ging alles van wa). Onze boot telde 42 man; Bakker was com mandant. Toen wij afstieten, lag de Frederik nog édU voet boven water en was de achterste ven al weg. O, ik vergeet 't nooit: dien donkeren nacht, het geloei van de beesten aan boord, het gehuil van den hond, die nog asn boord was en op en neer liep. Een voor een gingen de lichten der kajuiten uit, bIj teeken dat die ondtr waren. De pijp nog, de misten nog, borrelend water, en kalm wrs alles. Dadelijk kwamen kof fers, balken en wrakhout boveD, en daar bleven wij 's nachts tusschendoor varen, dus boven de Ertdeiik. Een varken zwom Dog een tijdje naast ors, dat die» 1 Ook dit zonk en maakte plaats voor wat anders, voor ander gezelschap; dat wa ren de haaien, die met 4 om ons heen zwommen. De booten bleven alle mooi bij elkaar, en wij moesten om beurten „help" roepen om de aandacht der schepen te trekken. O, wat klonk dat afgrijselijk in den nacht! Ik vergeet het nooit. Deo Heer Bakker liep hot bloed uit den neus van het commandeeren en schreeuweD; hij deed zeer zijn plicht. Tegen den morgen bereikten wij de Marpessa, doch daar was men zelf btzig de booteu uit to zetten, en zij riepen ons toe: „Wpj zinken." Wat teleurstelling! Wij duwden weer af om niet in den maalstroom van het schip te komsn, doch bij onderzcek bleek, dat wij toch, opgenomen konden worden. Hst was geen groote boot en met graan geladen. Het gat w/s zóu dat men met paard en rijtuig er door kon. Wij gingen aan boord, waar men bezig was do booten uit te zetten en allss overboord te smijten en de schotten te stoppen. Hier hielpen voor 't eerst de soldaten; dus eerst aan dit eebip. In een verder gedeelte van het schrijven heet het nog: Commandant Visman ging 't laatst van boord. GEMENGDE BERICHTEN- De Noordpool, waarheen zoovele reizigers vruchteloos gestreefd hebben, is voor eerrigen tijd bereikt evenwel niet dcor een menschiriijk wezen, maar door een zeemanspantalon van wasdoek. Dat kleedingstuk, het eigendom van een man der equipage van de Jeannette, is op ds kust van Groenland gevonden. Men maakt daaruit op, dat het, om uit de Stille Zuidzee in den Atlantischen Oceaan te komen, waarschijnlijk door een golfrtroom meegevoerd, over de Noord pool is gegaan. Dr. Nansen acht het daardoor bewtzeo, da* een schip dezelfde reis kan doen. Een treurig ongeval heeft Woens- dag te Bargeralraat nabij Maastricht plaats g"- vondeD. De 19-jarige zoon van den Heer DeC. was met een geladen geweer door de opening eener heg gedroegen, waarbij het geweer afging en de ongelukkige de volle lading in hel iichaam b./kwam. Ds dool door verbloeding volgde onmid dellijk. Binnenkort zal tusschen Buenos- AyriS en Montevideo een electriscbe draadspoor weg voor brievenvervoer worden geopend. Da afstanden tusschen bei.ie steden bedraagt circa 300 K. M. Over dien afstand worden 2 electriscbe draden gespannen, waarover de brie ven wagentjes zich zullen bewegen. Naar men meldt, zouden ds brievenmalen over dien afstand in 2 uren kuunen worden overgebiacht. Over den ongeveer 30 K. M. bree.len La Pla- tastroom worden de draden door twae aan beide oevers van den stroom op te richten torens gedrageD, op eeDO hoogte van 80 meters. Het eten van vergiftige mosselen heeft te Dublin vier msnschenleveis gekost, nsme- lijk van de vrouw en drie kindereu van Jemes O'Connor, redacteur van het blad United Ire land. Eyraud hoeft eergisteren voor den richter van instructie te Parijs bekend, dat hij de moordenaar van den deurwaarder Gonffé is. De verklaringen van Gabrielle Bompard zijn waar. Hij pleegde den mcord en Gabrielle hielp hem, den doode in den keffer stoppen. Hij was ts zeer ontroerd om bieoDderheden mede te deelen. Het leven in aanhoudenden aDgst voor gevan genneming, zoo verklaarde bij, begon hem zoo ondragelijk te worden, dat hij, als men hem niet gevat had, zich weldra in handen van het gerecht zou gesteld hebben. Eene kinderjuffrouw te Turijn heeft ten koste van haar leven het kind gered, dat aan hare zo'g was toevertrouwd. Het kind zocht zijn bal, die op de spoorlijn was gekomen, toen plotseling een trein naderde. Het kir der meisje snelde toe, redde het kind en werd door de locomotief gegrepen en vermorzeld. Chislehurst, het domein van Napo- leon III, dat in het openbaar te koop werd gebodeD, vond geen kooper. Vasters concurrentie Peter Bott, te Jeffersonvilie, Indiana, 60 jaar oud, heeft 50 dageu gevast en voelt zich nog zeer wel. Te Par ij 8 gaf iemand aan eenige vrienlen eeu partijtje in eet e bekende restauratie en tastte bij die gelegenheid dapper in de oesters toe. Den volgenden morgen werd bij ernstig ziek en de geneesheer constateerde ver giftiging door oesters. Ia spijt van alle toegepaste

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1890 | | pagina 2