r
No. 15GO.
Woensdag 9 Juli 1890
15de Jaargang.
Döilingers nagelaten brieven.
n l) IT E L /I ih
j
jLBOHK«3ttEJSfTSPaiJ8
Per S maanden tooi* Haarlemf 0,86
Voot de overige plaatsen in Nederland fr. p, p. i,10
Voor het Buitenland 1,80
Aizïnderlgbe Nummer» 0.03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATEBDAG.
Haarlem.
V'Vv
tlEMlijji
JSgT"
BüfiEAU: St. Janstraat
A<GITE MA NON AGITATJS
PBIJS DIB ADVBBTBNTIÏH
?an 1regel» 30 Gents.
Elke regol meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
Advertentiën worden uitorlgk Maandag-, Woensdag-
en Vrjjdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers Kü PPEKS I,AUKEY.
Eeuige maanden geleden heeft de voor
alle overtuiging ontoegankelijke, verstokte
geleerde, Dr. Döilinger, bet tijdelijke met
het etuwige verwisseld.
Wjj weten natuurlijk niet wat er in de
laatst», beslissende, ure tusschen hem en
Zijn Schepper heeft plaats gehad, maar
zeker is het, dat de eenmaal zoo geliefde
en beroemde man de eeuwigheid is inge
gaan, zonder zich in het openbaar te ver
zoenen met de Kerk, waarvan hij zoo vele
jaren achtereen niets heeft willen weten.
Reeds lang had men aangekondigd, dat
de nagelaten brieven eu verklaringen vaa
Döilinger in het liebt zoudeu gegeven
worden. En deze zijn dan ook dezer dagen
verschenen. De oud-katholieke Professor
Reusch, te Bonn, beeft zich met de uit
gave ervan belast. Ze werden gedrukt bij
Bsckh in Nördlingen.
Iu deze brieven en verklaringen komen
natuurlijk weder zinnen voor als de vo -
gemle: »Als men van mij verlaugt, dat ik
zal zweren, dat deze leerstellingen waar
zijn, dan heb ik hetzelfde gevoel alsof
iemand van mjj begeerde dat ik zou zwe
ren dat twee maal twee vijf en niet vier
is» Voorts: »Wat zou ik er mee heb
ben' bereikt? Dat ik in mijn leven geen
getust uur meer zou hebben en dan, dat
ik als leugenaar en met den ontzettenden
last van een meineed naar gene zijde van
het graf zou gegaan zijn.»
Men heeft de nagelaten geschriften van
Döilinger natuurlijk willen gebruiken als
een wapen tegen de Katholieke Kerk, doch
het blijkt dat er voor de liberale en oud-
katholieke zaak al bitter weinig kapitaal
uit kan geslagen worden. Zelfs liberale or
ganen moeten erkennen, dat het geschrift
getuigt van een waren christelijken ver-
zoeniugsgeest en van eene nooit verflau
wende liefdevolle bezorgdheid der Katho
lieke Kerk.
En dat dit oordeel zeer juist is, blijkt
uit vele feiten. Den löden Juni 1886 toch
schreef Bisschop Hefele aan Döilinger:
Bekroon door dezen vrede (met Rome)
de roemvolle loopbaan van uw zoo rijk
gezegend leven.» Drie brieven van den
Aartsbisschop Von Steicbele, van 1878,
1879 eu 1886, geven getuigenis, van de
hooge achting en vereering, welke deze
Kerkvorst voor Döilinger koesterde. De
eerste brief js een in de hartelijkste woorden
gesteld begeleidend schrijven van den eer
sten herderlijken brief des nieuw benoem
den Aartsbisschop?, dat deze den »onver-
getelijken leeraar» zyner jeugd toezond.
De beide andere brieven bevatten geluk-
wenschen op Döilingers geboortedag; de
Aartsbisschop wenscht »'s Hemels rijk
sten zegen toe» voor den hooggeeerden man
en verbindt daaraan de bede om tot de
Katholieke Kerk terug te keeren; hetzelfde
FEUILLETON.
De oude schilderij.
Toen Pourot tegen ze3 uur thuis kwam, liep
zijne vrouw hem tegemoet met van vreugdestra
lende oogen.
Weet je wel hoeveel dit waard is? zeide
ze, terwijl ze hem eene kleine heiookte schil
derij liet zien, die in eene oude lijst zat.
En zonder den armen boekhouder tjjd te laten
om op adem te komen, riep zij:
Twintigduizend franks!
Hij stond verstomd; hij begreep er mets van.
Mejuffrouw Anaïs bevestigde meteen hoofdknik,
het zeggen van hare moeder.
Toen dacht de igoede Pourot dat zij krankzinnig
geworden waren, hij deed zijn overjas uit, zette
zijn stok in den hoek, waar bij hem werktui
gelijk eiken avond neerzette, en sprak:
Ge moet me eens uitleggeu, waarom dit
vod, dat ge zelfs niet in de eetkamer durft op
hangen, plotseling zulk een kostbaar ding moet
heet en.
De groote som deed hem twjjfelen, maar hjj
durfde niet te hard te lachen, daar hij er eerst
iets van wenschte te weten.
geschiedt iu nog dringerder, maar toch
steeds van dankbaarheid en aanhankelijk
heid getuigende woorden in het jaar 1886.
Döilinger echter antwoordde iu een uitvoe
rig schrijven van den lstea Maart: »De
tegen mij uitgesproken bau is eeue daad
van geweld gewoest. flat gansche gebouw
van de Pauselijke almacht en onfeilbaar
heid berust op list en bedrog, dwang en
geweld ia onderscheiden vormen; de bouw-
steenen, waarmede dit gebouw is opge-
trokkeu, zijn genomen uit eene opeenvol
ging vau vervalschiugen eu fictiëu eu daarop
berustende gevolgtrekkingen eu besluiten.»
Den lsten October 1887 schreef de Pause
lijke Nuntius Prins Ruffo Soiüa aan Döi
linger een confideutiëalen brief, iu do
Franséhe taal, waarin hij zich voor den
sdoorluchtigen Doctorgeheel en al ter
beschikking stelt zoo deze den Paus op
diens jubiié »een grooten troost« wil be
reiden.
Döilinger antwoordde echter den 12 ren
October iu een brief, waaraan het sloo
luidt: »dat hij door zjjue overtuiging iu
een toestand van volkomen rust eu vrede
aan den drempel der eeuwigheid staat.
Nog eenmaal dringt de Nuntius, in een
brief van den 14den October 1886, bij
Döilinger aan uit zijn staat vau isolement
te treden.Wees niet bekommerd, vertrouw
iu alles op den H. Vader,schrijft de
Nuntius, maar eeu antwoord op dit harte
lijk schrijven schijnt Döilinger niet te
hebben gegeven.
De brieven bewijzen duidelijk, dat Döi
linger van het bovennatuurlijk wezou der
Katholieke Kerk elk begrip had verloren.
Hij bleef dus volharden in zijn onzalig
verzet. De partij van het moderne heiden
dom en met haar de »cultuurstijders«
nemen nu de zaak van Döilinger op om
den storm tegen de Katholieke Kerk voort
te zetten. Verder wil men door de ver
spreiding dezer brieven onderscheiden katho
lieke personen, waarvan de meesten niet
meer in leven zijn, compromitteeren. Dat
is het doel der publiceering van de brieven,
die door de Katholieken slechts betreurd,
maar niet gevreesd behoeven te worden.
Want bij brieven moet men rekening hou-
met den' tijd en de omstaudighedeu en iu-
dieu Döilinger werkelijk voorname Katho
lieken door onvoorzichtige uitdrukkingen
in hunne brieven had kunnen compromit
teeren, hij zou zulks zeker iu zijn leven
niet hebben nagelaten. Bij bet groote publiek
echter is de belangstelling in Döilinger
zeer gedaald en de uitgaat van zijne corres
pondentie zal dus weinig aftrek vinden.
Ten slotte gelooven we dat de secte der
oud-Katholieken door deze indiscretie niets
zal winnen. Zij lijdt overigens aan verval
vao krachten en er bestaat geen reclame-
middel, dat haar tot opwekking van eeu
nieuw leven zou kunnen dienen.
Eene zeer eenvoudige geschiedenis was het, die
men hem in weinig woorden vertelde: de schilder
van de vierde verdieping had, terwijl hij 's avonds
verhuisde, juffrouw Pourot bij den concierge
ontmoet; deze had tegen den muur van zijn ka
mertje zijn portret in olieverf hangen. Ilij was
daarop voorgesteld in zijn galajas, en do bin -
kende lijst was zorgvuldig met gaas bedekt,
tegen de vliegen.
Zoo over kunst sprekende, liet juffrouw Pourot
zich ontvallen dat zij eene oude schilderij bezat,
afkomstig uit eene kleine erfenis; de schilder uitte
het verlangen het voorwerp te zien, bekeek het
oplettend, geraakte in verrukking, ontdekte eeu
B. op de achterzijde van het doek, het naamcijfer
van den schilder, want de vroegere meesters
teekenden niet voluit met al hunne letters, zooals
de moderne meesters en verklaarde zeer
ernstig dat het een werk was van een beroemd
kunstenaar der Hollandsche school, uit de zes
tiende eeuw.
Een klein fortuin! riep hij vol geestdrift
uit; «die schilderij moet ge als een familieklei-
nood bewaren.//
Juffrouw Pourot zette groote, verwonderde
oogen op; ze was nog meer verbaasd toen ze
vernam dat een liefhebber er wel twintigduizend
franks voor geven kon, op zijn minst.
De boekhouder glimlachte ongeloovig.
De Treisinnige Zeitang beweert dat de
Duitsche Keizer in den nacht van den 25en
Juni op zijne reis van Kiel naar Berlijn
op bet station S hwarzenbeck bij Frie-
driebsrah een langdurig onderhoud met
den daar aanwezigen Prins Von Bismarck
heeft gehad. Bij den bestaanden aigemee-
neu politieken toestand schijnt dit bericht
niat bizouder geloofwaardig, maar het
komt uit eene vertrouwde bron. Met de
ofneiëale tijdsopgaven in de hofberichten
is bet niet in strijd, waut volgens deze
is de Keizer des avonds te tien uur uit
Beriiju vertrokken en eerst 's morgeus te
negen uur te Kiel aangekomen, terwijl
een gewone sneltrein niet moor dan 93/4
uur voor de reis noodig heeft.
Do Hamburger Nachrichten deelt,
blijkbaar weer namens Prins Von B;smarck
mede, dat hij de hem aangeboden candi-
datuur voor den Rijksdag te Ka iserslautern
tot vervanging van deu Hear Miquel niet
aanneemt. Eerst dau zal Von Bismarck
in den Rijksdag verschijnen, wauueer de
toestand vau dien aard is geworden, dat
hij geen gevaar loopt iu oppositie te komen
tegeu de Regeering. Zoodra dit vermeden
kan worden, zal Vou Bismarck eene candi-
datuur voor den Rijksdag aannemen van
de nationaal-liberaie partij, met wier be
ginselen de gewezou Kanselier zich beter
kan vereenigen dan met die der conser
vatieven.
Da Commissie, welke te Berlijn belast
is geweest met het ontwerpen van bepalin
gen voor deu arbeidsduur iu fabrieken eu
werkplaatsen, heeft den werktijd voor kin
deren beperkt tot 36 uren per week en
die voor jongelieden van beiderlei kunne
van 60 tot 64 uren. Nachtarbeid mag ten
hoogste 10 uren per week werden gevergd.
Het overlijden wordt, gomeld van den
beruebten Pieter Van Ilumbseck, gewezen
Minister vau ouderwijs in België, vroeger
Afgevaardigde voor Brussel eu tot zijn dood
lid vau den Brusselsehen gemeenteraad. Hij
was een der hoofdaanvoerders der Belgische
liberalen.
memorie, waarin door leden van
het Lagerhuis aangedrongen wordt op het
verwerpen van het Engelsch-Duitsche trac-
taat, wordt door velen ouderteekeud. Zij
verzetten zich niet tegen het afstaan van
Helgoland, maar vinden het daarvoor ver
kregen aequivaienfc onvoldoende. Zij maken
bezwaar tegeu het doen van verdere con-
cessiën op Madagascar aan Frankrijk en
tegen de uitbreiding van bet Duitsche ge
bied in Zuid-Afrika. Zij beweren dat er
slechts honderd Duitscbers in Damaraland
zich bevinden, aan wie de belangen van
een half millioen blanken in Zuid-Afrika
niet mogen opgeofferd worden. De oppositie
in liet Lagerhuis zal voorstellen de be-
Hij heeft u op zijn minst voor den gek wil
len houden.
Voor den gek houden? Voor den gek
houden! Het denkbeeld was bij de goede vrouw
niet opgekomen.
Dat was onmogelijk. Een jonge man, die er
zoo fatsoenlijk uitzag.
Anaïs protesteerde ook hiertegen. Overigens
kon men informaties nemen; er zijn immers
experts.
Er zijn experts, herhaalde de goide Pourot
peinzend, gewonnen door het vertrouwen van
zijne vrouw
en doehter.
Dus zegt ge dat het een Hollander is?
De schilder had den naam op een stukje pa
pier geschreven, «Fluweelen Brenghel.//
Hum! dat is een zeer zonderlinge naam,
mompelde de boekhouder weer twijfelend.
Hij had een groot vriend in den secretaris
van eene gemeente-bibliotheek, een goleerd man.
Een uurtje na den maaltijd zou hij hem over
het onderwerp gaan raadplegen, maar Eluweelen
Breughel, dat leek hem niet veel bizonders.
En toch jilaatste men zijne schilderij op het
buffet in de eetkamer, den geheelen maaltijd
door was er van niets anders sprake. Vroeger
was het stuk in eene rommelkamer nchterafgezet
en mot schaduw en minachting omringd, nu
straalde het in het volle licht, door de geheele
krae.htigiug van het afstaan van Helgoland
hiervan te doen afhangen, of drievierde
der eilandbewoners er in toestemmen. Heden,
Dinsdag, zal Lord Salisbury eeue afvaardi
ging van ko iplieden uit Zuid-Afrika ont
vangen, die bez /aren tegeu bet tractaat
met Duitsehland hebben.
Het officiësle blad bevat een besluit,
machtigende den Gouverneur van Britseh
Becbuauenland tot het uitbreiden van het
gezag der Koningin over bet gebied ten
noorden dezer landstreek, westelijk van
de Transvaal en Mat.abeleland.
Volgens geruchten zou de cholera
lievig uitgebarsten zijn teValencia en er eene
ware paniek hebben doen ontstaan. Eene
geheele straat zou aangetast wezeu en de
bevolking dier straat in tenten op het
platteland zijn gelegerd, om de verspreiding
der ziekte tegeu te gaan. 34 districten in
Spanje zouden door de cholera zijn aangetast.
Eeuigon tijd geleden hebben wij de
gewelddaden medegedeeld, welke de gendar
merie op hoog bevel gepleegd hteft om
de geestelijke school te Vicq, ondanks de
testamentaire beschikking van den oveileden
Pastoor, in eene wereldlijke te veranderen.
De Franscbe Regeering heeft nu een der
gendarmen tot ridder van het Legioen van
Eer benoemd 6d twee anderen hebben de
militaire medaille ontvangen, en dat voor
het maken van charges op weerlooze dor
pelingen.
Ook de gematigde en de conservatieve
bladen noemen die eerbewijzen eon slag
in het aangezicht vau al do katholieke
Fraoschen.
De Heer Camille Dreyfus heeft den
Minister van Buitenlaudsclie Zaken mede
gedeeld, dat hij hem in de Kamer wenscht
te iuterpelleereu om te weten te kotneu
of de Heer Bartbélemy Saint-Hilaire in
1886, toen hij Minister van buitenlandsehe
zaken was, eene geheime verbintenis jegens
Engeland en Italië heeft aangegaan ten
opzichte van Tunis.
De Frausche Senaat heeft bij het op
steken der handen bet voorstel van den
Heer Bérenger aangenomen betreffeude de
voorwaardelijke veroordeeling van perso
nen, die voor de eerste maal een vergrijp
of misdrijf begaan, eu de verzwaring der
straffen voor recidivisten.
Derechtbauk heeft al de aangeklaagde
Russische nihilisten tot 3 jaren gevange
nisstraf en 200 frank boote veroordeeld,
behalve de vrouwen Reiustein en Brom
berg, die werden vrijgesproken.
Het nieuwe Spaansche Kabinet is
aldus samengesteld: Cauovas, president van
den ministerraad; Silvela, biunenlandscbe
zaken; Villaverde, justitie; Cosgayon, fiuau-
ciëu; Isasa, openbare workeü; Generaal Az-
darraga, oorlog; Generaal Beranger, marine;
Fabre, koloniën; Hertog van Tetuan, bui
tenlandsehe zaken.
familie met de oogen verslonden, en beschouwd
als een god, waarvan men wonderen verwacht.
Na het dessert nam Pourot weer zijn stok,
zette zijn hoed weer op en begaf zich, zeer ern
stig, de nieuwsgierigheid die hem prikkelde
onderdrukkend, naar de mairie.
De dames wachtten in koortsachtige spanning.
Zegevierend toonde de boekhouder het pa
piertje, waarop met potlood deze regels, uiteen
biographisch woordenboek, geschreven waren;
Johannes Breughel, genoemd de Fluweelen
Breughel, beroemd schilder, geboren in 15G8,
gestorven in 1643, leerling van Goe-Kindt.
Zijn voornaamste werken zijn: het //Paradijs",
(Paleis Doria), //Urani, Slag bij Arhela Konink
lijk Museum te Brussel. //Ontmoeting van David
en Abigail" (Haagseh Museum), enz.
Het was dus waar, men had een authentiek
meesterstuk.
Wat zulleu we er mee doen?
Ik zal morgen een expert gaan opzoeken,
antwoordde mijnheer Pourot.
Daarop ging men naar bed. Mile. Anaïs
droomde zieh in slaap met een huwelijksplan
met den zoon van een hoboïst aan de opera, een
huwelijk dat nu mogelijk werd, dank zjj de
30,000 franks, die eeu huwelijksgift uitmaakten.
{Wordt vervolgd).