N 1 E V W
k
No. 1564
Vrijdag 18 Jnll 1800
15de Jaargang.
Uit doorwegen.
B ij 11' lTTïï
wmM,m ■sup^
;s#Mi WSNm^
HPJrih
tÈmm
FEVILLE T O N.
De ontdekking van den Heer
Lantin.
A.BOHKSSaiB'.IfTaFBXJfe
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p
Voor het Buitenland
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BöEIAIJ: St. Janstraat
HfeBrlsm.
AGrlT® MA NON AGITATE
?S1J8 DJS.R ADVBBTBUTTia
Van 16 regel* D 30 Cents.
ifilke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterijjk Maandag-, Woensdag-
en Vrjjdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPERS L A U R E Y.
Meneer Lantin had het jonge meisje ontmoet
op eene avondpartij bij zijn bnreauehef en was
dadelijk verliefd op haar geworden.
Ze was de dochter van een ontvanger in de
provincie, die sinds jaren dood was. Later was
ze naar Parijs gekomen met hare moeder, die
in haar quartier met eenige families couversatie
hield. Ze warer. net, zeer fatsoenlijk, stil en
zacht. Het meisje scheen het volmaakte type der
fatsoenlijke vrouw, aan wie de jonge man het
geluk van zijn leven wenscht toe te vertrouwen.
Hare ingetogen schoonheid had de bekoring
eener engelachtige reinheid en het schier on
merkbaar glimlachje, dat steeds op hare lippen
speelde, geleek een weerschijn van haar hart
Iedereen verkondigde haar lof; allen die haar
kenden, herhaalden onophoudelijk: //Gelukkig de
man, die haar krijgt. Hij kan niets beters wen-
schen."
Meneer Lantin, die toen hoofd commies was
bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, op
een tractement van 3500 franks, vroeg haar ten
huwelijk en trouwde haar.
III. (Slot).
Wolke hoop het Katholicisme koester',»
zoo gaat de schrijver iu bet orgaau der
Noordsche Staatskerk voort, »om ook Noor
wegen bij zijne veroveringen te voegen,
kan men opmaken uit de woorden van den
Apostolischen Prefect, Dr. J. B. Fallize,
welke de Deutsche Evangelische Kirchen-
zeitung uit het te Trier verschijueade Pau-
linusblatt heeft medegedeeld. Moge het ook
eene al te saDguinistische hoop zijn, welke
hier een hoogleeraar aan de universiteit to
Christiania wordt in den mond gelegd,
dat. »gauaoh Noorwegen binnen eene eeuw
weder katholiek zal agn,» toch kan de
Apostolische Prefect gelijk hebben, dat »de
bodem voor talrijke bekeeringeu is voor
bereid,» eene voorbereiding, welke met
steeds toenemender» ijver door de sectema-
kers, wordt bewerkt.
»Tot dusver was hst hoofdzakelijk door
hunne liefdewerken, namelijk door het
voortreffelijk georganiseerde hospitaal hun
ner Liefdezusters te Chris'iania, dat het de
Katholieken is gelukt, wel nog geen be
keerlingen te maken, maar toch in hoogc
mate sympathie iu wijde kringen op te
wekken. Ook de geschriften, welke zij in
de laatste jaren uitgeven io het belaug
hunner propaganda, bijvoorbeeld »Dr. Mar
tin Luther's rechtvaardigingsleer naar zijne
oorspronkelijke geschriften» door Pastoor
Holtelt Houeu en »Het geloof onzer va
deren» door Kardinaal Gibbons, bewerkt
en uitgegeven door Holfelt Houeu, zijn
met veel eruditie geschreven en bizonder
geschikt aan de eene zijde het vertrouwen
op de grondbeginselen der hervorming aan
het wankelen te brengen, aan den anderen j
kant het vertrouwen in de Katholieke Kerk
op te wekken. Waaneer nu ook het Ka
tholicisme niet met het alarm van het Le
ger des Heils en met het trompetgeschal
van andere secten optreedt, die hunne
luchtige tenten bij ons hebben opgeslagen,
maar in stilte voor een soüed fundament
zorgt, alvorens het zijne kerk in het land
bouwt, is het daarom niet minder te vree-
Z6D, juist omdat het Katholicisme, zooals
wjj reeds zeiden, oogst, waar de secten
hebben gezaaid.
Terzake van dit »dreigend gevaar» uit
het liberale blad der Noordsche Staatskerk
de bitterste verwijtingen aan het adres van
den Koning en de leden der Kamer, om
dat zij, getrouw aan de beginselen vau
het Protestantisme omtrent de gewetensvrij
heid, bijna alle wetten, welke sinds eeuweu
de gewetens hebben gekneveld, afgeschaft
en zoodoende ook voor niet-Lutherscheu
het bestaan mogelijk hebben gemaakt.
Toen iu Juni van het vorige jaar een
dezer laatste dwaDgwetten viel, geraakten
de voorgewende strijders der gewetensvrij
heid en van het vrije onderzoek totaal uit
hunne rol.
Juist zooals nu iu Duitschland de pers van
Stöcker doet, klagen zij er thans nog
over, dat de Staat zich met de wetten der
Kerk bemoeit, dat bij in kerkelijke quaesties
beslist en zeifs de Luthersche liturgie in
katholieken of juister gezegd, in ritualis-
tischen geest heeft veranderd en steeds
in hunne Kerk als heer en meester optreedt.
Eu waren het niet juist de stichters hun
ner »Kerlï» die, om zich straffeloos tegen
huoue Moeder, de Katholieke Kerk, te kun
nen verzetten, zich in de armen vau den
Staat hebban geworpen en hem alle gees
telijke en wereldlijke macht hebben toe
gekend? Heeft niet de Staat, krachtens
deze aangematigde macht, de Katholieke
Kerk iu Noorwegen ondeidrukt. en op
hare plaals de Luthersche gesteld, die het
zich steeds als eene booge eer rekende de
Staatskerk te zijn. Wanneer dus nu de
Staat deze zelfde macht, die hem werd
verleend, tegen haar bezigt, dan mogeu
de Katholieken wel zeggen, dat hij zich
op eeu vreemd jachtveld bevindt, maai
de predikanten mogen hoogstens klagen:
De geesten, die wij opriepen, laten ons
niet los.
Wat ons Katholieken betreft, zoo schrijft
een geloofsgenoot uit Noorwegen, wij be
schouwen met gemengde gevoelens het
verval der Luthersche Staatskerk, eens
deels omdat wij, zooais reeds gezegd is,
nog te zwak zijn om da rüïuen op te
bouwen, ten andere omdat onze Koning
bij de wetgeving slechts de ware gewetens
vrijheid in 't oog heeft, de liberale Kamer
meerderheid echter slechts het beginsel
van het gezag, dat de Staatskerk steeds
eenigszius vertegenwoordigde, ondermijnen
wil. Het gezag moet uit Kerk en Staat
verdwijuen, dat is het ideaal onzer libe
ralen en dit ideaal trachten zij ook ten
opzichte van den Troon te verwezenlijken
zooals dit voortdurend nog dagelijks
blijkt.
Wordt eenmaal de Katholieke Kerk in
Noorwegen eene macht, dan zal het libe
ralisme iu vereeniging met de conserva
tieven ook tegen haar optreden. Daarom
betreuren wij het niet wanneer de macht
der liberalen gebroken wordt zonder dat
de conservatieven voldoende macht hebben
om het goede dat de liberalen ons hebben
verschaft weder te ontnemen. Overigens
heeft het Noordsche volk zoo veel gezon
den zie, dat het zich niet zoo heel ge
makkelijk meer eene ware vrijheid zal
laten ontnemen. Dezelfde berichtgever
dringt er voorts op aan, dat er tneer hulp
middelen moeten gegeven worden aan de
Katholieke Missie in Noorwegen, opdat de
kerkelijke overheid niet telkens voor haar
Hij was zeer gelukkig met haar. Ze bestuurde
het huishouden met voorbeeldig overleg.
Hij keurde slech s twee zwakheden in haar
af: hare zucht tot uitgaan en die voor valsche
kleinooden.
Hare vriendinnen ze kende eenige dames
van ambtenaren bezorgden haar telkens plaat
sen voor theater-stukken, die opgang maakten,
zelfs voor eerste opvoeringen. En goedschiks,
kwaadschiks, trok ze haar man mede naar die
uitspanningen, die hem, na een heelen dag te
hebben gewerkt, vreeselijk verveelden.
Nu deed die ne'giug voor uitgaan de behoefte
bij haar geboren worden om zich te tooien. Hare
toiletten bleven heel eenvoudig, en hare zachte
aanvalligheid, haar onweerstaanbare, ingetogeue
steeds glimlachende aanvalligheid scheen eene
nieuwe aantrekkelijkheid te ontleenen aan den
eenvoud harer japonnen; maar ze nam de gewoonte
aan in hare ooren twee groote rijnkristallen te
hangen, die diamanten moesten verbeelden, en
snoeren valsche parelen, armbanden van nage
maakt goud en kammen met onechte, gekleurde
steenen te dragen.
Haar man, die zulk een zwak voor klink-klank
niet goed verkroppen kon, zei dikwijls: //ma chère,
als men de middeleu niet heeft om zich echte
kleinooden aan te schaffen, moet men enkel maar
met zijne eigene bevalligheden pronken; dat zijn
de zeldzaamste juweelen.//
bestaan te vreezen heb'oe. Onze Missiona
rissen, zegt hij, verrichten hovenroensche-
lijken arbeid; dat de Katholieken hen dan
ook aan de noodige middelen helpen, ten
einde ons ideaal te kunnea bereiken, name
lijk dat de Katholieke Kerk iu Noorwegen
eene groote macht worde. De vooruit
zichten daarvoor zijn inderdaad uitmuntend.
In de maand Jnui van het volgende jaar
zal de 300jarigo gedenkdag van den dood
des H. Aloysius worden gevierd. Te dier
gelegenheid zal uit alle deelen vau Italië
eene grootsche pelgrimage van Katholieke
studenten en scholieren naar het graf van
den Heilige te Rome trekken, evenwel iu
de maand September, dewijl in Juni de
hitte te Rome te groot is.
Wanneer te Rome schandelijke pam
fletten te koop worden geboden, of obscene
afbeeldingen de hoekeu der straten bevui
len, kau men er zeker van zijn, dat zij
afkomstig zijn uit de drukkerij van zeke
ren Periuo, die reeds meermalon wegens
kwetsing der openbare zedelijkheid is ver
oordeeld. De Heer Crispi heeft het thans
goedgevonden, dien persoon met eene rid
derorde te dmoreereu!
De tiende Duitsche Bonds-schiet-
wqdstrijd is eergisteren, ua acht dagen ge
duurd te hebben, mot de uitreiking der
groote eerepsijzea geëindigd.... en daar
mede in eene roemlooze vergetelheid weg
gezonken. Teu minste, dat moet men voor
de eer van Berlijn maar hopen. Zelfs die
Berlijnsehe dagbladen, welke tot dusver
onvermoeid op de groote trom van plaat-
selijken en vaderlandslievende»! trots zijn
blijven doorslaan, komen nu aarzelend tot
de bekentenis dat het met zooveel ophef
aangekondigde feest jammerlijk ingericht
is geweest, allernaarst is afgeloopen en
Berlijn tot schande heeft gestrekt. Alleen
de historische optocht op den eersten Zon
dag was onbetwistbaar schoon. Al belan
dere was slecht en geregeld met eene on
beholpenheid, waar ieder verstomd van
staat. De plaats van het schietterrein, de
gelegenheden tot ontspauniug daar, het
aantal schiet plaatsen, de algemeene leiding
door het feest-comité, niets deugde.
Toen er drie of vier dagen om waren,
sloeg de helft der vreemdelingen dau ook
geërgerd op de vlucht.
Eergisteren op het sluitiugsmaal zaten,
bij overheerlijk weder, slechts vierhonderd
gasten aan, terwijl er hij den openings-
diseb, onder sLcht weder, ongeveer zes
duizend waren. Zelfs de ópper-burgemees
ter Von Forckenbeck bleef, wegens onge
steldheid zoo het heette, ditmaal weg.
Daarentegen zat, om toch iemand van
naam te hebben, op de eereplaats de Ge
zant der Republiek Haïti!
Maar dan glimlachte ze stil en herhaalde:
//Wat kan ik 't helpen? Ik hou er nu eenmaal
van. Lat is mijn gebrek. Ik weet wel, dat je
gelijk hebt, maar men kan niet anders zijn
dan mea is. Ik ben altijd dol op juvveelen
geweest."
Een dan liet ze de snoeren parelen door hare
handen glijden, de facetten der geslepen kris
tallen in 't licht glinsteren, telkens herhalende:
//Maar kijk toch eens, hoe mooi 't is nagemaakt!
Men zou er op zweren, dat het echt was?
Dan glimlachte hij en zei: //Dat noem ik een
Zigeunerinnen-zwak.//
Nu en dan, als ze 's avonds met hun beidjes
bij 't hoekje van den baard bleven, bracht ze
op de tafel, waaraan ze thee dronken, de maro
kijnen doos, waarin de pacotille zooals meneer
Lantin zich uitdrukte geborgen was, om een
voor een de onechte juweelen uit te pakken;
en dan bekeek zij al dien klinklank met wer
kelijk hartstochtelijke opmerkzaamheid, alsof ze
een onuitsprekelijk inwendig genot smaakte. Dan
rustte ze ook niet voor haar man een collier om
den hals had gedaan, om vervolgeus in een har -
telijken lach uit te barsten en te roepen: //Wat
zie je er komiek uit!//
Op een avond, dat ze naar een concert was
o-eweest, kwam ze bibberend van koude thuis.
Den volgenden dag hoestte ze. Acht dagen later
stierf ze°aan eene bezetting op de borst.
Da National-Zeitung, die al deze dagen
er uit heeft gezien alsof het feestcomité
zelf haar stelde, schrijft thaus bedrukt;
Bij het hooren vau het laatste schot is
ieder, dis het goed met Berlijn meent, een
steen van het hart gevallen. Daarmede
werd als het ware eeu zegel gezet op een
wijs en onwrikbaar besluit: Eenmaal, maar
nooit weer! Voor zoo ver iemand iets voor
spellen mag, wordt er nimmer te Berlijn
meer een honds-schietwedstrijd gehouden.
Da freisinnige Zeitung wil weten dat er
een schrikbarend financieel tekort op de
balans van het feest zal komen. Ook dat
nog! Dau waarlijk is het fiasco van den
Berlijnscben bondsschietwedstrijd geheel
geëvenredi^d aan de reclamedie er te
voren over is gemaakt.
Frankrijk vierde zijn revoiutiafeest.
Zondag was het de herinnering aan de
afkondiging der constitutie en Maandag
werden de val der Bastille ea bet feest
der verbroedering op het Champ de Mars
herdacht.
Het is opmerkelijk hoe treurig de ver
blinding is van velen, die nog altijd de groote
omwenteling blijven verheerlijken, ondanks
het als een feit moet worden beschouwd,
dat zij aan het land, waarvan zij uitgiug
de ware vrijheid, dat is de vrijheid voor
allen, niet heeft verzekerd.
De hoogste vrijheid, die des gewetens,
bestaat er feitelijk niet, terwijl uitsluiting
en gunstbetoon, bij het begeven van amb
ten, eene schrikbarende hoogte hebben
bereikt.
Frankrijk is een waarschuwend voor
beeld voor alle andere volken. Da groote
omwenteling is een vloek voor Frankrijk
gebleken, en overal waar de nationale
vrijheden geen dieper wortel kennen dan
de vereering der revolutie-idee, missen zij
alle waarborgen voor een gezagenden
levensduur.
Gelijk wij meermalen constateerden, was
(je revolutie éene reusachtige leugen, voor
weike Frankrijk uog moet boeten iu het
gemis vau die waarachtige vrijheid, die
uiet kunstmatig en plotseling te voorschijn
treedt, maar langs geschiedkundigen weg
wordt geboren.
Da rovolutionnaire vrijheid kwam schijn
baar «volwassen ter wereld, terwijl van
de ware vrijheid het woord geldt: eerst de
aar en dan het koren in de aar.
*Hc* De ontslagen postbeambten te Lon
den hebbeu een zeer nederig schrijven
gericht, tot den postmeester-generaal, waar
bij zij hem vergeving vrageu voor hun
wangedrag en verklaren niets meer te
maken te willen hebben met de Postmen's
Union. Zij gevoelen diep leedwezen over
al het gebeurde en beloven dat zij het
nooit weder zullen doen.
De berichten omtrent de cholera
't Scheelde weinig of Lantin was haar in 't
sraf gevolgd. Zijne wanhoop was zoo vreeselijk,
dat in een maand tijds zijn haar wit was ge
worden. Hij weende van den morgen tot den
avond; zijne ziel werd door onduldbare smart
verteerd; zijn geest gefolterd door de herinnering
van den glimlach, de stem, de bekoorlijkheid
der aangebedene doode.
De tijd was niet in staat zjjue smart te lenigen.
Dikwijls gebeurde 't op het bureau als de col
lega's een beetje kwamen keuvelen over het
Dieuws van den dag, dat ze eensklaps zijne wangen
zagen opzetten, zijn neus zich rimpelen, zijne
oogen zich met tranen vullen;.'dan maakte hij
een afschuwelijke grima3 en begon hardop te
snikken.
De kamer zijner eclitgeuoote bleef onaangeroerd
en geen dag ging er voorbij of hij sloot er zich
in op om aan haar te denken. Eu alle meubels,
hare kleederen zelfs, bleven op haar plaats zooals
ze op den dag van haar dood waren geweest.
Maar het leven bood hem thans niets dan be
zwaren. Zijn inkomen, dat in hauden zijner vrouw
in alle behoeften van het huishouden voorzag,
was thans ontoereikend voor hem alleen. Met
verstomming vroeg hij zich af hoe ze't had aan
gelegd om hem altijd uitmuntenden wijn te laten
drinken, soms keurige spijzen te laten eten, waarop
hij zich (hans met gcene mogelijkheid meer kou
tracteeren. Wordt vervolgd.)