N I E W No. 1579. Zondag 24 Augustus 1890 15de Jaargang. Eene stichting der christe lijke liefde. BU1TEKL~A 1». B I ft ft K N L A All 7 Twee vrienden. LlüSUIt; ABONEBMBNTSFBIJB Per 3 maanden voor Haarlemt 0.8b Foor de overige plaatsen in Nederland ft. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afz?nderljjke Nummer»0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BDBSAV: St. Janstraat Haarlem. AQ-ITSS M A NON AGITATB PH1J8 3KB ADVEBTBNTIBïS Van 16 regel» 30 Oents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Oents per advertentie h Contant. Advertentiën worden uiterlyk Maandag-, Woensdag en Vrjjdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPER8 k LAUREÏ. II (Slot.) »Wjj giogen over eeDe groote binnen plaats,» aldus vervolgt Mgr. Hettinger zijne schets. »Arm in arm, met onbescbaamden blik, liepen hier een aantal vrouwen op en neder. Het walgde mij toen ik deze ont aarden aanschouwde; het was een tooneel, voor de pen van een Dante, als passende stoffage van een der uiterste kringen zijner hel. Ik wendde injj van dit schouwspel af. O, hoe groot hoe oneindig verheven sche nen mjj de eenvoudige, bescheiden gestal ten der vrome, zachtmoedige Liefdezusters toe! Welk eene scherpe tegenstelling was er tusschen hier eu ginds; waarljjk, onschuld, en reinheid scheuken aan den mensch iets verhevens, iets goddeljjks. Welk een groote afstand tusschen deze verwelkte, vervallen, verwilderde gezichten met hunne fletse oogen zonder uitdrukking, met hun starren blik waarin het onreine vuur van lage wellust vlamt en deze engelachtige wezens, die niets zjjn dan onschuld, liefde, mede- ljjden en grtmzenlooze toewjjding. Wij kwamen in eene andere afdeeling van het groote gebouw, om naar de kapel te gaan, van welke eene tweede binnen plaats ons scheidde. Terwjjl wij deze pas seerden, hoorde ik in de verte een woest getier, een vreeseljjk kryschen, zingen en schreeuwen van vrouweljjke stemmen, van tjjd tot tijd afgewisseld door een helsch gelach, 't Werd mjj wee om 't harte. Ach, Monseigneur,» sprak de Liefdezuster, die mijne ontroering had opgemerkt, het zjjn de ontembareu les indomptables.* Zy zjjn hier ia een speciaal lokaal afgezon derd. Men zou aan eene predestinatie ter helle gelooven, wanneer men (hoort, hoe veel middelen by deze verstokte harten te vergeefs zjjn aangewend. Loon en straf, gebed en genade, liefde en strengheid, alles, alles te vergeefs. Geene ondeugd dan die waarmede deze wezens behept zjjn, houdt haar ofler zoo vast.. Zij is een monster dat zjjne klauweu diep in de ziel heeft gesla gen en dat zjjne prooi niet loslaat dan na dat het 't merg in de beenderen en het har- tebloed heeft opgezogen om haar dan weg te werpen als een Ijjk naar ziel en lichaam. Zy hebben zich aan de zoude overgegeven en nu zjjn zjj slavinnen eener zonde ge worden, die hare volgelingen, met jjzeren ketens gebonden, als dieren ter slachtbank sleept, naar het eeuwige verderf. Zjj den ken er niet meer aan, deze ongelukkige offers, om het jjzeren juk der zonde af te schudden. Er is een graad van zondige gewoonte, die de vrijheid des menschen bjjna tot nul doet zinken en waarop God de zonden door zonden straft. Ik besloot mjjne wandeling door dit verbljjf der ellende met een bezoek bjj de Overste van het gesticht. Men bracht mjj FEUILLETON. Eene episode uit den Duitsch-Franschen oorlog. Vervolg en slot.) Een van hen, een gebaarde reus, die schrijlings op een stoel gezeten zijne pijp rookte, vroeg hun in uitstekend Fransch: „Wel, heeren, hebt ge eene goede vangst gehad?" Een soldaat legde het net vol vissollen, dat hjj had meegenomen voor den officier nader. De Duitscher glimlachte: //Nu ik moet zeggen dat is niet slecht gegaan. Luister naar mij en maak u niet ongerust. Ik houd u voor twee spionnen, gezonden om mij te bespieden. Gij zijt gevangengenomen en moet gefusileerd worden. Gjj hebt den schijn aangenomen van te visschen ten einde uw oog merk beter te verbergen. Toch zijt ge in mijne handen gevallen, het spyt mij voor u maar zoo gaat het in den oorlog. Maar daar gij de voorposten hebt verlaten, moet ge een wachtwoord hebben om er weder binnen te komen. Zeg mjj dat wachtwoord en ik ia een eenvoudig doch zeer zindelijk ver trek, op bescheiden wjjze versierd met eenige lithographieën, Heiligen voorstellende, en een bouten kruisbeeld. Terwjjl ik hier eenige oogenblikken vertoefde, klonken van verre de rauwe, wilde stemmen der »indomptabl.eè De Eerwaarde Overste was eene vrouw van middelbaren leeftjjd; uit hare trekken sprak bovenal vastheid van karakter, om zichtigheid, een verstandige blik en rjjpe ervaring. Hare woorden eu baar vriendeljjk voorkomen, met waardigheid en ernst gepaard, verrieden eene vrouw van goede wereldljjke vormen, maar alles veredeld en geheiligd door den Cbristeljjken geest. Hare Congregatie, waarvan de stich teres nog in ieven is, onder den naam van de Zusters van Maria Jozef,is uit- drukkeljjk bestemd ten dienste van de ge vangenissen voor verwaarloosde vrouwen opgericht geworden en de meeste centrale gevangenissen van Frankrjjk worden door hare inrichting bestuurd. Te Parjj3 zijn thans 43 Liefdezusters, {gedeeltelijk in Sr. Lazare, gedeelteljjk in het privaat-werk huis Ouvroir in de straat Vaugirard werkzaam. De vrouwen, die ia St. Lazare voldoeude bewjjzen van beterschap hebben gegeven geljjk mjj werd verzekerd kee- ren zeer vele zondaressen, sinds de Liefde zusters deze gevangenis besturen, tot een heter leven terug en de belofte afleg gen dat zjj voortaan een leven vau boete en arbeidzaamheid zullen leiden, vinden in dit huis een toevluchtsoord. Zij staan dan ouder de hoede van eene vereeniging van weldadige vrouwen Dames de pa tronage totdat hare zedelijkheid beproefd is en tot zjj ergens in eene goed ter faam staande familie in dienst worden genomen. Ik betuigde aan de Eerwaarde Overste mjjne hoogachting en bewondering voor eene vereenigiug, die voor zulke grootscke daden van heilige offerliefde niet terug schrikt, voor de Liefdezusters, die zich met de gevangenen in eene gevangenis achter slot en grendel laten opsluiten, tus schen hooge, sombere muren om met het uitvaagsel der menschkeid een gansch leven vol zorg en moeite, verzaking en zelf verloochening te leiden tot dat de dood haar komt bevrjjden. »Eu wij hebben onder onze Zusterkens, teedere, nauweljjks zeven tienjarige maagden,antwoordde de Eer waarde Overste, »maar zie eens dit bloeiende leven, die frischheid, die uitstekende ge zondheid op hare wangen. Dat is natuur- ljjk,« zoo ging zjj op een toon van innige overtuiging voort, »voor den ongeloovige een raadsel, maar het Geloof lost dit op. Het is de macht vau het geloof, alles hangt af van het Geloof, alles komt er slechts opaan, of men gelooft, want door het Geloof vermogen wjj alles. En zoo wandelen wjj hier in het Geloof onder deze arme, verloren kinderen als in een tuin van rozen.» Dat waren de laatste woordeD, welke schenk u het leven." Doodsbleek, maar zwijgend stonden de beide vrienden daar, De officier hernam: „Niemand zal het ooit te weten komen, gij zult ongesloord terug keeren. Het geheim zal met u verdwijnen. Als ge wei gert wacht u een zekere dood. Kiest". Zjj bleven onbewegelijk staan, zonder een woord te spreken. Op denzelfden kalmen toon ging de Duitscher voort, terwijl hij naar de rivier wees: //Bedenkt, dat ge binnen vijf minuten óp den bodem van dat water zult liggen. Binnen vijf minuten! Denkt aan uwe bloedverwanten?// Van den Mont Vale'rien dreunde nog altijd het geschut. De beide visschers stonden zwygend naast el kander. De officier gaf eeu%e. bevelen in het Duitsch. Daarop verschoof hij zijn stoel om niet te dicht bij de gevangenen te zitten; twaalf sol daten plaatsten zich op 20 schreden afstand met geladen geweren. De officier hernam: //Ik geef u nog een mi nuut bedenktijd, maar geen seconde langer//. Plotseling sprong hij op, naderde de beide gevangenen, nam Morissot bij den arm trok hem ik in St. Lazare hoorde. Maar nog zeer, zeer langen tjjd later klonken mij de woor den der Eerwaarde Overste in de ooren: Nous nous promenous ici comme dans un jardin de roses! Opnieuw is er in bet naburige Bolgië eene werkstaking onder de mjjawerkers uitgebroken. In de Boriuage zjju er om streeks 8000, die het werk gestaakt hebben. De socialisten bevorderen de beweging zeer yverig. De uitbreiding der werkstaking wordt over audere plaatsen waarschjjn- ljjk geacht. Overal heerscht rust. Keizer Wilhelm genoot dezer dagen in hooge mate van de Russische militaire manoeuvres. Zjj moeten dit jaar bizonder belang wekkend wezen, met name de manoeuvre, waarbjj het oosteljjke legerkorps door het voortrukkeude westelijke korps al meer eu meer teruggedrongen werd en, om zijn af tocht te dekken, de brug over de Luga in de lucht deed springen, hetgeen de ge malin vau den Czaarstaande in een op eene hoogte opgericht paviljoen, bewerkte door een druk op eene electrische geleiding, welke naar eene in de rivier liggende mjjn van schietkatoen voerde. Kolossale balken wer den hondeideu voeten hoog geslingerd, en het water sprong als eene reusachtige fon tein omhoog. Onmiddelljjk daarna zette het overwinnende westeljjke legerkorps, deels op pontons, deels zwemmende over de rivier Luga, den tocht voort. Er komt al vervalschiug ook in de Bisinarck-interviewerjj. De jonge Hongaar- sche schrjjver eu radicale Afgevaardigde Emile Abriai yi namelijk wordt beschul digd 66n verslag van een onderhoud met Vorst Von Bismarck, dat hjj in de Pesti llirlap openbaar maakt, geheel gepbauta- seerd te hebben. De uitgever vau dat blad, die een aanzienljjke som gelds betaalde voor het artikel, moet van Vorst Von Bismarck, in antwoord op een telegram om inlichting, bericht hebben gekregeu, dat de Vorst Abrauyi niet kent en hem nooit bjj zich heeft ontvangen. Keizer Wilhelm schonk aan de in gezetenen te Hammerfest, die bjj den brand schade hebben geleden, 10,000 mark. Kardinaal Lavigerie heeft aan de voorzitters der auti-slavernjj-comités een schrjjven gericht, waarin hjj dezen uit- noodigt het »vrjje anti-slavernij-coogre9« bjj te wonen dat den 22n September te Parjjs zal gehouden worden. Elk comité zal bovendien vertegenwoordigd worden door twee gedelegeerden. Den 21 September zal de Kardinaal eerie plechtige H. Mis in Saint-Sulpice celebreeren. Een prjjs van 20 000 frs. is uitgeloofd voor het beste werk tegen de slavernij. In een gedeelte van het departement mede en zeidc fluisterend: „gauw, het wacht woord? uw makker zal het niet te weten komen". Morissot antwoordde niet. Toen greep de Duitscher Sauvage bij den arm en stelde hem dezelfde vraag. Sauvage antwoordde niet. Weder stonden zij naast elkaar. De officier commandeerde. De soldaten legden aan. Bij toeval viel de blik van Morissot op het net vol visschen, dat op eenige schreden afstand voor hem in het gras lag. Zij glinsterden in het heldere zonlicht, dat hen bescheen. Toen schoot het gemoed hem vol, en zjjne oogen vulden zich met tranen. Adieu, mijnheer Sauvage, stamelde hij. Adieu, mijnheer Morissot, antwoordde Sauvage. Zjj drukten elkander bevend de hand. Yuur! riep de officier. En twaalf schoten weerklonken. Sauvage viel voorover. Morissot, die grooter was, wankelde, struikelde an viel dwars over zjjn makker, terwijl het bloed s:roomde uit eene diepe wond in de borst. De officier gaf opnieuw zijne bevelen. Dordogne, zich uitstrekkende over eene op pervlakte van 1500 vierkante kilometer, beeft de hagelslag ontzettende schade aan gericht. Ooggetuigen zeggen dat zjj hagel- steenen van den omvang eener groote noot hebben zien vallen, Al de te veld staande oogst is vernield: tabak, maïs, druiveD, boonen, boomvruchten. Niets is er vau overgebleven. In de omstreken van Dreux, deparlement Eure-et-Loire, heeft, geljjk een telegram gisteren heeft gemeld, eeu geduchte orkaan vreeseljjke verwoestingen aangericht, niet alleen aan den oogst, ook aan tal vau gebouwen. De groote manoeuvres met spiegel gevechten der Britsche vloot zyn afgeloopeD, en hebben ook ditmaal weinig anders op geleverd dan stof tot lachen. Volgens de berichten in de bladen die, hetzjj ia ernstigen, hetzjj in irouischen stijl vervat, tameljjk wel op hetzelfde neerkomen hebbeu de beide smaldeelen een zoo goed als nutteloos spel gespeeld. Zjj stoomden uit, en na eeu zeker aantal dagen stoom den zjj weder terug, zonder eens elkauder te hebben gezien. Het heeft er al den schjjn van gebad, of zy slechts verstop pertje met elkaar hadden willen spelen. Iu de provinciën Alicante, Badajoz, Toledo en Valenzia zjju Dinsdag 81 ziekte en 38 sterfgevallen voorgekomen. Uit Florence wordt aan de Parjjsobe Nation bericht, dat aldaar de cholera is uitgebroken. De Staats-Secretaris der Ver. St. van N.-Amerika heeft bekend gemaakt, dat de vier strjjdvoerende Republieken van Cen- traal-Amerika, de bemiddeling van de Regeering der Vereeuigde Staten hebben aangenomen. De samenkomsten der hoofden van de Vereeniging Ridders van den arbeid en het bestuur van den New-York Centraal- Spoorweg hebbeu tot geen resultaat ge lei1. De Ridders van den arbeid» hebben besloten tot bet uiierste vol te houden te gen de maatschappjj. De Vereeuiging der spoorwegambtenaren vergadert Zaterdag, om een besluit te ne men of zjj de »Ridders van den arbeid» steunen en uitbreiding geven zal aan de werkstaking. De toestand is ernstig, daar ook de spoorwegmaatschappij besloten heeft aan de werkstakers niet toe te geven. Volgens tjjdingen uit Tanger zou de SultaD, na eene strjjd van vjjf dagen tegen de opstandelingen, op het punt zjjn zich meester te maken vaD de stad Marokko. Het Handelsblad schrjjft: De Heer F. Domela Nieuwenhuis onderteekent heden een belangwekkend opstel in llecht voor Allen. Hij deelt het volgende mede: //Het is eenvoudig bespottelijk, mij te ver wijten, dat ik mij ooit zou geschaamd hebben De soldaten gingen heen en kwamen weldra terug met touwen en steenen die zjj aan de voeten der heide slachtoffers bonden; daarna droe gen zij de lijken naar de rivier. En nog altijd dreunde het geschut van den Mont Valérien. Twee soldaten grepen Morissot bij het hoofd en de voelen; twee anderen grepen Sauvage op dezelfde manier. Em oogenblik en de lijken ploften in het water en verdwenen spoedig in de diepte, meegesleept door de zwaarte der steenen, die aan de voeten waren gebonden. Een weinig bloed kleurde het water rood. //Nu is het de beurt aan de visschen," zeide de officier, even bedaard als te voren en keerde naar huis terug. Daar bemerkte hij het net met visschen in het gras. Hij raapte het op, bekeek het glim lachend en riep: //Wilhelm?" Een soldaat met een wit voorschoot kwam aan- loopen. Terwjjl de officier hem de vangst der beide „spionnen" toewierp, beval hij: „Laat mjj dadeljjk die visch bakken. Ze leeft nog. Dat belooft een lekker maal//. En hij stak zijne pjjp weder aan,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1890 | | pagina 1