NIEUWE No. 1598. Woensdag 8 October 1890, 15de Jaargang. De groote strijd in onze dagen. Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B U R E A TT: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en V r ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPEB8 LAUKEI. De strijdende Kerk vertoont zich op de bruisende baren van den bewogen Oceaan, als een schip, dat heen en weer geslingerd wordt door den woedenden storm. De belofte van den Heiland gaat trouw in vervulling, want moedig en ongedeerd zien wij dit schip temidden der golven en stormen, zich steeds verheffen, wanneer wjj in onzen angst meenden, dat het in den woedenden water kolk verloren scheen. Dit schip stelt de altijd strijdende, maar ook altijd zegevierende Kerk van den God der waarheid voor. Nooit is haar strijd heviger en angstiger geweest dan in onzen tjjd; maar ook nooit was hij glorierijker en beteekenisvoller in al zijne uitwerking want alle dagen komt hij de troostvolle en be moedigende woorden van haar Goddelijken Stichter staven, die haar zeide en beloofde: Vrees niet, Ik zal met u zijn tot aan het einde der eeuwen.» Niettegenstaande alle vjjandelijke mach ten zich verzameld hebben, om met geweld de Kerk te bestormen en de poorten der hel het thans beproeven om de woorden van den Zaligmaker zelf leugenachtig te maken en trachten willen of zij niet iets vermogen tegen de Kerk, blijft zjj daar strij den en zegevieren, het hoofd bieden aan hare vijanden. Deze verbrijzelen hunne macht tegen de rots van Petrus, werken mede tot hun eigen val en tot de bekrach tiging van de woorden van Christus. Wjj, Katholieken, willen we ons dezen schoonen naam althans waardig maken, moeten in deze omstandigheden niet wer keloos bljjven; wij moeten niet met angst op den uitslag van dezen strijd wachten; want wjj weten dat hjj voor ons altjjd een zegepraal is. Maar wjj moeten krachtdadig medewerken, wjj moeten alles doen, wat in ons vermogen is, om die zegepraal zoo luis terrijk en schitterend mogelijk te maken. Deze, door hun talent en de rjjbe gave hun door des Scheppers Voorzienigheid ge schonken; anderen door de fortuin en den invloed hun door de mildheid van het Op perwezen zoo overvloedig toevertrouwd, aan te wenden waar hjj noodig is. Vestig uw blik op de gansche wereld; ziet al die bewegingen, welke tot den groo- ten strjjd het hare bijbrengen om tot het rampzalig verdelgingswerk over te gaan.Ziet, hoevele manhaftige Kerkvoogden en trouwe Priesters voor het vervullen hunner heili gen plichten met gevangenisstraf en balling schap werden beloond. En desniettegenstaan de bljjft ieder getrouw aan zijne plichten; hjj vervult ze met jjver en menschlievend- FEÜ1LLET ON. De goddelijke gerechtigheid. Vervolg Verscheidene jaren waren er verloopen sedert dat ik het Lotharingsche dorpje had verlaten. Ik meest aanvankelijk mijne klassieke studiën vol eindigen; vervolgens,uithoofde der tijdsomstandig heden, de onmogelijkheid inziende, van werkzaam te zijn tot het zielenheil van mijne medemenschen, door het omhelzen van den priesterlijken staat, wilde ik ten minste, naar mijn vermogen, eene liefderijke bediening uitoefenen, ten opzichte van de lichamen mijner natuurgenooten; ik ging mij toeleggen op de geneeskunde en ik vestigde mij in de kleine stad van Champagne, die mij had zien geboren worden. Maar ik wilde het land nog eens wederzien, waar ik de schoonste dagen mijner jeugd had doorgebracht; ik wilde een laatste vaarwel gaan zeggen aan eenige grijsaards, die ik nog hoopte in het leven te zullen vinden, en voorts was het voor mjj een plicht, om op het graf van mijn geliefden oom te gaan knielen: op het graf van dien heiligen en edelmoedigen belijder, dien de beulen van zijn post hadden ontrukt, en die ten dage der verlossing, terstond daarheen was teruggekeerd en er zjjn werkzaam leven geëindigd had te midden der geslachten, die hjj had opge- heid en de vervolging, die hij er voor te lijden heeft, is hem eene eer. Met gulden letteren zal het strijden en lijden dezer helden in de bladen der geschie denis geboekt worden en nevens hunne vro me handelingen zal men het strjjden en lijden van de Christenen in de eerste dagen der Kerk in herinnering brengen, als bevesti ging van Christus' belofte: dat [de Kerk door alle onweders heen, gaaf en gezond zal zegevieren, dat het schip van Petrus onge schonden de haven zal binnenloopen. Dit zien wij thans reeds verwezenlijken. Terwijl trotsche vijanden in Duitschlaud, Italië, in Rusland en elders onafgebroken arbeiden om de Kerk af te breken en twist en tweedracht onder de geloovigen te zaaien en van den algemeenen schaapstal af te scheuren, zien wij aan den anderen kant het geleden kwaad ruimschoots overtroffen door de weldaden en werken van onver schrokken kinderen der Katholieke Kerk. Engeland komt tot den moederschoot der Katholieke Kerk langzamerhand terug; trou we en ijvervolle Dienaars van Christus gaan in ver afgelegen landen het heilig Geloof verkondigen en verdoolden en onwetenden tot Christus' Schaapstal in te leiden, ten spijt van Satan. Bij het voortdurend aanschouwen van dit grootsch en Goddelijk tooneel, roepen dui zenden monden: o wonder! Ja, 't is een wonder de Kerk pal en on gedeerd te zien staan tusschen al de woe lingen en geweldenarijen, die we dagelijks waarnemen. Maar, wij, Katholieken, die we ten wat waarheid en j uistheid en in 'sHeilands woorden liggen, wij noemen dit geen won der; wij beschouwen dezen toestand als de voortdurende verwezenlijking der voorzeg ging en der belofte van den Zaligmaker; neen, wonder is het niet voor ons, al mag. het een wonder heeten en als een waarborg gelden voor de toekomst. Yoor de vijanden van onzen heiligen gods dienst is het stellig een verbazing wekkend tooneel, dat voortduurt en altijd duren zal, dat hunne voorgangers in 't verledene en hunne nakomelingen in de toekomst,wellicht even kortzichtig als zij, beschaamd en ont moedigd deed zjjn en zal doen worden. Hoe smartvol en boos de tijden zijn, welke wjj beleveD, laten wij heldhaftig en onver saagd ons bljjven tooDen en vooral niet mis moedig worden. Het roemrijke verledene der Katholieke Kerk is voor ons meer dan een waarborg. Wapenen wij ons met het Kruis en het gebed en God zal onze beden ver- hooren en nogmaals Zijn gegeven Woord bekrachtigen: de Kerk zal niet bezwijken, zij zal zegevierend opstaan uit dezen woedenden strijd, haar door den boozon geest en de poorten der hel aangedaan en nog meer voed; als een patriarch in het midden zijner af stammelingen. Ik ging dus naar het dorp***. Mijn eerste bezoek was in de oude en nederige kerk, die ik niet meer betreden had na het lang en vurig ge bed van mijn oom, op den avond voor den dag der ontheiliging en verwoesting, t Was omstreeks den avond en de kerk was eenzaam even als des avonds, toen ik er voor de eerste maal was bin nen getredenVan de kerk ging ik naar het kerkhof alwaar zij rustte, die ik gekend en bemind had, ik zocht de rustplaats van den heiligen Priester; en toen ik die gevonden had, stortte ik daar over vloedige tranen; daar bad ik; daar....! wilde ik voor dat de avond verder viel, op elk kruis de namen lezen der overledenen, want in dat dorp heeft men nog de godvruchtige traditie behouden, van op de graven kruizen te plaatsen, om ze te beschermen, en opdat het kruis getuige, welke meester de over ledene gediend, onder welke banier hij gestreden en van de hoop, die hij in het graf medegeno- nomen heeft. Al de graven, hoe zedig ook, hadden dus hun kruis; maar in een verwijderden en van de andere graven afgescheiden hoek, bespeurde ik een graf waarop een zwart geworden kolom stond. Geenerlei teeken van godsdienst was hier te vinden. Nieuwsgierig naderde ik, en ondanks de avondschemering las ik deze woorden: Hier ligt begraven Max Xin den ouder dom van twintig jaren overleden, den 18 Maart 1793. En op het onderste gedeelte waren deze woorden dan te voren zal zij hare onschatbare wel daden over de wereld verspreiden. Een onpartijdig oordeel over de opheffing der kloosters, verdient in onze dagen onze bizondere aandacht: »Een groote fout was het, dat men de kloosters verwoestte en deGeestelijkheid ver dreef. Zulke zonden worden vroeg of laat gestraft, zooals het, helaas! bij ons reeds geschiedt. Waar zijn de aan de kloosters ontstolen schatten, de bibliotheken, de ver zamelingen van naturaliëD, de physicaie apparaten,gebleven?De kloosters waren schat kamers en scholen voor het land en die het niet waren, had men er toe kunnen in richten, nu onze Staten eenmaal niets anders kunnen dulden, dan datgene waaruit geld te persen is. Maar hadden de kloosters ook niet kunueu blijven bestaan uit achting voor hunne vroegere bestemming? Waren het niet kloosterlingen, die het allereerst den grond bewerkten, het volk onderwezen, onze Vor sten leidden, een rnilden godsdienst en met dezen zedelijke en wetenschappelijke ont wikkeling brachten? Wat zouden wij zijn zonder onze kloosters? Niets dan halfwilde Germanen. Heeft onze tegenwoordige tijd niet het minste gevoel voor dankbaarheid en eerbiedwaardigen leeftijd? O, wij denken nog den tijd te beleven waarin de Regee- ringeu, ontnuchterd van hare alles verwoes tende verlichting,» blijde zullen zijn, wan neer de vervallen kloostergebouwen weder door Monniken zullen bewoond worden, die hunne koren tot Gods lof en tot stichting van het volk zullen laten weergalmen. Het bovenstaande is niet geschreven door een ultramontaan, maar door een ongeloovig Zwitsersch natuuronderzoeker, Oken gehee- ten, in het jaar 1814. Wat zon de man thans wel zeggeu? Te Brussel zal op Maandag den tienden November, 's daags vóór de opening der Kamer, eene groote betooging plaats heb ben als protest tegen het census-kiesrecht. In een schrijven aan den mijnwerkers- bond in Henegouwen heeft het centraai- comité der werkliedenpartij er dezer dagen krachtig op aangedrongen, geen partiëele werkstakingen te beginnen, ook niet al moch ten de directeuren daartoe provoceeren,opdat de krachten gespaard bljjven voor gemeen schappelijke handelingen. De waarnemende Duitsche Rijkscom missaris in Oost-Afrika heeft eene procla matie in het Suaheelisoh, Arabisch en Indisch uitgevaardigd, waarin hij, krachtens eene overeenkomst met de Britsche Oost-Afri- kaanscbe maatschappij, bekend maakt; dat gegrift: Is met haren zoon vereenigd Margaretha X in haar kasteel verbrand den 21 Maart 1793. Groote God, riep ik uit, binnen vier dagen een zoon en eene echtgenoote, ontrukt aan een vader en echtgenoot! En voorts, dat tijdstip van 18 Maart henieuwde zich levendig voor mijn geest! Het was inderdaad daags na dien akeligen dag waarop de kruizen werden geveld, waarop mijn oom uit zijn vreedzaam verblijf verbannen werd en waarop ik genoodzaakt was deze plaats te verlaten, die ik sedert dien tijd niet had wedergezien, Vier dagen gingen voorbij, en toen reeds had de baljuw gade en zoon verloren! Vervolgens zocht ik een verblijf voor den nacht en toen ik des avonds aan den gastvrijen discli gezeten, naar eenige bizonderkeden vroeg aan gaande de familie X...., bespeurde ik eene rilling bij alle aanwezigen; de lieden werden bang, door de herinnering aan den goddeloozen en aan zijne straf. De vader des huisgezins, dien ik reeds bjj mijn eerste verblijf te gekend had, nam het woord op, en in zijne naïeve eenvoudigheid, zeide hjj: //Het is evenwel niet, omdat ik kwaad van mijn cvenmensch wil spreken, mijn goede heer; maar zie, God heeft hem, die onze religie ver woestte, hard gestraft. Gij herinnert u gewis, dat Max het hoofd van het steenen Christus-beeld verbrijzelde, bij het inkomen van het dorp. Nu den volgenden dag heeft de bende, die gij hier gezien hebt, een vrijheids-boom opgericht en er rondom gedanst. Max wilde in den boom klim- in het geheele land alle geweren onmiddel lijk aan de stations-commandanten moeten worden vertoond, die ze alsdan een merk zal doen geven, waardoor de eigenaar ver gunning verkrijgt, zoodanig geweer te dra gen. Voor ieder, die binnen drie maanden na afkondiging dezer proclamatie aan dit be vel voldoet, wordt het merk kosteloos ver strekt. Wie later komt, moet daarvoor 21/* ropij betalen. Alle geweren, die binnen twaalf maanden na deze afkondiging nog niet zijn gemerkt, worden zonder vergoeding in be slag genomen. Ook telkens wanneer iemand een nieuw geweer koopt, of een geweer het land invoert, moet het dus tegen betaling van 21/2 ropij worden gemerkt. Achterlaad- geweren worden slechts met zeer bizondere vergunning toegelaten en zijn voor ieder ander ten strengste verboden. Wie een ach- terlaadgeweer heeft, moet het bij den stati ons-coin maudant tegen een voorlader in ruilen. Wie later in het bezit van een achter- laadgeweer wordt bevonden, wordt streng gestraft. Bij het onderzoek der bagage van Jean Bonnet, die te Nancy is aangehouden als verdacht van spionnage, heeft men in een koffer, die voorzien was van een kun stig ingerichten dubbelen bodem, papieren gevonden, die naar gemeld wordt, geen twij fel omtrent diens schuld overlaten. De gewezen Keizer van Brazilië heeft de villa Breckignac, in het park van Clu- goy, bij Versailles, gehuurd. Mermeix, die thans in zijne artikelen Boulanger zoozeer tentoonstelt want hjj gaat nog steeds daarmede voort verhaalt nu zelf, dat hij bjj de verkiezingen naar het departement Isère gezonden, om voor de candidatuur van den Generaal te werken en dat hij te dien einde 80,000 fr. had medegenomen, die hij ook had uitgegeven. De 80,000 fr. hebben echter niet gehol- peo. Boulanger werd niet gekozen. Uit officiëele bescheiden aan het Par lement overgelegd bljjkt, dat de stad Glas gow bizonder bevoorrecht is wat betreft het aantal vergunningen voor den verkoop van sterken drank in 't klein. Dat aantal bedraagt daar niet minder dan drie op elke 1000 inwoners. De jaarlijkscbe opbrengst vau het vergunningsrecht beloopt in Glasgow het zeer groote cijfer van 174 861 14 sh,, en daar de bevolking 557 600 zielen be draagt, volgt hieiuit dat elke man, vrouw en kind in die stad gemiddeld elk jaar de voordeelen voor de tappers buiten rekening gelaten tusschen de 5 en 6 sh. betaalt voor de instandhouding van den ver koop van sterken drank. Castioni, beschuldigd van den Staats raad Rossi, tijdens de onlusten te Belliuzona, te hebben doodgeschoten, werd krachtens, men, om de verschrikkelijke roode jakobijnen- muts in diens lop te plaatsen: maar den top bereikt hebbende, viel hij en verbrijzelde zijn hoofd; den vorigen dag had hjj het hoofd van zjjn Ver losser verbrijzeld; de straf volgde dus van zeer nabjj op de misdaad. Drie dagen verliepen; zijn vader deed in een zijner huizen de krui/reu verbranden, die hij geveld had, toen de heilig— sckennende vlammen het huis in brand staken; en daar de inwoners van het dorp, die hjj allen door zjjne goddelooze verwoestingen verbitterd had, geenerlei haast maakten, om hulp aan te brengen, breidde de brand zich uit en de geheele wijk, die de baljuw op groote kosten nieuw had laten bouwen, werd de prooi der vlammen, met zjjne vrouw, die men niet kon redden. En wat is er van hem geworden? vroeg ik. //Hjj deed in allerijl de kolom oprichten, die gij gezien hebt en bij welke niemand wil begraven worden; ver der, daar hij veel geld geleend had, om te bou wen, werden zijne gronden aangeslagen en ver kocht, om zijne schuldeischers te voldoen. Hij zelf, overstelpt van droefheid, aan den arm of aan de hand gekwetst, is uit dezen omtrek verdwenen en men heeft hem sedert niet meer in het dorp gezien." Ik bracht eenige dagen in het dorp bij mijn8 oude vrienden door, en keerde vervolgens te mijnent weder, betreurende, dat ik niet had kun nen vernemen, wat er van den gewezen baljuw was geworden. (Wordt vervólgd.) IMSCH1! ABONNEMENTSPRIJS ÏIENDJUT. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. iusjItmTl a n d.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1890 | | pagina 1