NIEÜ W E
No. 1606
Zondag 20 October 1890.
15de Jaargang.
Goede voorbeelden.
BÜT'l' E S i. A N I).
Een moord.
On vertrouwbaarheid van het
geheugen.
II RUT.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B U RE A TT: St. Janstraat Haarlem.
UTMAiMTirnimrr
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën wordeu uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vryda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: K.ÜPPÏÏR8 k liAURET.
sLeeringen wekken maar voorbeelden
trekken.» Niet genoeg kan deze spreuk een
ieder, die met de opvoeding der jeugd be
last is, op bet hart gedrukt worden; im
mers is dit spreekwoord in het algemeen
waar met betrekking tot den invloed, dien
de eeue menscb op den anderen uitoefent,
niet minder is deze spreuk van toepassing
by de opvoeding der jeugd. Vanwaar komt
het tocb, dat men soms bij het kind fou
ten en gebreken bemerkt, die het zoo zeer
ontsiereu? Waarom hoortjmeu iu onze da
gen zoo vele klachten over de baldadig
heid, ja ongebondenheid der jeugd? Is de
schuld niet veeltijds bij de ouders te zoe
ken? Beroemen zij zich niet al te dikwerf
op daden huuner kinderen, waarover zij
zich veeleer moesten schamen en inplaats van
prijzen de strengste straffe moesten toe
passen? Voorzeker ja. Ea helaas! te laat
ondervinden zij, tot hun eigen ongeluk
en tot dat huuner kindoren, de treurigste
gevolgen. Iioe dikwerf klagen de ouders
later over de onhandelbaarheid huuner zo
nen eu dochters, hoe zuehteu en weeuen
zij over de buitensporigheid huuner kinde
ren, en waar anders de schuld gezocht dan
bij zich zelveu.
Waarom de fouten verschoond en door
de vingers gezieo, waarom het woord des
Heereif niet iu toepassing gebracht: »D,e
de roede spaart, haat zyu zoon.» De mensch
aauschouwt voorzeker als het hulpbahoe-
vendste schepsel het eerste levenslicht, alles
moet hem ouder de teederste zorgen wor
den ver3treki; de gelegenheid tot het ver
krijgen van voedsel bestaat voor hem, zon
der hulp, in het geheel niet; want hij kan
zich slechts met moeite bewegen en zeker
niet van plaats veranderen. Langzamerhand
wordt hij door zorgvuldige verpleging en
verzorging der ouders in staat gesteld zijne
ledematen behoorlijk te kunneu gebruiken;
alles wordt aangewend om het tichaam te
ontwikkelen zooals noodig is, doch meesten
tijds wordt eene degeljjke opvoeding ver
geten; men bekommert zich meer om de
vorming van htt lichaam dau om die van
verstand en hart.
Blikken wij in de natuur rond dan ont
waren wij bij de bewonderenswaardigste
overeenkomst, die er overal heerscht, tevens
de grootste verscheidenheid. Nemen wij de
bladen van een boom, oogenschy nlijk gelijk
zija ze toch werkelijk verschillend. Evenzoo
is het, niet alleen met het lichaam van den
menscb, maar ook met zyu karakter. Allen
hebben wij dezelide bestemming, alleu heb
ben wij ziel en lichaam, doch wij zoeken
tevergeefs naar personen, die volkomen den
zelfden aard en dezelfde hoedanigheden,
dezelfde wijze van deuken en handelen, de
zelfde neigingen, driften eu hartstochten
bezitten. Het is dus vau het grootste belaug
FEUILLETON.
Vervolg en slot.)
Toen ik de trap naar mijn kamertje besteeg,
waren mijne leden van vermoeidheid en schrik
zoo zwaar als lood. Nauwelijks lag ik in de veeren,
of de torenklok sloeg met doffe slagen het uur
van middernacht. Eene koude rilling ging mij door
de leden. Elk oogenblik vreesde ik de bloedige
schim van den vermoorde voor mijn bed te zien
opdagen.
God in den hemel! Wat had ik gedaan! Ik
hoorde hoe de ouders, wier eenigen zoon ik ge
dood had, om hunne verloren levensvreugde jam
merden, ik hoorde eene vrouw klagen, wier man
en kinderen schreiden, omdat ik hun vader had
gedood.
Of ik deze dingen wakende of dromende be
dacht, nadat de slaap zich over mijn doodmoe
lichaam erbarmd had, weet ik niet meer.
Toen men mij 's morgens wekte, sloud ik met
een zwaar en dof hoofd op.
Beneden op de plaats stond mijn vader al
gereed.
voor de ouders, reeds vroegtijdig te letten
boe zij hunne kinderen '«oeteu behandelen.
Bij het eene doeu zij met eeu woord van
afkeuring meer dau bij eeu ander met harde
straften. Het hart van een kind is als deeg;
men kan het kneden eu vormen naar ver
kiezing; men kan er in planten en zaaien
wat men wil en zal er bijgevolg ook zoo
danig vruchten van genieten. Het is wel
niet te verwonderen dat vele ouders op latere
dagen smart en droefheid moeten onder
vinden; het is niet te verwonderen dat vele
kinderen zich aan leugentaal en dieverij
schuldig maken; het is niet te verwonde
ren dat zij huichelen en veinzen. Waarom
worden de fouten van een kind bewimpeld
en bedekt? Weet men niet dat zoo de kiem
tot kwaad wordt gelegd?
Hoe kuut gij, ouders eu opvoeders iu uwe
kinderen berispen: ongodsdienstigheid, onbe
tamelijke woorden, zoo zij die bij u waar
nemen en van u voortdurend hooren. Weet
gy nifct, dat het kind zich in u spiegelt eu
uw handel 6U waudel volgi? Is het geene
waarheid; dat het gedrag der kinderen zich
regelt naar de handelingen der ouders, die
de eerste voorbeelden zijn vau het kind?
Uitgenomen enkele eu zeldzame uitzonde
ringen, kan men bij aandachtige opmerk
zaamheid niet aan de handelingen der kin
deren, die der oulers toetsen? Het spreek
woord is ook bier eeu waar woord: »Een
appel valt maar zeldeu ver van den boom.«Of
wil men een ander en nog meer gepast:
»Zooa!s de ouden zingen, zoo piepen de
jongen.
Maar, zal mezeggen, de kinderen zijn
niet altijd ouder onze oogen; zij brengen
een groot gedeelte hunner jeugd op de school
door, zij zyn vaak op straat, wij kunnen
niet altijd op hun doen en laten letten.
Volkomen waar, de school werkt echter mei
u hand iu band, zij beoogt hetzelfde doel,
nameljjk het geluk uwer kinderen eu gjj
behoeft haar slechts de behulpzame hand
te reiken.En wat de straat betrefl, iu huis
zult gij soms hooren, wat zij daar geleerd
hebben; roei dat kwade dan uit, doe u best om
bet goeie in de jeugdige harten te plauten
en gij zult later vreugde en geuot van uwe
kinderen beleven; zij zullen alles doea om
u tot troost eu steun te ziju, maar bemer
ken zij, dat gij u weinig om hun lot be
kommert, wees verzekerd ook zij zullen la
ter met dezelfde maat melen waarmede gij
gemeten hebt.
Het hoogste gebod, dat wij als menschen
hebben op te volgen, is dat der liefde. Liefde
in hot huisgezin, liefde jegens God eu jegens
onze evenmenscheu, ziedaar het middelpunt
waai uit alle deugden als stralen uit den
zelfden cirkel komen. Hooren de kinderen
tehuis tieren, schelden eu vloeken, hoe kan
het anders of ook zij zullen aan dit euvel
mank gaan, zij zullen deze woorden als
mannelijke taal beschouwen en tevens uit-
Gaan wij beiden alleen? vroeg ib.
Mijn vader antwoordde slechts met een lichten
hoofdknik maar hij keek mij vragend aan, toen
ik mijne studentenpet, die anders bij mjjnejacht-
tochten geheel niet te pas kwam, opzette en mijn
stok greep. Voor niets ter wereld had ik den moed
gehad, mijne buks aan te raken.
Zonder ten enkel woord te spreken, gingen wij
het reeds ontwakende dorp door cn toeD wij na
eene kleine wandeling door de vlakte hetbosch
naderden, zagen wij reeds van verre in het nat
bedauwde gras de donkere streep, die den weg
aanduidde, dien ik des naehts van uil. den met
mos begroeiden greppel dwars door de weide had
genomen.
Toen wij daarop langs de verzamelplaats van
het wild het woudpad volgden, onderzochten wij
het gras eu de kruiden lang3 het pad. Zij waren
allen wit en nat van den dauw geen voet had
dus gedurende den nacht den zodenrand betre
den. Wel vonden wij echter de plek waar ik naar
beneden in den greppel gesprougen was en daar
lag ook mijn hoed.
Eer wij nu de open plek onderzoeken, moe
ten wij eerst nauwkeurig de richting van het schot
bepalen. Ga dus een twintig schreden dieper het
hout in, keer dan terug en wanneer gij nu van
onder de hoornen te voorschijn treedt, zie dan
bazuineu hoe hoe het in uwe woning toe
gaat. Uwe kindereu zijn uwe heiligste pau-
den, gij moet huu geluk als het uwe be
schouwen eu alles aunwenden om zulks te
bereiken. Gij moet dau allereerst de mid
delen gebruiken om hen van het kwade
teruc te houden eu voorts zulke, die hen
tot, het goede aansporen.
Tot de eerste bebooren: de herinnering,
de vermaning, de bedreiging eu ten laatste
de straf, dat is de verwekking tot onaan
gename indrukken na herhaalden misslag.
De aansporing tot het goede bestaat iu de
goedkeuring, belofte en belooning of de
verbinding van een aangenaam gevolg aau
eene goede handeling. Eu wat het meeste
tot het goede bijbrengt is het goede voor
beeld. Goed voorgaan doet goed volgen.
Wil men dan vreugde van zijne kinderen
beleven, wil men zich zelf ea zijne kinderen
gelukkig maken, wil men uuttige leden voor
de Kerk eu maatschappij aankweeken ge
denken wij dau niet alleen de spreuk, maar
brengen wij haar sttels iu beoefening: »L er-
in-'eu wekken, maar voorbeelden trekken.»
O
Met levendige belangstelling volgt rneu
aan het Hof te Berlijn de tijdingen omtrent
den gezondheidstoestand van Koning Wil
lem III. In 't bizouder trekt de aaudacht hot
door een personeeleu baud met Nederland
vereenigde Groothertogdom Luxemburg. Iu
dit land zal, gelijk bekend is, waaneer de
Koniug niet langer iu staat is de Itegeering
wair te nemen, Hertog Adolf vau Nassau
het Regentschap voeren. Eene veel bespro
ken vraag is het nu, of de Hertog het Re
gentschap van zyn e woonplaats uit te Kö-
uig8teiu by Frankfort a/M. zal waarnemen,
dan of hij andermaal naar Luxemburg zai
trekken. Men verhaalt in de hofkriugen,
dat Hertog Adolf niet anders dan als re-
geerend Groot-Hertog den Luxamburgschen
grond wil betreden. In dit geval zon eene
deputatie uit de Luxemburgsche Vertegen
woordiging zich naar Köuigstein moeten
begeven om daar van den Hertog den eed
als Regent te gaan afnemen.
Men beweert te Berlijn dat de onder
handelingen tusscheu de Europeesche Re-
geeringeu over een gemeenschappelijk op
treden" tegen de Mac Kinley-wet wordeu
voortgezet." Het bewijs hiervoor ziet men in
de vragen, welke namens de Regeering zijn
gericht tot eeuige aanzienlijke Berlijnsche
tabrikanten, die verzocht zijn op te geven,
welke waren zij ui!i Vereenigde Staten
ontvangen eu ot deze zonder nadeel ook in
andere 'landen kunnen gekocht worden.
Keeren thans de eenmaal verbannen
eu uitgeweken socialisten in grooten getale
naar Duitscblaud weder, de bekende rumoe
rige leden van deu Rijksdag, Fritzsche, Most
en Hasselmaun, zullen echter eenvoudig in
nauwkeurig naar de richting, in welke gij hebt
geschoten.
Ik deed zwijgend wat va ler mij beval en toen
ik uit de schaduw der slanke dennen in do open
ruimte trad en mijne oogen zich richtten naar de
helling, kwam er over mijne lippen een halfluide
kreet van verlegenheid.
Daar stoud hij weer de lange, magere wilddief
met zijn zwart gemaakt g zicht precies zoonls
van nacht Nu ik hem echter in het volle zon
licht, in plaats \aa in den bleeken maneschijn
beschouwde, veranderde hij jdotseling in den don
keren, half verrotten tronk van een don, dien de
storm reeds voorjaren iu tweeën had gebroken.
Op ongeveer eene manshoogte stak uit den boven-
stomp een afgebiokeue, vermolmde tak in de rich
ting van het woudpad.
Het donkere bloed steeg mij van schaamte naar
hev hoofd. Vader echter glimlachte en wenkte
mij hem te volgen, terwijl hij door het jonge
dennenhout naar den dennestomp liep, die mij zoo
veel schiik had aangejaagd.
Even boven den vooruitstekenden tak vonden
wij het murwe hout door nijju kogel doorboord
ea gesplinterd.
Amerika blijven. Fritzsche, wiens zeer fraaie
grijze haren en mooie baard iu 1878 in
den Rijksdag zoozeer de aandacht trokken,
heeft thans een hotel te Philadelphia, dat
werkelijk zeer groot is. Toen men hem dezer
dagen zeide, dat nu de gelegenheid, om voor
den werkman op te treden, weder openstond,
dat hij vrij naar zyn vaderland moebt weder-
keeren, verklaarde hij, zich stilletjes bij zyu
vak te houden. Most is een oumogelyke
man, als bij te Berlijn durfde wederkeeren,
zou bij onmiddellijk wegens hoogverraad
in arrest worden genomen, daarom zal hij
in Amerika blijven, ofschoon hij ook daar
reeds in de gevangenis heeft gezeten. Has-
selraann de langdradige redenaar, maar vroe
ger tocb een der jjverigste sociaal-democra
ten, is nu scheikundige te New-York en heeft
geen zin om naar Europa weder te keeren.
Het feest ter eere vau Graaf Moltke zal
heden (Zaterdag) aanvangen met eene gods
dienstoefening in de garnizoenskerk, die de
Keizer aan Graaf Moltke's zijde denkt bij te
wonen. Daarna zal Z. M. zich naar de woning
van deu jubilaris begeven met een schitte
rend gevolg van hoofdofficieren, omringd
door den Koning van Saksen en de Groot
hertogen van Baden en Hessen en alle Prui-
s s ;he Prinsen, om Graaf Moltke de geluk-
weuscben van leger en vloot te brengen.
Als bizonder eerebewijs, gelijk nog nooit
aau eeu onderdaan van een Pruisischen
Koning teD deel viel, heeft de Keizer be
volen, dat alle vaandels en standaarden van
het Barlijusche garnizoen op den feestdag
in Graaf Moltke's woning zullen gebracht
wordon.
De samenkomst van Caprivi met Crispi
zal tusscheu den 5en en den 9en Novem
ber plaats vinden te Milaan. Op zijne reis
daarheen zal Caprivi een bezoek aan Mun-
chen brengen.
De eerste Helgolandsche »recruut»
(geboren nadat het eiland aan Duitschland
overging) heeft van den Keizer een gouden
kroes met zjjn portret ten geschenke ont
vangen.
Bij deze gelegenheid wijzen de bladen op
het feit, dat door de wijziging, die in de
Regeering heelt plaats gehad, er nog geene
verandering gekomen is in de rechten,
waarnaar het grondbezit op het eiland is
geregeld. Zij, die niet op Helgoland geboren
zijn, kunnen das nog, evenmin als vroeger,
grondbezit op het eiland verwerven.
Bij den Landdag van Beneden-Oos
tenrijk is eeu voorstel ingekomen van den
Afgevaardigde Schoffel, tot hervorming der
Arm-verzorging eu strekkende o. a. om de
gelden, daartoe vereischt, voor een gedeelt9
te doen opbrengen door hooge belastingen
op artikelen van weelde. Alle luxe-dieren
wordeu belast: honden met f 5, katten
als het niet bewezen is, dat zij voor het
vangen van muizen gehouden worden
zangvogelt jes, eekhorentjes en dergelijke met
Een merkwaardig voorbeeld hoe het geheu
gen ons plotseling in den steek kan laten, had eens
in eeu der Londensche schouwburgen plaats. De
voorstelling was van eenigszins gemengden aard
en de engelenbak riep om een geliefkoosd lied,
hoewel het niet op het biljet vermeld stond. De
welbekenden Iersche tooneelspsler, John Henry
Johnstone, kwam op, dadelijk bereid om aan het
ontstuimig te kennen gegeven verlangen van het
publiek in den engelenbak te voldoen.
De muziek begon, maar Johnstone stond stil
en zwijgend, blijkbaar in groote verlegenheid.
Weder werd de introductie gespeeld, maar de on
gelukkige zanger was verlegener dau ooit. Voor
de derde maal speelde de orkest het introductie,
maar vruchteloos en nu trad Johnstone voor het
voetlicht en sprak het publiek aldus aan. Dames
en heeren, ik verzeker u, dat ik dit lied reeds
zoo dikwijls heb gezongen, dat ik den eersten regel
heb vergeten."
Die woorden werden met een schaterend gelach
begroet en honderden 3teramen begonnen hem de
woorden aan te geven. Dit had de gewenschte
uitwerking en hij zong het lied tot algemeen ge
noegen en werd daverend geapplaudisseerd.