NIEUWE Mo. 1641 Zondag 25 Januari 1891 16de Jaargang. Kan liet zoo langer? "BUITENLAND. fr. p. p. 0,85 1,10 1,80 0,03 Dit blad verschijnt elkeu DINSDAG, DONDEEDA BUEEAïï: St. Janstraat Haarlem G en ZATERDAG. Uit het leven van een koordedanser. H44RII ABONNEMENTSPRIJS Pöi 3 maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland Voor het buitenland Afzonderljjke nummera AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contsut. Adrertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vr jjda g-a rond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K 1' f tfi K is k EaUBEÏ. De sociaal-democratie is iu de afgeioo- pene week weder eens aan het woord ge weest. Maandag-avond besprak de aanvoerder dier heillooze richtiug in eene vergadering van sociaal-democraten te Amsterdam een onderwerp, waarvan men voor DomelaNiou- weuhuis nog eau woord had gezegd, al wist waar het op zou uitloopen. Do quaestie of liever de zaak want eene quaestie is het niet voor het Neder- landsche Volk waarover de leider der sociaal-democraten zjjue wpsheid zou ver kondigen, betrof het »iukomeu der Kroon.» Zijn gehoor bestoud natuurljjk uit da personen, die elke gelegenheid aangrijpen om de beitaande instellingen iu een ver keerd daglicht te plaatsen en die juichen, wanneer er een opstaat, die den treurigen moed heeft het gezag aan te vallen en te bescbimpeu. Wij vrenscheu de rede van Domela Nieu- wenhuis bier niet te bespreken, ook niet om ze te wederleggen, daar wij de overtui ging bezitten, dat de overgroote meerderheid van de Nederlandsche Natie walgt van de taal, welke door dien volksleider wordt uit geslagen. Zjjno voorstelling van zaken was in de Maandag plaats gehad hebbende bijeen komst weder zoo valscb; zjjne wjjze van spreken over personeD, die aan ons volk lief zjjn of waren, en waarvoor ieder recht schapen Nederlander de hoogste achtiüg koestert, was zoo beleedigend, dat wjj met afschuw ons afwenden van dien persoon, die reeds zooveel onheil over ons vaderland in verschillende kringen heeft gebracht, en die zeker door bet nageslacht voor zjjn optreden zal gevloekt worden. Toch meenen wjj, dat die bijeenkomst niet geheel onbesproken mag blijven, en dat hetgeen daar te hooren werd gegeven, de aandacht moet trekken van heD, die met de handhaving van het gezag iu ons land zjjn belast. Want bbhalve door den eigenlijken spre ker, die wel oppast voor den strafrechter, werd ook het woord gevoerd door enkelen zjjner pariijgenooteu en vrienden. Zooals liet meermalen gebeurt, zijn de volgelingen van een leider nog heftiger in hunne woorden en uitdrukkingen dan de aan voerder zelf. Zij zjjn »plus royaüste que le roi,» en gaan gewoonlijk in huuce conse quentie verder dan de hoofdman, die zeer beleidvol ophoudt of terugtreedt, wa> neer bij deukt een stap te ver gedaan te hebben. Te verwonderen is het dau ook niet, dat een der personen de driestheid had iu net vuur zjjner rede onze tegenwoordige Re geering te kenschetsen als eene »rooverbecde en dievenboel.» Dit zijn slechts enkele woorden uit de FEU ILL E ON. (Vervolg) Op elk der palen bevindt zich een plat om uit te rusten en op een ervan laat ik gewoonlijk een afschutsel aanbrengen om van kostuum te kunnen veranderen. Ik moet hier doen opmerken, dat de uitrusting, waarin ik eerst optrad, zeer zwaar en met veel zorg bearbeid was. De handschoenen, die er by behooren, waren een» het eigendom van den be roemden tenor Mario. Overigens zijn mijne kostu- mes iu den regel zoo licht mogelijk; aan mijne voeten draag ik gewoonlijk schoenen van lijn leder met zachte zolen. Een koordedanser, zoo wordt, geloof ik, algemeen aangenomen, moet bizonder groote of vliezige voeten hebben. Geheel ten onrechte, want de mijne zijn, voor zoover ik weet, veeleer onder dan boven de middelmaat. Tot de volledige uitrusting behoort natuurlijk de balanceerstok. De mijne is van eikenhout en ongeveer 26 voet lang en weegt tusschen 40 en 50 pond. Hjj bestaat uit drie deelen, zoodat hij gemakkelijk uit elkaar is te nemen eu op reis fraaie toespraak, welke de man ten beste gaf om te betoogen, dat eene jongeling schap niet moest voldoen aan den d eost- plicht. Nu weuschen wij wel eene vraag te stel len, naar aanleiding vau die woorden. Ze te bestrijden, achten wij overbodig, omdat ze zich zelf veroordeelon. Ze toonen, dat hij, die ze uitsprak, behoort tot dat soort van meuschau, 't welk slecht) in schelden en oproer kraaien het heil voor het vader land meent te zien. De vraag, die ons op 't harte brandt, is deze: Wordt het nu maar zoo ongestraft toegelaten, dat een persoon, op zulk eeae schandelijke wijze als Maandag-a»oud ge schiedde, het wettig gezag in om vaderland aanrandt door de Regeeriug voor te stellen al eaue rooverbauda en dievenboel? Hoe die uiau hiertoe kan komen, is ons alleszins begrijpelijk.Het onontwikkelde volk wordt zoo licht medegesleept door degenen, die in natter bewoordingen, maar met even schandelijke bedoelingen de Regeering van het land verdacht maken eu trachten aan te toonen, dat wanneer zij eenmaal de macht in handen hadden, alles wel goed zon gaan. Waar de Natie zulk een voorbeeld heeft, daar moeten de slechte elementen onder ons volk wel denken: wat b.v. in de Kamer ouder fijne bewoordingen gezegd is, mogen wij wel eens wat duidelijker herhalen. De woordeu »roorerbeude eu dievenboel,» jongstleden Maandag van de Regeering ge bezigd, is in de volkstaal hetzelfde als de meer gekuischte taal, die door vele tegen standers van het gezag in de hoogere krin gen der samenleving wordt vernomen. Met dat al wordt het toch maar gezegd, en wjj wenechen er nadruk op te leggen, hoe zulke woorden ongestraft worden uit gesproken. Het gezag is jongstleden Maandag weer schandelik gehoond en beleedigd. Ieder fat soenlijk mensch moet toestemmen, dat dit in ons Vaderland zoo niet langer mag voort gaan. Zelfs al is men tegenstander van de Regeering, ai kan meu zich niet vereenigen met de staatkunde, welke door haar wordt gevolgd, dau nog heeft men niet het recht op dusdanige wjjze over haar het woord te voeren. Een eerlijke tegenstander waardeert zijn vijand. Hij zal hem met waardige wapenen besirjjdeu. Met open vizier valt hij hem aan en zoekt in hevigeu, maar oprechten en eerlijken kamp de overwiuttiug te behalen. Doch verdachtmaking eu schelden moet door hen gedaan worden, die bij zich ztlf ge voelen, dat zjj het recht niet aan hunne zij Je hebben. Wanneer duidelijk en oubevaugeu wordt aangetoond, waarin zij, die op het oogen- blik de macht in handen hebben en het ge zag moeten handhaven, falen, dan verdient hij, die voor het gekrenkte recht optreedt, niet veel plaats inneemt. Op mij ie tochten door alle streken der beschaafde wereld heb ik natuur lijk geleerd, myue bagage in den meest liekaopten omvang te beperken; maar desondanks dwongen me de omstandigheden, een massa dingen mee te sleepen; op mijnereis naar Australië woog mijne bagage 60 ton. Dikwyls wordt me de vraag gedaan, hoe ik mij gevoel, als ik over de koord ga. Als men daar mee bedoelt, of ik een gevoel van vrees of zenuw achtige onrust bij mezelf bespeur, moet ik met een beslist vneen" antwoorden. Ik kijk onder't saan ongeveer 18 of 20 voet opwaar s en fluit zachtjes of neurie eene melodie, zooals ik doe, als ik goed ben geluimd. Ook blijf ik steeds in de maat met de ben:den mjj spelende muziek; ik vind namelijk, dat dit er veel toe bydraagt om me het evenwicht te doen bewaren. Met mijn eigen gewicht en dat van den balanceerstok moet de koord ongeveer 230 pond dragen, waardoor zjj natuurlijk aanmerkeljjk door buigt. De hieriloor ontstane inzinking biedteen der grootste moeilijkheden voor het bewaren van het evenwicht. Ik treed het liefst in de open lucht op, want in een zaal of tooneelgebouw ze mogen dan nog zoo ruim zjjn is de bedorven atmosfeer welke ter hoogte van mjju koord heerscht, hoogst gehoor en, zijue stem zal niet te vergeefs klinken, leder onpartijdige zal er naar luis teren. Maar nimmer zal hjj iu 't geljjk wordou gesteld, die zijne kracht zoekt en vindt in een oneerlijken strijd. Doch wij komen op ouze vraag terug en vestigen de aandacht op den uoodlottigen invloed, die de beleedigeude woorden voor da toekomst onzer natie kunnen hebben. Indien het ongestraft wordt toegelaten,dat het gezag wordt gehoond, zullen de onte vredenen voortdurend driester het hoofd op steken. Zjj zullen zich telkens krachtiger en iu voortdurend smaleuder bewoordingen doen hooren. Eiudelijk zullen de woorden overgaan iu daden, en burgertwisten zijn het eiude van dit begin. Niet alleen, omdat de Regeering werd gehoond, niet alleen, omdat personen, die wij moeten achten, door het slijk werden ge sleurd, maar ook omdat het belang des Va derlands het eischt, zouden wjj willen, dat de opstand, welke nu door sommigen wordt gepredikt iu zijne geboorte werd gesmoord. De geschiedeuis leert, dat elke burger oorlog is aaogevaugen met twist stoken. Elke feitelijke opstand tegen het wettig ge- zagtis begonnen door oproerkraaiers, die men niet tijdig genoegden mond heeft gesnoerd, eu die in de flauwheid vau het gezag grond vonden om met hunue verdachtmakingen voort te gaan. Het antwoord op de vraag, of de taal der sociaal-democrateu in 't openbaar moet wor den verboden is daarom naar ons in zien niet moeilijk te geven. Het vrije Nederland heeft immer aan zijne bewoners het vrije woord gegund. Ons laud is het traditioueele land der vrjjtieid, doch losbandigheid is geheel iets auders. De ware vrijheid juichen wij toe, en waardeeren wij zoo boog wjj kunnen, doch de losbandig heid kan naar ouze meeuiDg niet krachtig genoeg worden tegengegaan. Kan volgens de tegenwoordige strafwet niet het zwijgen wordeu opgelegd aau de oproerkraaiers, dau moeten audere maatre gelen wordeu genomen. Zooals het nu gaa^j mag in ons vijje Nederland niet langer worden gesproken. Het is een tisch der vrijheid, dat de kalme eu vreedzame bewo ners van onzen vaderlandscbeu bodem niet langer wordeu bedreigd door hen, dm de revolutie willeu. Al haalt men uu de schou ders lacheud op over de onmacht der so ciaal-democraten, het zou zoover kunnen ko- meD dat het lachen in treuren veranderde. En dat het niet zoover komt, daarvoor dragen gedeeltelik zij, die het gezag ver- tegeuwoordigeD, de verantwoordelijkheid. Zij zijn er om er voor te waken, dat de revolutie-denkbeelden niet verder onder de natie worden verspreid. Hoewel eene Rageeruig den geest van eene natie niet kan dwingen, zoo kan zij toch met vele middelen verkeerde begrip- onaangenaam bjj het inademen. Kunstoefeningen voer ik tegenwoordig in 't geheel niet meer uit; zelfs mijne zwaarste toeren, zooals bijv. de sprong over een stoel met den „saut périlleuX", voer ik gewoonlijk zonder ee* ige voorbereiding uit, naarmate mijn luim me dat ingeeft. Daardoor ben ik in staat, bij elke voor- s'elling afwisseling in mijn programma te brengen, en dit verveelt me daarom ook nooit. Ik zou jaren achtereen geen voet op de koord kunnen zetten en zou me er dan toch weer zoo zeker op bewegen, alsof ik de kunsi dagelijks had onderhouden. Ten bewjjze hoe weinig 't bij een nieuwen toer op oefening bij mij aankomt, kan ik mijn rit op den tweewieler aanhalen. Eenige jaren geleden, toen dat voertuig nog iets nieuws was, kwam ik op deu inval er bjj mijne j voorstellingen gebruik van te maken, en ik liet er een volgens mjjne aauwijagingen vervaardigen met een gleuf in de wielen, waarin de koord paste, overigens geheel geljjk aan 't gewone model. Het zou me ëenigen tjjd voor de voor stelling worden toegezonden om het vooral te be proeven; maar het kwam eerst, toen ik bezig was me klaar te maken om op te treden. Ik was er blij mee als een kind met een nieuw stuk speelgoed; ik ging er dadelijk op zitteu en reed er op met het schitterendst succes, voor een talrjjk publiek pen omtrent het staatsleven, die zoe ge makkelijk voortwoekeren, bestrjjdeu, euook op deze wijze arbeiden aan de haudhaving van het gezag. Op de vraag: kau het zoo langer? ant woorden wij daarom met een krachtig: Neen! De Regeering doe in deze wat zij kan en meent te moeten verrichten, maar lan ger lijdelijk te bljjven tegenover de afbre king van het gezag door radicalen eu so ciaal-democraten, zou een verzuim eu eene fout moeten heeten, grooter dan alle andere, welke door eene Regeering kunnen gedaan wordeu. En in deze pogingen van het Kabinet, ind en het ten minste in ouzeu geest wenscht te handelen, hopen wij, dat het zal wor deu bijgestaan door allen, diede ware vrjj- heid liethebbeu, en die zich willen scharen onder de banier van het geliefde Oranjehuis, dat nog immer de hoeksteen onzer vrjj- heid eu onafhankelijkheid mag genoemd wordeu. In den Duitschcn Rijksdag stelde Barth voor, het verbod om Amerikaansch var- kenstleesch in te voeren, op te heffen; maar Bö ticher antwoordde dat het verbod moest bljjven bestaan, daar het geldt, niet een begchermend recht, maar een maatregel ten dienste der volksgezondheid, eu ondanks de scherpere controle-maatregelen door Amerika gonomeu, is Duit chland tegen het gevaar der trichineu niet genoegzaam beschermd. De Germania bevat een artikel over het in voorbereiding zijnde wetsontwerp op de volksscholen,dat tot opschrift draagt;» Der Cnlturlcampf hat wieder begonnen.» Deze Culturkampf, kan een veel boosaardiger karakter gaau dragen, dan die, welke in 1872 met de wet op het schooltoezicht werd aangehangen. Do Nationaal liberale bladen zijn na tuurlijk zeer ontstemd over het nieuw in gediend wetsontwerp op de ingehouden gelden der Katholieke Geestelijkheid. Zjj beweren, dat hunne partij zich daar nooit bp zal kunnen nederleggen. Bij de Pruisische Kamer van Afge vaardigden is door de Conservatieven, de Vrije-Conservatieven en het Centrum een wetsontwerp ingediend, tot bestrijding van den verkoop van loten in de Staaisloterjj door particulieren. De Keizer heeft den bewoners van Hannover op eigenaardige wijze verrast. Zijne aankomst in die stad was om kwart over drie uren 's namiddags aangekoudigd. Om acht uur 's morgens reeds stoomde de Keizerljjke trein het station binnen. Wat doet het er toe« had de Keizer gezegd »of wjj een nacht minder goed slapen als wp daarbjj winnen, dat wjj Hannover dat in deu waan verkeerde als had ik me maan den lang in het nieuwe kunstje geoefend. Ik gebruik nooit opwekkende middelen, voor- ik me op de koord begeef, en neem geene bizon - zondere voorzorgen in acht om gezond en sterk te blijven. Na afloop mijner werkzaamheden laat ik me door mijne handlangers zorgvuldig wrijven en gebruik dan eeuige verversching. Overigens leef ik eenvoudig en geregeld en termjjd een voudig kort voor de voorstelling mjju maag te vullen. Eindelijk mag ik nog zeggen, dat ik liefst zonder veiligheidsnet optreed; ik geloof, dat zoo'n ding me zoo zenuwachtig zou maken, dat het veeleer den ongelukkigen val zou veroorzaken dan beletten. Hoewel ik zelf nooit onrustig word, moet ik, helaas! toch aannemen, dat de vele luï, die ik reeds op mijn rug over de koord heb heb gedragen, daarbjj steeds buitengewone hart kloppingen hebben gevoeld, voor zoover ze name. ljjk niet tot het vak behoorden. In de werkelijkheid hebben zij niet de minste reden om zioh angstig te makeu. Alles wat ze te doen hebben is vol komen rustig te blijven zitten; op te passen, dat ze mij niet te vast om den hals vatten en verder alles aan my over te laten. Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1891 | | pagina 1