NIEUWE No. 164$ Woensdag fl Februari 189 L 16de Jaargang. Goede lectuur, BUITENLAND. Cents Zuster Egeria's getijboek. HiARIEMSCHE IIIIR 1 IT. ABONNEMENTSPRIJS Pei 8 maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland Voor het buitenland Afzonderlijke nummers fr. p. p. 0,85 1,10 1,80 0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B URE A TT: St. Janstraat Haarlem "MAIN TIEND PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels30 Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte AGITE MA NON AGITATE. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advortentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en V r ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KüPTERS LAUREY. Even verderfelijk als het lezen vau slechte boekeu, nieuwsbladen en audere geschriften is, wegeus de vreeselijke eu ontzettende uitwerking, welke die lectuur op het ver- staud en bet bart heeft van de meesten dergenen, die zoo onbezonnen zijn, zich die lectuur te veroorloven, evea nuttigen heilaanbrengend is het lezen van goede boeken voor hen, die op verstandige wijze daarvan gebruik maken. De Almachtige bediende zich vaak van dit middel om de vereerders der afgoden de oogen te openen, om beu uit de diepe duisternissen, waarin zij sinds huuue kinds heid gevangen waren, te verlossen eu hen met de waarheid der Christelijke leer be kend ta maken, hun liefde voor de ware leer in te boezemen en hen in staat testellen een godsdienst te omhelzen, welke op waar dige wijze van God spreekt, die den mensch zjjne eigenlijke grootheid en tegelijkertijd den waren oorsproug van zijn verderf eu ellende toont, die hem troost in zijn lijden, hem bijstaat in zijne zwakheid, hem door de belofte eeuer glorievolle toekomst in een ander leven verblijdt. Velen kwamen tot de overtuiging, dat onze heilige godsdienst van den Hemel gekomen is, dat hij eene gave des Almachtigeu is, welke Hg zelf in Zjjne outterming den mensch heeft toege reikt. Vele dwalenden hebben ook door dit middel, hunne oogen voor het licht des geloois geopend, huune dwalingen afgezwo ren en zijn deemoedig in den schoot der Katholieke Kerk teruggekeerd. Velen, die laDgen tijd door de wereldsche jjdelheid verblind en bevangen waren, zjjn ten slotte door dit middel tot de erkenning der nie tigheid van alle aardsche vermaken geko men, hebben ze vaarwel gezegd, our God, ver van alle gevaren, in grootere vrijheid en met minder hindernissen te kuunen die nen. Zijn de voorbeelden der bekeeriug van groote zondaren niet talrijk, die toen zjj in uitmuntende boeken de juiste om schrijving lazeu van den outzettenden toe stand hunner ziel, van het gevaar 't welk hen van alle kanten bedreigt, van de ver schrikkelijke ellende, waaraan zij zich door de boosheid van hun vorig loven voor alle eeuwigheid prijsgaven zich bekeerden, zich met oprechtheid tot God wendden eu tot hun laatste levensure op heldhaftige wjjze in de beoetoniug der boete en andere Christelijke deugden volhardden? Heeft niet op gelijke wijze bet lezen van goede ge schriften eene menigte heilige zielen op den smailen weg der gerechtigheid behouden? Heeft het heu niet behoed, zich aau de wil lekeur hunner hartstochten over te gsven, aan verkeerde meeuingen het oor te lee- nen, of door een slecht voorbeeld zich te lateu verleiden? En kan men zich over zulke heerljjke uitwerkingen verwouderen, wanneer men bedenkt, dat een goed boek FEÜ1LLET O N. Vervolg en slot.) De Heer De Vatry nam het landgoed, de klee dereu eu juweelen voor zich. Ook tot hem wendde zich de notaris en vroeg: hoewel Zuster Egcria, misschien het opzet had, om Anna te straffen, kondt gij, die reeds millionnair zjjt, hier toch een fraai bljjk van uwe edelmoedigheid geven, wildet gjj aan de arme weduwe uw deel overlaten. Zeer verplicht voor uw goeden raad, her nam de Heer De Vatry, maar dat landgoed grenst juist aan mijne bezittingen en komt mij dus uitermate gelegen. Wat de juweelen betreft, die zjjn eene gedachtenis, en zoo iets slaat men niet af. In Gods naam dan; ik kan u niet dwingen; ik moet mij stipt aan de woorden van het testa ment houden. Hierop nam hij het ge!ijboek uit zijn lessenaar en overhandigde het aau de weduwe, met de woorden Hier, mjjne arme, goede dame, hebt gij dan een door de Hemelsche barmhartigheid welke ook in den tjjd, dat wij het lezen, door de iunerlijke genade tot ons spreekt ons geschonken leeraar is, bij wien wjj elk oogenblik de leer vaa het licht en der vrijheid kunnen hooren? Deze leeraar is het, die ons ouderwijst, het geen wij moeten gelooveu en die ons eeue voldoende en juiste kenuis van de verheven geheimen van onzen godsdienst geeft; hjj is het, die het goede, 't welk ons bevolen is, aautoout, die ons beweegt het te be oefenen en ons ook de middelen aan de hand doet en den weg wijst het in't werk te stellen. Vindt bjj ons rein, dan leert hij ons, boe wij ous gedragen moeten, rein te blijven. Laten wij ous door schadelijke, bjjna bopalooze kleinmoedigheid nederdruk- den, hij heft ons op, troost ons eu spreekt ous goedeu moed in. Zjju wij daarentegen al te vermetel op de barmhartigheid Gods, of vertrouwen wij op eigeu kracht ea over winning, welke wij reeds op den vijand das heils behaalden, dan houdt hij ous met nadruk onze machteloosheid voor oogeu, het leger vau verleidende gevaren, 't welk ous om ringt, de vreeselijke strengheid der gerich- ten Gods, de onzekerheid in welke wjj ous omtrent den toestand onzer ziel bevinden, vermits wjj niet weteu of wij 's Heeren liefde of Gods haat waardig zijn. Want >het is God, Die uit goede boeken tot ous spreekt,» zegt de H. Augustiuus. Erkennen we dus, dat h*t noodig is ons vaak tot dien leermeester te wenden. Wjj dragen inwendig onze hartstochten, die ons tot het booze aansporen; uiterlijk omgeeft ons de wereld, die ons besteudig in den afgrond tracht te storten; de booze vjjau- den vallen ons onopboude!jjk aan, zij zoe ken en vinden onze zwakste zjjden, langs welke zij dan de bekoring in ouzo verbeel dingskracht eo van daar in ons harttrach- ten te leiden. Zoo worden allengs de heil zame indrukken, welke de ware ieer op ons beeft gemaakt, steeds zwakker, de goede gedachten, de vrome gezindheid, die de vrucht dezer leer waren, komen zeldzamer in ous op en al onze voornemens verdwijnen ten stotte geheel en al. Het verstandig en bedachtzaam lezau van goede geschrifteu komt ous dan krachtig ter hulp. Volgen wjj dau heu na, die ook in goede lectuur hun heil eu eeu middel vinden om op den smalleu weg der ge rechtigheid te bljjven wandeleuente volhar den tot het einde toe. Iu de zittiug van het Pruisische Huis van Afgevaardigden verlangde de Heer Reicheusperger dat aau de nieuwgestichte Katholieke parochiëu aan deo linker Rijti- oever in het district Cöln, ook toelagen voor bare herders zullen verleend worden. De Minister Van Gossler deed uitkomen, dat daaitoe voor den Staat geen verplich- cok uw erfdeel. Anna nam het boek, drukte het bewogen aan hare borst ea vervolgens aan de lippen vau het kind, dat zj) bjj zich had. Daar, Hector, snikte zij, kus het getijboek van uwe lieve tante, die u zeker lief had gekregen, zoo zij u maar had gekend. Als gij er eens in lezen kunt, moet gij God bidden, dat Hjj u den geest van uw vader geve en u moer geluk sclienke, dat Hjj voor uwe moeder dienstig achtte. De vreemde getuigen schreiden van aandoe ning. De knaap drukte het boek aan zijne lippen en openda het eindelijk. Och, moeder, juichte hij, wat mooie prentjes. Htel mooi, kind, sprak de weduwe, onder tranen glimlachende over de verrukking van haar zoontje. Onze Lieve Vrouw met een rood kleed, vervolgde de kleine, en het kindeke met een groenI Maar, moeder, waarom zijn die fijne papiertjes op de prentjes gelegd? Opdat wen de beeldjes niet beschadigen zou. Het kind bladerde verder in het getijboek. Moeder, waarom liggen toch overal zes papiertjes op elke prent? De weduwe bezag het boek van naderbjj,een ting bestond, maar was toch bereid, tot het voldoen aan dat verzoek mede te wer ken. In de jl. Zaterdag gehouden zitting van het Pruisische Huis van Afgevaardig den maakte de nationaal- liberale Afgevaar digde Sayffardt van de beraadslaging over da begrooting van landbouw gebruik, om zich bjj de Regeering te beklagen over de Ilollaudsche zalmvisscberjj. Hjj beweerde, dat deNederlandsche visschers aan destroom- opwaarts gaande zalmen den weg versper ren. Het bekende zalmtractaat bepaalde, dat altjjd slechts de helft der rivier mag afgezet worden, en daar nu iu Nederland, het diepe water waar alleen de visschen komen, zoo dikwijls van de éane zjjde der rivier naar de andere afwisselt, is hat mo gelijk met behulp van de zandbanken aan de Duitsche visschers hun aandeel in deu buit te ontnemen. Daardoor komt het, dat in de Duitsche Rijnstreken de zalmvaogst k wjj ut, terwijl zij iu Nederland bloeit en er van daar eea sterke invoer plaats heeft. Iu de Duitsche visseherskringen meent men dat de Duitsche commissarissen, die het verdrag gesloten hebben, gehan deld hebben zonder met die toestanden be kend te zijn. Ssyfïardt uitte deu wensch, dat de R-^geering aau deze zaak nog eens hare aandacht wijden en eeu onderzoek in stellen zou. Ofschoon de Minister vau Laudbouw Vou Heydeu in den loop der debatten ver schillende andere klachten en vragen be antwoordde, roerde hjj Sayffiidts klachteu over de zalmvisscherjj met geeu enkel woord aan. De Duitsche Keizer eu Keizeriu met hunne kindoren zullen den aanstaanden zo mer eeu tieadaagscli bezoek aan Eugeland brengen. Zij zullen alsdan eenige der voor naamste fabrieksplaatsen, ouder welke Bir mingham, bezoeken. Nu reeds is eeu koe rier des Keizers in Engeland, oru daarvoor de noolige schikkingen te maken. Da Afgevaardigde Berliug ea diens partjjgeuooten, hebben een geheel nieuw ontwerp, tot vergoeding der schade door het wild veroorzaakt, ingediend. Een der hoofdbepalirgen vau het voorstel is, dat met iugang van 1 Augustus 1891 ieder eigenaar, gebruiker of jaohtrechthebbende vau eenig grondstuk, te alleu tjjde alle zwart-, rood- of damwild, daarop gevonden, mag nedervellen. Tot uitroeiiug van wild wordt verder der overheid het recht ver leend, te allen tjjde het gebruiken van vuurwapenen aan eigenaars of gebruikers van eenig stuk grond toe te staan. De Frankfurter Zeitung bevat weder om een sensatiebericht over Prins Yon Bis marck, dat, zooals voor het blad te hopen is, ditmaal eens niet het gevolg eeuer mys tificatie zal zjjo.Aau eene deputatie uit Aken zou de Prins gezegd hebben; »dat hjj in zijn tegenwoordig teruggetrokken leven geene bevrediging kon vinden.» Ook wilde luide kreet ontvoer aan hare lippen, zij viel in onmacht. De notaris hielp haar op en verzekerde den omstanders Bedaart slechts; ik geloof niet, dat het toeval ernstige gevolgen zal hebben. Gij, lieve jongen, geef mjj het boek; ge kondt er schade aan doen. Hierop beijverde hij zich, de weduwe de gepaste hulp toe te brengen. De andere erfgenamen ver wijderden zich. Eene maand later ontmoette de Heer De Vatry en Mevrouw l)e Vieuxbois Anna en haar zoon je, die eenvoudig, maar rjjk gekleed, in een fraai open rijtuig, met twee edele paarden bespannen, langzaam toerden.Zij informeerden nader naar haar en hoorden, dat zjj een ruim huis had aange kocht en voor haar zoon de beste meesters in alle vakken had aangenomen. Dat trof hen als een donderslag. Zij haasten zich naar den notaris. Mijnheer Léonsay zat juist druk op zijn bureau te cijferen. Wij s oren u misschien, begon Mevrouw De Vieuxbois. O, dat doet weinig af,antwoordde de rechtsgeleerde; ik was juist bezig, een aankoop hjj zich niet doen weerhouden, van het uit spreken zjjner meening, vooral niet waar bjj zag, dat het gelukkig op goeden grond slag gevestigde gebouw des Duitscben Rjjks, aau verschillende zjjdeu begon at te brok kelen.» De oad-Minister Goblet heeft in een onlangs geschreven brief gezegd, dat er spoed gemaakt moest worden met de wet op ver- eeniging en vergadering, opdat het lot der Congregatiën worde geregeld. De ex communard Ranc is daarop in toorn ontstoken, en, zooals VEclair ironisch schrjjft, het ontbreabt er weinig aan, dat hi) Goblet een elericaal noemt. Het recht van vereeniging schrjjft Ranc moet onbeperkt en de vereenigiu- gen moeten alle vrjj zijn behalve de geesteljjke Congregatiën.» Eene zonderlinge opvatting van de vrjj - beid, voorwaar. De Fransche Kamer heeft met 383 tegen 74 stemmen de wet op de Zondagsrust aange nomen. Mgr. Freppel verklaarde zich tegen de wet, omdat zjj de Zondagsrust niet eer biedigt. De inspecteur van de politieke po litie te Geneve welke met het toezicht op het anarchisten-Congres te Lugano door den Bondsraad belast was, heeft een rapport ingediend, waaruit het duideljjk wordt, dat de Iialiaadsche anarchisten eene groote be tooging voor 1 Mei voorbereiden. Uit Rome wordt gemeld: Met het oog op de storke afkeuring, die in poli tieke kriugeu de gedachte vond om iemand, die zoo sterk Frauschgezind is als Visconti Venosta tot Minister van Buitenlaudsche zaken te benoemen, schjjnt thans van dit voorneinsu afgezien te zjjn, en wil Rudini persoonlek de portefeuille vau buitenlaud- landsche op zich nemen. Koning Humbert verklaarde zich bereid matige besparingen op de begrooting van oorlog eu mariue toe te staan. Hjj is het er ook mee eens om vriendschappeljjke be trekkingen met Frankrjjk aan te kuoopeD, maar verlangt daartegenover dat het be staande drievoudig verbond ten strengste worde gehandhaafd. Uit Pekin wordt bericht dat de audiën tie der buitenlaudsche Gezauten bjj den Keizer, door het voorgeschreven kwellend ceremoniëel zoo goed als te niet is gedaan. Particuliere dépêches uit Chili, van Lima, melden dat alle congresleden gevan gen zgn genomeD, of zich verscholen heb ben oru de gevaugeuis te ontgaan. Val paraiso is geblokkeerd sedert den zestienden Januari; drie schepen der opstandelingen maakten zich meester van de stoomschepen lliala, Amazonas en Aconcaguawelke be- hooren aan de Chileensche maatschappjj, alsmede vau eeu nieuwen kruiser der Re- geeriug. van staatspapieren voor Mevrouw uwe nicht te regelen. Wat? riep de Heer De Vatry. Nadat zij huis, koets en paarden heeft aangekocht, bljjft haar nog geld ter beschikking over? Wel zeker. En vanwaar heeft ze dat? Wel, dat hebt gij immers zelf wel gezien. Wat, waar dan? Toen zij bij het naslaan van dat getijboek in orimaeht viel. Daar weten wij niets van. He, vervolgde de notaris met een triom- feereud lachje, ik dacht toch, dat gjj er bjj waart geweest. In dat gebedenboek waren 60 prentjes, en op ieder plaatje lagen zes banknoten, ieder van 1000 fr. Goede hemel! riep de Heer De Vatry. Had ik dat geweten I stamelde Mevrouw Te Vieuxbois. De keus stond toch aan u; ik heb u zelf geraden, het getjjboek te nemen, maar gjj verkoost het niet. Wie had ook ooit kunnen denken, dat daar zulk een schat in stak 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1891 | | pagina 1