NIEUWE <653 Zo das 22 Febroarl 189 16de Jaargang. Een rechtmatig verlangen, BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Pet 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschjjut eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B IJ R E A TT: St. Janstraat Haarlem A1NUEND AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels.30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KüPPEBS tAURET. Eene vereeniging hier te lande, waarvan wjj kunnen zeggen, dat zjj onze geheele sym pathie bezit, eu die ook in alle opzichten ver dient, is de Nederiandsche Protectionistische Landbouwvereeniging. Zjj stelt zich de bescherming van den va- derlandschen landbouw ten doel en tracht dit te bereiken, door opgepaste wijze de rech ten, welke de landbouw kan doen gelden, in het licht te stellen en te verdedigen. 't Behoeft geen betoog, dat deze vereeni ging een ruim arbeidsveld bezit, daar de landbouw bij ons nog steeds een der voor naamste bronnen van volkswelvaart vormt. Nu weet men, dat ook de landbouw in ons land van het vrjjhaudelsstelsel der liberalen reeds veel nadeel heeft ondervonden. Vandaar, dat de Protectionistische Landbouwvereeni ging zich heeft aangesloten bij hen, die wen- schen, dat ook wij met den krachtigen stroom medegaan, welke zich alom in ons werelddeel openbaart: naar bescherming van biunen- landsche producten. Want evengoed als de nijverheid haar recht tot protectie van overheidswege kan laten gelden, mag ook de landbouw aan spraak maken op eeue matigs en rechtvaar dige bescherming. Wanueer die onthouden wordt, dan wordt inbreuk gemaakt op het goede recht onzer landbouwers en dan voeren wij eene politiek, die ons vaderland zeker naar zjjn ondergang zal leiden. Dit is niet te sterk gezegd, want wanneer wjj slechts den blik richten naar hetgeen de groote Siaten van Europa iu dit opzicht doen, dan meenen wij dat het protectionistisch stre ven hier te lande genoeg is gerechtvaardigd. Het vrijhandelsstelsel is eene eenzjjdge be gunstiging van onzen groothandel, die wel tjjdeljjk aan dezen tak van volkswelvaart grooten bloei schijnt te geven, maar waar mede het ougetwijleld zal gaan als met eene plant, die in het halfdonker opgroeit. Spoe dig bereikt zulk eeue plant eene buitenge wone grootte, doch zij bezit geene inwendige levenskracht en juist hare behoefte aau licht eu lucht maakt, dat zij zich uitrekt om dit te verkrjjgen. Maar weldra zjja alle sappen op gebruikt, en eveu spoedig als de plant is op gegroeid, zal zjj ook weder verwelken. Zoo is het ook gesteldtmet het vrijbandelsstel- sel, wanneer dat gedurende een tal van jaren is gehandhaafd geweest. De innerlijke bron nen vau onze volkswelvaart drogen op, en hoe grooter uitbreiding onze handel gekregen heeft, des te grooter zal ook het nadeel wezen, dat dit systeem ons heeft aangebracht. Wjj zeiden zoo even, dat in andere Staten het protectie-beginsel krachtig wordt door gevoerd. Dit is onder andere ook het geval iu in Duitschland en zeer leerzaam voor ons zjjn de woorden, welke een Elzasser Afgevaardig de in den Rjjksdag de vorige maand tegen- FEUILLETON. Tuaschen twee veldslagen. Herinneringen uit den Frans ch- Duitechen oorlog. Toen ik uit mjjne verdooving ontwaakte, staarde ik verbaasd rond. Het was een heldere dag. Ik lag in een bed met een groot katoenen behangsel erom, geljjk men in Fraukrjjk op het platte land zoo dikwerf aantreft. In het midden van de ka mer stond eene groote, donkerbruine tafel, een paar rieten stoelen voor het venster, terwijl op den schoorsteen een paar bloemvazen stonden. Ik bevond my in eene eenvoudige boerenwoning in Lotharingen. Hoe kwam ik hier? Te vergeefs poogde ik weer mjjne gedachten te verzamelen. .Rechterarm en hoofd deden mjj geweldig pjjn en met mjjne gezonde rechterhand voelde ik, dat ik was verbon den. Ik deed mjjn best, om overeind te komen, maar ik bevond mij te zwak. loch had ik geen koorts en was uitmuntend bjj mijn verstand. Ik hoorde spoedig, dat in een nabijgelegen vertrek twee vrouwen met een man te zamen over mij spraken. over het streven der vrjjhandeiaars in het midden bracht. Het was de Heer Zorn Von Bulach, die uit naam van de groote meerderheid der land bouwers zjjue medeleden vau den Rjjksdag verzocht aan het tegenwoordig daar te lande heerschende beschermende stelsel niets te ver anderen. In 't bizonder vestigde hij de aan dacht op den Elzas. Wjj verbouwen daar» zeide hjj >182.000 hectaren weit. 55 pCt. van de oppervlakte van den grond wordt bebouwd. Rogge is bjj ons een zeldzaam voor komend product en de armste meuscheu eten wittebrood. Waarom weoscbt de kleine grondbezitter te onzent bescherming? Om de eenvoudige reden, dat het kleine grondbezit bjj ons regel is. Groot grondbezit bestaat bij ons bijna niet meer. Wie 5 hectaren bezit, wordt reeds als een zeer gegoede boer be schouwd. De heffing der graanrechten heeft tot gevolg gehad, dat de landbouwers niet meer zoo afhankelijk zjjn vau het beursspel in Mannheim en elders.» Een blik op Frankrjjk werpende, zeide de Heer Yon Bulach: »Daar wordt bet kleine grondbezit het meest beschermd. De heeren van de liberale partjj achten het daar hun plicht den landbouw zooveel mogelijk te beschermen en graanrechten en soortge lijke tollen, op den invoer van landbouwpro ducten te heffen. Waarom doen zjj dat? Om dat zij zeer goed inzien, dat zonder het kleine grondbezit en den nijveren landbouwer, het land te gronde gaat. Schrikt Frankrjjk er soms voor terug zgneinwoners tegen het bui tenland te beschermen? Ouze kleine boeren verlangen geene buitengewone bescherming, maar zoolang denjjvarheid beschermd wordt, vragen zij ook bescherming voor den land bouw. Is de kleine man, die bescherming ver langt voor zjjue 2 of 8 hectaren soms minder, dan de groote industrieel, die deze voor ver scheiden fabrieken verlangt?» »Men zegt, dat de invoerrechten vooral, het groote grondbezit ten goede komen. Ja, mjjueheeren, die 100 hectaren bezit, heeft er meer voordeel door dan die eeue halve hec tare zjjn eigendom kan noemen. Er behoort geene handigheid toe daarover een regel vau dritëu op te stellen.Maar alles is betrekkelijk. Gaat het den kleinen grondbezitter goed,dan vindt degene, die niets bezit, werk bij hem eu een voldoend loon. Yindt laatstgenoemde echter geen werk op het land, dan gaat hjj eenvoudig naar de stad en zal daar eeriang de geladeren versterken der landverhuizers of der ontevredenen. Wil men dat verhoeden, wil men den Elzas niet ontvolken, men zorge, dat de arbeider zjjn tarwebrood bij den klei nen boer kan blijven vinden. »In naam dus van bet geluk der bevolking op het land en der bevolking in de steden van den Elzas want waar de eerste niet ge lukkig is, kan het de laatste ook niet goed gaan bezweer ik u, laat de invoerrechten bljjven voortbestaan.* Laten wjj hem hier houden, zeide de vrou wen, hjj is nog zoo jong en nu al zoo ongeluk kig. En wat doet ge, als de Franschen komen vroeg de man. Is het dan kwaad hernam de oudste der beide vrouwen aan de stemmen kon ik mer ken, dat de eene veel ouder dan de andere moest zijn is het dan kwaad, een zieken soldaat te ver plegen Dat niet, maar wij moeten het aangeven, be kend maken bij den Burgemeester. Och, kom vader, zei de joDga vrouw, wij hebben immers niet eens een Burgemeester. Hij is met zijn heeleu Raad gevlucht. Dat is waar. Nu laat den Pruis dan maar bljjven. Pas echter op, dat je die kunsten niet berouwen. De vader lachte. Een oogenblik later kwameD de twee vrouwen aan mjjn bed. Zij trokken het behangsel weg. Weldra bemerkten zij, dat ik weder mijne geest vermogens tot mjjne vrjje beschikking had. Met vreugde zag ik de beide onbekende vrouwen moeder en dochter Het leed geen t wjj fel. Ik werd spoedig beider vriendwant zjj ver zorgden mjj uitmuntend. Eerstens verhaalden zjj, hoe de oude man mjj De rechterzijde en het geheele Centrum juichten deze redevoering, gericht tegenover den radicalen Heer Richter c. s., stormach tig toe. Van de toestanden door dezen spreker ge schetst, zouden wij kuanen zeggeu: juist als bij ons. Want hoewel ons vaderland door zijne liggiug gedeeltelijk geschikt is voor den handel, en dus de landbouw niet uitsluitend als in den Elzas de bron van volkswelvaart moet genoemd worJen, zoo kan toch niet worden ontkend, dat de toestanden iü ons land en in den Elzas veel overeenkomst met elkander hebben. Maakt men het den kleinen landbouwer hier te lande onmogeljjk langer zijne eigen aardige werkzaamheden te verrichten, door dien hjj onbeschermd bljjft tegenover de over machtige concurrentie, waaraan hjj zonder eenige bescherming het hoofd moet bieden, dan zal hjj het nuttelooze van zjjne werk zaamheden gaan inzien. Hij zal trachten op andere wjjze het dagelijksch brood te verdie nen, en richt in de allereerste plaats het oog naar de groote steden, waar de handel tiert en bloeit. Daar echter is de markt ook vau werk krachten overvoerd,zoodat hjj weldra teleur gesteld is iu zjjue verwachtingen, en ge lijk de Rjjksdag-Afgevaardigde terecht op merkte de landbouwer zal de gelederen der land verhuizers of der ou tevredenen aan vullen. De trek uaar de groote steden dient ten sterkste te worden tegengegaan. Dwang kan natuurljjk niet baten en is ongeoorloofd, maar het moet den landbouwer mogelijk zjju in zjjn eigeuaardigen werkkring ook een eer- Ijjk stuk brood te verdienen. Eu dit kan door eeue gepaste bescherming vau den landbouw. Op deze wjjze alleen is er in (Rn bestaauden toestand, die alles behalve rooskleurig mag beeteu,en waarin werkeljjk verandering moet komen, verbetering aan te brengen. Reeds te lang is hier te lande door de libe ralen het beschermend stelsel tegengehou den. Kunstmatig is de handel bevoorrecht. Nijverheid evenals landbouw mogen uiet lauger aan hun lot worden overgelaten. De omstandigheden eischen dringend eeue andere orde van zaken. In theorie mag het vrjjbandeisstelsel schoon klinken, eu in de practijk zou bet missehieu goed wezeu, wanneer dit systeem in alle Sta ten der wereld werd gevolgd, maar than-t, nu een protectionistisch streven zich aller wegen opeubaart, nu de groote Staten voor gaan met de bescnerming van hun landbouw en industrie, is bet onverantwoordelijk, wan neer de kleinere StateD, waartoe ook Neder land behoort, dit voorbeeld niet volgen. De stjjfhoofdige liberalen hier te lande, die er zich altjjd zoo op beroemen, den rechten toon aan te geven, moesten, wanneer zjj voor de waarachtige belangen van ouze bevolking de oogeu geopend hadden, toch toegeven, dat het voor ons ook tijd is niet langer bjj het in het bosch had gevonden, en hoe ik twee da gen aan zware koortsen had geleden. Zij verze kerden mjj, <lat mijne wonden niet gevaarljjk wa ren. De vader had het haar vezekerd. Als oud soldaat van het Afrikaansche legioen had hjj ver stand van verwondingen. Maar de Franschen, waar zjjn ze geb'even vroeg ik ongerust. Zjj zjjn naar Metz opgerukt I De Pruisen zjjn de Franschen achteropgegaan ik wist niet, dat er zooveel soldaten in de wereld waren, sprak de moeder. Gisteren heeft het te Metz al vreeseljjk gedreund. Goddank zjjn ze hier in de buurt niet slaags geraakt. Maar ik moet naar mijn regiment terug. Wel man, ge kunt niet, antwoordde het meisje. Ge zijt veel te ziek; als ge sterker zijt, moogt ge gaan. Dit zeggende, keek zjj mjj glim lachend aan. Hoe heet gjj? Magdalena, sprak het meisje, en mjjne moe der heet vrouw Bouheur. Welnu, moeder Bouheur, vindt ge 't ook goed, dat ik blijf? vroeg ik een beetje bedremmeld. Bljjf zoo lang, als ge verkiest. Inderdaad bleef ik op de boerenhoeve. Mjjne wonden genazen voorspoedig en mjjne krachten keerden met den dag terug. Reeds vier dagen vrijhandelssysteem te volharden. Wjj vreezen echter, dat hunne oogen geopend zullen wor den wanneer het te laat is en de laudbonw bier te lande geheel is vernietigd. Daarom sluiten wij ons volkomen aan bjj het streven van de Nederiandsche Protectio nistische Landbouwvereeniging, die als een recht voor den landbouw eischt, dat de hoogst noodzakelijke protectie niet langer uitbljjft. Met algemeene stemmen werd dezer dagen door de Belgische Kamer eene wet aangeno men, waardoor de tweede Paaschdag en de tweedePinksterdag tot burgerljjke rustdagen en dus aan de Zondagen geljjk worden ver klaard. Eene andere wet, bepalende, dat het oor deel over vergoeding,geleden door de schade, veroorzaakt door den dood of door zware ver wonding aan het slachtoffer of aan zjjne na- gelatene betrekkingen den rechter in burger ljjke zaken toekomtwerd eveneens door de Kamer aangenomen. Het doel dat hier mede beoogd wordt, is de rechtsbevoegdheid in deze aan de Rechtbank van Koophandel te onttrekken. De Berljjnsche bladen beginnen meer en meer het bezoek van Keizerin Friedrich te Parijs als eene gebeurtenis te beschouwen van belangrijke politieke beteekeuis, en ver melden met groote ingeDomeuheid dat de ontvangst in de hoofdstad van Fraukrjjk hof- feljjk en waardig is geweest van de zijde der bevolking. In dit bezoek, gevoegd bij 's Kei zers bekend schr jj ven ter gelegenheid van den dood van Meissouier en bij de benoeming van Prof. Helmholtz tot Grootkruis in het Legi oen vau Eer ziet men merkwaardige en verblijdende teekenen eener vriendschappe lijke toenaderiug.Sadert den oorlog van 1870 is geen lid der Keizerljjke familie te Parijs geweest, en des te hooger wordt deze moe dige daad der weduwe van Keizer Friedrich aangeslagen. Op bevel des Keizers moet de schoonste zaal der internationale kunstten toonstelling voor de Fransche inzenders zijn bestemd. Van deelneming der Nederiand sche kunstenaars hebben tot dusver de Ber ljjnsche bladen nog niet gesproken. De Afgevaardigde Liebknecht krijgt het te kwaad met zijue partijgenooten. Da sociaal-democraten hebben verscheiden ge bouwen te Berlijn geboycott. Daartoe be- hooren ook de prachtige zalen der philhar- monie, in welke vroeger meermalen socialis tische vergaderingen gehouden werden, on der andere die, waarin de werkstaking der metselaars werd begonnen. In den laatsten tijd werden deze zalen echter voor die partjj gesloten gehouden. Nu bezocht de HeerLieb- knecht met zjju gezin een concert iu dit ge bouw, eu van daar groote ontevredenheid onder den socialistischan Raad, belast met het toezicht op de geboycotte gebouwen. De later kou ik het bed verlaten. Den zevenden dag was het zeer warm; de avond bleef zwoel en de geel-grauwe lucht, met dikke koppen bezet, rooi spelde dat er 's nachts een onweer zou losbarsten Heel in de verte rolde de donder. Van den ooste lijken kant drong het geweervuur ons in de ooren. 't Was mjj als eene nieuwe waarschuwing, dat ik mij bij mjjne leger-afdeeling moest voegen. Mjjn hoofd was nog verbonden en mjjn arm hing nog in een doek. Morgen-ochtend ga ik weg, sprak ik tot de vrouwen. Uw man, zei ik, de oude boerin aan» ziende, zal mjj wel den weg door het bosch naar de openbare straat wjjzen en daar tref ik zeker Duitsche troepen. Magdalena boog het hoofd. Mjjn voornemen scheen voor haar eene bizondere teleurstelling. Eensklaps werd ze vuurrood. Er viel een schot Nog een twee drietien,twaalfachter- een knalden in de onmiddelljjke nabjjheid. Meteen zagen wjj eene verwarde menigte soMaten,Zouav0n, Turko's en infanteristen van het Fransche leger te voorschjjn komen. Zjj komen op ons huis gilden de beide vrouwen angstig. {Slot volgt.) V I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1891 | | pagina 1