NIEUWE
Woensdag 18 Maart 189).
16de Jaargang.
De vruchten der godsdienst
loze school.
buitenland;
\'d. 1fi63
Da duif der Voorzienigheid.
LEMSC
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1)80
Afzonderljke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDER DAG en ZATERDAG.
BÏÏEEAtT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
01It 11T.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels30 Gents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a. Contant
Advertentie n worden uiterl jk Maandag-, Woensdag
en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever#: KüPPEHS fe liAURII.
Treurig zju de berichten, welke ook uit
het buitenland tot ons komen omtrent de
godsdienstlooze school. Uit alle landen waar
de Kerk uit de school verdreven is, worden
de droevigste resultaten vermeld op gods
dienstig en zedeljjk gebied. Zoo bevatte de
WestjaUsche Volkszeitung dezer dagen een
artikel, 't welk een somber tatereel laat zien
van de uitkomsten der godsdienstlooze
school. Wij achten dit artikel van te groot
belang om het onzen lezers te onthouden
en laten het dus hier in extenso volgen.
De school, zegt het genoemde blad, wordt
reeds lang voor het in werking treden der
nieuwe schoolwet geheel en al als eene
Staatsinstelling behandeld. Van deD Minister
van Eeredienst of tot plaatselijke» Inspec
teur toe is de school aau de leiding van
Staatsambtenaren overgeleverd. De Staat be
noemt. de onderwijzers en bepaalt welke
boeken moeten gebruikt worden. Ouderwij
zers en ambtenaren bekommeren zich niet
meer om de Kerk. Dat noemt men schei
ding van Kerk en school, zooals de ouge-
loovige liberulen zulks reods lang hebben
gewenscht. En door deze scheiding van Kerk
en school moet laatstgenoemde eene kolos
sale vlucht nemen. Lateu we eens zien,
of deze hoop is vervuld gsworden.
Sinds jaren gaau wij de authentieke re-
geeringsverslagen over de aangelegenheden
van het ouderwijs met buitengewone zorg
na. De rapporten van autoriteiten omtrent
zekere aangelegenheden zijn in den loop des
tjjds zeer omvangrijk geworden en zjju van
te grooter gewicht, daar zij in d-n regel
door liberale gemeenteraden, door de onge-
loovige pers, door Staatsambtenaren, iu 't ai-
gemeen door vrienden van de moderne rich
ting worden gegeven.
Woüderbaar klinkt ons de met grootsche
verwachtingen bij de invoering der gemeen
tescholen in contrast zijnde bekentenis, dat
de lagere school niet meer die mate van kun
digheden verspreidt, die vroeger toen de
Geestelijkheid de kindereu in de scholen
»dom hield» werd verkregeD.
De examens geven in niet zeldzame ge
vallen een resultaat, dat met de kolossale
materiëele offers voor het onderwijs, in
geene verhouding staat. Als karakteristieke
kenteekeus der moderne schooi vermelden
de aan het onderwjjs gewjjde bladen: ver
zwakking van den geest, oppervlakkigheid
in het denken, verholen onder de vaardig
heid over alles te spreken, onbestendigheid
en zwakheid in het handelen, overmatigen
dcrst naar zin nel jk genot, zedeloosheid, ge
brek aan karakter en beginselen.
Ontzettend is de a'.gemeeue klacht over
het gebrek aan tucht der leerlingen. De
FE U1LLETON.
En wat beteckent het stukjs papier, Jan?
ik zou u dit niet kunnen zeggen, baas; want
ik kan niet lezen.
De goede grjjsaard neemt het briefje; doch
nauwelijks heeft hij er een korten blik in gesla
gen of bij roept in vervoering van vreugde uit:
-1 Spoedig, spoedig, Jan; dadelijk het karretje
ingespannen, en dan op weg naar de stad.
Het karretje ingespannenop weg
nog voor den maaltijd, die geheel en al kiaar
is? vroeg Jan, terwijl hij diepe zuchten slaakte.
Beste jongen, wij moeten aanstonds op
weg; wij zullen van avond of morgen eten, het
komt er niet op aan! Maar komaan, haast u wat;
in tien minuten moeten wjj zijn vertrokken 1
Daarna roept de pachter, zonder acht te slaan,
op de tegenwerpingen van Jan, wiens spijt
onbeschrijflijk was, zijn zoon, een jongeling van
omstreeks twintig jaar en van eene herculische
gestalte: Gij, Biet, zeide hij hem, trek uw
eondagsch pak aan, en vergezel mij naar Brussel:
zoo het Gode behaagt, zullen wij heden getuigen
ijjn van eene gebeurtenis, even onverwacht ^als
tuchteloosheid der jeugd neemt volgsas het
algemeen begrip overal op schrikwekkende
wijze toe en kan, naar men zegt, door wettige
middelen niet meer worden bestreden. Een
overgroot aantal kinderen groeien zedeljk
ontaard op en doen zich, op ruwe en on
heilspellende wijze, kennen als verachters
van alle gezag. De verkeerde begrippen van
vrijheid, verlichting enz. hebben wrange
vrachten voortgebracht en vele deugden onzer
vaderen, welke deze op godsdienatig-zedelijke
grondslagen, ondanks het gebrekkige onder-
wijshebben bezeten, worden thans bij de zonen
ea kleinzonen te vergeefs gezocht. Aan de vor
ming van bet hart, aan de juiste richting van
den geest wordt, wegens gebrek aan tijd, te
weinig gearbeid. Vandaar datde arbeiden ge
hoorzaamheid jegens de ouders, de heiligheid
van het familieleven en het gerechtigheids-
gesoel sterk aau het afnemen zijn. Uit onze
scho'en komt een geslacht te voorschyn
zonder zedelijke tucht, zonder karakter. Zeker
zal de verwildering der jeugd uog ontzettend
toenemen, zoo er niet van den kant der
ouders eu overheden ernstige maatregelen
tegen deze kankerziekte worden gebruikt. De
statistiek der misdaden toont met onweer
legbare cijfers, dat op het gebied der zede
lijkheid en plichtsvervulling jegens God eu
den eveumensch veel door en door slecht
en bedorven is. Wij voe len een proletariaat
op,zegt de Badische Schulzeitung»'t welk
wet noch orde kent.« Eu de Darmstadter
Zeilung, een liberaal orgaan, bakent, zeker
in een onbewaakt oogenblik, dat het heden-
daagscbe schoolouder w jjs uitmuntende recru-
ten voor de revolutie kweekt.
Zoo zijn wij" dan onder het »lieht« ver
spiedende stelsel der nieuwe school-aera
zeer achteruit gegaan. Verdwenen zijn de
idealen; de glansrijke verwachtingen hebben
zich in niets opgelost.
Dezelfde klachten over de wrange vruchten
van het moderne onderwijs komen, ook
tegelijkertijd uit Oostenrijk, Zwitserland, uit
den modelstaatBaden, Beieren, Hessen
evengoed als uit Pruisen. Overal lijdt de
lagere school aan de moderne schoolziekte.
De grootsche belof'en der volksleiders zijn
niets dan leugens geweest. De school was
in veel beteren staat toen zy zich onder
de hoede der Kerk bevond, die, zooals de
geschiedenis het bewijst, de moeder der
school is. Wellicht komt nog eenmaal de
tijd waarin uit het hart der tijdgenooten
de verzuchting opweldt: »hadden wij onze
vroegere godsdienstige school weder terug,
want zoo kan het niet langer gaan.« Ja,
er zal een tijd komen, waarin meu zal uit
roepen: »Geef ons van uwe olie, want onze
lampen gaan uit
Een kostbaar leven is geëindigd, een held
van christenliefde, een vurig verdediger van
gelukkig.
Fiet, (lie niets van deze woorden begreep,
richtte tal van vragen aan zijn vader, maar
deze bepaalde zich tot het antwoord: Gij zult
wel zien, gij zult wel zien, kindlief; laten wjj
onzen tijd niet verbeuzelen met praten; ga en
kom spoedig teiug; het karretje staat ons reeds
te wachten.
Tien minuten later waren J an, de pachter en
zjjn zoon gezeten in het rjjtuig, de eerste die
alle moeite deed om zijn leed te Virkroppen,
wenschte uit den grond van zjjn hart, dat het
paard geen enkele schrede voorwaarts deed; he
laas! het edele dier, door twee of drie zweep
slagen, door een gespierden arm toegebracht,
behoorlijk onderricht, dat men heden een buiten
gewoon bewijs van vlugheid en gehoorzaamheid
verlangde, snelde voort op den straatweg met de
snelheid van een pijl, en hield deze eerste drift
zoo goed vol, dat de drie dorpelingen in minder
dan een uur voor het hnis van den reeds ver
melden bankier stil hielden. Na gedaan ver
zoek werden de pachter en zijn zoon aanstonds
op het kantoor van den Heer ff... toegelaten, die
zich juist alleen bevond.
Niemand kan ons immers hier hooren spre
ken, mijnheer? vroeg de grijsaard aan den geld
schieter, die grooteljjks verbaasd was over eene
zoodanige inleiding.
recht en billijkheid, de nooit volprezen leider
van het Duitsche Centrum, Dn. Ltjdwig
Windthorst, is gevallen. Z jn lieeDgaan zal
langen t jd eene leemte laten, want h j was
een der weinigen die talent en werkkracht
in overvloed bezat en daarbj de heerljke
gave des woords otn zonder roekeloosheid
groote plannen tol verwezel jking te bren
gen, doch die steeds met zelf beheersching op
hechte w jze voortbouwde op degel jke grond
slagen.
Nimmer stond h j verlegeo, hem ontbraken
in de politiek nooit de middeleo. II j sprak
eu werkte tegeljk en steeds hadden zijn
geloofs- en landgenooten er baat bij.
De ikleine Excellenzgeljk men hem
die Perle von Meppen, gaarne noemde, was
een reus naar den geest eu steeds een waardig
tegenhanger van zjn grooten tegenstander
Von Bismarck. Onverdroten heeft h j tegen
hem gestreden voor wat hj recht achtte en
hem lief was; overwonnen gegeven heeft
hj zich nooit. Met bedachtzaamheid en
overleg is h j er steeds in geslaagd gedurig
eu gestadig terrein te veroveren op den
vjand.
Te kwartier over achten Zaterdag-morgen
heeft h j den iaatsten adem uitgeblazen, na
een smarteljk long-ijlen, waarbj het hem
aan sympathie, ook van den Keizer en de
Keizerin, niet heeft ontbroken.
Zjne laatste oogenblikken waren zeer
treffend. Nadat tegen middernacht gecon
stateerd was dat de beide longen aange
tast waren, begon de patiëut wedra te jlen.
Hj wilde herhaaldeljk spreken, maar kon
slechts onsamenhangende woorden fluiste
rend uitbrengen. Plotseling, nadat hj eeni-
gen tjd roerloos bad gelegen, verhelderden
zjne gelaatstrekkeu. Met luide, scherpe
stem, die doordrong tot op tameljk grooten
afstand van zjue stervenssponde, begon hj
eene redevoering te houden. Hj meende iu
den Ryksdag te zjn, en sprak ten gunste
van de afschaffing der Jezuïeten-wet. Toen
hj geëindigd had, viel hj in een kalmen
sluimer. Kort daarna baden de by hem wa
kende Liefdezusters de gebeden der «ter-
venden, welke de lyder op helderen, voor
alle in de kamer aanwezigen verstaauba-
ren toon, herbaalde. Aan de woorden ge
komen: »In Uwe handen beveel ik mjjn
geest» bleef zyoe stem steken. Hj had den
Iaatsten adem uitgeblazen.
Iu den loop van den voormiddag kwa
men bjna alle leden van het Centrum in
den Rjksdag eu bet Huis van Afgevaar
digden hunne opwachting in de sterfkamer
maken. Het Ijk werd Zondag-morgen vroeg-
tjdig naar de Hedwigs-kerk overgebracht.
Gisteren wtrd daar de plechtige lijkdienst
gevierd door den Z. D. H. Vorst-Bisschop
Mgr. Kopp. Het stoffel jk overschot zal naar
HaDnover overgebracht en waarsch jnl jk in
de S Maria-kerk worden bjgezet.
Gjj hebt dus wel hoogstgewichtige zaken
met mij te verhandelen, mjjnheer?...
Ik vraag u, herhaalde Herman, of nie
mand ons hier kan hooren? Wees zoo goed dit wel
te onderzoeken.
De Heer Rstond op, opende eene deur
die met een aangrenzend vertrek gemeenschap
had wierp ter sluiks een blik in deze kamer,
sloot opnieuw zorgvuldig de deur eu nam nu
weder op zijn leuningstoel bjj den pachter
plaats.
Gij kunt thans onbelemmerd spreken, zeide
hjj; niemand kan hier een enksl onzer woorden
hooren.
Toen verhi f Herman het eerwaarde grjjze
hoofd en op den bankier een beschuld'genden
blik vestigende, zeide hjj: Mjjnheer, zoudt gij
wel een oogenblik uwe oogeu op de mjjne
willen vestigeu?
Deze woorden, op een ernstigen toon gespro
ken, maakten den diepsten indruk op deu man
tot wien zij gericht waren; hij weerhield zich
echter, maar met ontzettende inspanning, welke
noch aan den grijsaard, noch aan diens zoon
ontsnapte.
Ik geloof toch niet, manheer, zeide hij al
brabbelende, dat gjj hier gekomen zjjt om mjj
te beleedigen?
Ik heb nimmer in mjju leven iemand belee-
Ludwig Windthorst was den 17eu Januari
1812 iu het Osuabiücksche geboren en was
dus in zjn tachtigste jaar. Hj studeerde ia
de rechten, werd advocaat, trad in Hanno»
verschen staatsdienst en werd een trouw en
jverig Minister van Koning George, onder
dat vóór alles onverdroten behartiger bl jvend
der Katholieke belangen.
Na de annexatie in 1866 trad hj af als
Minister, en van dien tjd dagteekent zjn
optreden in den Duitschen Ryksdag en den
Pruisischen Landdag, waar h j het erkende
hoofd werd der Katholieke part j. Wat h j
daar in voor de Katholieken droeve en bl jde
dagen heeft medegemaakt, en medegedaan
ook vooral, zou wezen de geschiedenis schr j-
ven der laatste vjf-en-twintig jaren. Hj
vooral is het geweest, wiens yzeren wil Von
Bismarck heeft gedwongen op deu Cultur-
Kampf terug te komeD, en steeds meer en
verder heeft hj iu den Iaatsten tjd terrein
doen winnen, aan de Katholieke part j, die
een onherstelbaar verlies Ijdt, nu zj zulk
een leider moet derven.
Een man van zeldzame gaven, van veel
schranderheid en geest, van merkwaardige,
ja eeuige welsprekendheid, een groot Staats
man daalt in Windthorst ten grave.
Vol bewondering en vereering zjn wj
voor den geloofsmoed en de stalen volharding
van den thans van het wereldtooueel afge
treden Katholieken Staatsman. Veel heeft
hj verricht, harden lang heeft hj gearbeid
deze trouwe Katholieke strjder. Hy ruste
in vrede. Moge de goede God reeds zjn
arbeid hebben vergolden en zjne werken
gekroond.
De naam van Dr. Ludwig Windthorst
zal intusschen eervol voortleven als dien van
eeu vnrig Katholiek, een oprecht volksvriend
en een edel man, die naar bart en geest,
rpk gezegend, een zegen was voor velen.
In het Pruisische Huis van Afgevaar
digden heeft de Voorzitter Köller, de zitting
geopend met de volgende toespraak: Mjne
Heeren! Hot Huis van Afgevaardigden wordt
getroffen door een buitengewoon groot en
zwaar verlies. De Afgevaardigde Windthorst
is overleden. Tot nog slechts weinige dagen
geleden heeft hij, geljk altoos, geregeld aan
onze zittingen deelgenomen. Daarna werd
hj overvallen door eene longontsteking,
waaraan h j Zaterdag-ochtend is bezweken.
De overledene was sinds 1867 lid van deze
vergadering. Aan hare werkzaamheden heeft
bj steeds zulk een belangrjk, dikwjls be
slissing brengend ea. deel gehad, dat de
leemte, door zjn dood teweeggebracht, nog
laDg en zwaar in de vergadering zal wor
den gevoeld. Ik verzoek u, 6en bewjs van
eere aan de nagedachtenis van den over
ledene te geven door van uwe zitplaat
sen op te staan.»
In den Rjksdag, herdacht Levetzkow,
als Voorzitter, Windthorst. In warme woor-
-
digd, hernam de landman; echter ben ik ook
niet hier gekomen, om u complimenten over uwe
eerljjkheid te maken.
Mjjnheer!liep de bankier, terwjjl hj
driftig opvloog.
Mjjnheer, herhaalde de pachter, neem u in
acht, men zoude u kunnen hoorent
Deze opmerking had eeneoogenblikkelijke uit
werking; de geldman nam weder op zjju zetel
plaats, stelde zich in eene onrerschrokkene, Vrjj on»
verschillige houding en trachtte zelfs een glimlach
op zjjne lippen te voorschjjn te roepen.Zoudt
gjj, mjjnheer, mjj wel met de beweegredenen
bekend willen maken, die u herwaarts voeren?
De goede grijsaard bezat een voortreffeljjk hart,
doch dikwijls was zjjue taal eenigszins ruw: ik
ben gekomen, zeide hij, om u te zeggen, dat gjj
een schelm, een laaghartige, een ellendeling zjt,
en dat ik u, zoo ik wilde, zou kunnen doen op
hangen, onder de toejuichingen van geheel de
bevolking van Brussel.
Deze verschrikkelijke uitspraak deed den bankier
rillen over geheel zijn lichaam, alsof een hevige
aanval van koorts zich plotseling van hem meester
had gemaakt; zjjn gelaat werd bedekt met eene
huiveringwekkende bleekheid.
Wordt vervolgd.)