NIEUWE No. 1664 Vrijdag 20 Maart 1891 16de Jaargaog. Moderne Lectuur. BUITENLAND. De duif der Voorzienigheid. HAARII ABONNEMENTSPRIJS Pei 8 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B URE ATT: St. Janstraat Haarlem. [RAAT. ubndrat: AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels30 Cants Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Yrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPKR8& IiAUSEI. Ieder levend wezen heeft voor zjju bastaau en voortduren eene zekere hoeveelheid voed sel noodig. De plant leeft vau de anorgani sche stoffen der aarde. Het dier voedt zich met planten en ook met dieren. De mensch echter heeft behalve voedsel voor zjjn lichaam ook voedsel voor den geest noodig. Evenals de natuurljjke zorg voor het licha melijk leven den mensch dringt spjjzen en dranken te nuttigen, zoo wordt ook 's meu- 8chen geest gedrongen geestelijk voedsel in zich op te nemen. Dit is de psychologische verklaring van hetgeen wij weetgierigheid noemen. Onder de middelen om de waarheid ën het goede in 's menschen geest te doen opnemen, behoort het woord, het gesproken woord, maar boven alles het geschreven woord, net gesproken woord moge op zich zelf meer indruk maken dan het geschrevene maar het gesproken woord vergaat, het geschrevene blijft; het gesproken woord hoort men eenmaal, het geschrevene naar omstan digheid, onderscheiden maleD; het gesproken woord gaat snel voorbij, het geschrevene klinkt zoo langzaam als men wil ons in de ooren; het gesproken woord hoort men in den regel.in tegenwoordigheid van anderen, het geschrevene ook in de eenzaamheid. Het gesproken woord wordt slechts gehoord door een betrekkelijk gering aantal personen, het geschrevene oefent invloed uit in de wijdste kringen zij die Demosthenes en Cicero nim mer hebben gezien, staan nog ten huidigen dage verbaasd over de groote macbt hunner welsprekendheid. Het geschrevene trotseert den loop des tijds. Deze weinige woorden bewijzen voldoende, dat het geschrevene woord voor den geest des menschen datgene is, hetgeen de voor naamste levensmiddelen zijn voor zjjn li chaam. Zooals de lectuur van het volk is, zoo is ook het geestesleven vau het volk en zooals het geestesleven is, zoo is ook het gansche leven van het volk, want het uiterlijk leven is slechts de uitdrukking vaa het iuwendige. Wie dus de lectuur van het volk beheerscht, die beheorscht de ideeën van bet volk en wie de denkbeelden van het volk beheerscht, die beheerscht het gan sche menschenleven. Wie beheerscht de lectuur? In zjjne klassieke beschouwing over de gevaren der belletrie schrijft de, helaas! te vroeg gestorven Pater Jungmann: De Baiersche Geheimraad Ridder Yon Olry, die in Februari 1863 als grjjsaard van 94 jaar te Straatsburg in den Elzas stierf, hield gedurende twintig jaar, van 1807 tot 1827, als vertegenwoordiger van Beieren verblijf in Zwitserland. In dien tijd nam hg het besluit zich in de orde der vrijmetse laars te begeven, welke hij echter eenige jaren later wederom verliet, nadat bij den geest en de ware strekking van de orde naar eigen aanschouwing had leeren kennen. Aan de mededeelingen, welke de edele man later, FEUILLETON. Geen twijfel meer, de man was schuldig; na eenige minuten evenwel van zichtbaren schrik, herstelde hij zich, richtte zich met eene soort van fierheid op, en aan zijne stem een toon van beleedigde eigenwaarde gevende, zeide hjj.- Mjjnheer, verklaar u, indien gij mjj eenige grief te verwijten hebt; maar ik maak u opmerkzaam dat, indien nog eenmaal de minste beleedigende uitdrukking uit uw mond ontsnapt, ik u buiten de deur zal laten zetten. Schobbejak! wat vertelt gij daar? Mijn vader bniten de deur laten zetten?riep de zoon des pachters stampvoetende, terwijl hij met geweld den plan ken vloer, onder het rammelen van een knuistigen knuppel, deed daveren. Daartoe heb ik, geloof mij, volkomen recht, wanneer men iemand in zjjne eigene woning be- leedigt Op mijn woord, viel Piet hem in de reden, gedurende zijn ambteloos leven, over zijne oudervindingen iu de Loge deed, is het feit ontleend, dat wij gaan verkondigen. Olry overtuigde zich al zeer spoedig dat in de Loge de aanvoerders der revolutie hunue voile heerschappij hadden verkregen en dat het doel waarvoor het genootschap arbeidt, geen ander is, dan om alle gezag, alle zede lijkheid en gerechtigheid te ondermijaen. Wat boven alles zijne verbazing ver wekte was de ijver, welke de hoofdmau- neu der vrijmetselarij ontwikkelden om door losbandige, de ziuneljjkkeid prik- kelendej geschriften, de brave Zwitsersche natie in den geest der Loge te bewerken. Te Lucern b. v. werd een bo^kverkooper overgehaald in eene kamer achter zijn win kel een magazijn van onzedelijke boeken en platen op te richten met de opdracht de boeken ea prenten op bizoudere wijze ook in de klingen der vrouwen en meisjes te verspreiden. Van Zurich uit werd dezelfde manoeuvre uitgevoerd waar men bet 't minst zou vermoeden,namelijk te Maria Einsiedeln. Er lag eone duivelsche boosheid in, juist op de plaats waar jaarlijks duizenden pelgrims uit Zwitserland, Duitschland en Frankrijk samenstroomen, om zich in het H. Sacra ment van boetvaardigheid van hunne zon den te reinigen, en door de vootspraak der Oubevlekte Maagd kracht te verkrijgen voor een zedelgken levenswaudel, zulk eene iu- stell ng vau onzedelijkheid op te richten. Hetzelfde gebeurde op eene grensplaats vau het kanton Wallis. Het werkzaamst was de bell tristische verlichtiugsfabriek te Aarau onder de leiding van den bekenden novellist Zschokke, den schrgver van het vrome werk: »Uren aan den godsdienst gewijd.» De Logemannen waren overtuigd, dat er geen geschikter middel bestaat hun verdel gend vergift in alle klassen van het volk, in alle huisgezinnen te brengen, dan belle- tristische lectuur. Stellen wij tegea de door Olry bekend gemaakte oogmerken en bedoelingen der Loge de feiten, welke wjj in onzen tgd waarne men, dan begrijpen wij, dat de Eerwaarde Pater Forstner in zijn referaat op den twee den Oostenrijkschen Katholiekendag volko men recht bad te zeggen: »Als wij de boe kenmarkt beschouwen, dan zien wij eene kolossale productie en niet het minst op het gebied der belletrie. Vooral zijn het romans en novellen, die de wereld overstroomen; bedenkt slechts,» zoo ging hg voort, dat iu de tweede helft van 1884, volgens den ca talogus vau Hiuricbs, niet miuder dan 300 romans en novellen door den Duitschen boekhandel ziju uitgegeven,waaronder slechts 17 Katholieke. S.nds zijn er zes jaar ver- loopen en de genoemde boekenlijst verkon digt ons, dat in 1888 niet 300, maar 1423 en in 1889 1715 belletristische werken zjjn verschenen. De Eerwaarde Pater Forstner zegt verdei: »Zola kan er op wijzen, dat in vjjf jaar, van 1877 tot 1882 acht van zjjne vuile romans zijn verschenen, waarvan er sommige een- of meermalen werden herdrukt. ik begrijp niets van alles wat hier plaats heeft; maar omdat mjjn vader n een schelm, een el- lendeliog heeft genoemd, moet het toch ook wel zoo zijn, want de oude HermaD, ik verzeker u dit, heeft nog nooit in zijn leven gelogen. Zwjjg, Fietl bedaar mijn jongen; mjjnheer de bankier en ik begrijpen elkander reeds goed, ik ben er zeker van. Zich vervolgens tot den Heer R...wendende, sprak hij: Geloof mjj, het is het best voor u, dit onderhoud kort te maken. Er bestaat, gij weet het, een spreekwoord, waarvan de waarheid door duizenden voorbeelden bevestigd wordt; dit spreekwoord zegt, dat eene slechte daad vroeg of laat aan den dag komt, al moesten de raven het ook uitbrengen. Dezen keer is het geen raaf, maar eene duif, waarvan de Voorzienigheid zich bediend heeft, om het schandelijke gedrag ken baar te maken, dat gij ten opzichte van de on gelukkige weduwe van een uwer vrienden hebt getoond. Ik bid u, mijnheer, tracht zulks niet te ontkennen; ik ben van alles onderricht: ik weet... Maai wat weet gij dan? zeide de bankier, te vergeefs zjjn best doende, om te glimlachen, ten- Rskeneu wjj dat elke oplaag uit 4000 exem plaren bestaat, dan werden in 1888 in een halfjaar 1,200,000 romans in Duitschland alleeu verspreid, daaronder 17 Katholieke, met eene oplaag van hoogstens 70,000 exem plaren. Zola alleen heeft ongetwjjfeld in die acht jaar 32,000 exemplaren van zjjne ro mans in Duitschland verkocht. Als men na nagaat, dat er nog een groot aantal in li beralen en materiaüstisehen geest geredi geerde tgdschritten worden uitgegeven, dan kan men zich eene voorstelling makeD, welk een machtigen invloed de slechte persproduc ten op het volk kunnen en zullen uitoefe- {Slot volgt.) nen. De leden van het Centrum in den Rjjksdag en deu Pruisischen Landdag hebban eene vergadering gehouden ter nagedachtenis van Windthorst. Da plaats, waar hij zoo vele jaren in de vergaderingen der partij had gezeten, was met een grooten krans versierd. De voorzitter van het Centrum iu deu Rijks dag, Graaf Ballestrem, hield eene gedach tenisrede, waarin hjj deu overledene iu diens leven eu werken voor Kerk en vaderland echetste en het Centrum aanspoorde om, na bet zware verlies dat het thans heeft geleden, onvermoeid en eensgezind op den zelfden weg voort te gaan. Vervolgens sprak Baron Hereman, voorzitter van het Centrum in den Landdag; daarna Dr. Reichensper- ger, de senior, die bet langst met den over ledene had samengewerkt. Beide redevoe ringen hadden dezelfde strekking. Na de rede van laastgenoemden spreker werd de vergadering gesloten. Het Centrum heeft uit Rome van den Kardinaal-Staatssecretaris Rampolla een telegram van rouwbeklag namens Z. H. den Paus ontvangen. Ook aan de f imilie Windt horst heeft Z. H. de Paus per telegraaf zijne deelneming doen bljjkeu. Onder de krausen,euz., die werden ingezon den om bjj de ljjkkist te wordeu nederge- legd, zjjn er: vau den Keizer een rjjk bloe- men-arrangement met hooge palmen en een wit zijden lint, waarop in goud de keizer- ljjke kroon en het naamojjfer des Keizers prijken; voorts kransen van de Centrums iu deu Rjjksdag, in het Pruisische Huis van Afgevaardigden en in de Baiersche Kamer van Afgevaardigden; van de Duitsch-Han- noversche leden in den Rjjksdag; van de Katholieke volksvereeniging voor Duitsch land; van de Professoren der Katholieke universiteit te Freiburg vau den Prins- Regent van Beieren;vau Baron Schorlemer Alst, Graaf DrosteVischeriDg, enz. Het Maltheser Genootschap voor Westfalen en de Rjjnprovincie zond een uit bloemen ver vaardigd zinnebeeld der Maltheser orde; de Vereeniging van Sileziscbe Maltheser Rid ders een groot uit bloemen bewerkt Mal theser kruis; de Vereeniging van Katholieke edelen eene prachtige bloemencompositie. Verder zjjn er nog krausen en bouquetten einde de onrust te verbergen die hem kwelde. Mjjnheer, zoo gjj niet schuldig waart,zoudt gij geen oogenblik geaarzeld hebben, om de be dreiging van zoo even te doen uitvoeren, om ons buiten de deur te zetten. Mjjn hemel!waar zal dit eindeljjk op uitloopen? Zoo, gjj begrijpt mij derhalve nog niet? Iu het minst niet, ik zweer het u.... Houd op, mjjnheer, uw eed zoude een meineed zijn. x In naam des Hemels, verklaar ui riep de bankier uit. Gaarne, mijnheer. Voor vjjf maanden stelde een braaf en waardig man, een oud koopman, aan een van zjjne vrienden, die deze stad bewoont, een kleinen kofier ter hand, dien hij op het land niet bij zich durfde houden Ik ken dit noodlottig geval, mijnheer, zeide de bankier, wien eene nieuwe rilling door de leden gingjik weet,zoo als ieder ander dat deze kof fer is verdwenen. Eu gjj weet niet wat daarvan geworden is? Niets, mijnheer.... Welnu! dan zal ik het u zeggen: dat kof fertje hebt gjj in uw bezit! van de vrjjzinnige partij in den Rijksdag en den Pruisischen Landdag, van Katholieke casino's in Beieren, van verkiezingscom- missiën van het Centrum, enz. Uit verscheidene plaatsen wordt melding gemaakt van manifestatiën, die aldaar ter eere van den overledene zullen plaatsheb ben. Zoo is o. a. nis Keulen bericht ont vangen, dat bjj het Requiem in den Dom alle Katholieke vereenigiDgen met omflaersde banieren aanwezig zullen zjjn; dat op Paasch- maaudag aldaar in den Giïrzenicb een groot rouwbetoon zal plaats hebben en dat inmid dels de vereenigingen ieder afzonderljjk bijeenkomsten ter nagedachtenis houden. Dezer dagen is te Parjjs eene door de algemeene commissie voor de groote mauifestatie op 1 Mei uitgeschrevene verga dering gehouden. Revolutionnairen van alle schakeering waren verschenen, ook tal van auarchisteu. Eau dezer heeft de socialisti- sehen afgevaardigden geducht de les gele zen. Het infame kapitaal, de bourgeoisie de uitzuigers van het volk bleven ongemoeid. Wij willen niets van u weten, sprak hjj tot de afgevaardigden als Ferroul, Lachize, Brousse en hunne vriennen. Gjj hebt dage- ljjks 25 fr. als afgevaardigde, reist voor niet op de spoorwegen, en laat u door dit alles te goed doen. Wjj hebben genoeg van u en willen niets van u weten. De werklieden-afgevaardigden hebben dus ditmaal geen wil vaa hunue reis gehad. Jl. Maandag-avond te half acht is Prins Napoleon te Rome overleden. Naar men zegt scbjjnt hjj aan de drin gende roepstem der Kerk, die haar afge- dwaalden zoon met zooveel liefde tot zich riep, gehoorte hebben gegeven. Verschillende berichten melden althans, dat Prins Napo leon Vrjjdagmiddag bjj Kardinaal Mermillod zijue biecht heeft gesproken. Volgens de Fanfulla zjjn te Livorno zestig personen in arrest genomen, tenge volge vau eene botsing tusschen de politie en de anarchisten. Andere personen zija den volgenden morgen gevangen genomen. Allen droegen wapenen. Iu de Italiaansche Kamer werd door Bongbi eene verklaring voorgesteld, inhou dende het verlangen dat alle tractaten, die afstand van grondgebied of nieuwe gelde- ljjke lasten iu zich sluiten, te voren aan de goedkeuring der Kamers onderworpen zul len worden. De Minister-President De Ru- dini antwoordde dat hjj het beginsel, waar Bonghi's voorstel op rust, toejuicht, doch de voorgestelde verklaring niet kan onder steunen. Zij werd hierna door Bonghi in getrokken. De Minister-President diende ver volgens eenige kredietaanvragen in voor het verleenen van toelagen aan vier inlandsche hoofden op de Afrikaansche kust. Onder dagteekeniag van 14 dezer wordt uit Stockholm gemeld, dat in eene gemeensckappeljjke zitting van de beide ZweedscheKamers is besloten tot behond van alle tegenwoordige invoerrechten op rund vee, granen, meel en andere levensmiddelen. Ik! gilde de bankier in verbjjstering?... Ja, gjj. En welke bewjjzen?... Toen ontvouwde Herman een klein papiertje, dat hjj uit zijne portefeuille te voorschijn haalde: welke bewjjzen, mijnheer?.... Hoor: //Lieve Catharina; wees gerust: ons fortuin is in veilig heid bjj mjjn vriend RDit is immers uw naam, niet waar mjjnheer?//Hjj en ik hebben zoo even het koffertje in eeu hoek van zjjn kelder begraven.. Uw vriend, Bernard." Zie slechts, zie slechts, mjjnheer; gjj zult u ge makkelijk de handteekening van den ongelukkigen Bernard herinneren;gjj kent die beter dan iemand.. Nauweljjks had de bankier op die noodlottige regels een blik geslagen of, bezwjjkende onder dea aandrang van wroeging en angst, verbleekte hjj zoodanig, dat het den beiden landlieden een oogenblik scheen als ging hjj sterven; zijn ge laat werd met klam zweet bedekt; zjjne handen krompen krampachtig te zamen; zjjn blik werd dof; eindelijk zonk hij ineen als iemand, die door een kogel in het hart wordt getroffen. Dit schouwspel was afgrijselijk. {Wordt vtrvolgii)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1891 | | pagina 1