NIEUWE
No. 1668,
Donderdag 2 April 1891.
16de Jaargang.
Militairisme.
Ergerlijk.
BUlTENTiTiÈ
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIHN.
De duif der Voorzienigheid.
MEL
Pet 8 maanden voor Haarlem0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afïonderljjke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUSEATT: St. Janstraat Haarlem.
Tan 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contan
Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPEB8& LAU1II.
Niet lang geleden heeft een jong En-
gelscb diplomaat, de Heer Daring, gezant-
schapschapssecretaris te Rome aan bet De-
partemeut van Buitenlaudsche Zaken te
Londen eeoe statistiek gezonden betreffende
de ontrangsteu en uitgaven der zeven groote
mogendheden van Europa, gedureude de
jaren 1882—1888. De bedoelde zeven groote
mogendheden zijn: Frankrijk, Dui'schland,
Rusland, Engeland, Oostenrjjk, Spanje en
Italië.
Deze landen, die de eer genieten van de
groote mogendheden te worden genoemd,
lieten hunue bewoners in het jaar 1882
ongeveer 14 milliard franks belasting be
talen.
In het jaar 1888 was deze belasting ge
klommen tot een bedrag van 15 milliard,
dat is een gemiddeld bedrag van 47 franks
per hoofd, wanneer men de bevolking der
genoemde zeven Staten rekent op 319 mil-
lioen zielen.
Ongetwijfeld zou de Eagelscbe diplomaat,
zoo hij ook den staat van 1891 had kan
nen opmaken, nog een paar milliarden meer
hebben gevonden eo voor ieder persoon
ruim 50 franks belasting hebben kunnen
opgeven.
Uit de geuoemde statistiek blijkt t6vens,
dat 'de gezamenlijke schuld der zeven mogend
heden met 10,36 percent is vermeerderd en da
te betalen rente met 10,30 percent. Noch
de eoorme schuld vau 83 milliarden, noch
de vermeerdering der openbare lasten zjjn
voldoonde geweest om de steeds stjjgande
uitgaven te bekostigen; immers bet gezamen
lijk tekort belroeg aau het einde van het jaar
1888 ruim een half milliard franks.
Het zal wel overbodig zijn te zeggen, dat
de voornaamste kolk, waarin die kolossale
uitgaven verdwijnen, de militaire lasten zijn,
welke in de jaren 1882—1888, dus in zes
jaar tjjds, met 23 percent zijn toegeuomeu.
Definautiëele toestand der groote mogend
heden gaat inderdaad deu kreeftengang en
het zou geeue verwondering baren wanneer
een a'g^meen staatsbankroet van daag of
morgen uitbarste.
Begrijpelijk is het intusschen dat er hier
en daar stemmen zich verheffen, die ontwa
pening eischen. lammer slechts, dat die stem
men worden beschouwd als eeue uiting van
zwakheid van de eene of audere mogendheid
of als een valstrik ten nadeele van een zeke
ren Siaat gespannen.
De groote natiën gaan ontzettend gebukt
onder den last der kolossale oorlogsbudget-
*ten. Het volk zwoegt en hjjgt onder dien
ipjjnljjken last. En dat in eene eeuw van zoo
hoog geroemde beschaving en ontwikkeling.
Mag de toestand op het gebied van finan
ciën eu militairisme der groote mogendheden
FEUILLETON.
Vervolg en slot.)
Ik ben niet bjjgeloovig, mijnheer Herman
en nimmer heb ik er dus geloof aan kunnen
slaan, dat iemand in de toekomst konde lezen.
En toch hebt gjj ongelijk, Mevrouw, groo-
teljjks ongelqk; komaan, zal ik u eens een staaltje
mijner kunst geven?
Gij zijt sterrenkundige, mijnheer?
Ja, Mevrouw; gij glimlacht, gü aarzelt, gij
ffwjjfelt; welnu! nog eenmaal, staat gjj mij toe u
.een staaltje mijner kunst te geven?
Met geDoegen; ik luister.
Dank zij oijjne kennis, Mevrouw; ik lees
niet enkel in de toekomst, maar ook in het .te
genwoordige
Zeker toch slechts als het boek openligt,
meester Herman? merkte Catharina aan met spot-
tenden lach.
Boeken, Mevrouw, o, die zijn slechts dien
stig voor alledaagsche geleerden; mijn boek is de
hemeltrans, en de sterren zijn de letteren van
dit boek; gij tuit weldra daarvan de overtuiging
hebben.
Gjj zoudt dus voornemens 'zijn in deze
oogenblikken de sterren te raadplegen, beste Her-
«MQ?
hoogst bedenkelijk en gevaarlijk genoemd
worden, onverantwoordelijk in de hoogste
mate is het, dat ook kleine Staten de groote
mogendheden beginnen na te apen;een ander
woord is inderdaad moeiljjk te vinden. Wan
neer de groote mogendheden, waarvan de
meeste over gansch andere bronnen dan de
kleine beschikken, onder den last van het
oorlogsbudget bezwijken, waar zullen dan de
kleine Staten de middelen vinden om een
groot leger te bekostigen.
Zal men van de bevolking nog hoogere
lasten, in welken vorm dan ook, vergen.
't Is onnoodig bij het lezen der statistieke
opgaven, door den Heer Dering vermeld, te
vragen; Waar blijft het geld, 'c welk de
belastingschuldigen met zooveel moeite op
brengen, dat hen zooveel zorg en zweet heeft
gekost.Het onzalige militairisme verslindt de
milliarden, waarmede zooveel nuttigs voor de
algemeene welvaart had kunnen tot stand
worden gebracht. Zal mea dieu onrerzadeljj-
ken Moloch ook in ons dierbaar vaderland
nog meer millioenen offeren?
Wjj hebben reeds meermalen gewezen op
de ergerlfike en treurige gevolgen, welke de
verwereldlijking der hospitalen te Parjjs
heeft veroorzaakt. Da reeks vau schandalen,
welke in die stichtingen voorvallen, is we
derom vermeerderd, gelijk bljjkt uit een
brief van Dr. Dasprèv, heelkundige in het
hospitaal der Charité en Afgevaardigde van
het zesde arrondissement van Parijs, welke
brief dezer dagen is opgenomen in de Ga-
zette des JJopitaux en luidt als volgt:
Parjjs 18 Maart 1891.
»Eeuige dagen vóór half vasten werden
er onder het publiek kaartjes uitgedeeld voor
een zonderling schouwspel. Ziehier het af
schrift dier kaartjes:
Hospitaal der Salpêtrière-
Gemaskerd bal vau Half-Vasten.
Donderdag 5 Maart 1891, te 8 uur's avonds.
2 toegangsbewijzen.
M. X.
De Directeur
X....
>Het zonderlinge van dit feit zal aau
niemand ontsnappen. Er beeft naar bet
schjjnt in dat hospitaal elk jaar een bal
masqué plaats. De zinneloozen, verkleed als
mannen of vrouwen, dausen daar ouder
elkander, zegt men, op de tonen van een
volledig orkest. Het wereldlijk personeel
neemt deel aan dit vermaak, evenals aan de
luncb, die er op volgt.
»Iudien dit kleine feest plaats had op den
dag en indien de zinneloozen alleen aan die
uitspanning doel namen, dan ware er niet
veel op te zeggen, tenzjj dat men niet goed
het nut van die maskerade begrjjpt voor de
Ja, Mevrouw.
Maar hat is op klaarlichten dag; de zon...
Het komt er niet op aan, of het de zon ia
die schijnt of de maan. Op elk der vier en twintig
uren van den dag ziet het oog van den sterren
kundige de sterren, die hij wil raadplegen.
En terwijl hjj deze woorden sprak op half
ernstigen, half schertsenden toon, stond degrjjs-
aard op, plaatste zich met alle deftigheid aan het
venster, en sloeg de sterren in peinzende aan
dacht gade.
Het ia zoo, zeide hij na eenige oogenblikken
stilte, ja het is zoo; ik begrijp het; ik zie het
duidelijk.....
En wat ziet gjj, mjjnheer? vroeg Cailiarina.
Welnu, ik zie hetgeneerin uwe gedachten
omgaat.
Inderdaad? Meester Herman, gjj zijt een ge
vaarlijk mensch.
Integendeel; want ik neem nooit de toe
vlucht tot mijae kunst, dan om genoegen te
geren en dienst te bewjjzen; zie eens, Mevrouw,
gjj zjjt in deze oogenblikken in eene bedroevende
en zouderlinge dwaling waaraan ik u wil ont
rukken.
Ik vrees, mijnheer, dat deze keer uwe we
tenschap geheel verkeerd zal mtloopen.
Gij zult integendeel ondervinden, dat zjj
ditmaal zooals altjjd onfeilbaar is. Bjj wien meent
Mevrouw, dat zij heden middag heeft gegeten?
Immers bjj u, zoo ik het wel heb.
verbetering der zinneloosheid, vooral wan
neer men bedenkt, dat gedurende het feest
verscheidene ziuoelooze vrouwen toevallen
krjjgen,zoodat men ze in hare vermomming
naar bed moest brengen, om ze later te ont-
kleeden, wanneer het bal uit is: tenzjj nog,
dat iu geen enkel gesticht voor zinneloozen,
door Zusters bestuurd, zulke dingen plaats
hebben. Maar wat kolossaal mag genoemd
worden is, dat men het bal 's avonds houdt,
van 8 uur tot middernacht, het uur van rust
voor de zieken en er personen toe uitnoodigt,
vreemd aau hel geneeskundig korps en het
personeel van het hospitaal, hetgeen reeds te
veel isjdat men er een schouwspel van maakt,
een vermaak voor pleizierjagers.
Het kwaad is groot in de hospitalen en
het verergert nog van dag tot dag. De slechte
maatregel van het wegzenden der Zusters, de
betuigingea van tevredenheid van eenige
hooggeplaatste personen aau het wereldlijk
personeel hebben het natuurlijk gevolg ge
had. Dit personeel en zijne vrienden meent,
dat het alles mag doen. En de directeur van
de openbare weldadigheid, die zich openljjk
voorstander van de verwereldlijking heeft
verklaard, heeft alles laten begaaD.
De lessen hebben nochtans niet outbroken
in de laatste maanden. Een ziekenoppasser
van St.-Anna, een zinneloozengesticht,waar
uit de vorige Ministers van binnenlandsche
zaken de Zusters van liet Je lieten wegjagen,
heeft eene zinnelooze gedood en wordt thans
wegens dezen moord vervolgd. Voor eenige
weken heeft ia bet zelfde gesticht, op klaar
lichten dag, op eeue gemakkeljjk te bewaken
biuuenpla <ts, eene zinnelooze zich opgehan
gen aan de pomp. Eindelijk werd eergisteren
in het hospitaal Dubois bjjoa de eene doode
voor deu anderen begraven, dank aan de
nalatigheid der wereldlijke bewaakster van
de zaal.
»Meu zal misschien z«ggen, rlat er in het
hospitaal Dubois altijd wereldlijkeu zijn ge
weest, dat is waat; maar toen hadden wij de
leerlingen der wereldlijke ziekenoppassers-
school niet, met beurzen van 1200 fr.; de
bewaaksters waren gewoonlijk oudo goede
ziekenoppasters, bijna allen opgeleid door de
Zusters.
«Men zou het niet te dikwijls kunnen her
halen; het is meer dan tijd, met de hospitaal-
zusters de orde, de zedelijkheid en de spaar
zaamheid in de hospitalen terug te brengen.
»Dr. Armand DESPRÈS.
^Heelmeester in 't hospitaal Cnarité.
Afgevaardigde der Seine».
Commentaren zjjn, dankt ons, hier over
bodig, doch met het oog op de ergerlijke
toestanden in de Fransche hoofdstad mag de
vraag gesteld worden: Wat zal do toekomst
zijn van eene gemeente, die ouder haat radi
caal bestuur schandalen laat geschieden,
welke in zoo hooge mate ergernis en walging
Ziedaar de knoop, Mevrouw.
Wat zegt gjj daar, mijnheer? sprak Catha
rina geheel in de war gebracht.
De waarheid, niets dan waarheid.
Mijnheer Herman, laat ons eindelijk ernstig
worden; die kortswfll, waarmede gjj ons beiig
houdt; dat voorgevoel waarvan gjj en uw zoon
gesproken hebt; ten laatste die voorzegging.
in 's Hemels naam, ik bid u, wat beteekent dit
alle9?
Weinul sprak de grijsaard, die zich niet
langer konde weerhouden, dit alles beteekent dat
dit huis u nog toebehoort; dat het koffertje het
welk uw fortuin bevatte, terug gevonden, dat het
sedert uw vertrek van hier nog niet geopend is,
en dat er dus, zooals ik u gezegd heb, geen
penning aan ontbreekt.
Groote God! riep Catharina uiten viel in
onmacht.
Zie, wat heb ik m gezegd, Piet? zoo gaat
het nu nog, ondanks al onze voorzorg.
Spoedig verleende hulp, die men Mevrouw
Bernard toediende, en de bemoeiingen harer,
schoon zelve ontroerde dochter, deden haar weldra
bijkomen; maar er verliep nog meer dan een uur
«er zij koude gelooven, dat zjj niet de speelbal
van een verzinsel was; ook was zij ten volle
overtuigd en gerust, toen de goede Herman haar
het kistje ter hand stelde.
En zoude ik nu ook mogen weten, mjjn
heer, vroeg Catharina, na den grjjsaard duizenden
verwekken en van een land, welks Regeering
dergeljjke schandalen met cynische onver
schilligheid ziet gebeuren? Arm, arm Frank
rijk, hoe peilloos diep zjjt gjj gevallen!
Men zegt, dat de Koning vau België zie h
met Engeland heeft verstaan over de be
scherming, desnoods verdediging van de
onzijdigheid van België, in geval van oor
log. Engeland zou de versterkingen van
Antwerpen bezetten en verdedigen en zoo
doende het Belgische leger gelegenheid ge
ven, zich geheel te wijden aan de verde
diging van de Maaswerken.
Het gevaar eener algemeene werk
staking door de Henegouwsche mijnarbei
ders is voor het oogenblik althans geweken.
Doch ook slechts voor het oogenblik, want
de verbittering, zoo wordt uit Cuesmes ge
schreven, ia groot over de onrechtvaar
dige verlaging der loonen, waarin niet de
arbeiders alleen eene uittarting zien der
mijnbezitters. Zaterdag-avond zijn er te
Wasmes, te Quaregnon en te Frameries
talrjjk bezochte vergaderingen gehouden.
»Alle, zoo wordt uit Wasmes gemeld
aan de Peuple, het orgaan der werklieden
partij te Brussel, hebbeu moties aange
nomen tot verdaging der werkstaking tot
20 April, ten eiude de manoeuvres der
patroous te doeu mislukken, die partiëele
werkstakingen trachten uit te lokkeD, ten
einde de algemeene te doen schipbreuk ljjden.
Het Frerndenblatt deelt mede, dat de
Regeeriug voornemeus is bjj verwerping der
opheffing der verbanning van de Jezuïeten
orde, de toelating der Redemptoristen, als
niet verwant aan de Jezuïeteu,voor testellen.
Omtrent de beruchte 350,000 mark
vau Dr. Bötticher houden de Münchener
Neueste Nachrichten vol, dat het bewezen
is, dat dit bedrag niet aan bet Welfenfonds
maar aau de 2,400,000 E, welke jaarlijks het
Depositionsfonds uitmaken, zijn ontleend.
Thans doet een gerucht, dat ook den
vroegere chef der geheime politie, Dr. Krüg6r,
bij zijn ontslag eene gratificatie van 50.000
mark verleend is, waarvaD de oorsprong
alleen in bet Welfenfonds te vinden is, de
ronde.
Op het Juristen-Congres te Halle wer
den verscheiden stellingen aangenomen
welke in hoofdzaak bewereD, dat er meer
geldstraffen moeten worden opgelegd en
vooral daar, waar het doel van het misdrjjf
winzucht was. Ook wilde men de opgelegde
geldboete in overeenstemming brengen met
het vermogen van den veroordeelde en bjj
onvermogen of onwil tot betaling de boete
niet vervangen door hechtenis, maar door
het doen verrichtenvan eene hoeveelheid werk,
waarvan het arbeidsloon met de waarde der
opgelegde geldboete overeenkomt.
keeren bedankt te hebben, hoe gjj er toe geraakt
zijt om
Mevrouw, viel haar de pachter in de reden,
tot belooning van den jjver, dien mjjn zoon en
ik aan den dag hebben gelegd, om u in deze
aangelegenheden van dienst te zjjn, verzoeken
wjj u ons eenige gunst te verleenen
Spreek welke, hoedanig die ook zjj, hoe
groot ook, wjj staan u haar reeds van te voren
toe, ik en mjjne dochter.
Dan verzoeken wjj u, om geheel uw leven
door te gelooven, dat het de goede God is, die
u dit vermogen terugschenkt, en er nooit naar
te trachten daarvan meer te vernemen.
Gaarne hebben wjj hier vrede mede, riepen
de beide gelukkigen te geljjk.
Het koopcontract werd vervolgens vernietigd,
en dezelfde week nog ging Catharina en hare
dochter opnieuw de schoone woning betrekken,
die zjj acht dagen te voren hadden gedacht nooit
weder te zien.
Zes maanden verliepen er; Catharina, Herman
en hunne beide kinderen waren nog eenmaal te za-
men in dit huis Tereenigd; maar dezen keer waren
zij omringd door alle notabelen van het dorp;
men vierde feest een zeer groot leest; een heerljjk
gastmaal vereenigde alle genoodigden; vreugde
schitterde op aller gelaat.,.,. Piet was de geluk
kige echtvriend van de liefderijke dochter van
Catharina geworden,