NIEUWE
Mr. L.J.Ii.VanöGTROP,
No. 1679
Woensdag 29 April 1891.
I6de Jaargang.
De toestand.
Het budget van den II. Stoel.
BUITEL LA NI),
Katholieken
Wij laten ons blad in plaats van
in den namiddag, nu in den vroe
gen morgen verschijnen opdat de
Kiezers in het Hoofdkiesdistrict
Haarlem, nog eens worden herin
nerd om heden ter stembus te
gaan. Neemt, zoo vragen wij u, uwe
vrienden meê, en stemt den Candi-
daat u aanbevolen
Kantonrechter te Amsterdam.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B U R E A TT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contan
Adrertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPERSic UUSEï.
{JQP Het Stembureau is geopend tot 4 uur
dezen namiddag.
Men hooit in onze dagen algemeen en
voortdurend klagen. Zoo bau bet niet lan
ger gaan,» aldus redeneert men, »overal
heerscbt twist en tweedracht, strijd en ou-
eenigheid, oproer eu werkstaking; in da
huisgezinuen tusscheu ouders en kinderen,
tusschen overhaden en dienstboden, in het
openbare leven tusschen bestuurders ea on
derdanen overal heerscht ontevredenheid,
opstand big de werklieden, nijd en afgunst
bjj anderen. De godsdienst wordt vervolgd,
de zedelijkheid bespot en veracht; waarlijk
men zou uit de wereld willen loopen om
gerust te kunnen zijn.»
Helaas! die klachten zijn maar al te zeer
gegrond. Doch waaraan ia de onverkwikke
lijke toestand waariu de wereld zich bevindt,
te danker.? Wat zjjn da motieven, die tot
de algemeens verwarring en malaise aan
leiding hebben gegeven?
De Heiland zelf geeft ons daarop het
antwoord in bet Evangelie: »ElkRjjk, dat
verdeeld is, zal verdelgd worden, het eene
Luis zal op het andere vallen.» Zeker, als
de ware eendracht niet heerscht, als men
voor eene geregelde sameulovinggeene goede
iundameoten neemt, dan moet noodzakelijk
alles te loor gaan, alles onderstboven wor
den gewenteld.
Doch waar zijn de ware grondslagen van
vrede en eendracht te vinden?
Men geeft vele antwoorden op deze vraag.
Sommigen zeggon er moet meer politie, meer
gevangenissen in de wereld siju; anderen
meeneD, dat bet geld en andere eigendom
men beter moeten verdeeld zijn, het moet
aan de bezitters worden ontnomeu en aan
de niet-bezitters worden ter hand gesteld.
De sociaal-democraten zeggen bovendien,
dat bet ChristeSjjk geloof uit de wereld moet
gebannen worden, dat de Priesters bet volk
in slavernjj ketenen en bet schrik aanjagen
met dood en hel; zjj eischen, tot verbete
ring van den toestand, dat eou ieder in
volle vrjjheid uit den kelk des levens moet
drinken en dat daarom de Staat in alle on
kosten en uitgaven moet voorzien; dan, zoo
beweren zij, zou alles beter gaan.
Wat daarop te antwoorden?
De Heiland sprekende over het einde der
wereld, zeide o. a.: »Als iemand u zal ko
men zeggen, ziet hier, is Christus, of Hij
FEU ILLS T~On7~
De vrees.
Na het diner ging men op het dek. Voor ons
strekte zich de Middellandsche zee uit, zonder
een enkel wimpeltje op hareoppervlaktj, die door
de maan helder werd beschenen. De groote boot
gleed over het water en wierp dikke zwa>te rook
spiralen in de lucht cn achter ons schuimde hot
geheele witte water, dat bewogen werd door de
snelle vaart van het zware vaartuig en waarin de
schroef rondwentelde; het was een schoon gezicht
de door de schroef omheoggeworpen waterdrup
pels te zien schitteren in het licht der mean.
Wjj stonden daar met ons zessen of achten
stil en bewonderend, het oog gewend naar het
verre Afrika, het doel onzer reis. De comm mdant,
die tusschen ons in eene sigaar zat te rooken,
hernam plotseling het gesprek, dat onder het diner
was begonnen.
Ja, dien dag ben ik bang geweest. Mijn
schip is zes uren op die rots bljjven zitten, ter-
is daar, gelooft hem niet. Want daar zullen
valsche profeten opstaau en velen in dwa
ling brengen.» En dit zien we in onzen t|jd
plaats hebben. Niet dat het. einde der wereld
nabij is: wauueer zulks plaats zal hebben,
weet God alleen; maar valsche profeten rij
zen overal op out de maatschappij op een
dwaalweg te brengen. Het is daarom, dat
we nu en dau onszelven goed doordringen
van de ware oorzaak, van den onzaligen
toestand, waaronder de liedendaagsche sa
menleving gebukt gaat.
Het is eu blijft waar, dat de ware redding
en de vo komen genezing der kranke maat
schappij slechts mogelijk is door een echt
Christelijk leven, door gehoorzaamheid aan
de geboden van God eu vau degenen, die
hier Gods plaats bekleeden. Slechts daardoor
zal er vrede, eenheid en rust verkregen
en.... onderhouden kuoueu worden.
Gebrek aati godsdienst is de hoofdzaak
van de bestaande ellende. Beschouwen we
alleerst bet huiselijk leven. Als de ouders
waarlijk Christelijk eu deugdzaam zijn, dan
zullen de kinderen het voorbeeld hun ge-
fceveu volgen. Zij zullen zich van hunne
plichten jegens ouders en overheden met
getrouwheid kwjjteizij zullen gehoorzaam
zijn en gedienstig; hoogmoed, onverschillig
heid en ongehoorzaamheid zal men bij hen
te vergeefs zoeken. Ea daardoor i3 de ru3t,
vrede en eendracht in het huisgezin ver
zekerd.
Nemeu we nu het godsdienstig leven. Zou
er strijd eu oueenigheid iu godsdienstige
zaken bestaau, als de menschen ootmoedig
en onderworpen waren aan God en aan Diens
heiligen wil? Het is Gods wil niet, dat er
verschillende Kerkeu z|jn. Neen de Heiland
heeft slechts éene Kerk gesticht en Hij kon
er maar eene stichten. Nooit kan Zijne
Kerk vergaan of eene onwaarheid leeren,
want H|j, Die de eeuwige waarheid is, hetfb
gezegd, dat de poot tea der hei haar niet
zullen overwinnen. Die woorden moeten ver
wezenlijkt worden, want de Esuwige Waar
heid betft ze gesproken. O, wilden alle ver
dwaalden die woorden eens overwegen, zij
zouden ongetwijfeld tot inkeer komen; alle
Christelijke volken zouden eene kudde uit
maken onder een Herder; alle godsdienst
strijd zou _opbouden, de ware leer van Chris
tus zou overal wordeu gevolgd.
Ook iu het politieke en burgerlijk leven
hangt alle eendracht en vrede daarvan af,
dat Vorsten eu ouderdanen in huuue ouder-
scheidene standen zich naar Gods heiligen
wil voegen en elkander met liefde, gene
genheid en behulpzaamheid bejegenen. De
Vorsten en wetgevers zotidea dan hunne
enderdaoen met rechtvaardigheid en mede
dongen leiden en besturen eu de onderdanen
zouden, naar Gods wil, gaarne aan de ge
stelde machten zich onderwerpen. Verdruk
king, opstand, njjd, baat en vjjandschap
zouden vanzelf ophouden te beerschen. Het
geloof, dut zich openbaart in den wil Gods
geboden te onderhouden, zou den droevigen
toestand doen verdwijnen.
Het is en blijft derhalve maar al te waar,
wjjl het door de golven werd gebeukt. Gelukkig
dat wjj tegeu den avond zijn opgenomen door
een Engelsch kolenschip, dat ons bemerkte.
Toen stond iemand uit liet gezelschap op, het
was eene groote man met verbrande gelaatstrek
ken, een ernstig voorkomen, een van die mannen
wien men kan aanzien, dat zij groote onbekende
landen doorreisd hebben, te midden van onop
houdelijke gevareu en wier oog iu zjjne diepte
iets van de vreemde landen, die zij gezien hebben,
schijnt te bewaren; een van die mant.en, wien
de moed nit de oog^n straalt. He', was de eerste
maal, dat bjj iets zeide. Hij sprak:
Gij zegt daar, commandant, dat gij bang
gewiest zij ik geloof er niets van. Gjj vergist
u in bet woord en in de gewaarvvording, die gij
hebt ondervonden. Een Hiak man is nooit bang
als hij tegenover een dreigend gevaar staat. Hij
is aangedaan, onrustig, maar bang, dat is heel
iets anders.
De commandant hernam lachende:
Maar ik zeg u voorden drommel dat ik bang
was.
Toen sprak dc man met zijne bronzen gelaats
dat de ongelukken en de ontevredenheid
onder de menschen meestal voortkomen uit
de verachting van God en Zijne geboden.
De zonde maakt de volken ongelukkig. Het
onderhouden van de geboden van God en
der El. Kerk leert den mensch rein, recht
vaardig, gehoorzaam en tevreden zijD, ver
zekert het geluk van de huisgezinnen en
vau de samenleving en is de zekerste waar
borg voor de eeuwige gelukzaligheid.
Da Historisch-poiitische Blatter bevatten
een brief van den Markgraaf Compo3ante,
waarin deze heer zeer belangrijke inlich
tingen geeft omtrent het budget van den
H. Stoel.
Wij laten de ljjst d8r jaarljjksche uit
gaven hier volgen.
I. Ter beschikking van Z. Hit, 500.000
2. Voor de Kardinalen700.000
3. Voor de arme Bisdommen460.000
4. Prefectuur der Apostolische paleizen. u 1.800 000
5. Staatssecretariaat1.000.000
6. Aan beambten. 1.500 000
7. Scholen en andere instellingen. 1.200.000
Te zamen fr. 7.160.000
Het half millioefl ter beschikking van
den H. Vader, dient om de onkosten van
ziju Huis te dekkeu eu alle andsre uitgaven
te zijnen laste, die onder geen ander hoofd
zijn ingeschreven.
Onder de uitgaven kan men rekenen: de
verplichte geschenken aan vorsteljjke hoof
den, alsmede aalmoezen eu uitgaven voor
weldi.digheidsinrichtingen door Z.H.ges'.icht
en uit zijne particuliere middelen betaald.
De 700.000 fr. onder No. 2 aangeduid,
zjjn voor de Kardinalen bestemd, die te Rome
verblijven. Deze ziju ten getale van 25
en hebben eene minimum-jaarwedde vau
20.000 fr. hetgeen eene beseheidene som is
met het oog op de leefwjjze, die de Prinsen
der Kerk naar hun hoogen rang hebben te
volgen eu hunne verplichting om iu de
jaarwedden te voorzien vau een twaalftal dig
nitarissen, o. a. van don Deken van het H.
College, den Vicaris G neraal van Z. H. enz.
enz.
De som van 460.000 fr. wordt voor de
behoeften vau arme Bisdommen, seminariën
en parochiën besteed. Deze Bisdommen,
meest in Italië gelegen, genieten uit die
bron geregelden bijstand.
Het budget der Apostolische paieizau
bevat al de uitgaven van het Pauselijk Hof,
hst Vaticaau en de gebouwen, welke nog
aan den H. Stoel bebooren. Datzelfde bud
get voorziet insgelijks in htt onderhoud der
museums en andere verzamelingen van het
Pausdom.
Het Staatssecretariaat beschikt over 1
millioen; uit die som moet voorzien wordeu
in de jaarwedden der Nantiussen, Aposto
lische Legaten, enz. Het Secretariaat moet
ook de functionarissen, in Rome vertoevende,
bezoldigen.
De 1.500.000 fr. voor beambten ingeschre
ven, worden Diet aan in werkeljjken dienst
zijnde beambten uitbetaald, maar aan pen-
kleur met langzame stem:
Veroorloof mij, mij nader te verklaren. De
vrees (eu da stoutmoedigste mensehen kunnen
oogenblikken van vrees hebben) is ie;a verschrik-
kelps, eene wreede aandoening, iets als eene ont
binding der ziel, eene verschrikkelijke samentrek
king van de gedachten en van het hart, waarvan
de herinnering alleen u zou doen beven. Maar
wanneer men dapper is, beeft zoo iets niet plaats
voor een aanval, noch voor allo onbekende vor
men, waarin liet go nar zich opmbsart; zoo iets
heeft plaats in zekere bui engewone omstandig
heden, onder zekere geheimzinnige invloeden,
tegenover vage gcvaien. .Da ware vrees is iets
als eene herinnering aan de spookachtige ver
schijnselen van vroeger. Iemand die aan spoken
gelooft edie des nachts meent een spook Ie
zien, zal de vrees iu al bare afschrikking onder
vinden.
Ik heb eens vrees gehad op klaarlichten dag,
het zal zoo wat tien jaar zijn geleden. Den laat-
sten winter in een nacht van December, werd
de gedachte daaraan weer levendig.
En niettemin heb ik vele avonturen gehad,
sioenen voor oud-beambten, die door den
Piëmonteo8chen inval van hunne betrekking
eu van bun brood werden beroofd. Die som
wordt natuurlijk door sterfgevallen van jaar
tot jaar minder.
Op 't eerste gezicht zou men de som van
1.200.000 fr. voorscholen enz. al zeer hoog
schatten; men vergtte echter niet, dat bjjna
al de vrije Katholieke scholen van Rome
door deu H. Stoel worden onderhouden en
dat er zonder de Pauselijke scholen, weldra
geen Katholieken meer te Rome zouden ie
viudeu zijn. De gelden der liefdadigheid
zjju buiten berekening gelaten. Men kau
er zich een idee van vormen, als men be
denkt, dat regelmatig zes beambten zich
met den weldaiigbeidsdienst bezig houden.
De sommen onder de zeven gemelde
hoofden aangegeven, zjjn de gewone uitgaven
van deu H. Seoel; maar behalve deze zjjn
er nog andere niet minder aanzienljjk. Zoo
werden reeds gedurende drie jaren 500.000 fr.
besteed aan de voortplanting des geloofs,
waarvan de onderstandsmiddeleu door het
Italiaanscbe bewind werden geroofd. Kolos
sale sommen wordeu er ook besteed tot onder
steuning van wetenschappelijke inrichtingen
te Rome, voor het versprei lea van nuttige
werken enz Noodzakelijke herstellingen aan
kerkeu, uavorschiugen in catacomben enz.
enz. komen iu3geljjks ten laste vau den
H. Stoel.
Voor zijn persoouljjk on lerhoud wordt
door den H. Vader dageljjks slechts vijf
franks besteed.
De grijze Veldmaarschalk Von Moltke
heeft, zooals wij in ons vorig nummer in
kort hebben medegedeeld, zjjne airdsche
loopbaan volbracht. Jl. Vrijdag is bjj ten
gevolge van eene beroerte overleden. Zjjue
heldenfiguur behoort dus tot de historie.
Daags voor zijn ploiseling overlijden zag
men hom nog op zijne gewone plaats in
het Pruisische Heerenhuis en later in deu
Rijksdag. Met goeden eetlust had hjj nog
zjju avondeten genuttigd doch juist kwart
voor tienen stond het hart stil. H|j overleed
zonder smart of pjjn.
Met de^ea Duitschen Veldmaarschalk
verdwijnt eene figuur van het wereidtooueel,
als oorlogvoerder eu tacticus eeuig misschien,
eu a's mensch wegens zjjue bescheidenheid
eu eenvoud zeker ook hoogst merkwaardig,
on die juist om dat laatste nog lang in het
hart des volks zal big ven naleven. Wat zjjne
krjjgsdaden betreft,lie heeft de geschiede
nis reeds met onuitwisenbare letters geboekt.
Von Moltke was Toornemens, zich binnen
kort naar eene badplaats eu van daar naar
zjju landgoed te begeveu. Tot op den laatsten
dag heeft hjj zjjue volle frischbeid en hel
derheid vau geest aan deu dag gelegd eu
zich inzonderheid bezig gehouden met ge
wichtige militaire vraagstukken omtrent de
versterking van Helgoland eu fortificatie-
werken aan het kanaal tusschen de Noord- en
Oostzee.
die een doodelijken afloop voor mjj schenen te
hebben. Ik heb dikwijls gevochten. Dieven hebben
mij eens voor dood laten liggen. Als opstande
ling ben ik in Amerika veroordeeld geweest om
opgehangen te worden. Ik ben van het dek van
een tchip afgeworpen in zee en op de kasten
van China aangespoeld. Telkens als ik mjj ver
loren waande, wist ik al jjd wat mij te doen stond
zonder zwakheid of zonder lang te overwegn.
Maar dat alles is geeno vrees.
Ik heb de gewaarwordiog van vrees gehad in
Afrika. En toch is do vrees afkomstig uit het
Noorden: de zon doet haar als een nevel verdwij
nen. Let hier wel op, mjjneheeron. Bij de Oos
terlingen telt het leven voor niets; men heeft
dadelijk een besluit genomen: de nachten zjjn
helder en vrjj van legenden, de gedachten zjjn
ook vrjj van de ongerustheid, die do hersenen
der volken van de koudere landen iu de war
brengt. In het Oosten kan men de paniek ken-
ken, de vrees is er onbekend. Welnu, ziothier,
wat mij op den Afrikaanschen bodem is overkomen.
{Wordt vervolgd