NIEUWE
No. 1686
Zondag 17 Mei 1891
16de JaargaBg.
Sociaal-democratische
Onderwijzers.
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem. 10,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B U R E A TT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contan
Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgeven: KÜPFSS8 k L AU EET.
Qgf Wegens het Hoogfeest van Pinksteren, zal
de Nieuwe Haarlemsohe Courant inplaats van Dins
dag, Woensdag e. k. worden uitgegeven. Het dan
eerstvolgend nummer verschijnt Zaterdag 23Mei a.s.
Er ia niemand in bet gebeele land, die
in de laatste maanden zoo dikwerf in bet
openbaar beeft gesproken als Mr. Treub
van Amsterdam.
De naam van wandelleeraar, die wel eens
gegeven wordt aan heD, die nu hier dan
daar hunne lessen verschaffen, past onge
twijfeld uitstekend op den Heer Treub, die
in verschillende steden van ons land zijne
staatkundige en staathuishoudkundige lessen
bijna gratis aanbiedt.
Wjj zeggen: bjjua gratis, wantdeeenige
belooniog, die hij verlangt van zpne toehoor
ders is, dat zjj in de volgende maand bij
de algemeene verkiezingen voor de Tweede
Kamer hunne stem uitbrengen op een radi
caal of sociaal-democraat.
Doch ook in de stad Amsterdam, waar
de Heer Treub het mandaat van Gemeente
raadslid vervult, doet hjj van zich spreken.
Hg treedt daar vaak op als beschermer van
de verdrukte onschuld en die rol verschaft
hem de waardeering van velen zjjner partjj-
genooten.
Thans heeft zich weer eene scboone ge
legenheid voor hem aangeboden om op te
treden als verdediger der rechten van iemand,
die in het ongelijk meent te zjjn gesteld.
Onder de candidaten voor eene onderwij
zersplaats in de hoof Istad bevond er zich
een, met name Teunisseo, die gelooft te zjjn
gepasseerd voor die betrekking, omdat hg
van zgne radicale beginselen op politiek
gebied heeft bljjk gegeven.
Natuurlgk is er nu een kreet van ver
ontwaardiging opgegaan in het kamp van
dat gedeelte der openbare onderwijzers in
de hoofdstad, welke de radicals of socialis
tische begrippen zjjn toegedaaD.Zoo is er b.v.
eene motie aangenomen in de vergadering
der afdeeling Amsterdam van den Bond van
Nederlandsche Onderwjjzers, waarbjj gezegd
werd, dat de afdeoling besloten had zich in
de zaak -Teunissen te mengen. En thans
heeft ook Mr. Treub, de beschermer van
verdrukten, zich deze zaak aangetiokken en
in den gemeenteraad van Amsterdam eene
motie voorgesteld, waarin gezegd wordt, dat
met het passeeren niet bedoeld is aan de
ambtenaren het uitspreken hunner overtui
ging te belemmeren. Die motie zal in eene
volgende vergadering van den Raad worden
behandeld, tegeljjk met eene motie van Dr.
Van Hall van ongeveer geljjke strekking.
Om het groote belang, 't welk deze motiën
niet slechts voor den betrokkene of voor de
Amsterdam8che onderwijzers, maar voor het
geheele volk hebben, wenschen wjj kortelijk
ons oordeel in deze zaak nit te sprekeD.
FEUILLETON.
Eene rotsvestiDg.
In beneden-Karinthië, die romantische land
streek ia de Oosten rijksch-Hongaarsche monar
chie, merkwaardig door hare vele onderaardsche
holen en waterloopen, die zich van het eene
einde tot het andere uitstrekken, en waar des
winters de hevigste noordoostelijke stormen en
sneeuwjachten woeden, zag het er in de 15e
eeuw nog ^onbeschrijflijk woest uit. Van be
bouwing was nauweljjks iels te zien. Onmete
lijke wouden, waar beren en wolven zich nog
in menigte ophielden, uitgebreide streken geheel
onbewoond, en waar weg noch steg was te vin-
deD, deden het land op eene woestenij gelijken.
Een der woeste punten was op ongeveer
een mijl alstands van Adelsberg, waar een aan
tal reusachtige rotsen zich als op elkander ge
stapeld verheffen en huiveringwekkende afgron
den vormen, waar eene bergbeek door de kloof
bruist, dof loeiend in eene grot verdwijnt en
verderop als een stroom weder te vootscbjjn
komt; waar eene grot, met grootsche zuilen
en gangen van druipsteen, zich mijlen ver door
Be genoemde leden van den Amsterdam-
schen gemeenteraad gaan nit van de onder
stelling, dat de Staat of Gemeente niet mag
vragen naar de godsdienstige of staatkundige
overtuiging der personen, welke ter benoe
ming tot eene betrekking zjjn voorgedragen.
Zij beweren, dat de beginselen, welke
een voorgedragene beljjdt, geheel buiten re
kening moeten worden gelaten en alleen de
vraag behoort te worden overwogen, of de
candidaat voor de betrekking de vereiachte be
kwaamheid en de noodige geschiktheid bezit.
Nu, op de bekwaamheid van bedoelden
Heer Teunissen willen wjj geeue aanmerkin
gen maken. De man is ons volkomen on
bekend, en het is best mogelijk, dat hjj op de
akte-examens een goed figuur heeft gemaakt.
Wjj willen zelfs toegeven, dat hg theoretisch
ver staat boven de andere candidaten, welke
voor de betrekking door Burgemeester eu
Wethouders werden voorgedragen.
Doch niet alleen de bekwaamheid, ook
de geschiktheid van den onderwjjzer behoort
te beslissen of hjj verdient voor eene be
trekking in aanmerking te komen.
En de geschiktheid van den Heer Teu
nissen voor zijn ambt wenschen wjj ia twjjfel
te trekken, ja, wij durven beweren, dat in
het algemeen, ieder ouderwjjEer, die zjjue
beginselen deelt, onvoorwaardelijk voor elke
betrekking bjj het onderwijs dient te worden
afgewezen.
Deze zienswjjze zjjn wjj toegedaan, omdat
wjj de overtuiging bezitten, dat een sociaal
democratisch onderwijzer een groot gevaar
oplevert voor de samenleving en daarom
moet geweerd worden.
Men kan de onder wijzers onmogelijk ver
gel jjken met andere ambtenaren, in dienst
van de gemeente.
Wanneer eene gemeente er bjjvoorbeeld
een bouwkundige op na houdt, die sociaal
democraat belijdt te wezen, dao kan daar
voor zeer goed worden aangevoerd, dat de
man op het terrein zjjuer werkzaamheden
een uitstekend ambtenaar kau zjjn. Zjjue
staatkundige overtuiging behoeft hem vol
strekt niet te beletten op voldoende wijze
zgne verplichtingen tegenover zijn werkge
ver, de gemeente, te vervallen. Waar zulk
een persoon op politiek gebied tracht af te
breken en te nivelleeren zonder wederom
op te bouweD, daar kan hjj toch een zeer
bekwaam bouwmeester in den letterljjken
zin van het woord wezen.
Anders is dit echter met den gemeente
ambtenaar, aan wien het onderwjjs der
jeugd is toevertrouwd. Diens politieke over
tuiging heeft oumiddellgken invloed op de
werkzaamheden, welke hg in den dienst der
gemeente verricht.
Wel geeft een onderwijzer op de school
geen lts in de Staatkunde, maar te looche
nen valt het niet, dat hjj zgne overtuiging
op s aatkundig terrein neerlegt in het on
derricht, 't welk hg aan de Hoop des Va
derlands verschaft.
"het land uitstrekt; kortom, waar alles zich ver-
eenigt wat de natuur aan woest romantische too-
neelen kan opleveren.
Daar ziet men nog tegenwoordig, tusschen
hooge rotsen, de sporen van een menschelijk woon
verblijf, dat den reiziger m»t verbazing vervult,
wanneer hjj verneemt dat het eenmaal eene groot
sche ridderburg was, die hier eeuwen lang haeft
gestaan. Tusschen twee steile, hemelhooge
rotsen als geklemd, scheen zij van beneden af
bjjna ontoegankelijk; de weg er heen was over
twee ophaalbruggen, en als die opgehaald waren
was alle mogelijkheid om er in te dringen af
gesneden.
Een Karintisch edelman, Erasmus Lueger
genaamd, had zich dit zonderling rotsnest in de
tweede helft der vijftiende eeuw tot woonverblijf
gekozen. Van een fier, stoutmoedig en vast maar
heftig karak er, forsch van lichaamsgebouw, en
in zijne geheele persoonlijkheid als 't ware eene
afspiegeling van het middeleeuwsche vuistrecht,
had deze ridder in zijne jonge jaren eene edel-
vrouw van het land, Catharina Von Ungnad, als
zjjne bruid dit woonverblijf binnengeleid; maar
het huwelijk was niet gelukkig. De vrouw kon
niet aan de akelige eenzaamheid van den burg
gewennen, begon ziekelijk te worden, en stierf
Een sociaal-democraat verklaart den oor
log aau de tegenwoordige maatschappij en
hare instellingen. Men behoeft slechts het
bekende blad Recht voor Allen even in te
zien om zich daarvan te overtuigen; elk
nnmmer van deze couraut en elke redevoe
ring van de sociaal-democratische leiders
bewjjst de waarheid hiervan. Ook steken de
socialisten het niet onder stoelen of banken,
dat zjj vjjanden van de tegenwoordige orde
van zaken en ook vjjandea van eiken gods
dienst zjjn.
Nu vragen wjj, hoe aan zoo iemand mag
worden opgedragen de opleiding der jeugd,
en of zulk een persoon kan voldoen aan
den eisch der wet, welke verlangt dat het
onderwjjs moet strekken tot de opleiding
tot christelijk en maatschappelijke deug
den.»
Wjj komen daarom tot de conclusie, dat
de Staat of gemeente vooral in den tegen-
woordigen tijd nauwlettend heeft toe te zien
of de onderwjjzers niet behooren tot die
partjj, welke den oorlog aan de orde in de
samenleving beeft verklaard.
Niemand mag om zgne staatkundige be
ginselen wordeu vervolgd. In ons Vader
land is ieder vrjj te deuken, geljjk hjj wil.
De vrjjheid van het geweten wordt volstrekt
niet aan banden gelegd. Doch het is toch
wel wat veel gevergd, om van den Staat
te eischen, dat hg onderwijzers zal benoe
men of bevorderen, die bet toeleggen op
't afbreken van het staatsgebouw, eu die in
han werkkring zoo uitnemende gelegen
heid kunnen vinden om voor hunne ver
derfelijke beginselen propaganda te maken.
Het licht ontvankelijk gemoed der jonge
kinderen neemt zoo gemakkelijk het zaad
van ontevredenheid op. Het biedt zulk een
vruchtbaren bodem aan voor de woeker
plant, welke onder den naam van: het so
cialisme, reeds zooveel goed zaad heeft ver
stikt.
Laat men sociaal-democratische onderwij
zers toe op dd openbare school, dan doet
men even dwaas als de tuiuman, die in
zjjn moestuin onkruid zou zaaien, terwjjl
hier ook wel gedacht mag worden aan het
spreekwoord: wie wind zaait, zal storm
oogsten.
Nogmaals leggen wjj er nadruk op, dat
de Heer Teuuissen voor ons geheel onbe
kend is, zoodat voor persoon'jjbe voorin
genomenheid geen sprake kan wezen, 't Is
hier bet beginsel, waarvoor wjj opkomeD,
en waarom wij de hierbovenbedoalde mo-
tiëu zoo gewichtig achten.
Wordt een dier beide motiën aangeno
men, dan hebben de scciaal-democraten in de
hoofdstad des lands een ruim arbeidsveld
voor het verspreiden van hunne leer, en zjj
zullen naar wjj zeker verwachten niet
aarzelen hiervan een druk gebruik te ma
ken.
Een ieder, die tegenstander van de soci
ale revolutie is, moet daarom wenschen,
na weinige jaren, zonder haar echtgenoot nako
melingen na te laten. Dit ongeluk maakte het
bovendien reeds sombere gemoed van den ridder
nog bitterder; hij zwoer het echtelijk leven af en
besloot voortaan ongehuwd te bljjven.
Keizer Frederik III, die sedert 1435 met zjjn
broeder Albrecht over Stiermarken, Karinthië en
Krain regeerde en in 1442 tot Duitsch Koning
was gekroond, kon, daar hjj in vele oorlogen ge
wikkeld was, een man als Erasmus Lueger zeer
goed gebruiken en nam hem dus in zijn dienst.
Als Kapitein dar Ljjfwacht moest L eger in het
jaar 1483 den Keizer naar Frankfort aan den
Main vergezellen, waar vele vorsten met bun ge
volg bjjeenkwamon, om hem hulle te bewijzen en
met hem over den politieken toestand te beraad
slagen.
Zooals altjjd bij zulke gelegenheden, volgde in die
dagen het eene feest op het andere, en vooral
ontbiak het niet aan banketten en drinkgelagen,
waarbij het zeer druk toeging.
Bij een dezer feestmalen, waaraan Erasmus
Lueger ook deelnam, liep het gesprek over ver
halen van allerlei avonturen en heldenstukken.
Een der aanwezigen noemde daarbjj den naam
van Andreas Eaumkircher, en maakte de aan
merking dat er niet een tweede voorbeeld tan
dat de Amaterdamsche gemeenteraad in dien
zin beslist, dat de sociaal-democratische be
ginselen niet worden bevorderd.
Men zal van socialistische zjjde dan wel
van verdrukking spreken, en den gemeen
teraad allerlei minder lieieljjke benamin
gen naar het hoofd slingeren, maar de
vrienden der orde, tot welken godsdienst
of staatapartjj ook behoorende, zullen zulk
een besluit goedkeuren.
Wjj hopen, dat de Raad zich niet be
vreesd zal laten maken door hen, die dan
over partjjdigheid of beperking der vrjjheid
zullen redeneeren.
Eene richting, die met de maatschappij
een oorlog op leven en dood heelt aange
bonden, verdient geen pardon. Hare beljjders
kennen geene genade voor de bestaande in
stellingen, en kunnen das ook geene aan
spraken doen gelden op de bescherming der
maatschappij in den krjjg, dien zjj tegen
haar zjjn begonnen.
Mr. Treub moge zoogenaamd voor het
recht en de vrjjheid zjjn opgekomen, wjj
zien hierin niet anders dan een nieuw mid
del van reclame voor zgne in ons oog ver
derfelijke leer.
De Belgische Kamer heeft met 59 tegen
9 stemmen en 3 onthoudingen de bbgrooting
van oorlog aangenomen.
Zeer merkwaardig mag bjj de daaraan
voorafgaande beraadslagingen een door den
Heer Frère Orban gestelden eisch genoemd
worden, die verlangde dat de Regeering een
in dienst zjj ad officier (Generaal De Brial-
mont) gelegenheid zou geveu zjjue meening
uit te spreken over het gevoelen van zjjn
chef, den Minister van Oorlog, in zake de
verdedigbaarheid van Antwerpen en der for
ten aan de Maaslinie en over de qnaestie
of een leger van 130,000 man voldoende
wezen zou tot verdediging van het land.
Toen de Minister van Oorlog verklaarde
te weigeren aan Generaal De Brialmont het
gevraagde verlof toe te staan, riep de Heer
Ftère Oïban uit: Welnu, de zaak is beslist!
Het bewjjs mag dus niet geleverd worden
dat eene legermacht van 130,000 man te
gering is voor den tegenwoordigen tjjd!
Eu dat durft een Staatsman beweren, die
tijdeus zjju Ministerschap zoo najjverig was
niet alleen op de onderworpenheid zjjner
ondergeschikten, maar ook op de gehoor
zame volgzaamheid van zjjne ambtgenooten.
De Burgemeester van Brussel heeft
aan het bestuur van den arbeidersbond een
brief gezonden, waarin hjj zegt, tot nader
order geene bjjeenkomst op den openbaren
weg te zullen dulden, en dat de politie bevel
heeft gekregen, elke samenhooping uiteen
te drjjven, welke aanleiding kan geren tot
wanorde of tot belemmering van het verkeer.
Graaf üdo Stollberg heeft, mede na
mens een twintigtal andere leden van het
zooveel dapperheid en lichaamskracht zou aan te
wjjzen zjjn.
Hjj bedoelde daarmede den landvoogd van Stier
marken, die in 1452 den Keizer tegen cle Hon
garen en Bohemers, alsook in 1462 bij, den op
stand der burgers in Weenen, groote.'diensten
bewezen had, en wien daarvoor ook hóöge on
derscheidingen ten deel waren gevallen, maar die
daarna onder de vanen van Koning Matthias
van Hongarjje tegen den Keizer had gediend.
Later wilde hjj zich bjj" dezen verdedigen, ver
zocht voor vier en twiniig nur een vrijgeleide
naar Gratz, moest echter den termjjn van vrij
geleide overtreden en werd onthoofd.
Dctze oude kampvechter was lang een vriend
en krijgsmakker van Lueger geweest enhaddik-
wjjls schouder aan schouder met hem tegen den
vjjand gestreden, zoodat hjj altjjd zjjne eer op
hield en zijn jammerlijk lot diep betreurde. Toen
hjj nu in de vergadering den naam van Baum-
kircher hoorde noemen, verzuimde Lueger niet,
levendig met den spreke r in te stemmen en ook van
zjjn kant uiring te geven aan de de achting, welke
hjj zjja afgestorven vriend toedroeg. Dat kon ech-
ier een ander der aanwezige edelen, de Maar
schalk Von Pappenheim, niet dulden.
Wordt vervolgd.)
HAARLHSCHE COURANT.