NIEUWE m> 1694 Woensdag 10 Juni 1891, 16de Jaargang. Een laatste woord. &.A.1 W.FARNGDMBESANDERS. J.J. H. KERVEL. Mr. F. J. M. A. REEKERS. Eene vervolgde Orde. feüilleton. e £Qk van Cherrueix. I AELÏlttSCI COURANT. ABONNEMENTSPRIJS Pei 8 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1)10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B URE A IT: St. Janstraat Haarlem. "MAjlNTIENu AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contan Advertentien worden uiterljjk Maandag-, Woensdag- en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KüPPEBSfc LAUREY. Kiezers in Haarlem en in onze naaste omgeving, Beverwijk en Haarlemmermeer, w.j richten tot u oen laatste woord. De c ;g is aangebroken die beslissen zal over de «komst op staatkundig gebied. De keuz6 in Haarlem is voor u niet «osi- ,k, wy hebben n reeds onze meening uit eengezet en dringend verzoeken wij u nog maals,in het belang van alien,komt heden ter :nbus, blijft niet te huis, en kiest met ons Ia everwjjk ziet het er treurig uit. Daar komen de Katholieken niet eensgezind ter stamb 's. Daar heeft men twist en tweedracht ■ezaa. d en hartstochtaljjk staan de Katho- i eken tegenover elkander. De misleiden zijn et van hun dwaalspoor teruggebracht, opgespoord om te volharden door invloed baitea het district, blijven zij onverantwoor- de'yk de caudidatuar-Bos, ook nalat deze candidaat zich onmogeljjk heeft gemaakt, handhaven. Waarom moesten, zoo zeggen wjj met anderen, politieke wandelleeraars zich met hst district bemoeien. Zjjn er dan geen raalslieaen meer te vinden geweest van de Egmon len tot aan Noordwjjkerhout? De aaii-revolutionnairen zullen den Heer W. Bo:- niet meer steunen; zjj hebben hem losgelaten en zjjn by de bekendmaking van de eamiidatuur-Kervel op den loop gegaan. Kiezers van Beverwijk gaat stemmen! De IKer KERVEL is u niet opgedrongen buiten het district, bi) is u niet huichelend op deu hals gesehoven. Gaat allen op ter stembus; gjj zjjt bekend met hetgeen heeft plaats gevondea en hoe, op uitdrukkelijk verlangen en met goedkeuring van Gees telijke eu wereldlijke invloedrijke personen, /u uw district, u het rechte spoor is aan gewezen. Op dau in gepaste geestdrift, met liefde voor godsdienst en vaderland, met eerbied voor het geesteljjk gezag iu breede scharen ter stembus ter verkiezing van den Heer Ia Haarlemmermeer is Mr. REEKERS, ma sedert dertien jaren het district verte genwoordigt, opnieuw door de Centrale R. A. Kiesvereeniging candidaat gesteld. Dit esu t door genoemde kiesvereeniging ge nomen zal wel zijne reden hebben, vooral, nu tegenover Mr. REEKERS een liberale candidaat is gesteld van onbeduidende ken nis ea ervaring, een man voor wien het een genot is te bluffen op de vrijmetselarij «aarine hij behoort, en die zich niet ont vet by elke gelegenheid de Loge te ver- ilnnC^i* 3 ^Suet verhaalt als eene ware geschie- is in l> Ti8-6" gebe«rtenis, die voorgevallen ,L et klelne Bretonsche dorp Cherrueix. haar KeledeD> dat ziJ in familiegrafkelder^ d" de» (i n waa D08 geheel onder c l a L:T vroeglijdig n dood, die zóo ifelLTl.i weldoen8ter, de Gravin de Ville zin ï^'i f ^eSSeQomen. Ia elke visschershut, zee gelegen aan een inham bij de die' °V1r niets .ande,s gesproken dan over dei i°^'e ackt-en-twintigjaiige vrouw, die men aes raorgens naar het kerkhof had gedragen. Oreral tv? Z1J .0Preeht betreurd en beweend. Want zij «n jtn,nd en men had op haar grafsteen de do' «de jWu"°rdcU m°geu plaatsen //Zij ging wel ke rTaS November, de noordenwind was a. De avond was gevallen. Men sprak aan het de 1 °VCr de do°de en zocht verklaringen te vin- a^ voor het voor sommigen ongehoorde feit, dat 'Tavin de Ville Ressac den wensch had uit- Q Proken begraven te worden met dejuweelen eeren, het genootschap, dat eiken godsdienst maar vooral den Katholieken een eeuwi gen baat heeft gezworea. Hier weren dns de Katholieken den vrij metselaar ea kiezen: {Vervol) Da Zoon Gods kwam op de wereld, ver spreidde weldaden, varkondigde eene God delijke leer, verweefden Farizeeërs en schrift geleerde hunne huichelarijen bediiegery, en leidde zelf een heilig leven, zooals nog nooit een meDSch voor of na Hem heeft geda*D. Hjj was de Zoon van den Allerhoogste, God zelf en toch waagden da Hoogepriesters en Schriftgeleerden hat volk tegeu Hem op te hiteen en van het hoogste gezag in deu lande het doodvonnis tegen Hem te erlangen. Wau- neer de Romeinsche landvoogd Pilatusden Zoon Gods, op aandrang der Hoogepriesters en op veriaDgen van ejjn eigeu volle on schuldig ten kruisdood veroordeelt, dau kan meu ook begrjjpen, dat het genootschap, 't welk den naam van Jezus draagt en dat zich ten doel stelt den Zaligmaker na te volgen, door opsloking van geweteulooze en verblinde Ministers tot den geestelyken dood, tot opkeffiüg kon veroordeeld worden. Da Jezuïeten waren juist mannen, welke de waarheden van het Christendom, de leer van den Heiland, Diens zedenleer zonder vrees verkocdïgdeu en trachtten na te vol gen. Hunne inrichtingen van onderwys wa ren, zelfs volgens de getuigenis van hunne tegenstanders, »eeu bolwerk tegen de mo derne, godloochenende philosophie, hunne werkdadigheid een machtige dam tegen het ongeloof, hun aaazjjn een steunpilaar voor Altaar en Troon.» »Het gonootsohap van Jezus,» zegt b. v. Vicomte De Bonald, is het eeuige, dat m«t goed gevolg kan optre den, tegen de zoo machtige en verspreide geheime genootschappen,welke de beslaande erde met ondergang bedreigen, om op de puinhoopen derAltaren ea der Tronen hunne eigene he.rscbappy te vestigen. Geen won der dus, dat alle vyanden van Altaar en Troon gezworen vijanden der Jezuïeten wa ren. De gauscha wereld weet overigens, dat de vernietiging der Jezuiëten het werk der hartstochten is geweest.» De Anglicaan Dalles zegt in zijn boek over de Jezuïeten (Brussel 1816 en Keulen 1819 bl. 170):» Doch de teerling was gewor pen; de Sociëteit van Jezus zou ea moest worden opgeheven. IJ verzucht, haat en boos heid legden daarvoor den eersten steen, god loochenaars, rechtsgeleerden en philosofen met satire en drogredenen gewapend, vol eindigden het work der goddeloosheid en het slachtoffer viel.« Frederik de Groote van Pruisen schreef welke zij droeg op den dag van haar huwelijk Zoo kwam er een wanklank tusschen de werke lijke en algemeene smart, die den dood der Gravin had veroorzaakt. //Had zij de diamanten niet liever voor de on- gelukkigen moeten bestemmeD, in plaats van ze mee te nemen daar, waar men niets meer.noodig heeft Het kasteel, in Romaanschen stijl opgetrokken, verhief zich somber aan het eind van de lange oprjjlaan. Het was misschien al wel een paar uren gbledcn, dat de wielen der rjjtuigen, die de ge- noodigdan ter begrafenis wegbrachten, door het zand hadden geknarst. Toch waren er eenigen op het kasteel gebleven vooreerst de familiebeden en dan zij, die van verre waren gekomen. Ongeveer terzelfder ure zat een man van een veertig jaren in eene eenzame hut, gelegen aan het uiteinde van het dorp, voor zijn vuur, zwij gend te turen naar het verbranden vau het hout. Plotseling stond hij op, opende een deur, die toegang gaf tot eene soort bergplaats, nam een hamer, een schroevendraaier, eene beitel, deed die in een linnen zak en voorzag zich van een schop. Zjjne vrouw was bezig da kinderen in bed te leggen. Hjj zette eene muts met oorlappen op en maakte zieh gereed te vertrekken. aan d' Alembert den 3a April 1770 »als ge wilt zal ik u bewyzen, dat hierbjj (vervol ging der Jezuïsten) slechts jjdelheid, gsheima wraakzucht, kabalen en egoïsme alles hebben gedaan. Hooren wij een anderen Koning, die deze raak voor een der Jezuïeten vijandig Pari »- ment verdedigt. Hendrik IV verklaart op voortreffelijke wijze aan het Parlement in het jaar 1603 eenige heerschende vooroordeelen tegen de Ji-zuïetsn. Man verweet de Jezuïeten datzij eerzuchtig waren. Hendrik IV zegt: »Men heeft niet huuue eerzucht maar huone bescheidenheid eeren kennen en ik begrijp niet waarop gij (de vijanden der Jezuïeten in het Parlement) uwe beschuldiging van eerzucht grondt bjj manneD, die waardigheden en eereambten weigeren waaneer men hun die aanbiedt, ja zelfs de gelofte doen ze nimmer te begree- ren en iu 't algemeen op deze aarde niets anders wenschen, dan nuttig te zijn voor hen, die hunne diensten verlaugeo. Heeft de Sorbonne (Je beroemde Parijsche uni versiteit) zooals gij zegt, zich tegen de Je zuiëten verklaard, dan heeft zij gehandeld evenals gy; zij heeft over de Jezuiëten ge oordeeld zonder ze te kennen. Heeft enkel ijverzucht da leden der oude Sorbonne tot vijanden der Jezu'ëren gemaakt, zoo heeft de nieuwe bij hen gestudeerd eu prijst zich nu gelukkig, zulke leeraars gevondeD te hebben De universiteit heelt hen steeds den degeuspits getoond, maar dat kwam daardoor dat de Jezuiëten meer geleerde lieden waren dan anderen, waarvan de toe neming der leerlingen tot huuue colleges bet beste getuigenis geeft. Wat de goederen en rijkdommen betreft,» verklaait de Monarch, welke de Jezniëten volgens uwe meening zoudeB gehad hebben, kan ik verklaren, dat zulks een groote leu gen en vuige laster is. Hunne goederen zjjn bij mijne domeinen gevoegd geworden cn thans is het bewezen, dat men in Bour- ges en Lyon nauwelyks 7 a 8 onderwijzers ervan kan bezoldigen, ofschoon vroeger 30 a 40 Jezuiëten ervan leefden. Hetzelfde zou men in tallooze gevallen kunnen bewijzen. Maar de Jezuïeten moeten als rijk uitge kreten worden, dat draagt er toe bij han gehaat en veracht te maken.» »Zjj trachten vooral in de steden te slui pen, zooals gij zegt, nu goed, antwoordt de Koiirig, anderen doen dat ook en ik zelf trachtte in miju koniukrijk te komen, zooals het mij maar eenigszius mogelijk was. Men moet echter erkennen, dat hun geduld verbaeend groot is en ik bewonder hen, want door geduld en vroomheid be reiken zij alles.» Wat hunne leer betreft,» hiermede hoopte het Parlement den Koning tegen de Jezuiëten op te hitsen welke de Geeste- Waar ga je heen vroeg zijne vrouw. De lijnen uitzetten antwoordde hijwer kelijk voedde hjj aan zijne bagage een paar paal- jes toe, waarvan de visschers aan de kusten zich bedienen om hunne ljjnen op het strand mee vast te steken. Daarna stak hij eene kleine lantaren aan en voorzag zich van lucifers. De deur knarste op hare grendels, de man zag rond of er niemand op straat, was en ging toen heen. Hij richtte zijne schreden naar hit strand. Toen hij ongeveer vijf honderd passen gedaan had, bleef hij staan. Geen enkel geluid vernam hij, als het ruischen der zee in de verte. Hij zette zijne vischlijnen uit en btgaf zich toen naar het andere uiteinde der straat. Bjj de kerk gekomen was, nam hjj de huizen in het rond op. Bijna alle lichten waren uit gedaan. Vooruitsprak hij. Zoo zachtjes mogelijk voortschrijdende, begaf hij zich naar het pleintje, waar de kerk stond, omringd door het kerkhof, overeenkomstig de oudirwetechs gewoonte om hen, die niet meer zijn, ter ruste te leggen bij de plaats des gtbeds, als om do herinnering aan hen levendig te hou den bij de voorbijgangers en de geloorigen. Hij klom over den lagen muur, die den ge- wijden grond omsloot en liep recht op het graf toe, waar de ambachtsvrouw van Cherrueix was begraven. Het graf der familie de Ville Ressac ofschoon heel eenvoudig, was het eenige monu- lyken van de gehoorzaamheid jegens my ontslaat, en die van het geoorloofde van den vorstenmoord, moet men, zeide de Ko ning zeer verstandig, eerst hooren, hetgeen zij daarover zeggen en of het waar is, dat zy de jeugd zulke beginselen inprenten. Om enkel beweringen en lasteringen, al zouden ze ook van eene gansche partij, van een groot deel van zjjn Parlement uitgaan, geeft de Koning niet veel, hjj wil eér.t hooren, wat de Jezuïeten zeiven daarover zeggen. »Éene omstandigheid,» aldus verklaart bij, en deze verdient ook iu onzen lijd te worden in aanmerking genomen, doet my gelooveu, dat er van dit alles niets waar is. Sinds iue8r dan 30 jaar, gedurende welken tjjd zy de juugd in Frankryk onderrichten, werden minstens meer dau 50,000 jonge lingen uit alle standen in hunne inrichtin gen gevormd; velen van dezen hebben later met de Jezuïeten verkeerd en toch vindt men onder dit groote aantal niet een enkele, die beweert, dat hy hen ooit zulk eene taal heeft hooren voeren of eene dusdanige leer heeft hooren verkondigen. Ja, ondanks men alle moeite deed om vao de Jezuïeten iets te kunnen zeggen, heeft men niets anders kunnen vermelden, dau dat tegen hnnne zeden ni«t3 valt in te brengen. Aldus ver klaarde Hendrik IV, Koning van Frankryk, plechtig Toor het Parlement, dat tegen de Jezuïeten vijandig was gezind. Hoe schandelijk Jozef van Portugal be drogen werd, is alom bekend.Door een schurk aangevallen moest die schurk een Jezuïet of moesten de Jezuïeten tenmieste do be werkers van den aanslag zjjn. Bewjjzen had men niet. Hjj zelf was overtuigd van de onschuld der Jezuïeten. Maar waarvoor heeft men bewyzen noo- dip. »Weg met de Jezuïeten!* Da goederen en colleges der Orde waren welkom bij Vorsten en Ministers. Zjj wer den verbeurd verklaard, de Paters gevan gen genomen, drie hunner ter dood gebracht en hunne heerlijke Missiëa in de Portugee- sche kolouiëu van Amerika met een slag vernietigd. Vele leden der Orde werden van hoogverraad beschuldigd en tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. De overigen werden uit Portugal verdreven. Pombal had overwonnen. Merkwaardig mag het heeten, dat zjjne familie zoodanig verarmde, dat zijne twee kleinkinderen later bij de Jeznië ten kosteloos werden opgevoed. Het voorbeeld van Portugal werd weldra door Spanje, Frankrijk, Napels en andere landen gevolgd. Terwjjl de ongeloovige Mi nisters met hun aanhang de Jvzuiëten ver volgden, viel aan de Orde een groote troost ten deel, welke dö oogen der wereld had kunnen opeaea. Een heilige Bisschop, Al- phonsus van Liguori, schreef openlijk: Men bedreigt het genootschap, dat de wereld heeft geheiligd en voortgaat te heiligen Wau- ment van het kleine dorpskerkhof. Het bevatte, slechts drie kistendie van de douairière de Ville Ressac, die van haar echtgenoot en die van de jonge Gravin, pas dien eigen dag bjj gezet. De man, die niemand anders was dan de dood graver, stootte de deur, die op een kier stond, open en bevond zieh alleen met de drie kisten. De eerste twee waren verzegeld, de derde nog niet. Nadat hjj zjjne lantaren had aanstoken, plaatste hjj die op een balk boven bij het gewelf. Hjj nam de kransen van de kist en met behulp van de plakken en hefioomen, die in den grafkelder waren achtergebleven, trok hg' de kist naar zich toe. Het deksel was dicht, maar met behulp van zjjne instrumenten had de doodgraver de schroe ven spoedig losgemaakt. Eene witte lijkwa bedekte de doode, wier hoofd rustte op een satjjnen kussen. Toen hjj het witie laken aanraakte beving hem eene kuireringhjj staakte een oogenblik het beiligschennende werk. De walmende lantaren wierp haar licht op het Ijjkkleed. Waarom had men ook gezegd, dat de Gravin had willen begraven worden met hare juweelen f Hjj nam het kleed weg en zag de doode, die zeer bleek was, maar geen enkele vlek ontsierde het gelaat. {Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1891 | | pagina 1