NIEUWE
IS.X. '8,e°'kaD d»'"d
No. 1706
VrUdtkg 10 Jail 1891
!6d« JurgMg.
BERICHT
Handel en nijverheid.
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
II (Slot.)
£>e Granaat.
OOtlRlIT.
Pel 8 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1)10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B U R E A TT: St. Janstraat Haarlem.
ÜEND
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever»: KüPPIBS k LAURÏT.
Bg de uitgevers dezer Courant is een
boekwerk verschenen, dat inderdaad eene
boeiende lectuur aanbiedt.Het is eene levens
schets, oit de eerste halve eeuw der ontdek
king van Amerika, vau «en vervolgden en te
weinig gekenden verdediger der slaven.
uv™ lwerk is getile'd: BARTHOLO-
EUS DE LAS CASAS, Verdediger der
vrijheid en Bestrijder der Spaansche verdruk
king in West-lndi'èmet portret.
Het boekwerk is in den handel gebracht,
en voordeelederNegerweezen van het eiland
Curajao tegen den prijs van f 1,00, franco
p. post f 1,10, Gebonden in een rjjk met goud
postTde» Prachtband tegen f 1,50, franco p.
Aan de geabooneerden op de Nieuwe
aarlemsche Courant bieden wjj deze levens
schets,geschreven door den Zeereerw.Zeergel.
Pater Weijers, Ord. Praed. en Professor te
gmegen, ALS PREMIE aan, tegen den
zeer geringen prijs, ons in postwissel of
postzegels te zenden, van 60 cents; exem
plaren in prachtband a f 1,10.
n dezen tgd, nu de slavenquaestie weer
aan de orde van den dag is, ontbreekt ze-
de actualiteit aan dit werk niet. Ook
vormt het eeo schitterend contrast met de
d« 8odsdieiJ8tlooze beschavings
ei en dezer dagen ondernomen.
et vertrouwen derhalve bieden wjj dit
ee onzen geabonueerden aan, te meer daar
e stoffelijke baten geheel afstaan aan
ae arme weesjes der Cura^aosche negerbe-
w- f® ?7ertui8ing 7an het bekende
woord Wat gij aan een dezer kleinen ge
daan hebt, hebt gjj aan Mg zelf gedaan.
De industrie of nij verheid is na den land-
"tde grootste bron van den nationalen
'gkdom. Zjj veredelt de voortbrengselen der
natuur, zij vermeerdert dus dezer waarde,
en de handel verbreidt Z6. Iedereen heeft
dus belang in den bloei der njjverheid,
aangez.eu zg aan duizenden brood geeft.
Daarom wordt zij ook door den Staat met
reent beschermd door belastingen en wetteD.
oa er kapitaal zou er ook geene industrie
zijd; de macht van het kapitaal houdt de
us rie en daardoor de voornaamste voe
dingsbron voor millioenen, tot stand. Daar-
hjV de 6tr?d tegen het kapitaal zoo
welke van die kamP de arbeiders,
kleL,0firarbne-der g6V,0elt ZicL Wel i8 waar Te0l
naW 13 18 VJ6el meer bePerkt d»d ®Ba
?r S' maar ^^^"egenstaande dikwerf
veel a en gflukklg« dan deze. Hjj heeft
- r behoeften en daarom ook min-
pE U1LLETON.
2)
(Per volg.)
om °us elkaar vn^ ze* Dutailly op.taande
versaagden van d. l ste^eD' kapitein der on-
Heeds vóur ik i
ik geheel buiten twrifpi6?. aan tafel> zat> was
danig heden van dezen RobHw!?1^0 gocde hoa"
pUzeld bad, ongelooflijk hard gevallen. Robil
v- die voorbijging, had haar naar de naast-
li «jjnde apotheek en vervolgens naar hare wo-
ning gebracht; zij was licht gekwetst en scheen
n°g niet geheel tot haar zelve gekomen. Om hare
erkenteljjkheid te betuigen had zjj al niet min
der zorgen, terwjj! zjjn broodheer bg den
arbeid nadenkt en practiseert, zingt de
werkman zgn lied en gaat hjj na het vol
brachte werk onbezorgd ter ruste.
De eigenlijke fabrieksarbeiders zgn af
hankelijker dan de gewone handwerkslie
den; zij zgn meestal handlangers der ma
chines. Dikwijls ia ongezonde lokalen ar
beidende, lijdt hunne gezondheid en de tering
vindt juist in fabrieksplaatsen een goeden
bodem. De gewone handwerksman is van
beter conditie dan de fabriekarbeider; de
landbouwer achter den ploeg heeft het beter
dan beiden te zamen. Hjj gevoelt zich in
de vrjje natuur vroolijker, opgewekter en
gezonder dan in de werkplaats of in de
fabriek.
Elk ambacht is eene kunst, maar niet
elke kunst is een ambacht, anders ware het
spel ook een ambacht. In de oudheid waren
de ambachtslieden slaven. Thans is de werk
man vrjj. Eertjjds schaamde de vrjje man
datgene uit te oefenen, wat een slaaf ver
richtte en hjj werd lui en arm de eerste
Btap tot het bederf van den Staat.
Hoe was de toestand ongeveer 900 jaar
geledeu? Van een handwerk in onzen zin
was toen geen sprake. De eenvoudige stof
fen werden te huis vervaardigd, waar vrou
wen en dochters aan het spinnewiel zaten,
weefden en de benoodigde kleeren vervaar
digden. De landman bouwde zelf zgne
woning en bewerkte zgn land, zgne huis-
genootea waren wevers, kleermakers, koks
en bierbrouwers; slechts de ridder zag wer
keloos van zjjne burcht op het land neder;
zjjne lansknechten en hunne vrouwen en
dochters waren zjjne ambachtslieden.
Met het ontstaan echter der steden wer
den de eigecljjire ambachtslieden gevormd.
In de twaalfde eeuw ontstonden de gilden.
Zg deden zeer veel goeds, doch verdweneD
langzamerhand tot groot nadeel van patroon
en gezel.
De ambachtsstand had eens een gouden
bodem. Ten tijde van Keizer Sigismond kon
een schoenmaker den Keizer drie duizend
Mark leenen, hetgeen in dien tgd een ver
bazend groote som was en er heerschte
onder de kleine ^ndustriëelen en hunne
vrouwen zulk eene groote weelde, dat de
overheid tusschenbeiden moest treden en een
einde maken aan de overdreven pracht en
weelde.
Het was belachelijk, dat ambachtslieden,
die geringe of onzindeljjke, maar toch zeer
noodzakeljjke werkzaamheden moesten ver
richten of die in geen gilde werden opge
nomen, als oneerljjk werden beschouwd of
ten minste in een kwaden reuk stonden,
zelfs voor de wet, zooals b. v. vilders, roud-
reizende muzikanten, beulen en gerechts
dienaars, lijkbezorgers en doodgravers, zelfs
geldwisselaars, schaapherders, barbiers en
molenaars. In onzen tgd is te dien aanzien
der kannen doen dan haar redder tot het diner
uit te noodigen. Hierin was ik volkomen met
haar eens, maar ik hoopte dan ook na dezen
avond voor goed van den held te zjjn ontslagsn.
Onze kwant was juist niet verlegen. Hij gaf
zich uit als deelnemer in eene uitgebreide steen
kolenzaak, in welke betrekking hij geheel Europa
moest afreizen, en hjj deed ons een grappig verbaal
zjjner reisavonturen. De oorlog, zeide hij, had hem
naar Parjjs doen terugkeeren, daar het welzjjn
der s'.ad zijne tegenwoordigheid vorderde. Wat de
heldendaden betrtft, die hij, aan t hoofd zijner
dapperen, bjj menige belegering reeds verricht
had, men begrijpt dat zjj alle menscheljjke ver
beeldingskracht te boven gingeo.
//De vijand was afgemat, uitgeput, hjj kon niet
meer Met vjjfhonderd wakkere soldaten als
de zgne, was de bres gauw gemaakt", enz. enz....
Mevrouw Dutailly hoorde al deze snoevende
verhalen met de grootste welwillendheid aan.
Dutailly kon moeiljjk weerstand bieden aan
den lust om ze te gelooven. Geertruida alleen
hield zich meer onverschillig. En onze arme Ana-
tolius, hij zag bleeker dan ooitbjj zat bijna
geheel verborgen in zijn al te wjjden soldatenrok;
hij scheen verpletterd door de tegenwoordigheid
van dezen snoever, die hem hatelijke toespelingen,
in zjjn laffe vergelijkingen, niet spaarde.
Ik vond een voorwendsel om na de koffie het
gezelschap te verlaten de grootspraak van dien
veel veranderd, maar de meerdere of mindere
achting en waardeering der onderscheiden
ambachten is gebleven.
De gilden waren uitmuntende instellin
gen, al was de toestand van den werkgever
en werknemer ook niet volmaakt te noemen.
Zjj hielden echter den werkman in aanzien
en beschermden hem voor onrecht en kne
velarij, hielpen hem als hjj hulp noodig
had en droegen zeer veel bjj tot de zedeljjke
ontwikkeling van de ambachtslieden. Zeker,
zoowel patroon als gezel waren aan zekere
wetten en bepaliugen onderworpen en nu
klinken de woorden zeer schoon: >de vrjjheid
is voor den arbeider een recht, het. moet ieder
vrjjslaau zgn werk te kiezeu en het te ver
laten; maar de ervaring leert, dat ofschoou
die woorden zeerschoon klinken,ze toch geljjk
zgn aan zoovele ideeën, die, op de keper
beschouwd, slechts holle phrasen zgn. Het
ontbreken van het bedrijfskapitaal, het
gebrek aan voldoende zaakkennis brengt
den grooten zoowel als den kleinen indas-
triëel spoedig tot achteruitgang, ja, tot
armoede of tot bedriegerjj van het publiek
door het leveren van, weliswaar goedkoop,
maar slecht werk. De gilden van vroegeren
tgd gaven aan de industrie een zeker cachet,
zjj verhoogden de achting en het aanzien
van de groote en kleine njjverheid en voor
kwamen het bedrog, dat in onzen verlichten
tgd, vaak oponljjk wordt gepleegd. De mo
derne tgdgeest veroordeelde de gilden en
men heeft de treurige gevolgen maar al
te vaak door die dwaze veroordeeliug on
dervonden.
De njjverheid en de ambachten hebben
eertijds eene gouden eeuw gekend. Of die
periode van welvaart nog zal terugkeeren?
Wjj betwijfelen het, tenzjj de oude geest,
de liefde voor het ambacht wederkeere. Zoo
lang men zich als 't ware schaamt een
ambachtsman te zgn, zal de handwerksstand
niet meer tot zgn eenmaal gekenden bloei
terugkomen.
Zeker, als menigeen wist tot welk eene
welvaart zgne voorouders het gebracht heb
ben, die toch ook slechts bakkers, metselaars,
smeden, wevers, schoenmakers en kleerma
kers waren, zjj zouden zich niet door den
modernen tgdgeest laten verleiden om met
minachting op den kleinen njjverheidsstand
neer te zien.
In de oogen van een weldenkende is een
gouden ster geen grooter eereteeken, dan
een solied schootsvel. Eene eeltige arbeids-
band is wellicht eervoller dan de met glacé
handschoenen bedekte hand van een ge-
blaseerden pronker.
De Blijde Inkomst van den Groothertog
van Luxemburg, welke den 23n zal gehou
den worden, belooft met grooter pracht
blaaskaak had mij geheel uit mjjn humeur ge
bracht.
Ik meende nu voor goed afscheid van hem
genomen te hebben, maar daarin bedroog ik mjj,
want den volgenden Zondag vond ik hem op
dezelfde plaats aan tafelDonderdag al weer
hjj liet geen enkele maal op zich wachten.
De familie Dutailly was sterk ingenomen met
haar nieuwen gast. Robillard had Mevrouw Du-
tailly's toegenegenheid verworven door zijn op
geruimd humeur en door eene hoffelijkheid, waar
voor men niet onverschillig is hij had zich bij
papa Dutailly bemind gemaakt door zgne groote
belangstelling in hetgeen „Le Temps" over den
huidigen oorlog schreef.
Anatolius was een weinig ongesteld, de arme
jongen was bleek en mager -, bjj eiken maaltijd
zag hjj duideljjk, dat zjjne aanstaande schoonouders
dezen pochhans veel meer achting en liefde toe
droegen dan hem.
Hoe weinig men zich meer om hem bekom
merde bleek vooral duideljjk na de nederlaag van
Bourget, waar de arme jongen dapper zjjn plicht
gedaan had en vanwaar hjj tot ons terugkeerde
met eene wonde aan den voorarm.
Hjj vertelde alles naar waarheidden dood
var. Baroche, naast hem neergeschoten, den terug
tocht en het droevige einde vau den blo digen
slag hjj was zoo droef te moede, dat het weinig
scheelde of de kapitein maakte hem voor een
gevierd te worden, dan de kleine hoofd
stad ooit zag ten toon spreiden. Een-en-
veertig vereeoigingen deden zich reeds in
schrijven, tot deelneming aan den stoet.
Men heelt opgemerkt, dat sinds het
begin der werkstikiug in de kolenmijuen
van België, vele mjjnwerkers, die er aan
deelnamen, hun geheelen inleg hebben te
ruggenomen uit de spaarbank. Door het
nemen van dezen maatregel, hoe betreurens
waardig ook, waren zg in staat tot na toe
in hun onderhoud te voorzien,
Verschillende apostelen der werkstaking
zgn thans genoodzaakt, tot andere, minder
eerljjke, middelen hunne toevlucht te ne
men om het vol te houden. In eene ge
meente, in de nabjjheid van Charleroi ge
legen, hebben zij zonder omslag zich ran
de fondsen eener vereoniging tot onderstand
meester gemaakt.
Bg onderlinge overeenkomst van werk
lieden dier gemeente, opgericht met het doel
ingeval van ziekten of anderszins elkaar te
hulp te komen, was dit fonds het onaan
tastbaar eigendom van alle arbeiders, waar
van zeer velen met werken bleven voort
gaan. Dezen laatsten hebben niets van bnn
eigendom genoten, daar de werkstakers hst
onder elkander hebben verdeeld. Van dit
feit is aangiite gedaan bg de Justitie en
deze doet met gestrengheid onderzoek. Van
lieden welke beweren dat alles gemeenschap
pelijk zgn moet, is het niet mooi zich iets
toe te eigenen, dat aan de gemeenschap
behoort. Hierin is zelfs een gevaar voor de
geheele samenleving gelegen.
De gebeurtenissen te Fonrmies had
den, gelijk men zich herinneren zal, een
gerechtelijken nasleep. De anarchist Calioe
en Laiargue, schoonzoon van Carl Marx,
werden namelijk vervolgd wegens het deel,
dat zjj door hunne ophitsingen, onder an
deren tot moord, gehad hebben in de on
lusten aldaar. Door het Hof vaa assises te
Douai is thans in hnnne zaak uitspraak
gedaan. Nadat Zaterdag begonnen was met
het verhoor van tal van getuigen, heeft de
Procureur-Geueraal eergisteren zgn requisi
toir genomen eo eene strenge veroordee-
ling geëischt tegen de beide beschuldigden
als de ware en verantwoordelijke aanleggen
der onlusten, die tot zulke treurige gevol
gen hebben geleid.
De jury heeft hen op de beide pnnten
van aanklacht schuldig verklaard zonder
het aannemen van verzachtende omstan
digheden.
Het Hof heeft daarna Lafargne veroor
deeld tot een jaar gevangenisstraf en 100 fr.
boete, en Culine tot zes jaar; opsluiting,
terwgl hem na afloop van dezen termgn
gedurende tien jaren het verbljjf in sommige
plaatsen is ontzegd.
De werkstaking te Roubaix bljjft aan
houden en zal wel niet spoedig geëindigd
deserteur en een lafaard uitindien hjj het niet
deed, dan was het uit vrees zjjn gastheer te be-
leedigenhjj liet zich evenwel duideljjk genoeg
uit. Met welk eene edele verontwaardiging trachtte
hjj ons er van te overtuigen, dat, indien hjj aan
het hoofd zjjner dapperen zich in den strjjd had
kunnen mengen, de zaak een anderen afloop zou
gehad hebben. Vervolgens hjj was in vuur
geraakt maakte hjj ons bekend met het plan
voor een binnen kort te ondernemen krijgstocht
men zou de gebergten van Montmorency en Cor-
meilles, daarna de Oise overtrekken men zou
liouen innemen en vervolgens zjjn zegevierenden
intocht te Havre doenDutailly gaf zjjne
ingenomenheid met dit plan door e n luid hand
geklap te kennen van dit oogenblik af zag bjj
iu deu kapitein eeo wonder van dapperheid en
krjjgskunde. En de arme Anatolic» leed intns-
schen hevige pjjn aan zjjn nog bloedenden arm
niemand sloeg acht op hem dan Geertruida en
ik. Den volgenden morgen had hjj de koorts; bjj
moest het bed houden en nam gedurende enkele
weken geen deel aan onze maaltjjden. De kapitein
maakte zich deze gelegenheid ten nutte om aan
Geertruida het hof te maken, en de houding der
ouders was niet om hem te ontmoedigen.
Wordt vervolgd.)