NIEUWE No. 1729 Vrijdag 4 September 189 i. 16de Jaargang. Ergerlijke propaganda. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. MO Voor het buitenland Mp Afzonderljjke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B U R E A TT: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentien worden uiterljjk Maandag-, Woensdag- en V r ij d a g-a rond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KüPPEBS fc LAUEIÏ, Zij, die zich tegen 1 October e. k. op de NIEUWE HAARLEM- SCHE COURANT abonneeren, ont vangen de nog vóór dien tijd, dus gedurende de maand September ver schijnende Nummers gratis. De Heer Kannedy-Anet, predikant te Brussel, die voor het Protestantisme in België propaganda maakt, heeft in de Deutsche Evangelische Kirchemeitung een artikel ge plaatst, waarin hij medeaeelt, dat de Pro testantsche Kerk in België gedurende de laatste drie jaar, elk jaar met vijfhonderd zielen is vermeerderd, gedeeltelijk gewonneu oit de Roomsch-Katholieken, gedeeltelijk nit godsdienitlooze en ongeloovige lieden, welke, naar het oordeel van den Heer Ken- uedy-Auet, door het Katholicisme overal worden gekweekt. Wp zullen over de quau- titeit van de,tjt het Protestantisms bekeer den niet sprekeD, ofschoou zulke ronde ge tallen, als ze zoo jaren achtereen even groot blijven, altjjd iets verdachts hebben. Wat de qualiteit der »bekeerdeD» aangaat, deze beoordeelt iedereen naar zjju eigen maatstaf. Dominee KeDnedy-Anet vertelt ons, dat de Protestanten (iu Brussel?) thaus 8000 zie len telleD, die huu licht laten schijnen tot heil van hunne medeburgers. De geesteljjke en zedelijke duisternis is in België nog niet verdweneu, schrijft Dj. Anet, maar ten miuste eenige zuchtende, naar waarheid smachtende zielen zochten het licht en voe den den weg ter redding. Wjj lezen verder ia het zalvende artikel, dat eenigen van de bekeerden» ernstige Katholieken zjjn geweest, die in hunne Kerk geene geuoegzaamheid, geen bevrediging hadden gevonden en thans zich verheugen in het volle bezit der waarheid in Christus. De meesten echter waren, om hen met een woord te signaleeren, wereldsche menschen, die niets geloofden. Dat is dus de qualiteit. Watde ernstige Ka'holieken aangaap zjjn we zoo vrjj achter Dominee A nets uitspraak een vraagfceeken te plaatsen. Een ernstig Katholiek wordt geen Protestaut; want als de Katholieke Kerk hem geen voldoenden waarborg voor de waarheid biedt, dan biedt het door en door subjectieve Protestautisme hem die ook niet. Zelfs de meest ernstige Katholiek is niet verzekerd dat bij in de beproeving in het geloof geen schipbreuk n«»i ^deD' maar dat bij up grond van in- hemö s1eoMrta181n?-eBne leer omhelst, die me? de onLS in de hand Seeft met de opdracht zque leer zelf daaruit te putten, dat is, naar het ons toeschgnt, eene physiologische onmogelykheid. Maar niet deswege vestigen wjj 0p het hier medegedeelde de aandacht, doch wij willen er eens op wjjzen welke aanmati ging er ligt in het verwijt van proselieten- makerjj, dat andersdenkenden vaak tot ons richteD. FE U1LLETON. Het halssnoer. Heidaar! Wat een vaart! Meer kon ik niet zeggen, daar ik gevaar liep de stoeptreden af te vallen ten gevolge van een tchok, ontstaan doordien een heer met geweld te gen mij aanliep. Ik keerde mg om en riep toen: -Harry! a Fred! Wel, dat is eene verrassing! Ik dacht, dat ge in Zwitserland waart! Ifc ben drie dagen geleden terug gekomen. Slecht nieuws Taat.0 J®aslca 18 "rieden week Woensdag overleden.[Gg hebt het waarachjjnlyk al «1 vernomen? - Neen, ik ben naar Ierland ge weest en kom juist terug. - Een zeer geheimzinnig geval oude jongea, - zeide Ered, nadat wij in de rookkamer hadden i .«an - Tic meen uiet haar dood, al was plaats genomen.-Ik mee ch Ik bea die zeer plotseling, maar zool d£t isniet haar eenige erfgenaam - Eris namelyk kwaad. - De moe*niet 5JkdBOhtdat geene nalatenschap.—Gy verb y zeide uwe tante ryk was. Bat uacni Wjj vernemen uit het artikel van den Heer Kenedy-Anet, hoe volkomen onge stoord de Katholieke Regeering van het Katholieke België da Protestanten hnnne kerken laat bouwea en op zielenvangst laat uitgaan. Zij mogen hunne godsdienstoefe ningen houden, hoe zij willen, geen sterve ling bemoeit er zich mee. Hoe geheel anders is de toestand echter in het Protestautsche Mecklenburg. Daar mogen de klokken der Katholieke kerken niet geluid worden en daar worden de plaatsen aangewezen, waar de Katholieken de H. Mis mogen lezen en hooren en die plaatsen zjjn niet zeer ve'e. Iu Spanje is het den predikant Fiiedner vergund godsdienstoefeningen te houden en zelfs scholen en gymnasiëu te stichten. Toen de Tirolers tegen het oprichten van nieuwe Protestautsche gemeenten zich verzetten, ging er een kreet van verontwaardiging op door de ganscbe Protestantsche wereld, maar wat in ouze dagen in Meckleubarg, en tot de Pruisische annexatie, ook in Sloeswijfe— Holstein den Katholieken verboden is, na melijk privaat-godsdienstoefeningen te hou den, dat was in het »into!eraute« Roomsch- Katholieke Tirolen^deu Protestanten sinds lang veroorloofd, t Is zoo lang nog niet geleden dat iu Noorwegen de overgang van het Protestantisme tot het Katholicisme met verbanning uit het laud en confiscatie van de eigendommen werd gestraft, terwijl in alle Katholieke landen de^ Protestanten hun licht knnneu laten scbjjnen en geen mensch deswege strafrechtelijk wordt ver volgd als hij zich aan dat licht de vleugels verbrandt. Het getuigt bepaald van een eigenaardigen karaktertrek, dat men van Protestantsche zjjde de handen wringend ten Hemel verheft en niet genoeg woorden van z ettelijke verontwaardiging vinden kan over daden van Katholieken, die, waren zjj door Protestanten geP^egd, io (je hoogste maten zouden geroemd worden. Ja, onze ridderlijke tegenstanders durven zelfs bewe ren dat de Katholieken allerlei schandelijke middelen bezigen om de Protestanten te bekeeren, terwjjl de Protestanten zich steeds van geoorloofde middelen bedienen. Nu, dat hebben we gezien in Duitschland b. v. gedurende den cultuurstrijd. Men stelde de broodkorfwet in voor de Katholieke Geestelijken en betaalde ruime salarissen aan de Staatspriesters, die zich van de Katholieke Kerk hadden afgescheiden. Zulke middelen achtte men geoorloofd! Ze konden in reinheid met de prediking van het ware Evangelie wedijveren! De verbanning der Jezuïeten en der aan hen verwante Con gregaties behoorde waarschjjnljjk ook tot de geoorloofde middelen,^ evenals de ver- valsching der geschiedenis, waardoor het Katholicisme in alle opzichten wordt ver foeid, doch het Protestantisme in den glans van paradjjsche onschuld in hemelsche zalving wordt voorgesteld. Wat men in onze dagen over Katholieke inrichtingen, over geloofs- en zedeleer dnrft Fred. Gjj weet, wij waren geen beste vrienden en aangaande hare zaken wist ik niet veel, maar ik dacht toch wel, dat ze een twintig duizend pond r^jk was. Ik vond een huis en een inboedel en ongeveer duizend pond, maar verder niets. Waarschjjnljjk in eene oude kous verstopt, zeide ik of in den familiebijbel of in een geheim kastje. Ik heb van zoo iets wel eens gelezen. Ja, ik ook, hernam Fred glimlachend. Ik heb het geheele huis dan ook reeds doorzocht gedurende de laatste drie dagen. Gij moet den moed niet opgeven, zeide ik bemoedigend. Neen, zeker niet, zeide Fred. Help mij, oude jongen, wilt ge? Ik zeide van ja. Fred en ik gingen naar tante Jes sica's huis. Wjj doorzochten alles van zolder tot kel der, haalden alles voor den dag en tilden zelfs op enkele plaatsen de planken uit den vloer. Niets! Fred was wanhopig, ik ook. Tante Jessica's vermogen is een mythe, zeide ik. Fred, ge zoudt beter doen dit te ge- looven. Fred begon dit ook in te zien, zoodat wij heen gingen. Maar den volgenden dag kwam hjj mijne amars in Lincoln's Inn met groote vaart in- tormen. e verkondigen, dat overtreft de stoutste phantasie. Er bestaat een boek dat, zoo meu zegt, de gedenkschriften bevat van een gelukkig ontsnapte Non, die de afschuwe lijkste dingen verhaalt, welke zij heeft beleefd. Zooals gewoonljjk zjjn die schande lijke zaken lang geleden en ver van ons verwjjierd voorgevallen. Als wjj het niet gelooven willen, dan kannen we naar Mon- real in Canada gaan om daar iemand op te zoeken, die ons bevestigt, wat in dat land in de jaren 1829 tot 1836 in het klooster der zwa te Nonnen is geschied. Schrjjver van dit werk is een Protestantsch predikant, die daar propaganda wilde ma ken en, zoo het schijnt is het boek, dat op elke bladzjjde van de onkunde van den schr jj ver ten opzichte van Katholieke gebrui ken, Katholieke denkwjjzen en Katholiek le- veo getuigt, in Engeland geschreven en uit gegeven. In dit boek is te lezen, dat de Overste van dit klooster aan de haar toe vertrouwde Nonnen vertelt, dat de Katho lieke Priesters heilig zjjn en niet kannen zondigt n; dat alles wat zjj d reu Gode wel gevallig is zelfs datgene wat bjj de leeken als zware zouden wordt aangemerkt. In dit boek staat te lezen.doch neeD, onze pen weigert de schandelijke daden te schrjj- ven waarvan Piitsters en God gewijde Maag den wordeujbetieht. Is dergelijke leugen- en lastertaal ook een geoorloofd middel ter propaganda? Wjj hertuuereu hier nog aan de lasterlijke verbalen omtrent Barbara Ubrjjk en aan die van het klooster der levend begravenen in Zuid-Italië, welke verhalen dienst moesten doen voor de se- cularisaiie-woede der Italiaansche Rsgeering. Al die schandelijke leugenverhalen zijn wapens tegen het Katholicisme gesmeed en kunnen zeker niet onder de geoorloofde middelen ter propaganda worden gerekend. Wjj hebben er niets op tegen, wanneer onze tegenstaaders met eerljjke wapenen hunne meeningen verkondigen en de onze bastrjjden. Maar wij protesteeren er tegen als men ons eene geloofs- en zedeleer im- puteert, welke wjj verafschuwen, dat men leugens verspreidt met het doel om ons in de publieke opinie te verlagen. Wien het om de waarheid te doen is, die ontwjjkt niet den 6erljjken strijd, want in den eerljjken kamp en slechts iu dezen, komt de waarheid schitterend te voorschjjn. Onder de regeringsbesluiten, in het te Brussel verschijnende Bulletin officiel de l'Etat du Congo afgekondigd, is er een waarbij de slavenhandel wordt strafbaar gesteld. De straffen waarmede bedreigd worden zjj, die middelljjk of onmiddellijk deelnemen aan de jacht of den handel van slaven, loopeu van 100 frs. boete tot de doodstraf. Thans heeft Prins Yon Bismarck een pennestrjjd aangebonden met... den over- Ik ban op het goede spoor! riep hjj uit. Ga zitten, zeide ik, hem een stoel wjj- zend. Waar is het bigiaven? Nergens, zeide hjj. Het geld is uitgegeven. Dat is nog erger dan ik dacht! riep ik uit. Meent ge, dat uwe tante negentienduizend pond in een jaar heeft verbrast? Luister, vriend, zeide Fred en houd je vermoedens voor je. Gjj kent miss Carbrook? Violet Carbrook sen mooi meis je eene soort van gezelschapsdame van tan te Jessica? Ja, nu goed, ik ontmoette haar toe vallig gisteren-avond op een dauspartjjtje, en zjj helderde in een paar minuten alles op. H t schjjnt, dat tante, ongeveer zes maanden geleden, alles te gelde heeft heeft gemaakt, plus minus vjjftien duizend pond. Toen heeft zjj gekocht gij kunt niet raden wat. Een schip? Nonsensl Een juweelen halssnoer. Wat in 's hemels naam moest zjj met zoo'n ding uitvoeren? Volgens mjjne meening, zeide Fred ern- itig deed zjj dat om mjj, zonder mij te ont erven, toch niets na te laten en zjj is er prach tig in geslaagd. Bedoelt ge, dat de juwee leden Graaf Yon Moltke, waaruit bljjkt dat het ook in Duitschlands roemrjjk»te dagen niet altjjd >pays en vredec tuischen deze beiden is geweest. Tegen twee gedeelten der gedenkscbrften van deu grjjzen Veldmaarschalk komt de oad-Kanselier in verzet. Ten eerste spreekt bjj de bewering van Graaf Yon Moltke tegen, dat de oorlog van 1866 niet uit noodweer zou gevoerd zjjn, en haalt tot staving van zjjne meening de proclamatie aao, door KoniDg Willem I in '65 tot zijn volk gericht, waarin deze zegt tot den oorlog te zjjn genoodzaakt, omdat er geen plaats was in Duitschland voor Oostenrjjk en Pruisen beide. In de tweede plaats komt de Prins op tegen de bewering, dat er gedurende den oorlog van '66 en '70 geen krjjgsraad zou gehouden zjjn. Welken naam men daaraan geven wil« haalt de Prins aan nit de brieven van Minister Von Roon, in de Deutsche Revue gepubliceerd »doet niets terzake, maar zeker is het, dat er in '66 herbaaldeljjk vergaderingen der bevelvoerende Generaals gehouden werden en dat de MiniBter-Presi- dent, als daartoe gelegenheid was, die bjj- woonde.c Ook verhaalt Generaal Yon Roon nog, hoe de Kanselier, toen hjj in '70 naar het oorlogsveld vertrok, onvry willig oorgetuige was van een, iu een aangrenzend coupé gevoerd onderhoud tusschen verscheidene Generaals, waariu deze zeiden maatregelen genomen te hebban om Graaf Yon Bismarck vooitaan uit den krjjgsraad te weren. Kooing Wilhelm zou echter gedurende den oorlog eens gezegd hebben, dat >waar hjj Yon Bismarck over kr jjgsaangelegenheden gecon sulteerd had, deze steeds den spjjker op den kop zou hebben geslageD.« De oud-Kanselier besluit zjjn protest met de volgende woorden van Minister Yon Roon: »Na de oorlogsverklaring moet de Minis ter van Oorlog volgens Graaf Von Moltke voor de mobilisatie van het leger zorgen en dit dan ter beschikking van den chef van den staf stellen. Deze rukt er mede tegen den vjjand op en zoo het hem gelukt dezen te verslaan, levert hjj hem gekneveld aan den Minister van Buitenlandscbe Zaken over, die voor een gunstig vredesverdrag heeft zorg te dragen. Dan wordt de terug tocht aanvaard en de Minister van Oorlog demobi iseert wederom het leger. »Dit is iu concreto en theoretisch zeer juist, maar bet kan toch zjjn nut hebben, als de Minister van Buitenlandsche Zaken omtrent sommige punten in den krjjgsraad gehoord wordt en dat vooral als deze den naam draagtYon Bismarck. De algemeene Duitsche Katholiekendag werd te Danzig onder voorzitterschap van Graaf Recbenberg-Rottenlöwen door den Burgemeester der stad geopend met een welkomstgroet, waarin deze den wensch len verdwenen zjjn? vroeg ik Ja. Fred, zeide ik dat is eene merk waardige geschiedenis! Wie heeft het halssnoer Miss Carbrook, andwoorde Fred. Zjj beschrjjft het halssnoer als bestaande uit dertig steenen van het zuiverste water, wat wel te verwachten is, wanneer men den prjjservan in aanmerking neemt. Heeft je tante die ooit gedragen? Nooit; zjj bewaarde het in haar werkdoos alsof 't een prul was. Was zij, ik bedoel miss Carbrook, de laat ste die het zag? Ik geloof 't wel! Maar gjj denkt toch niet, dat zij Neen, neen, zeide ik haastig zeker niet. Ik verdenk niemand. Laat ons aanne men, dat de aarde het heeft verzwolgen. Nu, gjj moogt er mede spotten, zeide Fred maar voor mij is het eene ernstige zaak. Dat begrjjp ik, zeide ik. - Ik wil alles voor je doen om er naar te zoeken. Maar laat ons inmiddel» naar de club gaan om te eten. Slot volgt.) HAARIMSUHÏ COURANT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1891 | | pagina 1