N IJ W E agite ma non agitate. m. 1738 Vrijdag 25 September 189». t6<!e Jaargang. De tentoonstelling van het II. Kleed te Trier. ÏIÏÏITEN KAM) MRS Een zoon tegen wil en dank. HAAMMSfHICÖURANT. ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p, p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BÏÏREAIT: St. Janstraat Haarlem. llfM Al N 'XIENDRiT PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrgiia g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K.ÜPPEHS LA URE Wat wordt er met de tentoonstelling van bet H. Kleed in do domkerk te Trier beoogt? Op dezo vraag autwoordt Z. D. II. de Bisschop van Trier helder en duidelijk in zjjn herderlijk schrijven: »De tentoon stelling,zegt Z. D. H., »moet ons geloof versterken, onze liefde voor den Heiland vermeerderen, het christelijk leven bevor deren.® Inderdaad een voortreffelijk doel, een edel streven, waarover ieder, die nog aan Christus gelooit,jaieder menschenvriend zich moet verheugeu. En wat de waardige Prelaat gehoopt en geweuscht heeft, is in den tjjd van de tentoonstelling boven ver wachting glansrijk geschied. Ontelbaar velen werdeu met een wonderbaar enthusiasme vervuld, talrjjke pelgrims trokken op reis om eeue openbare en plechtige belijdenis van hun geloof af te leggen en zy zgu met vuriger liefde voor bun Heiland terug gekeerd en hebben anderen aangespoord den tocht te aanvaarden om het heilige Kleed te gaan zien opdat daardoor voor hun geestelijk oog het beeld des Heilauds zou treden. Wanneer werd er zoo veel en zoo innig gebeden, zoo veel aan den Ver losser gedacht, Zgu leven en ljjden in de grootste kringen zoo veel besproken als in de dagen der tentoonstelling van het heilig Kleed? Hoeveel zondaars hebben, ontroerd door de predikatie, welke het heilig Kleed hun hield, rouwmoedig hunne zonden be weend en een besluit tot beterschap ge maakt, om, gelijk zij zeiven zeiden, eenmaal ook tegenwoordig te zjjn als Christus zich in persoon aan de uitverkorenen vertoont en met hen zjjn triomfeerenden intocht in den Hemel houdt, waarbij zg niet alleen Zijn kleed, maar Hem, den Zoon Gods en den Vader en den H. Geest van aangezicht tot aangezicht mogen aanschouwen. Hoeveel zieken en ljjdeuden, hoeveel arineo en ver drukten zjjn voor het heilig Kleed, 't welk den Heiland predikt, door Christus' genade gesterkt geworden, geduldig en ootmoedig hun levensweg te vervolgen, totdat de Heer hen het kruis van de schouders neemt, zg het ook in het laatste uur huns levens. In hoevele huisgezinnen verhakn de ouders aan hunne kinderen van den Goddelijkeo Kin dervriend eu brengen de kleinen voor h6t heilig Kleed en vermanen hen braaf, vroom, gehoorzaam te zjjn om aan 's Hei- lands zegen deelachtig te worden. Komt dan te Trier, gij, die u beroemt het wolzjjn van bet volk te beoogen, komt en ziet welke vruchten, onder Gods zegen, de tentoonstelling van het heilig Kleed, FEUILLETON. Vervolg en slot.) «Beste mijnheer//, riep ik ongeduldig uit, „u heeft me in eene zesr valsche positie gebracht. Wat moet ik toch doen, om u te overtuigen, dat ik een vreemdeling voor u ben Ida werd beurtelings rood en bleek de oude dame zag van den eene naar den andere, om eene verklaring voor mijne woorden te vinden. Ida nam bedaard de lamp van de tafel en hield die vlak bjj mijn gezicht. „O, papa," riep zij ontsteld uit, „dat is Edu ard nietHoe kondt n dat denken U weet toch, dat Eduard een litteeken boven zijn rechteroog heeft en dat heeft deze heer niet." Zelfs nu nog kostte het heel wat moeite, den ouden heer te overtuigen, maar ook de moeder •verklaarde mij nu toch voor een vreemde. //De gelijkenis is treffend zeide zij, bij wijze wan verontschuldiging. Ik vernam nu, dat mijn gastheer an vermeende 'vader Volkert heette en van zijne rente leefde. De •oude heer wist niet, wat hij doen moest, om mij zijne verontschuldigingen aan te bieden. Eduard's lichtzinnigheid draagt van alles de schuld," zeide hij. „De jongen verlaat ons op eens op een snooien dag, zonder de geringste verklaring van zjjn zonderling gedrag achter te laten. God weet, ia welk slecht gezelschap hij misschien verzeild is geraakt. Ik zou waarachtig brengt. Ja, komt en ziet! Maar men geeft er do voorkeur aan niet te komen, niette zien, en velen, helaas! bespotten, wat zg niet hebben gezien. Men zegt: De Katho lieken aanbidden een verscheurd kleed, welke afkomst niette bawyzeu is.Do eenvoudigste pelgrim, die voorbjj het H. Kleed trektjzal deze beschuldiging ontzenuwen; als hij haar hoorde uiten, zou hg antwoorden: Chris tus, mijn God en Zaligmaker, aanbid ik, Hem alleen; maar Zijn kleed houd ik iu eere, omdat het mg aan Christus herin nert. Meu zegt: »Het kleed is verscheurd.» Welnu al is het verscheurd, wjj mogen toch da deelen ervan vereeren, of heeft de sol daat slechts eerbied voor het fonkelnieuwe vaandel, 't welk zooeven uit '8 Komugs hand aai het regiment werd uitgereikt? Vereert bij niet veel meer het vaandel, dat in den krjjg werd gehavend, vaneen gere ten? Ziet, als Gods wonderkracht het kleel niet ongeschonden heeft behomiÖU) dau zgu we toch gelukkig, als we slechts een ge deelte ervan bezitten, te eerder, te beter denken we aan Hem, Die ook zijn lichaam voor ons verscheuren en verwonden liet. Man zegt verder: »De Katholieken gaan naar Trier, omdat hun een Aflaat wordt beloofd, omdat zij op goedkoope wjjze ver giffenis ook van toekomstige zonden ver- krygen. Slechts boosheid of domheid kan zulke redeneeringen doen ontstaan. Begeeft u iu Katholieke kerken, waar pelgrims zieh voor den tocht uaar Iner voorbereiden. Daar knielen zfl uöer ln dlepen ernst eu met een rouwmoedig hart om in eaue rechte biecht vergiffen18 hunner zonden te verkrijgen, want zij weten, dat de door den Paus geschonken Aflaat hun g6eue kwijfc_ schelding van zouden, noc van de eeuwige straffou geeft; weten, dat bij, die zich niet eerst bekeert, zien met waarlijk en op recht bekeert vau zyne zonden, geen Aflaat, d. w. z. kwijtschelding van tgdeljjke straffen, kan erlangen. Wederom anderen zeggen en schrijven: De tentoonstelling van het heilig Kleed is eene geldquaestie; iu de domkerk staan groote offerbussen, die het geld dor pelgrims verslinden.» Voor wien zou dit geld be stemd zijn? Voor den Bisschop zek6r Djet De offerbusseu zgu er, dat is waar, doch die er aan voorbijgaat zonder een offar te gaven, die wordt er niet door opgehouden; zg ont vangen slechts vrjjwidig6 ^fdegiften en den Aflaat kan men verdienen zonder aalmoes. Doch waaraan wordt het geofferde geld be steed? Een gedeelte komt ten goede aan den Apostolischen Stoel te Rome; het is de offer gave der kinderen, die den nood lenigen van den' getneenscbappehjken Vader, die het wenschen, daTgij mijn*°™rt, Want ge g(jh me toe een solied jongmensch te zijn. Verbeeld je toch eens," gmg hij voort, z.chto, moedereQ dochter wendende, „hoe ik hem behandeld heb. Lomp is 't zachtste wcord. Neenm^heer," ver volgde de oude, zich nu weertot mjj richtende, //deze curieuze vergissing zal ik van mjjn lBven niet vergeten en nog veel minder uw beleefd, in nemend gedrag." Ik bedankte hem voor zijne vriendelijke Woor. den wilde h-engaan, maar de geheele familie stond er op, dat ik dien nacht bq hen logeeren zou en ik nam het aanbod aan, op voorwaarde, dat het mü vergund zou zijn, s morgens met den eersten trein te vertrekken, omda mijn vriend Brosman op mü wachtte. Man verzoek werd mij toegestaan, maar ik moest beloven, spoedig de kennismaking te komen voort zetten. Den volgenden morgen werd mjj reeds zeer vroeg een smakelijk ontbijt op mijne kamer gebracht en ik was in de stad terug, nog voor mjjne nieuwe vrienden wa**"" Brosman sliep ook nog maar toen ik de deur van de slaapkamer opendeed, ontwaakte hij en "Twie is daar? Ben jij 't, Werner? Vertel eens gauw, hoe 't je gegaan is." //Ik heb 't liefste jonge meisje gezien, dat ik ooit ontmoet heb,// antwoordde ik lachend. „Waarachtig? Hoe heet ze? „Ida Volkert heet ze.// //Kunt ge haar wat nauwkeuriger beschrijven?" den Opperherder mogelijk willen maken, ook aan de armste, meest verlaten mensehen in de heidensche tanden Missionarissen te zen den. Eéu ander gedeelte wordt besteed voor de opvoeding eu opleiding van jonge Pries ters. Er heerscht iu Duitsciiland, helaas! nog ten gevolge van den onzaligeu cul tuurstrijd, gebrek aan Priesters; honderden gemeenten zjjn nog steeds zonder Herder. Een gedeelte der offergaven ten slotte wordt gebezigd, tot herstel van de Triersche dom kerk. Van eene geldwinning is hier dus geen sprake. Behooreu zg, die de tentoon stelling als eeue geldquaestie beschouwen, tot hen, die de kerken overbodig achten, dan hebben ze geen aanspraak, dat zij be antwoord worden. Ougetwijteld, waardige, schoone godshuizen werken meer uit voor christelijke vorming en beschaving, voor christelijk gezindheid en voor het chri-telijk lezen, dan de grootste en schoonste paleizen. Eu de godsdienst moet onder de uien ichen heerseheo, de christelijke godsdienst moet ue vreugde, de eer, de trots zijn van het volk en daarvoor zijn schoone en heerlijke kerkgebouwen noodzakelijk. Ziedaar dus bet doel vau de tentoonstel ling te Trier. Als het bereikt wordt, zal het strekken tot heil eu zegen van het volk. Dj opheffing van den pasdwang voor het Rijksland is thans een feit. De ministerie.',Ie beschikking daaromtrent is met machtiging des Keizers te Straatsburg afgekondigd. De Keizer heeft Zgu woord ingelost, aan de deputatie uit het Rijksland iu den afge- loopeu winter gegeven, dat Hg, zoodra de omstandigheden het zouden toelaten, tot zachtere maatregelen zou overgaan. Alleen in actieven dienst staande militai ren, voormalige kweekelingen vau de mili taire scholen in het buitenland, en personen die voor de vervulling van hunne verplich tingen het Daitsehe burgerschap verloren hebben, zullen nog aan het passtelsel zijn onderworpen. Het visum geschiedt koste loos. Het stelsel van aanmelding, dat den pasdwang vervangt, schrjjftaau iederen bui tenlander voor, zich binnen 24 uren na aankomst in de betrokken gemeenten van het Rijksland aan te melden, waarbij boven genoemde personen den geviseerden pas moeten overleggen. Wordt hieraao niet vol daan, dan 7olgt uitzetting nit het land. Met 1 October a. s. wordt deze maatregel ingevoerd. Hoe gaarne zonden wij een diep stil zwijgen bewaren over het gruwelstuk in 1870 bedreven in de stal der Pausen. De „Maar, besta jongen, je verlangt toch niet, dat ik haar gezicht, trek voor trek, zal schilderen. Al wilde ik dat doen, dan zou ik het toch niet kun nen. Ik weet niet, welke kleur hare oogen hebben, maar wel, hoe goedig 2e iemand daarmee kan aanzien.Mijn vriend staarde m jj vol verbazing aan. //Nu, ik feliciteer je,„ zeide hij op hartelijken toon, zonder een zweem van spotternij. „Zeg eens, oude jongen, heeft Ida ook soms nog eene zuster? Dat zou voor mjj een kansje zijn.,, Het zal wel niet gezegd behoeven te worden, dat ik niet lang wachtte met de familie Volkert te gaan bezoeken en weldra stond ik bjj alle huisgenooten, de dienstboden niet uitgezonderd, in een goed blaadje. Zonder twijfel droeg mjjne gelijkenis met den afwezigen Eduard hiertoe niet weinig bij, maar hoe 't zij, ik werd herhaaldelijk op de villa uitgenoodigd en ik kwam ik vloog. Ida's beeld zweefde mjj steeds voor oogen en eens, toen wjj samen 's avonds in den tuin liepen, moest de bekentenis van mjj ue liefde voor haar mjj van de lippen. Ida bekeude mjj blozend, dat zjj mij reeds lang had liefgehad. Wat Ida wilde, wilden ook haar vader en moeder en dus namen zij mij liefdevol als hun toekomstigen schoonzoon aan. Alleen stelde de oude heer, omdat wjj elkander nog betrekkeljjk kort kenden, de voorwaarde, dat ons engagement eerst met Kerstmis publiek zou worden. Op het lang verwachte Kerstfeest, toen ik Ida voor de geheele wereld mijn aanstaand vrouwtje mocht noemen, werd de kamerdeur plotseling opengerukt en toen ik mjj haastig omkeerde, kon overweldigers zijn met een stilzwijgen der ontroofden echter niet te vredeu, hoouen en lasteren liever de Katholieken van den ganschen aardbodem in hun grootspraak over deu roof ih 1870 gepleegd, nu zjj ook dit jaar fjest hebben gevierd op deu 20sten September, deu dag, waarop door de bres in de Porta Pia geschoten, het gespuis de eauwige stad binnendrong. De Syndicus van Rome vo rde bjj ge legenheid der gehouden manifestatie het woorden dorst iu zyne vermetelheid gewagen van de vrijmaking van Rome. Niemand ban ons ons recht, zoo ging hij voort, hjj zal gemeend hebben onzeu diefstal, be twisten. Hjj sprak op het terrein aan de Porta Pia, van dezen geheiligdeu eu on- aautastbaren bodem en zooveel meer. Alsof millioecen Katholieken bun recht prjjs geven, dat zg op te eischen hebben voor den Vader der Christenheid. Baleedigingen warden naar het Vaticaan geslingerd, naar het hoofd van den Opper priester en luide toejuichingen weerklon ken ter eere van deu eerloozeu spreker door eeue eervergeten eu verwilderde menigte, die de banier van Oberdank, door hem gedragen toen hg student te Rome was, met rouwfloers omhangen, in haar midden droeg. Over de betooging der Italiaauscbe re volutiemannen bij de Porta Pia gehouden vernemen wij nog het volgende: Ondanks ieu stroomenden regen ver zamelden zich verleden Zondag te Rome toch een 60tal liberale vereeuigingen met hare vaandels bjj de Porta Pia, om den 21n verjaardag van Rome's overweldiging te vieren. Nadat de syndico Gaetani een telegram van den Koning had voorgelezen, hield Socci de gelegenheidsrede om aan Aspromonce, Mentane, Villagori eu Porta Pia te heriui eren, de Italiaansche democra tie te bewierooken en den H. Stoel aan te vallen. Het werk der democratie was nog slechts gedeeltelijk volbracht, zeide hg: op de bevrjjdiug des vaderlands moest die der menschheid nog volgen. »Een gif tige dok steekt nog in het hart vau Italië; maar de tjjd zal komen dat dë middel- eeuwsche gastvrijheid niet zal kunnen be letten dat de verlagende Kerk vervangen worde door de verheffende School; de af godendienst door liefde en solidariteit. De Paus verzamelt heden zjjne getrouwen in het duister om zich, maar wjj vieren onze dooden iu het volle daglicht. Welnu, de pelgrims zullen zien dat het Vaticaan eene reusachtige herberg is en dat daarbuiten alle Italianen gereed staan om de onschend baarheid dee Vaderlands te handhaven.® 't Spreekt vanzelf dat deze van venjjn druipende toespraak dapper werd toegejuicht! ik een uitroep vau verbazing niet weerhouden. Voor mij stond mjjn schaduw neen, geen scha duw, maar mijn tweede ik in vleesch en been. Ida zag met een gelukkigen glimlach naar de ontmoeting van de twee aanstaande zwagers, die zoo sprekend op elkaar geleken. Na elkaar een tjjdlang te hebben aangestaard, begonnen hjj en ik hartelijk te lachen. „Dat is al heel dol!// riepen wij tegeljjkertjjd. De gelijkenis strekte zich zelfs tot onze stem men uit. Dsze jonge man was dus Ida's broeder, wieqs onverwacht vertrek uit het ouderljjk huis mjjn toekomstigen schoonvader zulk een flater had doen begaan en mjj zooveel geluk had aange bracht. Eduard Volkert werd mijn beste vriend en wjj vierden op denzelfden dag onze bruiloft. Wjj hebben later, op grond van onze sprekendë geljjkenis, allerlei dwaze streken uitgehaald, maar de schoonste streek van mjjn leven was en bleef toch die, waardoor ik mjjn lief vrouwtje gekre gen heb, en dat was een streek tegen wil en dank geweest. Nu zjjn wij reeds verscheidenejaren getrouwd en Ida vindt, dat ik toch niet zoo volkomen op haar broeder geljjk. Ze heeft met het oog der liefde eigenschappen in mjj ontdekt, die voor andere oogen onzichtbaar zjjn en die alleen door den blik der liefde kunnen gevonden worden. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1891 | | pagina 1