NIEUWE
aghte ma non agitate.
m, 1739
Zondag 27 September 1891
16de Jaargang,
De Pers
11 II'K IV LAM).
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1)10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B IJ B E A TT: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.'
Van 1—6 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPEKSfc L A U E E Y.
i.
Men beweert, dat het voedsel van den
mensch groeten invloel uitoefent op zjja
karakter. Volken, zegt men, die zich slechts
van vleeschspjjzen bedienen, zullen in den
regel ruw eu wraed zjjo; volken daarente
gen, die zich met plantenkost voeden, zullen
zich kenmerken door zachtheid eu vrede
lievendheid. De laatsten, beweert men, zullen
ook veel meer vatbaar zijn voor de schoone
en beschavende leeringeu van het Christen
dom, dan de eersten. Wat hiervan waar is,
kannen en willen we hier niet onderzoekeo;
't is trouwens voor ons doel ook tamelijk on
verschillig. Maar dat is zeker: ten opzichte
van het geesteljjke voedsel des meuschen is
de bewering volkomen juist. Het geestelijk
voedsel, dat de mensch tot zich neemt, heeft
den grootsten invloed op zjjne zedelijke en
godsdienstige richting. Wie godsdienstlooze
geschriften leest, wordt onversch'llig en komt
tot volslagen ongeloof; wie zedelooze pers-
producten verslindt, verliest langzamerhand
het laatste atoom van schaamte en vervalt in
de afschuwelijkste ondeugden. Wied aren-
tegen slechts goede, geloof en zedenreinheid
ademende geschriften leest, zal in deu regel
goed bljjveu, en al zou hg werkeljjk een
maal van den goeden weg afdwalen, dan
zou hg toch spoedig terugkeereD, als hg
hu?* kt ^ectuur van goede geschriften
w^iu deze bewering staan feiten,
e e de waarheid ervan voor iederen on
bevooroordeelde bewjjzen. Daaruit volgt dus,
dat men bjj de kens van hetgeen men leest,
oi aan anderen te lezen geeft, niet voor
zichtig genoeg kan zjjn.
>De pers,» aldus schreef ettelijke jaren
geleden een Fransch auteur,heeft de roe
ping hen te voeden, die hongerig zjjn naar
voorlichting en onderricht. Doch inplaats
vau een gezond en versterkend voedsel te
verschaffen, geeft zjj maar al te vaak wat
wel 70or een oogenblik den smaak kan
prikkelen en streelen, maar wat straks het
leven aantast en verteert; inplaats van het
brood, dat men haar vraagt, geeft zjj nog
veel erger dan een steeu, geeft zg een doo-
dend vergift.
En er is, helaas! zulk een overvloed vau
▼ergift. Vergift in eene waanwjjze weten
schap, die zich vol dwazen hoogmoed ver
zet tegen God en Zjjna openbaring. Vergift
in eene verpeste en verpestende lectuur, die
God en godsdienst veracht, de deugd las
tert, met vroomheid den spot drjjft, ondeugd
en zedeloosheid schaamteloos verheerljjkt,
of, zoo zjj dit al niet durft, ze tenminste
verontschuldigt of vergoeljjkt als zwakhe
den, waarvan een mensch niet kan vrgbljj-
ven. Vergift in wulpsche platen en gravu
res, die tot oneerbare gedachten aanleiding
geven. Vergift in nieuwsbladen en tjjd-
Bcbriften, welke als ideaal eene maatsch&ppjj
FEUILLETON.
De Marskramer.
«Waarom brengt hjj ook altjjd die man mee?"
Vroeg Alice Mullergeboren Barones Latour
Hochberg, aan haar man.
Hjj zag eenigszins verwonderd op. «Die mars?/1/
Vroeg hjj. „Ja, zonder die mars kan hjj geen
raken doen, en waar zou hjj haar laten?//
«Moet hjj dan nog altjjd loopen venten?" ant
woordde Alice, met min of meer gedwongen
rachtheid in haar toon. //'t Is immers geen doen
ttoer roor zulk een ouden mankunnen wjj
hem niet laten leven, Arnold?"
//Dat hebben wjj ree.la lang willen doen, mjjne
broers en ik," antwoordde hjj, //want al zjjn
•njjne broers maar handwerkslui, toch verdienen
re meer dan ze noodig hebben. Maar de oude
rean wil niet van ons afhangen, zooals hij zegt:
geen genadebrood eten van zijne kinderen. Hij
te nog flink genoeg, en dat loopen, dat ons zoo
vermoeiend schjjnt, doet hij voor zijn pleizier.//
Alice bewoog de lippen, alsof zjj iets wilde
zeggen, maar zjj zweeg. Haar man bleef dood
kalm, blijkbaar niet vattende wat zjj bedoelde,
maar Alice dacht: //Ben marskramer in ons
verheerlijken, waaruit Goi en Zijne wet
gebannen zgn, waarin de mensch geen
meester boven zich kent. Wat al vergift,
wat al slachtoffers! _Wie, die het oprecht
meent met het welzjjn van zijn evennaaste,
zucht niet over zoovejl verwoesting in de
zedelijke orde?
De ontaarding pers, haar speculeeren op
alle klassen der menschelgke maatschappij
is zoo algemeen, dat het ons doet huiveren.
Het ongeloof kweekt slechte scholen aao,
deze leveren mannen van dezelfde strekking,
hieruit wordt weer de pers geboren en deze
pers verspreidt op hare beurt weer het grof
ste ongeloof.
Het menschdom moet geregeerd worden,
doch de Staat is niet meer bg machte de
maatschappij te regeeren. Hij heeft, volgens
den eisch van het moderne liberalisme, op
gehouden eene positief christelijke instelling
te zjjo, en hiermede eiken teugel, om de
maatschappij meer geesteljjk te leiden, uit
de hand gegeven. De moderne maatschappij
heeft daarmede beraikt wat zg wilde; zg
heeft zich en van den Staat ea van eene
hoogere orde losgemaakt; zg kent geen mees
ter meer, werkt naar de in haar liggende
natuurwetten en scarijft nu den Staat de
wet voor, niet omgekeerd. Het
orgaan,
waardoor zg den Staat de wet stelt, is de
moderne pers.
En deze pers is in onze dagen eene we
reldmacht geworden. Door haar wordt de
openbare meening geschapen eu deze heeft
thans meer invloed, dan het woord van
Vorsten en andere overheidspersonen. Be
weerde Diet onlangs de beroemde Veld
maarschalk Voa en kg kon het
zeker wel weten dat de laatste oorlogen
niet door de Vorsten en hunne Ministers,
maar door de gezindheid der volken zjjn
ontstaan. Wie da pers bezit is heer en mees
ter der toestanden. Dat wist Von Bismarck
ook zeer goed en daarom bestond er onder
zjjn bestuur een reptiliënfonds en zooveel
nooit ver adigde pensionnairen. Dat hebben
ook het onzalige liberalisme en zjjn natuur
lijke zoon het onheil stichtende socialisme
erkend. Met eene ontzettende ruassa brochu
res, nieuwsbladen en tijdschriften over-
stroomen' zg bet land; als een zondvloed
gieten zg hunne geschriften over het ont-
wikkelde en niet ontwikkelde publiek; kunne
persprodukten verspreiden het vergift in de
wereld en vergiftigen eerst het hart en dan
het verstand. Ja, ook het verstand! Hoe zou
het -anders mogeljjk zij datdelibertgnen
en socialisten de grootste leugens als waar
heid aannemen en zich de lompste en be-
spottelijkste dwaasheden laten aanleunen?
Letten we eens op de voortbrengselen
van de pers der liberalen en sociaal-demo-
crateD. Wjj kunnen ze gemeenschappelijk
behandelen; zjj zijn nauw aan elkaar ver
want. Beiden bestrijden elkander, maar
slechts op enkele punten. In t algemeen
salon! Als gast, als familielid als
schoonvader!» Harentwege mocht hg komen, de
oude man, als hjj die mars maar thuis liet.
Moest zjj zich niet schamen tegenover hare be-
dleToeön?dokter Miiller, de door zjjne belangrjjke
voordrachten over nieuwere letterkunde schielijk
bekend geworden privaatdocent, naar hare hand
dong. wist zij zeer goed, dat lig een zoon des
volks was. Evenwel waren zijne vormen onbe
rispelijk, hjj bewoog zich in hoogere kringen
alsof hjj er in geboren ware, kortom, hjj ver
tegenwoordigde in alle oj zichten de aristocratie
van den geest. Zelve behoorde Alice tot een
arm, maar oud-adellyk geslacht, welks manne
lijke leden schier allen m het leger dienden.
Haar vader was een gepensioneerd Generaal,
maar ook hjj billgkte geheel de kens zjjner
dochter, mogeljjk omdat hg onder meer dochters
zonder bruidschat gebukt ging, of mogelijk vond
hjj dat Alice zich hoegenaamd niet verminderde.
In het huis vau den Generaal noemde men het
zelfs schoon, ja, benijdenswaardig, dat dokter
Muller zich alleen door zijne schitterende gaven
aan armoede en vergetelheid had ontrukt.
Naar men in het salon van den Generaal
zeide, was de oude Miiller een arm papierhan
delaar in het klein en de jonge Muller had niet
zjjn zij homogeen, vioral wanneer zjj op
godsdienstig en zedeljjk gebied verdwalen.
Het Christendom en hoofdzakeljjk de Ka
tholieke Kerk is in de liberale bd sociaal
democratische pers vogelvrjj; het heiligste
wordt met voeten getreden; wat ons eer
biedwaardig is, wordt met slijk besmeurd.
God wordt in die pers als een afgeleefde,
oude mau voorgesteld, met wien men mede-
ljjden moet hebban; de G ildelgke Heiland
wordt vaak als eon bedrieger voorgesteld;
de mensch wordt in éen ademtocht ver
good eu tot een dier verlaagd, het chris
telijke huisgezin wordt als eeu onding ver
klaard, de vrjje liefde als het hoogste ideaal
geprezen; vuile, dubbelzinnige taal is in de
liberale en socialistische pers aan de orde
van deu dag en van eerbaarheid en zedelijk
heid is geen spoor te ontdekken. Galogen
wordt er niet alleen in de sociaal-demo
cratische maar ook in de liberale pers, dat
oi s de haren ten berge rjjzen. Leugeus en
hateljjkheden tegen de Katholieke Kerk zjjn
schering en inslag. Het eene kloosterschan-
daaU volgt op het andere. Voor het libe
ralisme en socialisme, voor de loge, voor
ongeloof en zedeloosheid, voor het moderne
heidendom heeft de moderne pers alle égards,
voor het positieve Christendom daarentegen
vooral voor de Katholieke Kerk, hare leer,
bedienaren en inrichtingen, niets dan smaad,
veraehti .g en bespotting.
Wordt vervolgd.)
In den brief des H. Vaders, over het
tweegevecht, waarvan de Katholieke Ro-
meinscbe bladen den tekst mceleelen, be
treurt Z.H.öat dit overbljjfsel der barbaarsch-
heid, dat in strjjd is met de moderne be
schaving en het natuurljjk recht, nog hier
en daar bestaat.
De H. Vader drukt zjjn leedwezen uit,
dat bet tweegevecht nog kan plaats hebben
in landen, waar het bg de wet wordt gestraft.
Hg spreekt zjjn vertrouwen uit in de
medewerking van allen, om deze maatschap-
peljjke wond te doen verdwjjneu.
De Paus bestrjjdt het vooroordeel, 't welk
wil, dat het duel tusschen militairen niet
alleen geoorloofd zjj, maar bjj gelegeuheid
noodzakelijk is. Het natuurlijk recht en de
christelijke beschaving, zegt Z.H., zjjn voor
allen geijjk.
Van den 23n wordt van Rome gemeld
dat de Spaansche bedevaartgangers iD den
ochtend door Z. H. den Paus zijn ontvangen.
Vele Spaansche Priesters en leeken, die te
Rome wonen, hadden zich bg de 600 Spaan
sche bedevaartgangers gevoegd.
Al de aanwezigen, waaronder ook velo
dames, trokken in groepjes van vier of vjjf
den Troon van den Paus voorbjj, om zjjn
hand of voet te kusseD.
Tot elke groep richtte Z.H. de Paus eenige
welwillende woorden.
verzwegen, dat zjjn vader een marskramer was.
Met spotkoop papier, vijf-en-twin tig vellen en
evenvee! couverten in kartonnen doozen, met kleu
rendruk, voor een schelling, zwierf hij in de voor-
Btad, van deur lot deur. Nu en dan haalde hij
nog andere garnituren uit nameljjk, papéteries,
met pennenho .der, potlood, gomelastiek en kaar
tjes met gouden randen, voor dezelfden prijs. Kin
deren kregen nog plakprenten als toegift.
Tijdens de bruiloft van Alice was de oude
Miiller voor liet eerst in dan voornamen famlie-
kring van zijn zoon verschenen. Deze had hem,
ter eere van dat feest, gloednieuw in het pak
gestoken; de oude man gedroeg zich zeer beschei
den en werd met vriendeljjkheid overladen. De
Generaal verhaalde met eerbied welke ontberingen
die arme vader zich moest getroost hebben, om
zjjn zoon te laten studeeren.
Alice, die haar bruidegom innig liefhad, deed
haar uiterste best om oplettend jegens haar aan
staanden schoonvader te zjjn hoewel het, ronduit
gezegd, niet van harte ging. Het denkbeeld, dat
hjj eens marskramer was, stemde haar bizonder
onaangenaam.
Gedurende hare huwelijksreis dacht zjj niet
meer aan het bestaan van haar schoonvader, be
halve wanneer Arnold hem nu en dan eene brief
kaart schreef.
Tg/lens het defi bood de Bisschop van
Torto a, die aan het hoofd der bedevaart
staat, den Pans de offeranden der pelgrims
aan, waaronder een prachtige miskileen
gouden wierookvat,een rozenkrans van kost
bare steenen, enz.
De Bisschop bood nog van de zjj.Ie zijner
diocesanen eene groote som gelda voor den
St. Pieterspenning aao.
***KoningLeopold van België heeft een prijs
van fr. 25,000 beschikbaar gesteld voor don
schrjjver van de beste verhandeling over
het volgende onderwerp:
De meteorologische, hydrologische en
g°ologische toestand van Midden-Afrika,
beschouwd uit een algemeen gezondheids-
oogpunt. Uit deze beschouwing af te leideü,
op welke wjjze die streken gezond gemaakt
kunnen wordeD, met beschrjjving van de
beste levenswijze, voedingsmethode, arbeids-
verdeeling, kleeding en huisvesting, om de
gezondheid der bewoners ta waarborgen.
Een onderzoek van de oorzaken, da ver-
schjjnselen en den aard der ziekten, welke
aldaar inheemsch zij a, met vermelding van
de middelen, welke daartegen uit hygiënisch
en uit therapeutisch oogpunt genomen kan
nen worden, od der wjjze waarop de behan
deling der ljjders moet worden geregeld
met beschrijving van de eventueel noodig
geachte ziekenïnrichtingen, herstellingsoor
den, enz.
In het bizoader zal bjj de beantwoor
ding de aandacht moeten gevestigd worden
op de voorzorgen, bjj het acclimatiseeren
te nemen, en op de regelen, in het alge
meen door de Europeanen tjjdens hun ver-
bljjf in de Congo-streken te volgen.
De mededinging staat open zoowel voor
vreemdelingen a's voor Belgerr, en de ant
woorden moeten voor 1 Januari 1897 wor
den ingezonden aan den Belgischen Minis
ter vaD Binneulandscbe Zaken en Onderwjjs.
Te beginnen met het jaar 1895 zal nie
mand in de Ylaamsche provinciën in België
tot notaris, advocaat, doctor in de wijsbe
geerte, leeraar in de geschiedenis, aardrijks
kunde en de germaansche talen kannen
worden benoemd, indien hjj niet behoorlijk
Nederlaudsch kent. Hot desbetreffende wets
artikel luidt als volgt:
»Te rekenen van 1 Januari 1895 zal
niemand kunnen benoemd worden tot rech-
terljjke ambten in de provinciën West-
Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen
of L'mburg, uitgezonderd tot die der han
delsrechtbanken, indien hjj niet door een
examen bewjjst, bekwaam te zijn de bepa
lingen der wet van Mei 1889, wat het
gebruik der Nederlandsche taal in straf
zaken betreft, na te leven.
Hierdoor is te gemoet gekomen aan eene
groote grief.
De Nederlandsche Afrikaansche Han
dels- Vereeniging gevestigd te Rotterdam, die
zich iudertjjd met alle haar ten dienste
Eenige dagen na bare thuiskomst stond de
oude marskramer eensklaps voor hare oogen in
eene schamele jas, met vuile laarzen en zjjne mars
onder den arm. Ook nu gedroeg hij zich zeer
bescheiden, maar hjj scheen toch zijne aanwezig
heid daar te beschouwen als iets, dat vanzelf sprak.
Hjj noemde Alice en haar man zjjne //lieve kin
dertjes" en blikte met zjjne voor een grijsaard
nog zoo heldere oogen vergenoegd en onschuldig
als een kind in die deftige omgeving rond. Ar
nold ontving hem steeds met zichtbare vreugde.
„Maar", zoo dacht Alice, „moet die oude man
als marskramer hier komen met vuile laarzen en
dat gemeene ding onder zjjn arm Dat is toch
niet zooals 't behoort. Arnold moest met zijne
aangeborene beschaving en kennis van de wereld
toch beter begrjjpen wat hjj aan de opvoeding
en den rang zjjner vrouw is verschuldigd
De grjjsaard verdween, maar kwam telkens we
der. Altjjd in hetzelfde kostuum, altjjd in zjjn
nederig beroep, want juist de Zondagen sleet hij
bij zijne andere zonen, die ook getrcuwd en reeds
met kinderen gezegend waren.
Alice geraakte hoe laDger hoe meer ontstemd.
Was dan Arnold volslagen blind
Wordt vervolgd)
IIAARLEHSf I! E III K tl
ÏIXND