NIEUWE
1772
Zonta 13 December 1891.
16de Jaargug.
Riesrechtuitbreiding.
BUITENLAND'
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B U R E A IT: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIBN.
AGITE MA NON AGITATE.
Van 1—6 regels30 Gents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentie n worden uiterljjk Maandag-, Woensdag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPEBS fc LAUBEY.
Tot een der vreemdsoortigste verschijn
selen rekent men de epidemische ziekten,
die gedurende eenigen tjjd een volk teiste
ren, vele menscben ten grave sleepen en
dan soms weer spoorloos verdwijnen.
Dikwerf tracht men van deze ziekten eene
verklaring te geven door te zeggen: bet zit
in de lucht. Men troost zich bier dan mede
en tracht zich te schikken in de noodlottige
gevolgeD, welke deze krankheden gewooD-
ljjk bezitten.
Doch ook van andere verschijnse'en dan
die op bet gebied der gezondheidsleer kan
worden getuigt, dat zij in de lucht schijnen
te zitten. Wjj willen bier niet gewagen van
de modezucht in kleeding of weelJe-artike-
ieu, maar enkel wijzen op eene verderfelijke
epidemie, welke ^ich op staatkundig terrein
openbaart,
Het is de zucht naar het verkregen yap
een meer uitgebreid kiesrecht dan op het
oogenblik hier te lande bestaat. Meermalen
reeds wezen wjj er op, dat in den atgeloopen
zomer deze zucht door de liberalen kunst
matig is gekweekt. Zjj hebben gedaan wat
zjj konden om toch maar een ieder te over
tuigen van de noodzakelijkheid om het kies
recht uit te breiden, ja, de vooruitstreven?
den onder hen betoogden, dat het ten slotte
moet komen tot algemeen kiesrecht. Ten
gevolge van dit ageerea zijn thans velen
als bet ware door eene kiesrechtkoorts aan
gegrepen, die in vroejer tjjden het als eene
groote dwaasheid beschouwden om aan het
verlangen naar vermeerdering van het aan
tal kiezers toe te geven.
Geljjk eene lichameljjke krankheid moet
bestreden worden, is het ook een eisch, dat
aan deze ziekte op staatkundig gebied paal
en perk wordt gesteld. Politiefee kwakzal
vers zijn de zienswijze toegedaan, dat het
eeuige middel om de bedoelde epidemie te
genezen, daarin gelegen is, dat men maar
toegeeft, en dus het kiesrecht zoodanig uit?
breidt, dat niemand er mser van is uitge
sloten.
Wij zijn echter van een ander gevoelen.
Naar onze overtuiging bezit de zacht naar
kiesrechtuifcbreiding het barakter van een
kanker, die in het orgapisme der samen
leving voortwoedt, en het maatschappelijk
gebouw dreigt te sloopen. Zoekt men niet
tjjdig naar het middel om dien kanker te
verwijderen, dan moet de samenleving er
door ten ondergaan. Het is namelijk in
ons oog onwedersprekeljjk, dat de kies-
r&cbtqitbreidiag dep aanvang vormt van den
zedeljjheu ondergang der maatschpppjj,
Ten einde dit middel te vinden, is bet
in de eerste piaats noodig naar den oor
sprong van het kwaad een onderzoek in te
stellen, En nu gelooven wjj, dat die oor
sprong schuilt ip het gemis bij velen vau
■waarachtigen eerbied voor het gezag en in
den toenemenden alkeer van al wat met
den godsdienst in betrekking staat.
FEUILLETON.
Het Wapen.
(Uit het dagboek van een Duitsch officier.)
(Vervolg.)
O, ik heb ook mijn aandenken aan dien
roemvollen tjjd, gjj m°et het zien, mijne heeren
hij de brug van Traktir heb ik het opgeraapt
°nder de dooden, die onze batterij had doe»
v&llen ik kan wel zeggen, dat het een buit is,
die ik in een heeten strijd heb bemachtigd. En
sprong op en snelde opgewekt het huis in en
spoedig terug met eene sabel, Het was een
niet blinkend, maar net bewerkt wapen, eene
8cherkessische //füehaschka//die een Russisch
°fficier wellicht op geljjke wjjze vroeger had buit-
smaakt. De kling vertoonde Arabische of
Perzische karakters, die ik niet kon ontcjjferan,
zeker eene bedreiging tegen den vjjand, een
geluk wen sch voor den bezitter, eene van die
diepzinnige spreuken, waaraan de Koran zoo rijk
ts. Met van bljj.lschap stralende oogen bekeek
e oude soldaat het wel wat overschatte kleinood.
p dit oogenblik verscheen eene infanterie-pa-
Men heeft geen recht ons van pessimisme
te beschuldigen, als wjj de toekomst der
samenleving in dit opzicht donker inzien.
Allerwegen toch wordt een geest van weer
spannigheid en ontevredenheid waargeno
men, die tot nadenken stemt. Kon men
dien geest slechts toescbr ven aan de
moeiljjke toestanden, welke velen op maat
schappelijk terrein hebben te doorworstelen,
dan zouden wjj ons mogen troosten met de
gedachte, dat met bet ophouden dier moei
lijkheden ook een betere geest zich zou ver-
tooneu.
Maar hierop heeft men niet te hopen, In
verschillende kringen, waarvan de personen,
die er toe behooren, niet met kommer of
gebrek hebben te worstelen, heerscht deze
geest van ontevredenheid en verzet; het is
zelfs geene overdrijving, indien wjj beweren,
dat juist vaak in die kriugen moedwillig
deze ondeugden worden gekweekt.
De lagere standen der samenleving treden
hi^r minder actief op. BÜ baap vindt men
slechis eene weerspiegeling van hetgeen door
anderen, hooger op de maatschappelijke
ladder geplaatst, wordt gedacht en verkon-
d'Wn bezitten volstrekt niet het recht om
de arbeidende klassen de blaam aan te
wrjjven, dat zjj zoo groote ontevredenheid
toont met de omstandigheden, waarin zjj
zich geplaatst ziet. De voorbeelden zjjQ zon.
der tal, dat huisvaders in stilte worstelen
met huu lot en daarbjj een heldenmoed too-
nen, grooter dan die, welke op de slagvelden
kan worden aan den dag ge eg De zwaar-
ste zorgen worden vaak in het verborgen
gedragen met de meeste zelfverachting door
hep, wier daden nimmer door de dichters
znlleu wordea bezoogeo en die daarop vele
rechten zonden kunnen doen gelden.
Wanueer de ambachtsman mort en prut
telt, dan is het bijna zeker dat hij door
anderen is opgehitst. Wanueer jj meerdere
staatkundige rechten verlangt, daQ doet bjj
dit niet, wjjl hjj de behoefte erapn geyoelt,
maar wjjl anderen hem hebben voorgehou
den, dat deze rechten eene noodzakelijke
voorwaarde uitmaken voor e verbetering
van zijn maatschappelijke"1 oestaud.
Toch zonden wjj meenet", nat de kiemen
van ontevredenheid bij den werkman min
der welig opschoten, wanneer by over het
algemeen jpeer d^n thans steun vopd ep
kracht zocht bjj den godsdienst. Het ver
zwakkend geloof bjj velen 'evert geeu
pantser meer op tegen den schadelijken jn_
vloed van de dwaalleer onzer agen.
't Is daarom, dat wjj by allen, die invloed
op den handwerksman kunnen uitoefenen,
er op aandringen, dat zjj hem wjjZdI1 0p
de kracht, welke van den godsdienst uit
gaat voor het maatschappelijke leven.
Uitnemend achten wy het, dat thans veel
voor den werkman wordt f?®'aan °m zjjn
tjjdjjljjk lot te verdachten, - ^an doop de
gegoedep. en welgeziu^en zooveel verricht
worden ten bate van de minder met aard-
trouille, aangevoerd door een onderofficier, op de
binnenplaats.
Wat is er, wat doet die hier vro^g ik d0n
krjjgskaraeraad,
Gecommandeerd om de wapens af e nemen
antwoordt de aanvoerder der patrouille kortaf.
Onze gastheer zag de nieuw aangekomenen
vragend aan.
Wat verlangen deze heeren vroeg de emid
mij, het korte stilzwijgen afbrekende.
Ret antwoord wercl mij gesc 1°n^etJ- In vlqei-
end Eransch gaf hem de onderon c er bet verlangde
Maar, mijnheer, ik heb niet, van dien
aard? antwoordde de s®"h bedaartik ben geen
jager, een arm man heeft geen e° geen geld
daarvoor, voegde hij er lacaea In de rech
terhand had hij de blanke Tscherkessjsehe kling.
Hij dacht er zeker niet aan, dat dit kleinqod.
dit kostbaar aandenken een wapen was.
Een glimlach plooide de lippen van mijn ka -
meraad.
We zullen zien, zeide bij. Wapenen hebt
gij in elk geval in huis, gij hebt er immers
een in de hand.
Langzaam, geheel verwonderd, hief de smid
sche goederen gezagenden. Doch men mag
niet uit het oog verliezen, dat alle materi-
eele hulp aan de arbeidende klasse haar
niet gelukkiger en tevredener kan maken,
indien niet tevens gearbeid wordt aan de
zedelyke verheffing van den arbeider.
Deze zedelyke verheffiug zal hjj echter
niet verkrijgen door hem het stemrecht te
verleenen. Da eenige uitwerking van het
verschaffen van invloed op de samenstelling
van regeercolleges aan de arbeiders zal we
zen, dat men die staatslichamen een demo
cratisch karakter verleent, *t welk niet be
vorderlijk kaD wezen aan hunne dege
lijkheid en ooafhaukeljjkheid. Wanneer het
Staatsbestuur eu de wetgeviog onderworpen
zjjn aan de groote menigte, of liever aan
de leiders, die op hunne beurt de menigte
weten te beheerschen, dan krijgt men op
slaatkuudig gebied toestanden, die eeqe
schande wordea voor het vaderland,
In plaats van dus uoqr uitbreiding van
bet kiesrecht in betere omstandigheden te
geraken, verslimmert men net ernstige van
den tegenwoordigen tjjd zonder er iets be
ters voor te ontvangen.
Behoeft het daarom wel verwondering te
baren, dat wy geenszins voorstanders van
een uitgebreid kiesrecht zjju, en fiat wjj de
zucht naar het algemeen stomreoht verge-
lykqu rqet een kanker, die knaagt aan het
organisme der samenleving?
Wel beschouwd is kiesrechtuitbreiding
alleen dienstig aan hen, die het zich tot
taak schijnen gesteld te bebbea de openbare
meening naar hun geest te besturen en de
staatswetgeving in hqu zin te vervormen.
En onj dit te verkrygen, hebben die volks
leiders den mond vol over de rechten der
Natie en noemen zjj de reorganisatie van
het kiesrecht eene onmisbare voorwaarde
voor eene degeljjke oplossing van de maat-
schappaljjbe vraagstukken.
Iu ons oog zal kiesrechtuitbreiding eer
den goeden gaug dey zaken in ons land
belemmeren dan dien bevorderen, en vol
strekt geen enkel voordeel voor de arbei
dende klasse opleveren.
Wjj spreken daarom den wensch uit, dat
de handwerksman allengs meer zal gaan
begrjjpen, dat voor zjju werkelyk geluk bat
bezit vau kiesrecht geen noqdsakeljjk ver-
eischte is, en dat verbetering van sociale
toestanden in de allereerste plaats athanke-
ljjk is van de verbetering van den inwendi-
gen meusch.
Pip woorden door den Oostenrjjlrschen
Rjjkskanselier Kalnoky gesproken hebben
het Italiaansche bloed doen koken in de
aderen. In toorn zjjn de braven daar ginds
over de bergen ontstoken en broeder Bovio
verlangde dat Italië tof een geheel verwe
reldlijkten en ratiooalisti8chen Staat zal
worden gemaakt. Wanneer iemand, zeide
bjj, van Italië vraagt: Zjjt gjj eene katholieke
de rechterhand op, zoodat het blanke staal in de
avondzon flikkerde.
Ach, ja wel, mjjn hemel, dat is wel een
wapen j maar dat zult gjj mij toch niet willen
afnemen, voegde hjj er ernstig bjjna treurig bjj
dat is een dierbaar aandenken, datHjj bleef
verlegen steken het schoeu hem wellicht niet
voegzaam, niet geraden hoe thans te herhalen,
dat hij het in een bloedig gevecht had buitge
maakt.
Ik gevoelde de geheele pijnlijkheid vau het
tooneel. Veel hoop, om het tot eea gelukkig
einde te brengen, bestond nauweljjks, toch ging
ik naar mijn krijgsmakker en verzocht hem den
rustigen man, dien ik als zoo vredelievend mo
gelijk afschilderde, zjjn aandenken te laten. Maar
de onderofficier toonde zioh uiterst koel tegenover
mijne opvatting der zaak.
Ja, vredelievend zjjn zij, deze kerels 1 in
den vorigen nacht nog hebben zjj daar onder
in het dal den veldpost aangegrepen, nadat wjj
er den middag te voren waren doorgetrokken.
Zoolang zjj de grooie massa zien weten zjj heel
mooi te praten, maar kunnen zjj zoo'n enkele
patrouille in het net krjjgep Eene duideljjke
beweging vein «je hand besloot den zin. Boiendien
mogendheid? dan moest Italië kunnen ant
woorden: Wy zjjn de vrydenkery!
De Minister-President, Italie's premier Bi
Rudini, gaf den Heer Bovio ten antwoord
dat de Regeering ook wil den wereldljjken
Staat? maar daar werkt zjj reeds 30 jaar
aan. De Heer Bovio vraagt, zegt hjj, de
wereldlyke school? maar dat is ook het pro
gramma van de Regeering, en wjj zullen
alles doen, wat in onze macht is, om het
te verwezenlijken. De Heer Bovio wil het
burgerljjk huweljjk en de echtscheiding?
maar wjj ook willen dat, doch men moet
het gunstige oogenblik afwachten, om die
hervormingen in te voeren, en intassohen
het volk er op voorbereiden.
Het wachten duurt den Heer Bovio echter
te lang; de Rageering heeft zjjns inziens
nog veel te weinig, ja zoo goed ais niets
tegen het Pausschap verricht. Hjj riep dan
ook de ministerstafel toe, eu ondoordacht
sprak hier de vrymetselaar de waarheid,
toen hjj zeide: «Kom dan, mjjneheeren, zeg
eens wat Italië te Rome is komen doen?
Om den Paus op te volgen, moet men iets
meer zjjn dan een Koning van België of
van Beieren. Wat zjjt gy? Gjj hebt niets
kunnen doen dan vernietigen! Wat hebt
gjj opgericht?
Wat Italië gedaan heeft ter vervanging
van het vaderlyk bestuur der Pausen? Het
heeft ondergang, honger en ellende met
zich meegevoerd; en ontevredenheid en so
cialen haat in de hartea der Romeinen ge
zaaid, die bjj zijue uitbarsting vreeseljjk
zal zjjn.
Deze woorden, hoewel in toorn uitgespro
ken, te mogen vernemen uit den mond van
een Italiaanschen vrijmetselaar,teekenen den
toestand. De dwazen vermogen niets tegen
den Pans van Rome, dien ze haten.
De H. Congregatie der Riten te Rome
heeft in de vorige week in het Vaticaan
eene algemeene zitting gehouden, die door
den H. Vader werd voorgezeten en waarin
de Kardinalen en Prelaten der Riten defini
tief op schrift en met redenen omkleed,honne
stem gegeven hebben aan de echtheid der
mirakelen, toegeschreven aan den eerbied-
waardigen Baldinucci, van de Sociëteit van
Jezus.
De sterikamer van Prins Boude wjjn,
in het paleis van den Graaf van Vlaanderen,
is op verzoek van 's Prinsen Moeder tot
kapel ingericht. Zjj werd eenige dagen ge
leden als zoodanig door denKardinaal-Aarts-
bisschop van Mechelen ingewjjd. De eerste
H. Mis werd den vorigen Dinsdag, bjj ge
legenheid van den kerkeljjken feestdag, in
tegenwoordigheid van den Graaf en de Gra
vin van Vlaanderen, Prins Albert en de
Prinsessen Henrietta en Josephine, opge
dragen. Voortaan zal er eiken Dinsdagen
Vrjjdag eene H. Mis worden gelezen. Het
gezin van den Graaf van Vlaanderen zal
echter, ouder gewoonte, des Zondags den
voegde hjj er bjj, het is een bevel, elk wapen.
Daartegen is niets te doen.
Ik wendde mjj tot den smid. Ik wilde hem
overtuigen, dat hjj zich kalm in het onvermij.
deljjke moest schikken. Maar ik schrikte toen
ik den straks zoo kalmen man aanzag. Uit het
levendige antwoord en de beslist ontkennende
gebaren van mijn kameraad had hjj duideljjk
genoeg begrepen, dat men niet genegen was in
zjjn kostbaren schat, alleen dit en geen wapen
te zien.
Al de trots en de woede van den onden aan
overwinning gewonen soldaat, waren in hem
wakker geworden. In zjjne volle lengte stond hjj
daar dreigend tegenover de vijandelijke indrin
gers. Ik deed eene laatste wanhopige poging om
zjjn toorn te bezweren.
Gij zjjt immers een oud soldaat, zeide ik
om hem tot bedaren te brengen en gjj weet,
dat tegen een bevel niets te doen is. Geef bedaard
de sabfl afmen zal ze op het gemeentehuis
bewaren. Als wjj weg zjjn, zult gjj ze zonder
twjjfel van daar terugkrjjgeu.
Neen in 't geheel niet 1 hernam hjj fier en
luid.
(Wordt vervolgd,
liHKLEHSIIIE IIIIRHT.
TTrwnnr?
'ïPQPnui ri