IS
11
E U W
2
agite ma non agitate.
1770
Vrijdag 1 Januari 1802
174* Jaargang.
Nieuwjaar.
Een gevaar"row de jeugd.
Roode Jim.
Een miskend plantje.
HURIiflSIH
IH U T.
ABONNEMENTS PRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderljjke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B TJ R B A TT: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterljjic Maandag-, Woensdag
en V r ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPEBS L A UiR E Y.
Nog slechts enkele uren en de klepel der
torenklok verheft zich tot den eentonigen
afscheidsgroet van het oude jaar en wjj heeten
het nieuwe welkom.
Wederom hebben wjj een grenssteen on
zer aardsche loopbaan overschrede», en we
staan voor enkele oogenblikken stil om een
terugblik te werpen op den afgelegden weg,
alvorens wij op het onbekende pad voor
waarts gaan.
Velen, die met ons gingen van den laat-
sten grenssteen af, hebben den nieuwen
scheidpaal niet mogen bereiken. Zjj rusten
van hunne wandeling uit in het kille graf.
De vrome wenschen en de hoop waarmede
zjj, evenals wjj, het nu verdwjjnende jaar
begroetten, gingen met hen in de groeve.
De gestorven deelgenooteu vau onzen ge"
meenscb appel ijken pelgrimstocht gedenken
wjj op den vooravond van den nieuwen tijd
kring en wij roepen heu in stille weemoed
uit den grond van ons harte toe: vaartwel!
rust zacht!
Ook van het oude jaar nemen wjj met
een hartelijk «vaarwel» afscheid. Toen het
kwam opdagen ontvingen wjj het met vreug
de en gejubel evenals zijne voorgangers.
Was deze vreugde gerechtigd? Heeft het
jaar 1891 vervuld, hetgeen wjj hadden ge
il oopt?Ot heeft het onze verwachtingen teleur
gesteld, niets gebracht, wat ons tot dank
baarheid kan stemmen? Was het een on
gelukkig jaar?
Het heeft ons niet beter en niet slechter
behandeld dan zjjne voorgangers. Het bracht
leed en vreugde, slechte en goede dagen bjj
de wisseling van den vooruitsnellenden tjjd.
Wjj hebben echter geen reden het met wrok
van ons te laten scheiden.
De onbestendigheid van al het aardsche
hebben wjj zeker ook in het afgeloopeu jaar
voldoende ondervonden. Aan ongeluk eu el
lende was geen gebrek en het zou een lang
register zjjn, als wjj alle eatastropben zou
den willen opsommen, die wij beleefden.
Maar in 't algemeen hebben wjj toch vele
van onze laatste nieuwjaarswensehen ver
vuld gezien. De vrede, het kosteljjkste van
alle goederen, bleef behouden, met handel
en industrie is het tameljjk goed gesteld,
al bljjft op dit gebied nog veel te wenschen
over. Vrede en het dageljjksch brood hebben
wjj in bet afgeloopen jaar genoten en
daarom roepen wjj tot het oude jaar: vaar
wel! in den goeden zin van het woord.
Wat zal het jaar 1892 ons brengen? Wjj
weten het niet. Donker is het pad, 't welk
wjj betreden, onnaspeurljjk is de toekomst,
echter voor ons eigen welzijn. Konden wij
FEUILLETON.
Vervolg en slot.
lit dacht dat het oogenblik daar was om op
hem af te springeD, maar mijne eerste beweging
deed zjja lachen ophouden en hem een stap naar
de brug richten, alsof hij zijn vreselijke plan
ging uitvoeren.
Ik viel op mijne knieën, hem smeekend mijn
kind te sparen
Ik zal je alles geven wat ik bezit, Jim, op
mijn woord, ik schreide als een kind
maar laat Jsck ongedeerd, mjjn arme lieveling.
Hij heeft je nooit iets gedaan, Jim.
Neen, maar zjjn vader wel, brulde hij. Jij
hebt je met mijne zaken bemoeid en dat wil ik
niet, hoor je, dat wil ik niet, van jou noch van
iemand.
Hjj hield een ooganblik stil en ging voort op
bitteren toon
Ik haat je. Je bent de eenige, die me
overwonnen hebt en daarom haat ik je. Toen je
me sloeg van middag en ik zag hoe de anderen
daarna je handen drukten en op je rug klopten,
dacht ik er over, hoe ik me het best zou wreken.
Ik weet dat je dol op dezen jongen bent en
liever zou sterven, dan dat hem iets kwaads
gebeurde en daarom wachtte ik hem op, toen hij
je tegemoet ging eu houd je stil of ik doe,
wat ik heb gezegd ik zei hem dat je op de
brug stond eu op hem wachtte. Maar hjj scheen
den sluier der toekomst opheffen, wij zouden
geen vrooljjk oogenblik meer in ons leven
hebben, het geluk van 't oogenblik zou voor
ons zjjn vernietigd. Wie zou van den nog
zoo bescheiden beker der levensvreugde wil
len drinken met den bitteren kelk der waar
schuwing voor oogen? Gns streven, onze
moed zouden verlamd zjjn, wjj zouden den
weg onbegaanbaar vinden, door de hoop
met rozen bestrooit.
Wjj hopen dus alle goeds van het nieuwe
jaar, dat wjj daarom dan ook met vreugde
welkom heeten; wjj weten echter, dat onze
hoop jjdel ia, als zjj niet steunt op Hem,
Die Heer is van ruimte en tijd, voor Wien
duizend jaar zjjn als een dag.
Gaan wjj dus met °Vdr brug, die
van het oude jaar in het nieuwe voert. Dat
zjj ons voornemen, onze leuze bij deze
als bjj de volgende wisselingen van het
jaar.
Eu biermede wenschen wjj aan al
onze lezeressen en lezers, vrienden, beken
den en begunstigers barteigk een Ze6r heil
vol eu een hoogst gelukkig Nieuwjaar.
Heelt men de opvoeding eu het onder-
wjjs der jeugd in handen, dan beschikt
men ook over de toekomst van het Vader
land.
Deze uitspraak is voor geene wederleg-
öiog vatbaar, en dat zg oor e verschil-
lende richtingeu op staatkundig gebied wordt
erkend, daarvan leggen getuigenis af üe
pogingen, welke de politieke partgen tel
kens aanwenden ooi sotf erw9s naar
eigen wenschen en inzie en e regeleu.
De ieugd vormt de hoop der toekomst.
Op baar zijn de oogen van allen gevestigd,
die medewerken aan den bloei en vooruit
gang van ons Vaderland, maar ooi van hen,
die het op den oudergang van de samen
leving hebben gemunt.
Lazen wjj niet onlangs in «e laden, dat
er in een der noordelijkei gemeenten des
lands eene school was gesticnt, waarin de
leerlingen des Zondags werden onderwe
zen ia de socialistische dwaalleer; ea
moet het niet een felt heeten, dat de soci
aal-democraten bij voorkeur propaaaQ(ja
zoeken te maken bjj de onderwijzers der
volksschool, ten einde deze de socialisti
sche begrippen te doen zaaien m het ont
vankelijk gemoed der kin eren
Deze feiten stemmen tot nadenken, en
het is daarom geen jjdel werk geweest van
den Afgevaardigde der Tweede Kamer, den
Heer Vermeulen, om den Minister van Biu-
nenlandsche Zaken, bp gelegenheid der he
me niet te gelooven daarom nam ik hem op en
t0en was hij stil genoeg, tot hq jou zag. Maar
ik maakle hem gauw zoet, be^ 11a, ha waarom
heb ik hem hier gebrachtOm hem in de rivier
te smijten. En daar lJ
Hoe zou ik het gevoel van afgrijzen en woede
en wanhoop van dat oogenblik kunnen beschre
ven toen ik de kleine'vormelooze massa met
reuzenkracht over de brug z g Alsof
ik plotseling met dnb'.el leven werd begiftigd,
sprong ik op van deu grond en met een vreese-
1 ijken vuistslag, sloeg ik den moordenaar neer, die
het slachtoffer van zijn wraak nazag.
Nooit zal ik het akelig .eluid vergeten dat
Jims hoofd maakte, toen het tegen de brug aan
sloeg. Het heeft mij dikwijls uit den slaap gewekt
als ik ontwaakte met het woord op de lippen
dat ik uitsprak, toen ik hem daar liggen zag
Dood
Ik sprong op de borstwering, zonder mij verder
om mijn vganrl te bekommeren en keek naar
beneden en zocht het lichaam van mjjn kind.
De maan was opgekomen en scheen op het water
dat o»er de steen en aan den kant borrelde, maar
het kind zag ik niet.
Toch hoopte ik nog. Ik zou hem redden, ik
voelde er mg zeker van en daarom waagde ik
den sprong ie het diepe water, dat mjj opving
met een plomp, om mijn kind te zoeken.
Van boven klonken stammen, op den eenen
oeverstonden een paar menschen, die schreeuwend
mijne opmerkzaamheid richtten naar de takken van
een struik die tegen de helling, bijna in het
handeling van de Staatsbegrooting, enkele
vragen te stellen betreffende de gezindheid
van tal van onderwjjzsrs ten opzichte van
het bekende 33e artikel der wet op het
Lager Onderwjjs.
De Heer Vermeulen vestigde er allereerst
de aandacht op, dat in naburige lauden
door de Onderwjjzers veel meer dan bjj ons
gedaan wordt om het nationaal gevoel bij
de kinderen op te wekkeD eu hnnne vader
landsliefde aan te kweeken.Vervolgens vroeg
de geachte spreker, hoe het in dit opzicht
bjj ons te lande is gesteld, en betoogde,
dat het in den laatsteu tjjd maar al te dik
wijls gebeurt, dat door openbare onderwjj
zers ia het publiek bij monde en in geschrifte
stellingen worden verkondigd, die veilig
mogen genoem 1 worden anti-maatschappe-
ljjk, anti-nationaal en het tegenovergestelde
van vaderlandslievend.
Hoe handelen die onderwjjzers op school?
vroeg de Heer Vermeulen. Overtreden zjj
daar artikel 33 der Wet zoo niet door
feitelijk den eerbied voor hot gezag en de
maatschappelijke instellingen te ondermjj-
neo, dan toch door na te laten, wat de wet
hun als plicht oplegt? Of wel treden zjj
daar op als huichelaars en verkondigen zjj
daar meeningen in lijnrechte tegenspraak
met die, welke elders in het openbaar door
hen worden beleden? En, zoo dit laatste h9l
geval is, welken invloed moet dau die hui-
cbelarjj, welke toch oumogeljjk aan ds leer
lingen en aan de onders der leerlingen ver
borgen kan bijjven, oefenen op de ontwik
keling van het opgroeiend geslacht?
Ons dankt, de Heer Vermeulen heeft zijne
vragen zeer juist gesteld. Dat ze door de
Regeering, met name door den Minister Tak,
zeer hooghartig werden beantwoord, en zelfs
van dien Minister een protest uitlokten,
strekt echter geenszins ten bewjjze, dat de
vragen niet volkomen op hare plaats waren.
De Heer Vermeulen heeft daarmede eene
zeer teedere quaestie ter sprake gebracht,
waarvan men zich volstrekt niet met een
hooghartig antwoord mag afmaken.
Het socialisme in de school is schier het
ergste, dat zich laat deuken. Overal zoeken
de sociaal-democraten hunne begrippen
wortel te doen schieten. Vooral bij den
eenvoudigen werkman gelukt dit soms maar
al te wel, in 't bizonder wauneor hjj m t
maatsckappel jjke moeilijkheden heeft te kam
pen. Indien b. v. ergens de arbeiders rneenen
hun werk om de eene of andere reden te
moeten staken, men kau er veilig op wezen,
«lat weldra eenige socialistische woordvoer
ders er bij zjjD, om in het troebele water
te visschen en hunne verderfeljjko stellin
gen aan te preeken.
water groeide. Daar, heen en weer zwaaiend iu
den wind, met zjjn hoofdje naar beueden, hing
mjjn arme, bewustelooze Jack.
In een oogenblik had ik zijn kleertjes losge
maakt van de taaie, doornachtige takken en hield
ik hem tegen de borst gedruktdankbaar dat
hij nog leefde, ofschoon de manier waarop zijn
rechterarmpje omlaag hing, mij vertelde, dat het
gebroken was.
Ik stond terecht wegens manslag, maar twee
mannen die van verre alles gezien hadden, ver -
telden het vreeseljjke schouwspel en zoo werd
ik vrijgesproken.
Berouw over wat ik deed, heb ik niet. Ik
heb gedaan wat iedereen onder dergetjjke om
standigheden zou gedaan hebben. De schuld van
Roode Jim was het niet, dat mijn kind herstelde
en de steun werd van mijn ouderdom.
Voor den ellendigen man zelf b6rouwt mij
dejdaad, nu mijne woede en wanhoop van toen
voorbij zijn, omdat hij gestorven is in het volle
gevoel van zjjn haat en wraakonvoorbereid
geplaatst voor den Rechter, die gezegd heeft
//Gij zult niet doodslaan
Dut ondank 's werelds loon is, moet menig
nuttig dier ondervinden, als daar zjjn de mol
en de aardworm, maar ook de plantenwereld is
niet gevrjj waard tegen onverdiende geringschat
ting.
Doch bjj uitstek gevaarljjk is het in ons
oog, wanneer de sociatisten iuvloed ver
krijgen op de school. En toch zjjn de fei
ten daar, welke bewjjzen, dat op verschil-
leode plaatsen iu ous land socialistischen
invloed wordt geoefend op het onderwjjs.
Het moet bjj alle welgezinden in ons
land toch wel groot leedwezen hebben ver
wekt, dat een man als de Heer VermeuleD,
die het kan weten, in de Kamer moet ver
klaren: «Want werkeljjk, indien het al ge
weten ea toegegeven wordt, dat bjj een ge
deelte der tegenwoordige onder wijzers een
kwade geest heerscht, ik durf met stellig
heid beweren, dat slechts weinigen weten
en vermoeden, hoever het kwaad reeds is
doorgedrongen eu welke verwoestingen het
in vele hoofden en harten reeds heeft aan
gericht.»
Verschrikkeljjk achten wij het, dat de
tegenwoordige toestanden deze woorden
rechtvaardigen. Het protest er tegen vau
den Minister is in ons oog geen be.vps, dat
de beschuldiging van deu Heer Vermeulen
ongegrond was.
Integendeel, ook wjj bezitten de stellige
overtaiging, dat de neiging van verschil
lende onderwjjzers tot de sociaal-democratie
reeds zeer veel kwaad heeft gesticht. Juist
de onderwjjzers zjjn de personen, die op de
vorming van het toekomstig geslacht een
beslissend overwicht bezitten. In hunne han
den is niet slechts het onderwjjs in de aller
eerste beginselen der wetenschap gelegd,
maar hun is ook toevertrouwd de zedeljjke
opleidiug van de hoop des Vaderlands. De
onderwjjzers moeten de leerlingen vormen
voor da samenleving; hun onderricht behoort
dienstbaar te worden gemaakt aan de op
leiding tot alle maatsciiappeljjke eu Chris
telijke deugleu; hoe is het uu mogelijk dat
deze taak naar eisch volbracht wordt door
een man, die aanhanger is vau het socia
lisme?
Hoe kan men van zulk een persoon ver
wachten, dat hjj in het jeugdige gemoed
tracht aaD te kweeken de liefde tot het
Vaderland, 't welk zelf miskent en ver
acht? Hoe kan zulk een maatschappjj be
stormer als de sociaal-democratische onder
wijzer bij het kind achting en eerbied in
prenten voor de orde en rust in de samen
leving? Hoe kau hjj zoovele andere deugden
opwekken en leiden, die in rechtstreeksch
verband staan mat de reeds genoemde?
Wjj achten iemand, die het socialisme
omhelst, een onnut lid der maatschappjj,
doch wanneer zulk een persoon zich de le
vensroeping van onderwjjzer heeft gesleld,
dau is hjj een ramp voor de samenleving,
want niet alleen hij zelf is verloren, doch
Inzonderheid valt deze het mos ten deel. Mos
in de weid*, mos op de stammen en takken der
vruchtboomen, mos op straten en op daken,
schier niemand, die het een dankbaren blik van
waardeering waardig keurt.
En toch verdient het dien ten volle, want de
mossen behooren tot de zeer nuttige planten in
de huishouding der natuur. Zjj stichten de
eerste plantenkoloniën op een naakten, onvrucht-
baren bodem en op kale rotseD; zij bedekken die
allengs met wegstervende deelen en vormen er
alzoo eene h u m u slaag, die geschikt is voor
een hooger ontwikkelenden plantengroei.
Door de veenvormende mossoorten ontstaan
in den loop der eeuwen dikke veenlagen.
Daar de mossen veel water opnemen, bescher
men zij den grond tegen uitdrogen. In den
winter verleenen zjj aan plantenwortels en zaden
een beschermend dekkleed.
Den mensch dienen zjj tot het vullen van
matrassen, tot het inpakken van breekbare
voorwerpen, ja, met meel vermengd, zelfs tot
voedsel. Verteerd in het lichaam van het ren
dier vormt het mos vleesch, melk en werkkracht
en t°gen borstaandoeningen levert het een ver
zachtend geneesmiddel.
En wat nu het nadeel betreft, dat het aan
richt, dit wordt veelal sterk overdreven voorge
steld. De weide toch is niet schraal, doordat er
mos iu groeit, maar juist omgekeerd wegens
de onvruchtbaarheid vau den bodem tiert daar
het mos. Zelfs hier is het mos nuttig, daar het
eene vingerwjjzing geeft tot het aanwenden eener
meer krachtige bemesting.