NIEUWE 1183 Zondag 10 Januari 1892 17d# Jaargang. BERICHT. Onze belastingen. aff». /«f di. «ss BUITENLAND. De voddenraper. HiiRIEMSIjHIi COIIRMT. ABONNEMENTSPRIJS Pei 8 maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers P- 0,85 1,10 1,80 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels.80 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentie n worden uiterljjk Maandag-, Woensdag- en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uit g e v e r s K P P E B 8 IiAUSET. De exemplaren van obs Zondagsblad, loo- pende over het 4de kwartaal 1891, zjjn uit verkocht. Wij meeuen dit bericht in ons blad te moeten plaatsen omdat wjj aan de aanvragen van m'ef-geabonneerden op de Nieuwe Haarlemsche Courant om nummers sedert October jl. verschenen, niet meer kunnen voldoen. Exemplaren van het Zondagsblad na 1 Januari gedrukt,zjjn, wegens groolere oplage ruimschoots voorbanden. DE UITGEVERS. Naar alle waarschijnlijkheid zal de tegen woordige Regeering over eenigeu tjjd bjj de Tweede Kamer voorstelhn aanhangig ma ken tot herziening van ons belastingstelsel. Dit vooruitzicht kan voor ons volk niet al te verbljjdend worden geacht, want hoewel het eene zekere waarheid is, dat onze belas tingen in vele opzichten verbetering behoe ven, meenen wjj tocb, dat de wjjze, waarop de Regeering de herziening tracht tot stand te brengen, tot veel gemor eu ontevredenheid zal aanleiding geven. Men zal ons wellicht tegenwerpen, dat dit oordeel voorbarig is, en dat wjj de Re- geeriugsvoorstellen behooren af te wachten, vóór onze meening hieromtrent uit te Toch kan het, dunkt ons, geen kwaad ook er op te wjjzeD, wat het Kabinet en de tegenwoordige meerderheid van de Staten- Generaal met betrekking tot onze belastingen beoogen. Meer dan eene uitlating van den Minister van Financiën bjj het begrootings- debat wjjst er op, dat wg op de invoering van eenergksiokomstenbelastiug ons hebben voor te bereiden. Zoo gaf genoemde Minister onder andere bg de discusBtën over het hoofdstukFinanciën van de staatsbegrooting, naar aanleiding van eene opmerking vau eeu der ledeu over onbillijkheden in de patentwet, te kennen, dat deze wet of versmolten moet worden in eene algemeene rgksinkomsteubelasting, öf vervangen behoort te worden door eene nieuwe bedrijfsbelasting. Nu, dat de patentwet veranderiug behoeit, zal zeker wel door een ieder, die hare on rechtvaardige werking kent, worden toege stemd. Doch wg gelooven wel niet, dat het op deD weg der tegenwoordige Regeering ligt. eene nieuwe bedrijfsbelasting voor te stellen. Integendeel duchten wjj voor eene op hefing der patentwet eo hare ineensmeltiug met eene eventueele inkomstenbelasting. Het is toch van algemeene bekendheid, dat de Regeering en in 't bizonder de Minister van Financiën groote voorstanders zgn van eene rgksinkomstenbelasting, zoodat wjj FEUILLETON. Een verhaal uit de omwenteling van 1830. (Vervolg) Aan het hoofd van vijftig mannen uit het volk, allen meer of min gewapend, maar allen even begeerig naar strijd eu wraak, stak Jauflret het plein Saint-Sulpice over, toen bij den iDgang van de straat Ssrvandoni eensklaps een half ge kleed persoon, blootshoofd met loshangende haren te voorschijn treedt, getroffen door een koitel en overal bebloed; hjj w.rd door eene andere afdee- ling van handwerksgezellen vervolgd, schreeu wende: //Houdt hem! Doodt hem!... het is een officier van de garde! De ongelukkige had zjjne kleederen en wapenen weggeworpen, en zocht met verwilderden blik een uitweg, om een al te gewissen dood te ontkomen. De voddenzoeker nadert hem en erkent den Burg graaf d'Astrol! Aangevuurd door het denkbeeld van hem te redden, roept hjj tot hem in gewaande vervoering: "Doe, zijt gjj dat, Michel!.... Loopt gjj over?.... gij inderdaad op het volk hebben geschoten? Ik kan zulks niet gelooven; in dit geval, ellende- mg, zoude ik u niet als mijn broedsr erkennen....// volstrekt niet van voorbarigheid beschul digd kunnen worden, als wij de vrees te kennen geven weldra ons volk begiftigd te zien met eene vermogensbelasting, waarom trent reeds voor eenigen tjjd gemeld werd, dat het ontwerp er van het Ministerie van Financiën had verlaten. Het groote gewicht van zulk eene ver andering in ons belastingstelsel behoeven wjj bjjoa niet te betoogen. De bestaande grondslagen van heffing worden gehesl ter zijde gesteld. Een geheel nieuwe basis treedt in het leven; bet is een ommekeer van zoo ingrjjpbnden aard, dat hg wel met eene revolutie in de tegenwoordige heffing kan vergeleken worden.. Bg haar optreden heeft de Regeering te kennen gegeven een bewind van hervorming te willen zgn, en waarljjk, a's zjj, wat de belastiugquaestie betreft, haar woord houdt, kan men er zeker vau wezeo, dat er een algeheele ommekeer in de bestaande heffiDgen zal plaats grijpen. lu 't algemeen durven wg wel te ver klaren, dat wjj niet bevreesd zgn voor eene hervorming in een of meer onderdeelen van staatsbestuur of wetgeving, wanueer de ondervinding heelt aangetoonidat de be staande bepalingen niet meer aan de eischen der samenleving voldoen. W g achten het uamenljjk straisvogelp°^tie °J:I1 de oogen gesloten te houdeu voor gebreken, die aan eenigen wetgevendeu maatregel kleven, en meenen dat eene Regeenng ™rstaudlg han delt, als zg met krachtige hand daar her vorming tracht aan te rengeu, waar die noodig blijkt. Maar aan den anderen kant zgn wg 00k van oordeel, dat bjj eene herziening onzer wetgeving de gevolgen ere en moeten worden, Welke uit die verandering nood wendig voortvloeien. Want even dwaas al8 het zou wezen om bestaande gebreken te bestendigen,even verkeer moe ie genoemd worden tot eene °Vei te Saan> welker gevolgen noodlottig kuuuea worden voor ons volk. Bjj de beoordeeliug van het al of niet noodzakelgke der invoering van eene in komstenbelasting, f0r vervanging van de bestaande heffingen, mag we z°uder ge dacht worden aan hetgeen zulk eene revo lutie in ons belastingstelsel ten gevolge zal hebben. In een idealen Staat zou een income-tax een ideale wjjze van ®0gen heeten. Wanneer een ieder toch betaalt aan 'sRjjks belastingen naar zgn werkeigk ver mogen, dan kan zeker niet over ongeljjk- matigen druk of over onrechtvaardige hef- fina worden gesprok^1** Doch de voorstauders eener inkomsten belasting houden geeue rekening5 er mede, dat wg niet in Utopia leven, dat wil zeggen, n et in een land, waar alle menschen zijn, zooals zjj behooren te zgn- Dit laatste woord, broeder, op een veel- beteekenenden toon uitgesproken, was voor den Burggraaf een lichtstraal en een zeker teeken der vreedzame bedoelingen van den voddenzoeker; en zicli haastende, om hem bg te staan in zija vermetel en edelmoedig pogen antwoordt h„ hem, als ware hjj zjjn oudste broeder, werpt zich om z h. hals en in sjjne armen, hem zwerende voor God dat hjj niet op de inwoners van Parjj3 geschoten heeft, en dat hg zijne liefde en achting zotï geloof», herneemt Jauffret, terwijl hij zjjne hand schudt; doch g, zgt gekwetst, van u houdt; daarna zal ik tot mijne makkers wederkeeren om hen m bet vuur te vo gen Veraeeft mjj, vrienden, voegde hjj er tot degjnen, welke hem omringden by, dat ik u een oogenblik verlaat; od mogelijk kan ik een broederplicht Dit zeggende, geleidde hjj hem weg. Zij waren reeds zeer na bjj de woning van dn voddenraper, toen zjj weder ingehaald werden floor de vervo'gers van den Burggraaf, dmi staande hielden, dat hjj een officier van de koninklijke garde is. yjjj.meent gjj hem? roept Jauffret uit; die arme duivel is slechts korporaal, hoewel hjj De rechtvaardigste inkomstenbelasting brengt in hare toepassing de onrechtvaar digste toestanden en verhoudingen te weeg. Vooreerst moet de aandacht er op gevestigd wezen, dat het bjj velen uiterst moeilijk zal wezen om hun werkeigk vermogen onder cjjfers te brengen. Hier komt bg, dat an deren zeer afwisselende inkomsten genieten, zoodat het bg deze categorieën van personen niet denkbaar zal wezen om eene inkom stenbelasting rechtvaardig toe te passen. Indien alle bewoners van ons vaderland ambtenaars waren, die een vast jaarijjksch tractement genoten, dan zouden deze bezwa ren niet kannen gelden, maar wjjl de meest uiteenloopende inkomsten door verschillende personen worden genoten, is het eene od- mogeljjkheid het vermogen als maatstaf van belastingheffing aan te nemen. Het grootste gevaar van de iuvoeriug eener rgksinkomstenbelasting is echter daar in gelegen, dat zij eene heffing op de zede lijkheid kan heeten. Zonder ons volk in het algemeen van oneerlijkheid te willen be schuldigen, meenen wjj toch, dat de pogingen om de belastingen te ontduiken in aantal zullen toenemen. Niemand brengt met bljjdschap zijue penningen naar den belastingontvanger. Een ieder betaalt zgn aandeel, omdat hij dit moet doen, en hjj schikt er zich in, omdat hij de overtuiging bezit dat de Staat het geld noodig heeft. Een eerljjk man zal dan ook niet trachten zjjn schuldig aandeel in de belastingen op slinksche wjjze te verminde ren. En toch zgn de gevallen thans niet zeldzaam, dat de belastingen worden ont doken. Wat zal echter het gevolg er van wezeD, wanneer men een ieder als het ware vrjjlaat om zelf de grootte van zgn aandeel in de belastingen te bepalen? Het spreekwoord zegt, dat de gelegenheid den dief maakt. En nu moet het toch on betwistbaar gerekend worden, dat bij de invoering eener rgksinkomstenbelasting de deuren wjjd open gezet worden voor ontdui kingen van allerlei aard. Zonder zelfs iemand van oneerlijkheid te willen beschuldigen, zal het toch dikwerf mogeljjk zgn, dat bjj minder belasting behoeft te betalen, dan hij eigenljjk is verschuldigd. De stipt eerljjkeu zullen dus, ten gevolge van de oneerlgkheid der ruimeren van gewe ten, met een hooger percentage aangeslagen wordeu dan zjj zouden hebben te betalen, wanueer een ieder even eerljjk was als zij. Het onzedelijke eener inkomstenbelasting springt dadelgk in het oog. Wg willen hier nu nog niet eens gewagen van het een voudige middel, dat de overheid bjj invoe ring eener income-tax heeft, om de staats uitgaven tot eene bedenkelijke hoogte op te drijven. Hoe gemakkelijk is het toch om bjj stij ging der uitgaven de inkomstenbe lasting te verhoogen! achttien jaren dienst heeft: hij heeft zjjne gele deren verlaten, teneinde niet op u te vuren... Hebt gjj wel op uwe medeburgers geschoten? Ik zweer het nogmaals! antwoordt hem de officier, mot de meestbeteekenende uitdrukking; en hjj zeide de waarheid, want hjj had niets ter hand gehsd dan zijn degen, dien hij uit woede had verbrijzeld. Gij hoort het, makkers, hernam de vod denraper, terwjjl hij zijn ge waanden broeder ondersteunt en hem mede naar zijn huis voort- sleurt; hjj is een oude snorrebaard, die zich in een ellendigen toestand bevonden heeft, omdat, gjj weet het, de eerste plicht van een krjjgsman is, gehoorzaamheid aan zjjn legerhoofd; maar wan neer hjj erkent en bevestigt, niet op het volk geschoten te hebben, moet hjj onder onze bescher ming veilig zjjn; en ik verklaar hier plechtig, dat men hem verder geeu hsar zal krenken, dsn nadat men over mjjn lijk hiertoe is geraakt... Overigens voegde hij er bjj, om t"n laatste de muitelingen nog va3ier ts overtuigen, die reeds woedend begonnen te worden, hebt gij mjj slechts te volgen naar mijne woning, hier zeer nabjj, in de straat du Dragon, waar ik als braaf en rechtschapen man bekend sta En zoo mjjne vrouw en kinde ren hem niet erkennen, zal ik u gaarne den man uitleveren. Daar kunnen wjj niets tegen hebbeD, zeide Wij gelooven dan ook niet te veel te zeggen, wanneer wjj bewereD, dat eene inkomstenbelasting als eene ramp voor ons vaderland moet beschouwd worden. Wel zouden wjj met genoegen zien, dat vele oumiskenbare gebreken in het bestaande belastingstelsel door deze Regeering werden verwjjderd, doch nimmer zouden wjj ods kunnen vereenigen met eene heffing, die onrechtvaardig in hooge mate zon zgn. Eene algemeene inkomstenbelasting kan nimmer rekening houden met de eigenaar dige volkstoestanden. Doordien men te veel generaliseert, wordt te weinig gelet op de bizondere verhoudingen, zoodat de belasting druk ongelijkmatig wordt verdeeld. Waar deze foot aan een belastingstel sel kan worden aangewreven, daar is het reeds geheel veroordeeld en wordt de invoe ring er van in hooge mate afkeuriugs- waardig. Das niet, omdat het eene liberale Re- geeriag is, die ons begiftigen wil met eene inkomstenbelasting, doch omdat deze heffing op zich zelf,afgescheiden van alle partijover wegingen, ons onrechtvaardig toeschjjnt, vreezen wij voor de voorstellen, die de Mi nister van Fiuanciëa zal doen tot herziening onzer belastiugen. Het is derhalve onze wensch, dat bg het aanhangig zjjn der Regeeringsvoordracht, de leden der Kamer ernstig nadenken over de gevolgen, welke de invoering eener in komstenbelasting voor ons land kan hebben. Wij zgn er zeker van, dat, als zg z ch hiervan goed doordringen, ons volk gespaard zal bljjven van eene heffing, welke even impo pulair als inconsequent zou zgn. De Heer Woeste, de bekende Belgische Afgevaardigde en oud-Minister, is op ver zoek van Z. H. den Paus te Rome aange komen. De H. Vader heeft hem Dinsdag in audiëntie ontvangen. De Heer Woeste is Woensdag weer vertrokken. De onlangs overleden Sir William White was de eerste Katholiek, die door de Koningin van Engeland tot Gezant werd benoemd. Bij het jubilé van Leo XIII bracht Sir White dit feit in den brief van gelukwenscben, dien hjj aan den H. Vader richtte, in herinnering. De Paus, die den Gezant hiervoor bedankte, voegde er een paar woorden van erkentelijkheid bjj, voor de eer, door de Koningin aan een harer katholieke onderdanen bewezen. Ter gelegenheid van het H. Kerstfeest heeft de H. Vader door tusschenkomst van de Pastoors van Rome en de Filles de la Charité eene som van 12,000 franks aan de armen doen uitdeeleD. Natuurljjk i9 deze gift geheel afgescheiden vau de gewone aalmoezen en werken van liefdadigheid, waaraan door den H. Stoel jaarlijks meer toen eensklaps een slotenmaker, die den troep aan voerde; en zoo hij inderdaad den broeder van dien vrooljjken, goeden hals is, dan moeten wij hem ongedeerd laten Doo l en verderf aan hen, die ons beleedigd hebben; maar eerbied voor het eigendom!.. Ziedaar het wachtwoord van alle Fa- rjjzenaars! Zjj volgen derhalve den voddenzoeker in zijne woning en slaan met de grootste aandacht het schouwspel gade, dit nu zal plaats hebben. De rol, die de onversaagde Jauffret speelde, was ge- vaarljjk: de minste ontdekking stelde hem aan het wraakgevoel bloot van de lieden, die hem vergezelden; maar zijn besluit was genomen; hij heeft besloten zijn weldoener te redden of met hem om te komen. Hjj treedt het eerste vertrek van zjjne woning bianen, waar zjjDe vrouw en zjjne dochter bezig wareu om pluksel te maken, terwijl zjjn twaalfjarige zoon een oud verroest pistool schoon maakte, dat hjj zich had weten aan te schaffen en waarmede hjj op het punt was, om zich onder de strijdenden te mengen. Op zijn gezicht staat da waardiga vrouw op, en den Burggraaf d'Astrol herkennende, roept zij: Hemel! hjj is gewond!.... O mjjn God! sta ons het geluk toe, hem te redden! Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1892 | | pagina 1