NIEUWE m 1795 Zoning 7 Febrnarl I SIS |7d» iwgaig, Zwakheid. B T E X L N ii. ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG B U R E A IT: St. Janstraat Haarlem. AGITE ma non agitate. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk M a a n d a g-, W o e n b d a g- en V r ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: küPPÏBS liAUBEÏ 't Mag zeker een buwjjs van groote zwak heid geheeten worden, indien men een vjjand aanvalt, die zich om de eene of an dere reden niet kan verdedigen. Deze waarheid zal velen wel voor den geest hebben gezweefd, toea zjj de houding der tegenwoordige Regeering nagingen met betrekking tot de waardeering, welke zjj aan het afgetreden Kabinet had behooren te schenken. Het is niet ons voornemen om terug te komen op de rede, waarmee de Regeering in het vorige jaar de zitting der Staten- Generaal opende en waarin de Minister- President of liever de Kabinetsformeerder, met het oog op den arbeid van het vorige Ministerie, verklaarde, dat «onder langere vertraging» hervormingen in de Staatswet ten moesten plaats grjjpen. Maar toch meeuen wjj naar aanleiding van deze woorden, en vooral ook naar aan leiding van de voor eeoige dagen gevoerde beraadslagingen in de Eerste Kamer over de Staatsbegrooting met een enkel woord te moeten wijzen op bet feit, dat de Re geering, welke met zoo groote woorden haar P'Of^ma van werkzaamheden ontwik- 6 e, al reeds spoedig bljjk gaf niet in s aa te zjjn de omvaugrjjke taak, die zij ic voorstelde, tot een goed einde te bren- wih°<Ln°!f6 Ultspraak zön WÜ gerechtigd, j p r voornaamste onderwerpen, die wenschte te regelen, thans onbepaald ,s uitgesteld. Wij denken hierbij aan de wijziging van het kiesrecht,welke her vorming de Regeering dadelijk na haar op treden op den voorgrond had gesteld, ja zoiis tot den grondslag van alle andere hervormingen had verklaard. Op de reeds meermalen ontwikkelde grou- en zijn wjj besliste tegenstanders van eene kiesw.t, waarbij een ieder, ongeacht zpne h°w!ie 10 8ameflleviug, het recht zou ebben om mede te werken aan de sameu- 8 6rg ^6r Volksvertegenwoordiging. Wij meenea dan ook niet ons standpunt e moeten aanwjjzen ten opzichte van eene even tueelekiestechtuitbreiding. Zonder eenig van* h J- P*aat6en wjj ons aan de zijde voor beli ke8taande aantal kiezers voldoendraSten!'00''1'8'138 T°IkS rUim de inconsequente cfer P °P rinc mnn,«T tegenwoordige Regee- kiesrechtquaestie.2611 betrekkiug tot de iaa^hHhb/imi"Vrti!ïieZiiagen van ket T0"i?e de Lil, ds liberalen zoo luide mogelijk l t ü8 ver(leülgd, dat uitbreiding van bet kiesrecht een eisch van het oogenblik moest heeten. Zjj hebben aan de groote me nigte wgs gemaakt, dat alleen bh groote vermeerdering van het aantal kiezers de staten-Generaal eene juiste afspiegeling FEIJILLBT O N, Wat eene moeder lijden kan. 5) {.Vervolg). //In inijn ellendig leven van armoede en arbeid heb ik dikwijls met bitterheid san dat uur gedacht, toen mijn meisjesverstand zich verheugde en ver lustigde in een geluk, dat zoo spoedig eindigde. In den duisteren, droeiigen nacht heb ik dikwgls dat tooneel gezien; de weelderige kamer, bet glinsterende vuur, het droomachtige licht, de schaduwen van het houtvuur en mjjne eigene stem *'onk mjj spottend in de ooren. God heeft in derdaad Zijne eigene wegen om ons tot Hem te brengen. Ik was Katholiek en wat de menschen '/braaf// noemen. Ik hoorde de H. Mis en ging VaD tjjd tot tjjd te biecht, maar daar hield mjjn godsdienst ook mee op. Ik had nooit dien bitteren en bijna geheimzinnigen beker gejroefd, dien 1,16,1 menschelnk ljjden noemt en die in zekere d"\te het leven veredelt en wijdt. Ik had nooit gedacht aan die woorden van Onzen Lieven Hecr: "Indien iemand mijn kruis met opneemt ?\aÜ niet volgt, is hij mijner met waardig//, it ü"d nimmer het kruis gedragen, zijn last was mjj mochten genoemd worden van het volk. De liberalen hebben hunne verontwaardiging getoond over de toenmalige Regeering, die geene kiesrechtuitbreiding wenschte, maar zich bezighield met in hun oog nietige qnaestiën. Lang en breed werd door de liberale 8tembusredenaars de noodzakelijkheid be toogd van de invoering van eeu meer uit gebreid kiesrecht, eu als gevolg hiervan behaalden zij bij de stembus de overwinning. Wjj weten wei, dat ook andere omstandig heden hebben samengewerkt om de Jnni- verkiezingen ongelukkig voor de anti-libe ralen te doen afloopen, doch wij zijn er eveneens zeker van, dat de liberale stem- busleuze: kiesrechtuitbreiding, krachtig heeft bjjgedrageu om hun de overwinning te ver schaffen. Hieruit is evenwel nog niet op te maken, dat ons volk werkelijk ingenomen zou we zen met eene groote uitzetting van het kiezerskorps, 't Zijn yoornameljjk valsche voorspiegelingen, die men van kiesrecht uitbreiding ten beste gaf, welke er toe heb ben bjjgedrageu om de stembusmitspiaak der Natie in den geest der liberalen te doen zijn. De Regeering, welke vervolgens optrad, kou krachtens haar oorsprong, Wel niet auders doen, dan kiesrechthervorniiag tot het voornaamste punt der liberale regee- ringsagenda te maken. Lu zoo kwam bet, dat kiesrechther vorming door het tegen woordig Kabinet bovenaan werd geplaatst. Dat het evenwel hiermede geen ernst was, hebben wij reeds vroeger beweerd, en dat wjj hierin niet hebben misgetast, bewijst thans de uitkomst. De liberalen hebben ook hunne berekeningen gemaakt, en zijn tot de slotsom gekomen, dat bjj kiesrechtuit breiding zij zelven het kiud van de reke ning zouden worden. Wat toch is het geval? Indien wjj hier te lande algemeen of bjjua algemeen kies recht verkregen, zou de liberale richting in onze vertegenwoordiging zeker een gevoeli- gen slag ontvangen en wel zeer waarsckjju- ljjk zulk een, die haar macht geheel ZOU vernietigen. De beiae fractiëu der anti liberalen in de Kamer zouden versterkt worden, en gewis zouden de liberalen ook een geduckten vjjand yerkrjjgen in de radi calen en socialisten, die thans nog met de liberalen vaak samengaan. De mogeljjkheid voor het optreden van eene anti-liberale Regeermg werd dan weder geboren, en de liberale richting, welke thans schjjubaar zoo sterk is, zou misschien voor goed krachteloos zgn gemaakt. Ook om dit voordeel te behalen, zouden wjj geene vermeerdering van het aantal kiezers weascben. Al stond het wiskundig vast,dat het vorige of anders een geljjkgezind Ministerie de leiding van^ s lands zaken weder in handen zou krjjgen, jjan n(J zouden wjj nisi willen medewetken aan onbekend; helaas, bet heeft mjj later, in den lentetijd mjjner jeugd, tot den grond toe neerge bogen, God zjj ervoor gezegend. Eindelijk kwam de tijd voor mjjne intrede in de groote wereld, die mjj zoo helder tegenb ïkte, Ik verlangde er naar en dacht, dat wanneer ergens geluk was te vinden, het daar moest zqn. Mjjne moeder gaf een groot bal en al onze kennissen waren uitge- noodigd; de partjj beloofde een der beste van het seizoen te zullen zijn. Wat was er ernstige beraadslaging over mijne kleeding! „Geen juweelen," zeide mijn vader, a Anna moet alleen bloemen dragen!// Lieve, goede vader! Ik heb er dikwijls aan gedacht, hoe teeder en trotsch hjj mjj dien avond kustte, toen hjj de rozenknoppen in mijn haar in orde bracht. De kamers waren een licht, een glans. In minder dan een half uur gevoelde ik er mij geheel in tehuis. Ik werd aan verscheidene heeren voorgesteld van welke echter gr en enkele mjj bizonder belang stelling inboezemde. Na eenige dansen werd ik vermoeid en ging naast mijne moeder zitten, bjjna geneigd om eene redekundige beschouwing te houden over het vrooljjke tooneel voor mjj. Juist kwam er eehter iemand naar mij toe, en stelde mjj aan den Heer Leyton voor. Deze verzocht mjj oumiddelijjk ten daus, en ik stemde toe. Ik dacht dat mjjne moeder eenigszins bezorgd kiesrechtuitbreiding. Het staac toch vast, dat binnen korter of langer tijd de liberalen hunne onmacht zullen erkennen in het regeeren. De tjjden toch zijn verstreken, dat men het volk met groote woorden en machtspreuken tevreden kon stellen. De omstandigheden eischen een beleidvol en verstandig optreden van de groote vragen van den dag. In vroegere tjjden bestond de mogeljjk heid om met weinig of niets nit te richten langen ijjd de regeeriug van het land gaande te houden, zonder dat de Natie aanmerking zou maken op den geringen wetgevenden arbeid van een Ministerie. Thans kan dit niet meer. Men laat zich niet meer met een kluitje in bet riet sturen, maar eischt daden. Programma's, die niet uitgevoerd kunnen worden, voldoen niet meer aan hetgeen voor ons land noodig is. En zoo komen wij tot de conclusie, dat het liberaal bewind onmogeljjk langen tjjd zijne positie kan blijven handhaven, wijl het innerljjke kracht misten door geene degeljjke beginselen wordt geleid. Misschien zal men ons er op wjjzen, dat men op eeumaal niet alles van eene Re geering verwachten mag, vooral wanneer zjj nog slechts enkele maanden aan het roer is. Doch wjj kunnen met grond hiertegen inbrengen, dat de liberalen, die reeds zoo vele jaren gelegenheid bezaten zich op de hoogte van de zaken in ons vaderland te stellen, steeds in gebreke zjja gebleven re- geliugen tot stand te brengen, die werke- ljjk practisch mochten heeten. Het is met de liberalen altjjd zoo geweest, dat zjj hervormingen invoerden, die weldra weder door andere moesten vervangen wor den. Wanneer men meende, dat eene zaak goe 1 geregeld was, dan deden zich weldra in de practijk weder zoovele moeiljjkheden voor, dat nieuwe veranderingen noodzake- ljjk bleken. En dat het ditmaal beter zal gaan, hier aan twjjfelen wjj. De liberalen mogen iets hebben geleerd in deu tjjd, dat zjj de maebt niet bezaten, doch hunne verkeerde eigen schappen hebben zij niet afgelegd. Theorie aanbidders zjjn zjj gebleven en de practische eiscben der samenleving worden op elk ge bied door ben geminacht en verwaarloosd. Wat is nu de plicht van ieder anti liberaal? Deze, dat hjj zich niet laat ver blinden door 8cbjjüschoone voorspiegelingen. Praten over hervormingen beteekent niets, wanneer men niet de kracht bezit om bet verkeerde in staatsbestuur en wetgeving te verbannen en het goede in te voeren. Tegenover de woelingen van dezen tjjd moet eene krachtige Regeering aan het hoofd van ons land staan, eene Regeering, die weet wat zij wil en die kan uitvoeren, wat zjj noodig acht. Zeker zal ook het tegenwoordige Bewind beproeven om in deze richting werkzaam te zjjn. Aan zjjn goeden wil twjjfelen wjj zag, maar ik vermaakte mij en mjjne belangstelling was opgewekt. Ik vertoef bij dit alles lang, Zuster, en verveel u misschien, maar elke gebeurtenis, ja, elk woord van dien avond, is in mijn ge heugen gegrift. Het was het gelukkigste en toch het noodlottigste oogenblik mijns levens. De Heer Leyton, of Karei, zooals zjjne vrienden hem ge meenzaam noemden, was juist de man om een meisje zonder ondervinding te boeien en te be hagen. Hjj was schoon, beminnelijk van een goed humeur en zeer goed ontwikkeld. Toen dedans geëindigd was, leidde hjj mjj de zaal rond om mjjne moeder op te zoeken, doch deze was niet te vinden. z/De etiquette zal, vrees ik, mjj beletten, om u voor den volgenden dans uit te noodigen. Miss Summer, maar gij ziet er vermoeid uit, wilt gjj wat. rusten? Ik stemde hierin toe, en wjj gingen zitten en zagen naar de vrooljjke quadrille, die geformeerd werd. Het scheen mij veel genoege- ljjker daar te zitten en met den Heer Leyton te spreken, dan te dansen of iets anders te doen. Ik wist niet waarom. Toen hjj mij verliet, seheen de dans mjj vervelend, en alle vrooljjkheid ver dwenen te zjjn. Ik was verwonderd dat de muziek zoo zwaarmoedig eu zoo droevig klonk. Maar toen hjj terugkwam werd eensklaps alles weer glanzend. Toen mjjne moeder, die, zoo het scheen, niet op geen oogenblik. Wjj prijzen zelfs de be kwaamheid van verschillende leden van ons Kabinet. Doch groote verwachtingen van zjjn arbeid hebben wij geenszins. De daden van vroegere liberale Regeeringen hebben het ons verleerd om thans veel van de toe komst te hopen. Het was daarom allerminst gerechtvaar digd, dat door het Kabinet bij ziju optre den geheel werd gezwegen van den arbeid der vorige Regeering en dat zoo met na druk verklaard werd, dat langere vertraging iu het invoeren van hervormingen niet mocht plaats hebbe Dat hierop ook werd gewezen in de Eerste Kamer bjj de behandeling der Staatsbegroo ting, hebben wjj met groot genoegen gezien. Douderdag-avoud is er in de zaal van den Heiligea Michaël te Brussel eene so cialistische vergadering gebonden om te protesteeren tegen de verzending va:» de voorstelleu tot herziening der Grondwet naar de centrale sectie. De opkomst was zeer groot. Er werden verscheidene zeer heftige redevoeringen gehouden, waarbjj het niet outbrak aau kreten van oproerigen aard vau eenige opgewondeae toehoorders. Na de vergadering liep eene groep, bij wjjze van betooging, enkele straten af, onder het zingen van de Marseillaise ea het geroep van: «de revolutie,» «de revisie.» De be toogenden gingen iatusschen op vreedzame wjjze uiteeu voor het gebouw der volks vertegenwoordiging. Ton gevolge van de loonsverlaging toonen de mjjowerkers van het «bassin da centre» zich ontevreden. In de mjjnen van Houssu zijn twte schachten door de arbei ders verlaten, zoodat daar 700 mijnwerkers den arbeid hebbt-n gestaakt. De Minister Stephan verklaarde in den Rijksdag dat eeaheid van postzegels aan de toekomst moest worden overgelaten, daar overeenkomsten hiertegen thans bezwaar opleverden. Het verlangen naar vrjj transi- toverkeer zou altjjd terugkeeren, boewei na de toetreding vau Italië de kans ongunstiger was geworden. De Minister zeide ten slotte, dat, zoo men ons alle andere vrjjheden ontnam, de vrjjheid van verkeer alle andere weder zou terugbrengen. De Heer Bald dankte de Regeeriug namens bet Hais voor hare bemoeiingen op dit gebied. Na leven dige toejuichingen werd het tracvaat bjj eerste en tweede lezing aangenomen. In den Rijksdag is in behandeling ge komen eeu wetsontwerp van eenige leden, ten doel hebbende de bevordering van po gingen ter vestiging van kleine boerderjjen. De strekking is als volgt: Wanneer iemand na zjjn 24e jaar zich vestigt met een ei gendom van niet grooter omvang dan eene boerenhofstede en hetwelk voor minstens een werklieden- of boerengezin woning en haar gemak was over ons lang onderhoud, zich bij ons vervoegde, en er over sprak dat ik er zoo bleek en vermoeid citzag, maakte hij eene buiging en zeide obs //goeden nacht.// Toen mjjn vader den volgenden morgen aan het ontbjjt tegen mjj zeide: „Weli Lady Anna», dat was zjjn geliefkoosde naam voor mjj, welke van al uwe dansers beviel u het meest?" antwoordde ik zonder aarzelen://de Heer Leyton veel meer dan de anderen, Papa." Ik verbeeldde mij, dat er gedurende een oogenblik eene lichte schaduw over het gelaat van mjjn vader kwam. ,/Ah, ja, ik ken hem, het is een zeer knap jonkman, maar ik heb gehoord dat hij te veel van het spel houdt.// //Den volgenden dag zag ik hem terug; maar waarom nog langer hierbij te vertoeven? Hjj dacht elke gelegenheid uit om mjj te ontmoeten, totdat onze omgang bekend werd. Mjjn vader zeide op zekeren dag tegen mjj: //Lady Anna, zoiidt gjj niet gaarne een reisje naar Parjjs willen maken.// //O ja, zeer gaarne, Papa.// //Ik ga er morgen om dringende zaken heen; pak uwe koffers en dan gaat gjj en mama mede". {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1892 | | pagina 1