N I E U W E N«. 1797 VrHdag 12 Fehrnarl 1892- Kardinaal Manning. 17<e JiargMg. KaihSiehc' Boom,',cl1' Wat eene moeder lijden kan. ruRiinsiHniiiKnr. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland. 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit bkd verschput. eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Janstraat Haarlem. ELENPRaTT AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plsatsraimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentie» worden uiterlijk Maandag-, Woem dag en V r j' d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPP1KS& L AU EET. II (Slot). Voor wij verder gaan nog een enkel woord over het Puseyisme dat na de onootbeer- Ijjke genade de aanleiding was der schitte rende bekeering. Edward Bouverie Pusey, een Engelsch godgeleerde en de stichter van eene tot het Katholicisme overhellende sekte (Puseys- me) der Engelsche Staatskerk, geboren in 1800 uiteen adellijk geslacht, werd Kanun nik van christ-chnrch-college en Hoogïeer- aar in het Hebreeuwsch aan de universiteit van Oxford. Geen vrede hebbende met de onverzettelijke vormen der Eugelsehe Kerk, was hp op eene reis door üuitschland tot het Duitsche Protestantisme genaderd. Bp zijn terugkeer echter kwam hij onder den gunstigea invloed van zijn vriend Newman en daardoor op de grenzen onzer Kerk. Er was verder aanleiding tot het ontstaan van het Puseyisme, doordien in 1863 op eene vergadering van leden der universiteit vau Oxford de vraag werd ter tafel gebracht, of men de verouderde, verstpfde Staatskerk met tot een nieuw leven zou kunnen op wekken. Daarna streefden Pusey en verschei dene geestverwanten door de uitgave van Iracts for the times (Tractaten voor het oogenblik) waarom hare aanhangers ook D io?atU Vau ^ractariaus» ontvingeo. n 1841 echter werd de nitgave van die tiactaten door de Regeering verboden, en usey zelf in 1843 wegens eene leerrede voor den middeneeuwscheu Board of here sy, eene soort van inquisitie, geroepen en gedurende twee jaren van zijn predikambt ontzet. Het is intusschen zoo goed als zeker dat hij katholieke gevoelens koesterde; hij vtrdedigde het gezag der overlevering, be weerde dat niet de leeken, maar alleen de Geestelijken bevoegd waren om den Bijbel te verklaren, verwierp de suprematie en autocratie der wereldlijke macht, noemde niet de leerrede maar de wettige uitdeeiing der Sacramenten en het gebed der Geestelij len de hoofdzaak bp den openbaren gods dienst, beschouwde de rechtvaardigmaking als een door Gods geest in den mensch tot stand gebracht werk en verlangde de her- t- e mg t]er H. Mis, van de kerkelijke boete- c oen mg, van het vasten en van de biecht, ♦itVt n9^ 0118 best»at. Met betrekkiog leer li cra-"eilt des Altaars was zijne da BflD«r ütJSi katholiek en hij wilde uxKora en onder dn t j bekwame Geestelijken Tafg l "ie daar waren ge in a 'II110 aaDhaDgera. Op die wijze ontstond er eindelpk verdeeldheid en scheu- tmg, vooral nadat een boek vaa Ward over Iieaai der Kerb» boorde universiteit FE 1LLB T O iV, 7) (Vervolg). „Dit wetende wat ik weet, c-n mijn kind he- minnende zooals ik doe want zjj j8 müne lievelinge, mijne eenige zou ik haar toch liever zien sterven, dan haar de ongelukkigste aller vrouwen, de vrouw eens spelers te zien worden.// „Gij zijt streng en niet rechtvaardig, ant- moordde Mijnheer Ley ton, het is waar, en ik beken het vol wroeging dat ik soms zoo zwak hen geweest om mij door mijne makkers mede te laten sleepen, en metr dan eens heb ik door mjjne eigene dwaasheid ve'*lverloren. Echter bid ik u te willen gelooven, Mijnbeer Summer, dat, Goddank, het spel geene ingewortelde gewoonte v»n mjj is." Maar mijn vader was op dat. punt zeer streng; hjj kende de bijr.a onweerstaanbare macht van dien heviwen en verwoestenden hartstocht: hij wist, dat hei eene groote zelfbeheetsching en self- VeUoochening vorderde otn eene gewoonte te ver- die ongelukkiglijk zulk eene groote aan- Gekkelnkheid voor hare slachtoüers heeft, en hjj fag wel dat die zelf och lersclnug en zelfver loochening niet zeer in den aard lagen van den van Oxford was veroordeeld. Nadat Oakley, Ward, Wiugfield en anderen waren voor gegaan, ging ook Newman, (de zit 1 der be weging, die hier niet genoeg en te dikwijls kan genoemd worden ets van wien in het October-nummer (1890) van J)e Kath. Gids eene zeer lezenswaardige preeve van mono graphic ta lezen staat van Everard L. J. M. Meijuders en op wien we nog met eene en kele aanteekeuing moeten terugkomen a:s de waardigste strijdgenoot van Manning) als grootste aanwinst over tot de Moeder kerk, gevolgd door vele Eugelsehe geordi- neerdeGeestelijkeu,'vooral door den voorde toekomst zoo beduidenden Manning, die door zpne hooge waaidigheid eu krachtige in werking op de sociaie toestanden der Kerk eu zijn land zulke onvergetelijke diensten zou bewijzen. Het Puseyisme dat zoo veel levensvatbaarheid beloofde en reeds de ze- genrijkste gevolgen had door de heiltpke logica van het geloof, geraakte ongelukki gerwijze in verval. Het niet spoedig tot verandering gestemde Eugelsehe volk kon in 1850 de herstelling der Roomsch- Katholieke Hiërarchie ia het pmshatende Engeland nog niet dulden en al bleef de katholieke beweging nog kostbare verove ringen maken, bet Puseyisme beantwoordde niet volkomen aan de hoopvolle verwach tingen. In 1884 evenwel telde bet Puseyis me, onder doD naam van English Union meer dan drie eu ©sn half duizend Geestelijken, bijna twintig duizend leeken, mannen en vrouwen en meer dan driehonderd vereeni- gingeo. Zpa hoofdorgaan is de Church- Union-Gazette en ket bestuur is jn hauden vau de Society of the Holy CVos.s.Pusey schreef een commeutaar op de Kleine Profeten, (1861 1871, zes deelen) waarin hij het aannemelijke voorstel deed, de Aoglicaan- sche Kerk weder met. de onze te vereenigen. Hoe jammer dat hij niet een stap verder ging en door onveranderlijke en volkomen overgang de toenadering der Katholieken geheel mogeljjk maakte. Pusey overleed den 16 September 1882. John Henry Newman, de groote vriend van Manning, wiens lof de Kardinaal bij Newmans heilig011 dood zoo gevoelvol uit sprak, was den 2l«ten Februari 1801 ge boren. Hij studeerde te Oxford en werd in 1828 godsdienstleeraar, waarna hij alsgverig aanhanger van Pusey met dezen de reeds genoemde Tracts for the times in het licht gaf. Io 1845 ging hij over tot de Katho lieke Kerk en werd te Rome gewijd tot Priester van het Oratorium. Na zijn terug keer zocht hij zpne landgenooten, de af stammelingen der heilige koningen en den H. Thomas van Kantelberg, zooveel mogeljjk voor het aloude geloof te winnec en schreef: «Letters on certain difficulties felt bij An glicans in submitting to Rome» (1850) en Discourses adressed to mixed cougregati- schoonen, levendken eu geestigen Karel Leyton. Ik behoef n niet veel meer te zeggen, Zuster; het overige kunt gij wel raden. Het nieuwe en scboone leven, dat zich voor mij opende, vervulde mij spoedig geheel en al. Mijn vader eischte eene belofte, en die was dat de Heer Leyton gedurende een jaar niet legen hem of mij er over zou spreken, en hij besloot, die arms vader, om hem gedurende dien tijd nauwkeurig gade te slaan. De tijd ging voorbij. De Heer Leyton gaf alle blijken vau een vast beslui' om met meer-iQ zijne oude dwa lingen te ver a'lan, en toen ik hem gedurende dat jaar beter leerde kennen, besloot ik bij mij zelve mjjn leven met hem door te brengen, welke ook mijne toekomst zou mogen zijn. Toen het j«ar dus om was en hij er opnieuw over sprak, had mijn vader geene bepaalde redeueu voor eene weigering maar het de beslissing aan mij over. Hij waarschuwde mr| echter nogmaals. Op zekeren avond riep hij mij bij zich. Zijn bedrukt gelaat trof mij- //Anna", zeide hij, "ik wil nog eens met u spraken, eer het te laat is. Ik verlang dat gij eens goed nadenkt over heigeen gij van plan zjjt te doen. Ik heb een voorgevoel, dat ik niet kan verklaren, eene soort vau vrees, die, ik ben er zeker van, profetisch is) eai dle God 111 de harten der ous» (1850). Hij zag zich benoemd tot Rec tor der pas gestichte Roomsch Katholieke universiteit, maar legde in 1859 die betrek king neder, om zich te belasten met het bestuur van een opvoedingsgesticht van den katholieken adel bij Birmingham. Io 1877 werd hp benoemd tot honorair lid van het Trinity College te Oxford en in Mei 1879 tot Kardinaal waarna hg zich te Rome vestigde.Yan zijne overige geschrif ten vermelden wij: «Apologia pro vita sua» (1864, 2e druk 1874),History of my religious opinions. (1865; 2e druk, 1869) Essays, critical and historical (1871, 2 deelen 4e druk, 1874), en A letter tot his grace of Norfolk on occasion of Mr. Gladstones recent expostulations 1875 eu vooral het po pulaire en ook in onze taal overgezette Ca- lixta in den trant van Wiseman's Fabiolia. Zoo we eenige oogenblikken bij Pusey en Newman stilstonden, dan was het om te tounen in welke omgeving en invloeden Manuiug werd wat hij was, ook is hunne ge schiedenis de zijne, al mocht zijn streven grooter kringen ten goede komen. Zag men dat Newman in den geest van het Puseyisme was doorgedrongen, hoewel ge roepen verder te gaan, Manning die ook tot de uitverkorenen behoorde, die tot den schaapstal mogen terugkeeren, bleek een uitstekend vertegenwoordiger tezjjnvaode hiërarchische richting en men aarzelde niet den nieuwen en invloedrijken bekeerling, die te Rome met ongemeene onderscheiding be jegend werd, eene plaats zjjner waardig aan te wijzen. Weldra werd hij achiereenvolgens Voor zitter der Engelsehe Orde van de broeders van den heiligen Woromens, Doctor in de o-odgeleerdheid, Proost van het Aartsbis dom"Westminster, Apostolisch Pronotarius, Huisprelaat van Z. H. den Paus met den titel van Mocsignore en in 1875 Kardinaal. Niemand kon eenigen twijfel voeden om trent den warmen ijver en de oprechtheid, waarmede bp het nieuwe geloof hal omhelsd, en daar de bekende apostolische gloed der bekeerlingen bij hem verbonden was met buitengewone talenten en een doortastend karakter vol initiatief, stond hg kort daarna in de voorste gelederen der Roomsch Katho lieke Hiërarchie in Engeland, zoodat men reeds bij bet leven van Kardinaal Wiseman hem als diens opvolger noemde in het pri maat. Die verwachting werd in 1865 inder daad vervuld. Op den 8st n Juni vau dat jaar werd bij in de kerk van St. Mary te Lon den plechtig tot Aartsbisschop vau West minster gewijd. Ofschoon bij toen nog niet terstond den Kardinaalshoed verkreeg, klom hij toch in de algemeene achting nog hoo- gèr dan zijn eminente voorganger, dien hij zoo niet in aesthetische vorming en eru ditie later zeker in politieke en diploma tieke schranderheid en in ascetische streng- oudere stort. Ik vrees, dat gjj niet gelukkig zult ziju. Ik vrees, dat de Heer Leyton in latere jaren weder bekoord zal worden, zooals hij het vroeger werd, en wat zal er dan van u worden? Zeg mij, zoudt gij die gedachte aan hem niet van u kunnen zett n, en ergens anders uw geluk vinden?" „Neen papa, mjjn lot moge wezen wat het wil, ik aanvaard het, en ik zal nooit mijne belofte verbreken. En v rgeef mij, wanneer ik zeg, dat dit alles meer naar vooroordeel dan naar rede gelakt.// Helaas, zijne waarschuwing werd woord voor woord bewaarheid, en toen later mijn hoofd in de diepste vernedering, en in het stof weid neer gebogen, toen ik van dien bitteren beker dronk, dien zoo weinig vrouwen in haar leven proeven, dacht ik er aap, en erkende ik, dat mjjne straf rechtvaardig was. Zjjne woorden zouden in den duisteren nacht weer voor mijn geest komen, bij mjj blijven en als verwijtende kreten in mjjne ooren klinken. „Wij trouwden, en verlieten ons huis om eene reis door Zwitserland te doen. Nog staat het beeld van mjjn dierbaren vader in mijn hart, zooals hij daar met zijn goedigen, maar eenigszins treurigen blik, aan d trede van het rjjtuig stond, en met zijne geliefde stem mij toeriep: heid overtrof. De groote strijd, in de jongste dagen door den H. Stoel gestreden, vond in hem een handelend en onversaagd kampioen. Nadat hij bij herhaling met kracht was op getreden als verdediger van het wereldlijk gezag vaD den Paus, stemde hij op het Va- ticaansch Oecumenisch Concilie van 1869 1870 voor de pauselijke onfeilbaarheid, waar bij hij eeo stichtend voorbeeld gaf aan Mgr. Dupanloup eu enkele Gallische Bisschoppen. Zelfs verspreidde zich het gerucht, dat hg tot opvolger vau den Paus was bestemd. Se dert zijne benoeming tot Aartsbisschop^heeft hg openbare voorlezingen gehouden voor een gemengd publiek en zeer veel geschrif ten uitgegeven, die met veel belangstelling werden ontvangen. Zgue voornaamste werken zgn:»The tem poral power of the Pope in its political as pect» (1866) De wereldlijke macht van den Paus uit een politiek oogpunt;«Life of St. Francis of Assisi,» de geschiedenis van den H. Franciscus» van Assisi;«Petri pri- vilegium, three pastoral letters to the cler gy of Westminster». Het voorrecht van Pe trus, drie herderlijke brieven aan de Geeste lijkheid van Westminster. (1845), »The fourfold souvereignity of God» (1871), De viervoudige souvereiniteit van God, Cae sarisme auii Ultramoatanism (1874);»The internal mission of the Holy Ghost.» De inwendige zeudiug vaa den H.Geest.«True history of the Vatican Council,» (1877), De ware geschiedenis van bet Vaticaansch Concilie en Miscellanies (1872, twee deelen). Maar het grootste feit dat ten eeuwigen dage tot eer van zijn naam en edel willen zal worden genoemd,|is Dog van korten da tum en had plaats in' 1890 op het in ternationale Congres t8 Luik, waar hjj zgn programma in een uitvoerig schrijven aan het Congres heeft medegedeeld, waarin hg bewees, dat de Katholieke Kerk onder hare hooge waardigheidsbekleeders mannen telt, wier hart niet alleen warm klopt voor den werkman, maar die in de gewichtige soci ale quaesties van den dag niet schromen zeer geavanceerde beginselen te belgden en aan te bevelen. De arbeiders-quaeatie is in de handen der Kerk veilig beschut tegen eiken aanval van egoïstisch exclusivisme. De groote kampvechter voor de heiligste rechten leeft niet meer, maar de zaak van Old England te herwinnen voor het ge loof en de sociale wetgeving, staat niet ho peloos en Longfellow's woorden zgn eene belolte voor de toekomst: Na is de dag reeds Niet sterreuloos de nacht; Liefde is eeuwig, God is nog God, en Zijn gelooven vergaat niet, Christus is eeuwig. //Vaarwel, Lady Anna. Brenir goede tjjding mee naar huis terug; en moge God u zegenen//. „Ik zag hem nimmer weer; voor wij naar huis terugkeerden, was hij reeds overleden. God zij geloofd, dat hjj werd weggenomen, voor hjj zgn geliefd kind tot de diepste diepte van mensche- ljjke ellende zag gebracht. Mijne moedor bleef alleen wonen en gedurende vier jaar was ik eene der gelukkigste vrouwen. Mjjn man was voorbeeldig in zijn gedrag. Ons huis was een klein paradijs. Men sprak van ons als van het gelukkigste gezin dat bekend was. In dien tijd glimlachte ik, in de zekerheid van mijn geluk, over de vrees en de waarschuwing, die hat eerste jaar van mjjn nieuw leven ba- wolk ten. Maar, o Zuster, wanneer mjjn hart somtjjds in later dagen afgemat en zwak werd, en het mjj toescheen, dat ik niet langer mjjn last kon torsen, toen heb ik dikwjjls gewenscht, dat ik in die gelukkige dagen gestorven ware, en nooit de ellende en het gebrek gekend had, die de duistere dagen van latere tijden mjj brachten. Maar neen, nu niet, nu ik ga stervn en de eeuwigheid voor mjj heb, prjjs en dank ik mjjn Vader in den Hemel, Die gewild heeft, dat ik zoo moest leven en Ijjden. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1892 | | pagina 1