NIEUWE
1807
Zoniig 6 Maart 1802.
17to Jaargaag.
Belastinghervorming.
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B U R E A tT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1—6 regels 30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPERS 8c LAUXEY.
Buitengewone werkzaamheid schpnt de te
genwoordige Regeering te willen ontwikke
len. Ouopkoudelijk toeh bevatten voor eeni-
gen tjjd de liberale bladen betichten omtrent
onderwerpen, welke bij de verschillende de
partementen van algemeen bestuur in onder
zoek waren en waaromtrent eerlang wette-
ljjke regelingen konden worden tegemoet
gezien.
Eu thans wordt reeds de vrucht dier werk
zaamheid aangeboden. De Minister van Fi
nanciën heeft onze belastingen onderhanden
genomen, en in wetsontwerpen de beginselen
belichaamd, die hjj tot grondslag van zijne
fioanciëele politiek wenscbt gesteld te zien.
Natuurlijk hebben wij dit verwacht. Het
tegenwoordige Kabinet heelt zich geposeerd
als een Ministerie van hervorming en het
spreekt das wel van zelf, dat ieder Minister
opziju gebied het eene of andere zal onderne
men om deze belof e waar te maken.
Hoe ons land daarbij zal varen, moet de
toekomst leeren. Doch at bjj voorbaat durven
wjj te getuigen, dat door de maatregelen van
wetteljjken aard, die van de zjjde der liberalen
zullen komen, de staatkundige hemel in ons
vaderland niet zoo bizonder zai verhelderd
worden. Het is toch eene bewszene waarheid,
dat bet liberalisme aan land en volk geens
zins de weldaden heeft geschonken, die de
voorstanders dier richting zoo hemelhoog
hebben opgevjjzeld.
Wjj voor ons beschouwen dan ook met
huivering de voorstallen, welke de Regeering
thans aan de Vertege. woord'ging heeft ge
daan om ons belastingstelsel te hervormen.
Wel zjjn wjj er vast van overtuigd, dat er
fouten en gebreken kleven aan de organisa
tie der belastingen. Vooral de patentbelas
ting en die op hat personeel moeten groote
verbeteringen ondergaan. Van de laatste is
het grootste gebrek bierin gelegen, dat zij,
hoewel grootendeels verteringsbelasting,eene
geljjke percentage behoudens zekere re-
missiën laat betalen over verschillende
huurwaarden, ofschoon de huur een grooter
evenredig deel der verteringen uitmaakt,
naar gelang de som der verteringen kleiner
i». Ook de patentbelasting drukt niet even
redig, zoodat hare verbetering even noodza-
keljjk moet geacht worden.
Dit erkeuuende, zouden wjj toch nog liever
den bestaaoden toestand behouden gedurende
eenigen tijd dan eene hervorming dezer be
lastingen ontvangen uit de liberale band.
Waaraan dit toegeschreven moet worden?
Eenvoudig, omdat de liberalen de gebreken
in onze belastingen besigen als een middel
om hunne politiek ook op financieel terrein
door te drjjven.
Wat toch is bet geval? De voorstellen der
Regeeriug zullen ten gevolge hebben, dat aan
het totaal van 's lands inkomsten eeue som
van 10 uiillioen galden wordt onttrokken,
alleen en uitsluitend om hun beginsel op be
lastinggebied door te voeren.
FE O ILL ET ON
Eene Turksche revolutie.
II.
DE GOOCHELAAR.
Andere niet minder gevaarlijke kunstvertoo-
niogen volgden op dat spel fan koelbloedigheid
en ongehoorde vaardigheid.De Zingaro verschrikte
door zijne stoutmoedigheid de aud rszooge/oel-
iooze Tuiken, en wat nog verwonderlijker is, hjj
ontrukte aan menigeen een vrooljjken glimlach
door de snakcrjjen en snedige gezegdvn waarmede
hij zjjne vertooningen deed gepaard gaan.De lieden
van zjjn beroep wijken in Azië zelden van hunne
stomme rol af en zjj schjjnen nergens vernuft te
hebben dan in de toppen der vingers. Door eene
gelukkige uitzondering vereenigde deze in zich
de verdiensten van een Iudisshen goochelaar en
van een Arabischen verteller. Na elke toer hield
hjj op om het verhaal eener geschiedenis voort
te zetten, welke hij opnieuw door de eene of
andere suakerjj of behendigheid afbrak, zoodat
hjj op die wjjze beurtelings de oogen en de ooren
In geen geval kan getuigd worden,dat zulk
een maatregel in 's lands belang is. De fiuan-
ciëele omstandigheden rechtvaardigen zulks
Diet. Waar men 10 miilioen, aan vaste in
komsten trekt, daar is het eene fout om hier
mede 's lands schatkist te verlichten op een
tjjdstip, dat weder da schuldenlast van den
Staat aanzienlgk is vermeerderd.
Wjj bedoelen hiermede, dat het equivalent,
't welk de Minister van Financiën in de plaats
weascht te doen treden van de afgeschafte
belastingen of van de verminderingen, niet
opweegt tegen de heffingen, welke zullen ver
vallen, wanneer 's Ministers plannen tot ver-
wezenljjking komen.
Vooreerst toch wil de Minister den accjjns
op de zeep afschaffen, en dien op het zout van
f 9 tot f 4 per 100 kilo verminderen. Dit is in
ons oog zeer gewaagd. Wel zijn wjj van mee
ning, dat sommige accijnzen moeten verval
len of minder worden, doch hiertoe behoorde
in d< tegenwoordige omstandigheden Diet te
worden overgegaan.
Wanneer dit plaats vindt in tjjden, dat de
overige staatsinkomsten ruim vloeien, dan
zoa voor vermindering of afschaffing van
accjjuzea veel te zeggen zjja. Maar thans mag
eene Regeeribg zich wel meer dan tweemaal
bedenken, voor zij hiertoe overgaat.Degroot-
ste voorzichtigheid in zake de geldmiddelen
van denStaat behoort thans in acht te worden
genomen.
Het equivalent bestaat hoofdzakelyk in
eene belasting op de waarde van het ver
mogen. Er wordt beweerd, dat deze belas
ting veel meer voordeeleu aanbiedt dan eene
zoogenaamde enkelvoudige inkomstenbelas-
ting.
Deze bewering beschouwen wij echter niet
meer als het verguldsel, dat om eene bit
tere pil wordt gedaan, teneinde het innemen
eenigszin8 gemakkeljjker te maken. Desniet
temin mist de voorgestelde vermogensbe
lasting de goede eigenschappen, welke eeue
bittere pil vaak kan hebben. Voor de ver
betering van ons belastingstelsel verwachten
wjj van de voorstellen der Regeer.ng geen
heil.
De nadeelen van eene inkomstenbelas
ting kleven even zeer aan de vermogens
belasting der Regeering. Moge ai de maat
staf van den aanslag een weinig verschil
len, de practische bezwaren van eene heffiug
op het inkomen zyn ook aan de nieuwe be
lastingvoorstellen verbonden.
Vandaar, dat wjj kunnen voorspellen, dat
de Regetriug in den lande weinig of geen
succes met bare belastinghervorming zal
hebben. Ondanks de pogingen, die zij heelt
aangewend om de belasting^ op het vermo
gen zoo rechtvaardig mogelgk te doen zijn,
zal bij invoering er van de impopulariteit
duideljjk blijken.
Het is voornameljjk bet stelsel van eigen
aangifte, waartegen wij grootbezwaar heb
ben. Eene belasting op de zedeigkheid, gelijk
de inkomstenbelasting^ moet heeteu, geeft
aanleiding tot ontduikingen. Deze kunnen
aangenaam wist te vermaken. Gedurende die
oogenblikken van algemeene verschrikking, welke
werden te weeg gebracht door die waagstukke
waarvan de afloop wel eeus bloedig had kunnen
worden, hielden de rookers hun adeia in en men
hoorde in hun midden geen ander geluid d«n
het gekletter van de sabel en het gerinkel van
het schelletje.
De grootste bewonderaar van den Zingaro was
een man van omstieeks 40 jaar, die ofschoon
een der laatst aangekomeuen, evenwel zijn tapijt
in de voorste rjj had laten uitspreiden. Aan zjjne
hoogc muts en aan de kleur zjjpér kleederen had
iedereen den bostangi-bassa, of intendant der
luittuinen, springbronnen en der geringste ver
maken van den grooten heer herkend. Hjj liet
verscheiden malen het barnsteenen mondstuk van
zjjn pjjpenroer aan ijjne hand ontglippen en de
oogen ten hemel opheffende, sprak hij: Allah!
Aanstonds meenden al de aanwezigen hunne «til-
zwjjgende bewijzen van goedkeuring, als om strjjd,
te moeten herhalen. Allah! prevelden allen, het
hoofd buigende.
Inmiddels waren de kunstbedrjjven afgeloopen,
maar men verwachtte nog steeds de ontknooping
van de gedurig afgebrokene fabel. De goochelaar
onmogeljjk worden vermeden. De strengste
strafbepalingen, kunnen er niet toe mede
werken om de eerlijken tegen de oneerlijken
te beschermen.
Was de zedeigkheid van ieder belasting
schuldige boven alle verdenking verheven,
wij zonden misschien vrede hebben met dit
liberaal ideaal eener belastingheffing. Maar,
gelijk wjj reeds meermalen betoogden, men
mag geene heffing baseeren op de eerljjk-
hsid van hen, die de belasting moeten op
brengen. Ia theorie mag dit juist wezen,
maar in de practijk en hierop toch komt
het neer mag men volstrekt niet bouwen
op ieders geweten.
De onzedelijkheid wordt door zulk eene
heffing in bedenkelijke mate vermeerderd.
Men zet de deuren wjjd open voor bedrog
en ontduiking en zal genoodzaakt zjjn een
stelsel vau straffen uit te denken, dat in
de toepassing zeer bezwarend zal wezen.
Ten opzichte van de belastingvoorstellen
bljjven wjj de zienswijze toegeda »c, dat be
lastingen, waartegen zich niet een ernstig
en goed gemotiveerd verzet uit den boezem
der natie heett opgedaan, door de Regeering
maar niet klakkeloos mogen worden afge
schaft.
Verbetering in de bestaande heffingen zon
zeker wel mogelgk zjjn geweest. Opruiming
zonder hooge noodzakelijkheid is in ons oog
verkeerd. Wel wordt door de RegeeriDg
gezegd, dat zjj geene pogiug heeft gewaagd
tot volledige reconstructie van het geheele
systeem onzer belastingen. Ook verklaarde
zp, met rust te willen laten wat geene aan
leiding gaf tot practische bezwaren, al vol
doet het wellicht niet aan theoretische ei-
schen, maar ondanks deze betuiging heeft
de Regeering met hare voorstellen toch be
oogd eene geheele revolutie in onze belas
tingen.
Een nieuw beginsel toch zal thans in toe
passing worden gebracht, namelgk dat eener
belasting op het vermogen, en al mag de
door de Regeering gewenschte regeling een
bescheiden stap genoemd worden, wjj hui
veren voor dezen eersten gfap op een ver
keerden weg.
Vastknooping van het nieuwe aan het
oude, gelijk de Regeering hare eigene voor
stellen qualificeert, kunnen wjj daarin Diet
opmerken. InDgandeeS bljjkt uit het plan
om de patentbelasting te vervormen in eene
gedeeltelgke inkomstenbelasting,als aanvul
ling der reeds ingediende vermogensbelas
ting, dat de Regeering het voornemen heeft
om, al is het met dadelijk, het systeem on
zer belaitingen op geheel andere grondsla
gen te vestigen.
Wij kunnen daarom dan ook geene in
stemming betuigen met de belastingvoor-
nenseus van deze Regeering 6ti spreken den
weasch uit, dat onze Vertegenwoordiging
alsnog geene vrijheid zal vinden om aan de
reeds ingediende voorstellen hare goedkeu
ring te hechten.
begon aldus te spreken: Ik zeide dan dat da
goede derwish mij naar de fontein geleidde. Daar
dompelde hjj tot drie malen toe mjjne sabel in
het water en hij beproefde hare scherpheid op
een palmblad, waarna hij «indelijk tot mij sprak:
«Ontvang dit kostbaar wapen. Dit is, mjjn zoon,
«uw gansche fortuin. Doch eene goede sabel
//in eene bekwame en stoutmoedige hand is oen
«sleutel, die alle deuren opent. Dit gewjjde staal
«zal voor u van uog grooter kracht wezen; het
//Z/d u tot in de toekomst doen doordriugen. Zjjn
«glans zal alle duisternissen doen rerdwjjnen en
//uoch do nacht, noch de tjjd zullen aan u hunne
//geheimen kunnen verholeu houden.// Toen ik
den derwish wilde bedanken, was hjj verdwenen.
Van dien dag af aan heb ik mjj op weg begeven
om waar te zeggen, op mjjne wegen gelukkigen
makende, in afwachting echter van de uitwerking
der beloften des ouden eremiets.
Een sj otachiige glimlach zweefde, big dit ver
haal, om de lippen dea jongelings; doch bjj het
uitspreken dezer laatste woorden nam het gelaat
van den Zingaro eeDe zeer droefgeestige uitdruk
king aan, die alleen door de stem van den bostaDgi
werd verdreven.
Dewjjl gjj toovenaar zjjt, sprak de bassa,
In zake den moord te Xanten bevat de
Xantener Bote thans formeel* verklaringen
van ooggetuigen en deskundigen, houdende
dat de halswond van het vermoorde knaapje
wel degelijk volkomen volgens den jood-
schen ritus was toegebracht en dat alle
aderen met een vljjmscberp mes waren door
gesneden, zoodat schier geen bloed in het
lichaam is gebleven, maar dat er nochtans
nagenoeg geen bloed bjj het lijk gevonden
is, en het dus blijkbaar moet zjjn opge
vangen. De Germania boopt, dat de Mi
nister van Justitie, na deze verklaringen,
nog eens zal nadenken over zjjne op 9 Febr.
in de Kamer afgelegde verzekering, dat de
snede niet volgens ritueel voorschrift van
slachten was toegebracht.
In den Duitschea Rijksdag opperde de
Afgevaardigde Petri bedenkingen tegen het
wetsontwerp omtrent den staat van beleg
in het Rjjksland, vooral in dezen zin dat
het onrust teweeg zal brengen. De Staats
secretaris Bosse antwoordde, dat het wets
ontwerp volstrekt niet gericht is tegen ab
normale toestanden in het Rjjksland; een
provisorium is evenwelnoodigomdat
het Rjjksland bizonder geexponeerd is, maar
de wet is geene uitzonderingswet. Bjj de
gedachtenwisseling in de commissie zou er
overigens beter gelegenheid bestaan tot na
dere toelichting. De sociaal-democraat Voll-
mar noemde dit ontwerp eene grove poli
tieke font.
Ook in derde lezing heeft de Rijksdag de
aangevraagde credieten voor den bonw van
nieuwe kruiser-korvetten geweigerd.
De Afgevaardigde Vollmar (sociaal-de
mocraat) bestreed zeer de meerdere uitga
ven voor de marine.
Volgens hem zon het eiland Helgoland,
dat vooral die uitgaven heet noodzakelijk te
maken, in plaats vAn, zooals destgds gezegd
werd, eene geheele vloot waard te wezen, het
Rjjk tot ondergang en staatsbankroet voeren.
De begrooting der buitengewone uitga
ven werd, in eerste lezing, aangenomen.
Te Berljjn zgn allertreurigste berich
ten ontvangen omtrent den hongersnood,
welke in Opper-Hongarjje is uitgebroken.
In het comitaat Arva, waar da aardappel
oogst geheel mislukt is, zgn ongeveer 20,000
Slovakische boeren aan de grootste ellende
ter prooi. Daarbjj hearscht er eene maze-
len-epidetnie, waaraan de door gebrek ver
zwakte kinderen meestentjjds sterven. Ook
te Weenen neemt, wegens het gebrek aan
werk, de nood op onrustbarende wjjze toe.
De Saksische Tweede Kamer verklaar
de de verkiezing van den Heer Liebknecht
voor ongeldig.
De Frankjurter Zeitung is in beslag
genomen wegens Majesteitsschennis, begaan
door het openbaar maken van een feuilleton,
getiteld «Gekronte Worte», van Maxmili-
aan HardeD, die onlangs een bezoek bracht
aan Von Bismarck, op Friedrichsruhe.
behoort gij ook te weten aan welke bloem de
Sultan de voorkeur geeft. Zeg het mjj?
Aan de papaver van Aleppo Zij is
rood, antwoordde de goochelaar zonder aarzeling.
Op welk uur slaapt de Sultan? hernam de
bosiangi na zich eenige oogeablikken bedacht te
hebben, ten hoogste verbaasd over het antwoord
van dat jonge mensch en wanende hem door deze
vraag in groote verlegenheid te zullen brengen.
Nooit! prevelde de kunstenaar binnen
's monds.
De bass: sidderde en hjj liet zijne ernstige
blikken in de rondte gaan, om uit te vorschen of
dat antwoord andere ooren dan de zjjnen getroffen
had. Hjj stond vervolgens langzaam op, gaf den
Zingaro een teeken om te naderen en den mond
san zijn oor houdende, sprak hjj op fluisterenden
toon:
Volg mjj. Daarop drong hij met hem door
de volksmenigte heen, die op zjjne naderiDg, eer
biedig ter zijde week.
De jongeling nam zjjne sabel en liet een slaaf
zjjne werktuigen en verdere pakkaadje dragen.
Hjj volgds de schreden van zjjn geleider, die hem
door de groote deur van het paleis biBneu braoht.
t Wordt vervolgd).
RLMSf
flODRMT.