NIEUWE
1808
Woensdag 9 Maart 1892.
17de JasrgMg
De christelijke liefde ten op
zichte der Joden.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1)10
Voor het buitenland >1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON agitate.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels 30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Yrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Eene Turksche revolutie.
III.
DE SULTAN.
H44RLEMS(jH1 C0UR4HT.
Uitgevers: KüPPSHSSs li AU KEY.
Deze quaestie, mag ik veilig beweren, is
in den vorm, waarin wp haar behandelen,
zeker in de laatste jaren hier te lande niet
ter sprake gebracht. Daar nu de beweging
tegen het Al-jodendom, hetwelk ook ons
Vaderland bedreigt, meer en meer zich be
gint te ontwikkelen, komt het ons niet slechts
nuttig, maar zelfs zelfs noodzakelijk voor,
yau den beginne af de Katholieken een
juist denkbeeld te doen opvatten van de hou
ding der Katholieke Kerk tegenover de Jo
den, en dat wal voornamelijk: met betrekking
tot de Christelijke liefde. De H. Schrift toch
is zóo vol aanmaningen: «dat wij onze vij
anden moeten vergeven,«dat wij onze vij
anden moeten lief hebben,» dat onze vijan
den ook onze naasten zjjn»! Hoe dit te rp-
men met de antisemitische beweging? m.a.w.
wat gebiedt de Christelijke naastenliefde ten
opzichte der Joden.
Op 21 Febr. II. hebben wij in ons arti
kel (in No. III) reeds aangestipt, wat de
houding der R. K. Kerk tegenover de Jodeu
immer geweeit is, hoedanig deze houding
nog moet zjjn; wat wij toen, omdat wij van
het geduld onzer lezers niet meer mochten
vergen, in het kort aangaven, wenscheu wij
thans, hoewel zoo beknopt mogelijk, eenigs-
zins breedvoeriger te bespreken.
De houding der R. K. Kerk tegenover de
Joden was door alle eeuwen diegenewelke
ik vraag in bet Besluitmijner brochure;
dus dat is, wat de Christelijke liefde ten
opzichte der Joden ons voorschrijtt.
Dat de gevolgtrekking waar is, zal nie
mand betwijfelen ten minste zal het geen
Katholiek in de gedachte komen, te dm ven
denken,dat iet», wat de R.K. Kerk 18 eeuwen
lang door de geheele Christelijke Wereld
bevolen en geêischt heeft, tegen de christelpke
liefde zou zpn! Wp meenen hierover niets
naders te moeten of te mogen toevoegen.
De geheele vraag is dus deze: is het waar
dat de H. R. K. Kerk die houding van haar
kinderen vorderde tegenover de Joden, welke
wp aanbevelen in het «Besluit» onzer Bro
chure.
Dit nu is zoo klaar als de dag voor wie
de voorschriften der Kerk tegenover de Jo
den vergelijkt met datgene wat wp op het eind
'au ons werkje pag. 90 en 91 schreven.
"B vroegen: uitsluitend van de Joden, geen
omgang met Joden, geen staatsposten aan
Joden, geen handel met Joden, geen Chris
telijke dienstboden bp Joden: in een woord
aJscheiding van de Joden, christenbescher-
ming tegenover de Joden in dien zin, dat
wp de Joden, hun macht, hun aanzien te
genwerken, door hen stelselmatig te «boy
cotten.»
EndeH. R. K. Kerk vraagt juist hetzelfde:
lo. In
alle Concilies waarin over de Joden
FEUILLETON
De geschiedenis der opvolgers van Mokamed
levert dikwerf slechts het droevige schouwspel
op van een troon, die aan een woedenden
«oldatenhoop is prijs gegeven. De Sultans gaan
benrtelings voorbij, geljjk die bleeks en krachte-
looze Cesars van het Westersohe Kijk, die, het
purper koopende, slechts de onzekere eer van
een geschiedkundigen dood verwierven. Mohs-
*ned was niet de eerste van zijn geslacht, die het
er op toegelegd had om het paleis van die terecht
gevreesde bewakers te bevrjjden. Soliman III had
voor hem reeds dit gevaarlijke plan ontworpen;
dooh hij werd vermoord door de Janiziaien onder
aanvoering van Mnsiapha, zijn oom, die uit Morea
overgekomen was onder voorwendsel van den
Keizer tegen zijne vjj,inden te verdedigen, doch
met het heimelijk doel om zich van het gezag
meester te maken.
De Sultan Mustapha, die zjjn bewind op zulk
eene bloedige wijze aangevangen had, bracht
werd gehandeld in den loop der eeuwen;
van het Concilie van Eivira in 309 tot den
tijd, waarop de Kerk inwendig door kette
rijen zoozeer bestookt werd, datdeJoden-
quaestie naar den achtergrond werd gedron
gen. Op deze Concilies (wier gezag wij toch
waarlijk aan de Katholieken niet behoeven
te bewijzenl) waren minstens 6 a 7000 Bis
schoppen en Priesters tegenwoordig; wjj tel
len ouder deze Concilies 5 oecomenische(al-
gemeeue) te weten: Het Vilde van Nycea
het lilde van Lateranen, het IVde v. Late-
ronen, het Coacilie van Lyon (1245) en
hetConcilium Trullaoum. In het geheel werd
de Jodenquaestie (voor zoover wij konden
uagaau) op 45 Concilies behaadeld. Eén-
stemmig was aller uitspraak, geen omgang
met Joden, geen tafel met Joden,geen staats
posten aan Joden,geen Jodengeneesheeren bp
Christenen enz.; en ®1 hetgeen wp boven
reeds aangaven.
2o. Vraagt de H. R- R* R® hetzelfde
bp monde harer Pausen. Het zou te ver
voeren, de brieven, decreten en bullen der
Pausen aan te halen, die m dezen geest
spreken; indien men ons daartoe echter zon
uitdagen, zouden wij dit zeker doen. Voor-
loopig echter volsta het er op te wjjz0D?
dat de volgende Pausen m geheel en al in
dieuzelfden geest hebben geschreven de
H. Gregorius da Groote, de H. Greg. VIII,
lunocentius III, Hononus III, Gregor. IX,
Inuoc. IV, Alexander IV, HonoriU8 ly,
Felix V, Benedictus XIII, Eugeniaa
Jniius III, Pius IV, H.Pms V, Gregorius
XIII en Sixtus V. De tekst dezer brieven
is zoowel in Lobbe, als in Monsi te vinden
en door Dr. Martinez, professor m de God
geleerdheid aan de K*th. Hoogeschool van
Lyou met veel zorg m de h ransche taal
overgezet in zjjn werk, «m m voila l'en-
nemi». Het komt ons voor, dat wp, waar
13 Pausen eenzelfde getuigenis afleggen niet
meer behoeven te vrageu naar de waarheid.
Ook Pms IX z. g. b®eft °.us e.ea, Di®t on-
duidelijken wenk gegeven m zpn bulla over
de Vrijmetselarij. Men denke niet, dat dit
argument van weinig waar e is. Dat PiU3
IX toch de Jodenquaestie kende, zal wel
niemand betwpfeleu: bern kan wat bpQa
ieder belezen menseh tegenwoordig bekend
is, hoe de J idea de drpvers, de hoofden der
Vrij metselarp zijn,geenszins ou bekend zijn ge
weest. Overigens moet hp dit tot in de fijnste
bizonderheden gel<^n bebben mT b*t werk
van Baron des Monsseaox: «!e Juif, l0ju.
daisme et la jadaisation des peuples,» waar
in dit alles omstandig bewezen wordt en
waarvoor hp den schrpver zpn dank heeft
De8 Vrijmetselarij Ter(J0rdeejende
Pius IX het Jodendom ui zpn ver.
foeieljjkste uiting niet minder willen treffen.
Dit bewijst bovendien de benaming, die de
zelfde Pans in bedoelde bulla aan de Vrij
metselarij geeft: <de synagoog van Satan.»
enkel onnut, knevelarijen en d, wreedaardige
zeden der overweldigers en dwingelanden ten
troon. Hp was een gierigaard, en ,n de hoogste
mate kwaaddenkend en trouweloos; zoodat hjj
geene enkele belofte hield, die hq aan deJaniz-
zaren, welke hem ten troon geholpen hadden,
zoo mild had gedaan. In plaat» van hunne soldjj
i hu haar T
ZOO milU
te verdubbelen, had hij haar verminderd;
1 "b waren die
te verauDoensii, «»- wel
verre van de belastingen te verlichten, waren die
terstond na zijne troonsbestijging verdubbeld. Hn
leefde »teed» somber en ter prooi aan kwaadaar-
IA m n ..viftt V
wwu.. X1JJ
)9r en ter prooi aan kwaadaar-
diee luimen in het binnenste van het Dalei»
welks bewaking bjj aan de Gneksohe »0
toevertrouwd had, m spyt van het gemor der
van ouds bevoorrechte krjjgersschaie. De stommen,
de dwergen en de nnrren van rijn hof konden
ae aworgcu "ia hof konden
den Sultan alleen gen»ken-
Op hetzelfde oogenblik toen de Zingaro op het
plein van Sinte Sophia de ernstige onderdanen
van den grooten heer zoo geestig vermaakte, zat
Mustapha eenzaam in eene der zalen in de nabij-
heid van zijn harem, met de beenen o?er elkaar
gekruist op zijn divan: hij poogde sjjne verveling
te verdrjjven door het^ nastaren van de geurige
rookwolkje», welke bjj uit het lange roer van
zjjn narghili trolc, en die statig naar het vergulde
koepelgewelf opstegen. Een sla*f,met een grooten
waaier van bonte pluimen gewapend, stond aan
Deze benaming wara lasterljjk en hoogst
onchristelijk in deu mond van een Paus,
indien deze er niet van overtuigd was, dat
het Jodendom en de Vrij metselarp vereen
zelvigd zijn. Da synagoog toch is de Kerk
der Joden; die Kerk nu noemt de Pans éen
met da Vrijmetselarij in zijne uitdrukking:»
de Vrp metselarp is de synagoog 7an den
duivel.»
Ook zijne Heiligheid Leo XIII heeft in
zjjn bulla over de werklieden (crerum no
varum») op zeer ondubbelzinnige wpze de
Joden genoemd, toen hij waarschuwde te
gen eene «partij»: «eene partp, die de schat-
«ten tegenwoordig in handen heeft, en de
«Politiek en de Administratie beheerscht.»
Dergelijke aanduidingen staan in die bulla
op vele plaatsen, en het is onmogelijk dat
Paus Leo XIII, met die partp iemand an
ders bedoeld heeft dan het Jodendom. Er
is toch geen veronderstelling denkbaar, om
onder die «partp» «een andere verzameling
van menscben te verstaan, dan de groote
Joden, die de Bank, de Pers en de Regee-
ringeu tegenwoordig beheerschen.
3o) Terwijl ik dit schrijf ligt voor mij
open de brief door de drie Bisschoppenden
H. Agobardus, Bisschop van Lyon, Barnar
dus, Bisschop van Weenen, eu Eaof (Favo),
Bisschop van Rheims in 829 geschreven aan
Keizer Lodewjjk van Duitschland. Deze Kei
zer had den Joden in zpu Rjjfe staatspos
ten verleend, en beschermde hen door hen
geheel als de Christenen te behandelen: om
kort te gaan, paste op hen die uitsluiting
niet toe, die immer de geest der R. K. Kerk
geweest was.Genoemdedrie Bisschoppen ver-
eenigden zich in een schrijven aan dien Kei
zer om hem van zijne onchristelijke han
delwijze af te brengen. Deze brief staat in
Migne (het klassieke werk, waarin de ge
schriften d6r HH. Vaders werden uitgegeven
Deel CIV biadz. 78 en vlg.) De H. Ago-
bardns en de beide andere Bisschoppen halen
vele beweegredenen aan, om den Keizer te
bewegen, de Katholieke traditie in de Jo-
denquestie tocb niet te schenden, en op de
Joden in zpn rjjk die algeheele afscheiding
toe te passen, die immer door de R. K. Kerk
bevolen werd.
Om hunne aanbeveling kracht bp te zet
ten, wjjzen zij er °Pi hoezeer alle beroemde
Heiligen in Gods Kerk, immer in dien geest
hebben gehandeld. Zjj noemen den H. Hi-
larius, Bisschop van Poitiers,den H. Am
brosias, Bisschop van Milaan, den H.
Cyprianus en den H. Athanasius (merkt op,
lezers da» wp hier reeds vier H. Kerkva
ders genoemd hebben!) «De H. Cyprianus,
«en de man Gods Athanasius,» sehrpveu
onze drie Bisschoppen, «verachten niet
«minder de Joden. En alle eerbiedwaardige
«bestuurders der Kerk in Gallië, hebben bet
«voorbeeld dier heilige trouw en toewijding
«aan Christus gevolgd, eu den bezoedelen-
«den omgang met de Joden aan alle Chris-
zjjne zjjde. De narren van het paleis hadden zich
vruchteloos beijverd om hun meester een glim
lach te ontrukken. De onverschilligheid van den
grootsn heer had hun al aanstonds doen begrjjpen
dat het uur voor potsenmakerij slecht gekosen
was en dat de vroolijkheid zeer onvoorzichtig
zoude zijn. Daarom hadden zjj zich dan ook
schoorvoetend, de eene voor en de andere na uit
de zaal verwijderd, in afwachting van het oogen
blik waarin het den vorst mocht behagen hen te
laten terug roepen. E«n hunner, de meest be
gunstigde dwerg, de mismaakste bewoner van dat
gedrochtelijk paleis wilde evenwel eene laatste
poging beproeven. Hjj stapte met swaren tred de
zaal binnen en zette zich naavt den mijmerenden
padishah neder. Vervolgens een der rookbuizan
van den narghili van het tapjjt opnemende, bracht
hij ze aan zijne lippen en bootste gedurende
eenige oogenblikken stilzwjjgead de ernstige en
zwaarmoedige houding van den Sultan na. Deze,
bespeurende dat de nar bezig was met zjjn
geheiligden persoon in een bespottelijk daglicht
voort te stellen, gaf hem op het onverwachtst zulk
een geduchten trap met den voet, dat de kleine
hoveling, wiens eenige misdaad daarin bestoud,
dat hjj zjjn meester had willen vermaken, oogen-
blikkeljjk van de verhevenheid des divans rolde.
Da Sultan hervatte zjjne vorige mijmering. De
«tenen ten strengste bevolen te vermijden,»
Hetzelfde (wij halen immer uit genoem
den brief aan) beveelt de H. Gregorius (Lit.
II br. 75 eu 76); hetzelfde de H. Aritus,
Bisschop van Weeneu, de H. Apoilinarius,
Bisschop van Valeuce, de H. Gregorius, Bis
schop van Lens, de H. Vinentialus, Bisschop
van Lyon, en nog 20 andere Bisschoppen
in de '7de eeuw. In dienzelfden brief lezen
wp nog dat, op een ander Concilie, de H.
Bisschop Calsorius met 35 andere Bisschop
pen hetzelfde in het belang der Christen
heid vorderde; ook de H. Siagrius met vele
andere Bisschoppen eisebten dit op het Con
cilie van Maon, want: «het is ongehoord,
besloten daar de H. Kerkvoogden, «dat zij,
«die door het Bioed van Christus bevrijd
«zjjn, in de boeien hunner vervolgers zou-
«ien zuchten.» Ook de H. Lupus, Bisschop
van Lyon, dringt op dezelfde waarheid aan.
En de H. Ireneus, een latere Bisschop
van Lyon, eischt hetzelfde van de hem toe
vertrouwde Christenen; en de r<den hiervaD,
zegt de H. Agobardus, moeten wij
zoeken in de woorden van den H. Augus-
tinns: «het is den ketters eigen in eenige
«punteu met de Kerk overeen te komen,en
«in andere van baar te verschillen; dat is,
«gedeeltelijk God te lasteren, gedeeltelijk
«de waarheid te huldigen; maar het is den
*Joden eigen geheel en al te lasteren, geheel
«en al te liegen, geheel bd al God te ver-
«wenschen in onzen Heer Jezns Christus en
«Zijne H. Kerk;.... vandaar zjjn de joden bo-
<ven alle ongeloovigen verachtelijk omdat zjj
«meer dan eenig soort van menscben onzen
«Heer vrpelpk vervloekenDit komt vol
komen overeen met hetgene de H. Hiero-
nymus (151ste brief) van de Joden zegt,
«indien het nuttig is, eenig volk te verach
tten, dan word ik tot een uiterste verach-
«tii g gedreven ten opzichte der besnedenen
«(Joden). Tot den dag van heden toch, hou
tden zp niet op onzen Heer Jezus Christus,
«met hun Satanische synagogen te vervol-
«genhun leer is zoo gemeen, dat ik mp
«schamen zou haar mede te deelen.»
Dit alles, de getuigenissen van zoovele
Heiligen in Gods Kerk zal tocb wel een
doorstaand bewijs wezen voor alle Katho
lieken! Wp willen echter de redenen, waarom
de H. Agobardus en de andere Heiligen
op deze scheiding tusscheu Christenen en
Joden aandrongen, eveneens uit dienzelfden
brief getrouw aanhalen. Die redeoen zpn:
a.) Omdat hij, die met de Joden heult, in
hun slechte werken deelt. Aldus toch ver
staat de H. Agobardus, en te recht, de woor
den van den H. Joannes: «indien iemand
«tot u komt, en niet. met de Christelpke
«leer nadert, ontvang hem niet in uw huis,
«en beet hem niet welkom, want wie hem
«welkom heet, deelt in zpn booze werken.»
II Joes 10,11. Diensvolgers, zegt de H. Ago
bardus: «indien men, door iemand die afkee-
«rig is van de apostolische leer welkom te
dwerg was met zjjn hoofd, vrjj onzacht, tegen de
marmeren kom van eene fontein geslagen. Het
bloed stroomde over zjjn gelaat, hjj stond wanke
lende op en pakte zich weg, zonder zich een
enkel woord of teeken tegen die behaudeiing te
veroorloven. Toen de dwerg verdwenen was hoorde
men in het uitgestrekte paleis weldra niets meer
dan de stem van den muezzin ten gebede roe
pende.
Eenige oogenblikken daarna lichtta een man
schroomvallig, tegenover den divan, het deur
behangsel op en plaatste zich, in eene eerbiedige
houding op eenigen afstand van Mustapha.
Wat begeert gij? vroeg de Sultan.
De bostangi-bassa, want hjj was hot zelf, ant
woordde kortaf, volgens het gebruik van het
paleis:
Een goochelaar staat voor de deur, hjj
zou uwe hoogheid eenige oogenblikken kunnen
vermaken.
De Sultan schudde bedenkeljjk het hoofd.
Die man, ging de bostangi voort, weet won
dere dingen, hjj kan ia de toekomst lezen en
aanstaande gebeurtenissen verhalen.
Last hem dan binnen komen!
De bostangi boog zich opnieuw en verliet dê
ZM^' Wordt vervolgd