NIEUWE
agite ma nou agitate.
1809
Vrijdag i! Waart 1892.
17de -latrgng
Onderwijs en Opvoeding.
BUITENLAND.
ABONNE MENTS PRIJS
PRIJS DER ADVERTBHTIBN.
r
i.
Eene Turksche revolutie.
III.
DE SCHAAKPARTIJ.
HllRLEHSIHnillHUT.
Pei 3 maanden roor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland >1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B TT R E A TT: St. Janstraat Haarlem.
Tan 16 regels 30 Gents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterlgk Maandag-, Woensdag-
en Yrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever»! KüPPÏKS h L A U R E Y.
De zaak van het onderwijs en de opvoe
ding was en is van het hoogste gewicht. Zjj
is om zoo te zeggen nimmer van de baan.
In schier alie landen wordt zjj jaar in jaar
uit behandeld en maakt zjj een belangrijk
vraagstuk uit van de onderscheiden partpen
op godsdienstig en politiek terrein.
Het komt ons nuttig voor, na al hetgeen
reeds omtrent onderwjjs en opvoeding is ge
zegd, onze lezers bekend te maken met de
woorden, welke over deze aangelegenheid
werden gesproken door den voormaligen Kar
dinaal-Aartsbisschop van Perugia, die thans
het Schip van Petrus bestuurt.
De Kardinaal-Aartsbisschop van Perugia,
thaus Paos Leo Xlll, richtte nameljjk den 1
Maart 1864 een berderlgk schrijven aan zjjne
diocesanen, waarin hg de dwalingen des tgds
signaleert en ten slotte over de opvoeding het
volgende zegt.
Veel, zeer veel ban er gezegd worden over
een onderwerp, waarvan de richting en het
welzjjn van het tegenwoordige en toekomsti
ge geslacht zoo zeer afhangt. De plicht en
het groote belang eener verstandige opvoe
ding der kinderen behoeven niet te worden be
wezen, vermits immers de stem der natuur,
de geboden van den godsdienst en de pu
blieke opinie ze beslist en luide verkondigen.
Doch wie voorwaar ziet niet met tranen
in de oogen de zorgeloosheid en den achter
uitgang, welke ten opzichte van deze zoo ge
wichtige taak in den schoot van zoo vele
huisgezinnen in onzen tjjd worden waargeno
men, en wie wordt niet te dien opzichte met
rechtmalige vrees voor de toekomst vervuld?
Dwaze en verblinde ouders weten den adel
hnnner zending niet ernstig te waardeeren.
In de meeste gevallen meten zij de weldaden
der nakomelingschap slechts af naar de
gezichtspunten van een verderfljjk egoïsme
en zjj begrjjpen niet, hoe zeer van het eer
ste oogenblik bunuer ouderlijke waardigheid
af, zjj verplicht zgu tegenover den Almach
tige het aantal Zijner vereerders te vergroo-
ten en voort te planten, ten opzichte van hen
zeiven, voor goede voorbeelden en talrjjke
deugden te zorgen, om zoodoende aan de
menschelgbe maatschappjj krachtige, zede-
ljjke en voorbeeldige leden te geven.
Zeker, men is in onzen tjjd vrjj algemeen
van meening, dat de opvoeding der jeugd aan
den Staat toebehoort.Maar kan deze meeniug
de beklagenswaardige achteloosheid en nala
tigheid der ouders verontschuldigen? De
plicht der opvoeding is volgens het na-
tuurl jjk verstand, zoo nauw met hun karakter
en met hunne macht verbonden, dat zjj er
nimmer van kunnen ontslagen worden en de
macht van den Staat is volgens haar aard
niet bevoegd in dit verheven ambt de plaats
der ouders in te nemen, maar alleen, de na-
FEÜ1LLET ON.
Zwarte slaven met blinkende kromme sabels
gewapend, omringden den keizerlijken staf toen
de Zingaro werd binnengelaten. Na eene lichte
buiging legde de jongeling met bevalligheid de
hand op den greep van zijne sabel en wachtte
de bevelen des Keizers af.
Hoe heet gjj? vroeg Mustapha.
Mehallé.
Wat is uw vaderland?
De goochelaars hebben geen vaderland.
Hoe oud zjjt gjj?
Ik was vjjf jaren oud toen gjj in de moskee
de sabel van Othman hebt omgegord.
Van waar komt gjj?
Uit Morea, heer, sprak de Zingiro met
nadruk.
De Sultan zwdcg, doch hernam spoedig op
vrooljjken toon:
Vermits gjj waarzegger zjjt zal ik uwe kunde
op de proef stellen Als men de toekoaast kent,
moet men ook bewust zijn van het verlrdene.
Zoo alt gjj zegt, heer, hjj, die aan den
gezichteinder de avondster ziet opkomen, behoeft
tnurlijke opvoeders in hun arbeid te onder
steunen en de leidiug en het goede verloop
van het huisgezin te bewaken en te bescher-
men.
Welke is dan inderdaad de positie, waarin
de mensch treedt van zgne geboorte af aan,
volgens het plan der Schepping?
Hjj komt in deze wereld als een schepsel
Gods, Die hem uit het niet in 't aanzjju stelt,
en als de zooo vac deo^eoe, die hem het tg-
delgk leven scheukt. Allereerst komt hg in
nauwe betrekking tot den godsdienst en het
huisgezin en zjjoe eerste plichten zjjn: zich
aan God te ondei werpen en Hem te dienen
en afnaukeljjk te wezen van zgne eigene ou
ders. Hut huisgezin is geene mtvinding van
de wetten van den Staat en de vaderljjke
macht is geenszins eene concessie der staats
wetten. De betrekking en de plichten, welke
tusscheu ouders eu kind bestaan, gaan boven
alle maatschappelijke vormen en staan er ver
boven verheven.
Da mensch toch wordt als ean tnaaf-
schappeljjk wezen geboren en allereerst be
hoort hij aan het huisgezin en aan den
godsdienst, vervolgens bomt hg, nadat hg
door de leer van den godsdienst en door
de leiding van het ouderlg gezag is voor
bereid, door het huisgezin in het maatschap
pelijk verband.
Dat aan de macht van den Staat slechts
een helpend deel bg de opvoeding kan toe
komen, bljjkt duidelijk uit de taak, die aan
de ouders ten laste komt, aan de ouders,
die voor dit doel de plaats van God inne
men en met Diens gezag zgn beklesd.
Als alle ouders m onze dagen van deze
waarheid doordrongen waren en de buiten
gewone belangrijkheid van unne plichten
kenden, van tjjd tot tgd hunne kinderen over
da gewichtige plichten ondenchtten, welke
de mensch ten opzichte van godsdienst en
huisgezin heeft te vervu ®n, spoedig zou de
Staat, daarvan voordeel trekken. Want het
is aan geen twjjfe! onderhevig, dat kinde
ren welke voor het ouderlyk gezag achting
hebben, liefde gevoelen voor het huisgezin,
God vreezen eu zich aau den invloed van
den godsdienst onderwerpen en ook burgers
vau den Staat worden, die de algemeene
achting verdienen en nuttig zgn voor hunne
medemenschen.
Er zijn ouders, die wel de zwaarte hunner
plichten voelen, maar die''och van mee
ning zjjn, dat zjj hunne plichten nakomen als
zn hunne kioderen naareene zoogenaamde
nentrale school zenden. Maar wordt daarbjj
ook voor hunne opvoeding zorg gedragen?
Het onderwjjs en de opvoeding moeten we
als twee verschillende zaken beschouwen,
met andere woorden, de ontwikkeling van
het verstand wel onderscheiden van de ze
delijke opvoeding en vorming van het hart.
Het eerstgenoemde bestaat m den regel
slechts daarin, dat de jeugdige geest der
slechts het^höófUoin te wenden é^Tde i„tste
stralen der zoo te ll®n-
Welnul zeg mg. hoe heb ik gisteren mjjce
afwasschingen gedaan?
De eerste met wijn ran de Canarische eilan
den de tweede met wijn van Cyprus en de derde
Chios.
met wjjn van
Het opperhoofd der //«eloongen" bracht de hand
glimlachende aan zgn langen baard. Inderdaad,
hjj was gewoon, ïn^dit opzicht, evenals in zoovele
voorschriften
zoovele
van den Alkoran te
andere, de
schenden.^ hervatte de Snltan door het
snedig antwoord des jeugdigen waarzeggers in
een voeden luim «ebrach weetgg Wel jongeling,
dat ik u het hoofd kan laten afslaan als het mjj
tjeiieft- ongetwijfeld, sprak de goochelaar zonder
te verbleeken, evenals aan dien Spaanachen koop
man, die als goed Ohmten den wjjD) dien hjj
u heeft verkocht, had vervalscht?
Mustapha vond deze opmerking zear bjjtend
en prees de ervarenheid van den Zing.ro. In-
tusschen aarzelde hg een oogenblik, alvorens de
verschrikkelijke vraag te doen welke de dwinge
landen, die altoos bggeloovig zijn, nooit verzuimen
,an de sterrewiehelaars voor te stellen: wanneer
moet ik sterven?
De groote heer nam een vleienden toon
aan en bezigde redekundige voorzorgen om den
kinderen met een voorraad kundigheden
wordt verrijkt, waardoor zjj in staat zgn,
naar hun leeftgd en stand, van hunne gees-
teljjke en phvsische bekwaamheden een nnt-
tig gebruik te maken; daarentegen vormt
de zsdeljjke opvoeding het fundament 70or
de goede ontwikkeling der groote gods
dienstige en zedeljjke leerstellingen, vol
gens welke zjj hunne positie als lid van het
huisgezin en als burger van den Staat re
gelen. Door de wetenschappelijke ontwikke
ling krjjgen wjj geleerde en behendige jon
gelingen, maar de godsdienstige ontwikke
ling zal ons zedelijk goede en deugdzame
staatsburgers verschaffen. Is gene geschei
den van deze, dan dient zjj (de ontwikke
ling van het verstand) veeleer er toe, den
jeugdigen geest jjdel te maken, dan om hem
in toom te houden. Maar omgekeerd is dat
zoo niet, want eene goede opvoeding onder
de leiding van den godsdienst, die de be
stuurder van het menschel jjk hart is en reine
en edele gezindheid inboezemt, is in staat
om zelfs in de minst ontwikkelde harten de
deugd te planten en te bevestigen zonder
het groote apparaat der wetenschap. Het
enkele onderwjjs, al strekt het zich over
nog zoo vele vakken uit, is dus niet in staat,
ons een waarborg te gevan, dat de kinderen
goede menschen worden, wanneer intusscheD
de gewichtigste aangelegenheden van de
opvoeding worden verwaarloosd.
{Slot volgt.)
Z. H. Pans Leo XIII heeft erin toegestemd,
tgdelgk aan de wereldtentoonstelling te Chi
cago de beroemde kaart wan Diego Ribera
nit de Vaticaansche bibliotheek af te staan.
Het is de eerste kaart, die van de Nieuwo
Wereld werd gemaakt. Zjj werd in 1494 be-
goonen en in 1529 geëindigd. Amerika is
daarop vertegenwoordigd door Yucatan, Bra
zilië en Nieuw Spanje; noordwaarts eindigt
het met Labrador.
Naar uit vertrouwbare bron verzekerd
wordt heeft de H. Vader op zjjn verjaardag
telegrammen van gelukwensching ontvan
gen van de Keizers van Oosten rjjk en Duitsch-
land en van vele andere vorsten.
De Kreuzzeitung verneemt, dat de
onderhandelingen met deu Hertog van Cum
berland eergisteren-avond laat eindelijk een
gewenscbt gevolg hebban gevonden. Ook
de eventueele opvolging van den zooo des
Hertogs in Brunswjjk zoude bg deze onder
handelingen zjjn geregeld.
De Kreuzzeitung voegt aau de mededee-
ling toe, dat zjj de tjjding, hoewel van zeer
intieme zjjde vernomen, onder voorbehoud
publiek maakt.
Voortdurend worden nog nieuwsbla
den en tjjdschriften in beslag genomen,
welke zich veroorloven op schamperen toon
Zingaro te ondervragen. Hjj scheen het orgaan
van rijn toekomstig lot te willen Tleien ten einde
daardoor een gunstig antwoord te verwerven.
Gij rjjteen bewonderenswaardige jongeling,
aprak hjj met gemaakte vriendelijkheid; gg kent
dingen waarover alleen de stommen het stilrwjjgen
bewaren; ik heb vde fakirs, vrome marabouten
en vermaarde derwiaheo, die tot driemalen toe
de grafplaats van den profeet bezocht hebben,
ondervraagd, maar geen hunner beeft mg zoo
geantwoord als gjj. Ik wil u bij mjj, in mjjn paleis
houden; zal u met grooter rijkdommen bedeelen
dan eenig koopman van Galata bezit als
gjj mg het jaar noemt waarin ik zal moeten sterven.
Mehallé naderde daarop den Keizer, hij vatte
met zichtbare huivering diens hand en scheen
de ljjnen ervan met groote oplettendheid na te
gaan. Na dat onderzoek trad hjj aan het venster,
liet zijne blikken door de ruimte dolen en verhief
ze vervolgens hemelwaarts.
De vuren van den Beïram worden op het
koepeldak van de groote moikee ontstoken, sprak
hjj op statigen toon,Je nacht zal weldra aanbreken,
Mustapha verbeidde in bange verwachting het
woord van den sterrewichelaar. Deze ging op
een geheimzinnigen toon dus voort:
De afnemende dag verduistert thans nog
het licht des sterrenhemels. Ik zal u antwoorden,
heer, wanneer da avondster aan den gezichteinder
komt doorbreken.
zich over de jongste rede des Keizers uit
te laten.
Dezer dagen is reeds gemeld dat in
de zitting der Commissie van rapporteurs
over de rjjksbegrooting het denkbeeld was
opgeworpen, het beschermingsgebied in
Zuid west-Afrika op te geven. In dat bericht
is toen medegedeeld, w< lke redenen er voor
werden aangevoerd eu met welke argumen
ten zij Damens de Regeering werden be
streden. Al datzelfde is nu eergisteren in
den Rijksdag opnieuw behandeld, met het
gevolg dat de Regeering andermaal ver
klaarde, in geen geval het genoemde ge
bied te willen opgeven; waarna ten slotte
daa ook de voor Zuid west-Afrika aange
vraagde gelden werden toegestaan.
Uit de ontwerp-begrooting blijkt,
dat in Frankrjjk de belasting op de stérke
dranken wordt herzien, met het doel om
de opbrengst te verhoogeu, ook door meer
dere bjjdragen te vorderen van de branders.
Yerder wordt voorgesteld om de aflossing
der obligatiën, welke zea jaar loopen en
welke tot een bedrag van 163 millioen
franks zgn uitgegeven, in 1893 te verze
keren.
Tusschen tirailleurs en vier Italianen
heeft te Zaghonan(Tunis) eene heftige vecht
partij plaats gehad.
Daar vier Italianen aan twee tirailleurs
den weg versperd hadden en een der Itali
anen met een mes op hen toegesprongen
was, trokken de tirailleurs van leer, joegen
de aanvallers op de vlucht en doorstaken
den man, die hen met een mes aangevallen
bad met de bajonetten.
De tirailleurs gaven zich vrjj willig gevan
gen.
De leerlingeo der Ecole des arts et
métiers te Chalons sur Marne, ontevreden
over een maatregel, door den directeur ge
nomen, hebben gehoorzaamheid geweigerd
eu wanordelijkheden aangericht.
Op last van den Minister van Koophan
del zgn de oproerige jongens naar huis ge
zonden.
Jamais heeft de portefeuille van ko
loniën aanvaard. Koloniën zal voortaan
verbonden zgn met marine.
Gelijk men zich zal herinneren, werd
eenigen tgd geieden in Frankrgk een zeer
heftige strgd gevoerd over de tooneelcen-
suur.
Iu de Kamer werd over die quaestie uit
voerig geredeneerd; door eene speciale Ka
mer-Commissie werd een groot getal «des
kundigen» over dit vraagstuk gehoord; de
Heer Gaillemet, een lid der Kamer, bracht
een zeer geleerd rapport uit.jDe meeningen
bleken zeer niteen te loopen. Sommigen
wilden de tooneelcensuur opheffen, anderen
achtten haar onmisbaar. Verschillende ait-
wegen werden gezocht en aangeprezen. De
bedoelde Commissie stelde voor de censuur
De Snltan kon zgne teleurstelling en zjjn onge
duld niet verbergen. De gramschap openbaarde
zich in zijne wezenstrekken, en de toornige blik
dien hjj aan de stommen toewierp, gaf den Zingaro
genoegzaam te verstaan dat hjj zich de oogunst
van den grooten heer op den hals had gehaald.
Doch de nieuwsgierigheid kreeg ongetwjjfeid in
de ziel van den vorst de overhand op de andere
hartstochten die haar beroerden, want, zich tot
Mehallé wendende, sprak hjj:
Ik ben niet go woo u te wachten: ik zal
evenwel wachten indien gjj mjj,tot aan het ganstigs
oogenblik, kunt vermaken.
Wil zgne hoogheid, gooohelkunsten zien?
vroeg Mehallé zgn sabel uit de schede halende.
Neenl neen! riep de Sultan, den kring zjjner
zwarten enger om zich sameD trekkende. Laat uwe
wapeni met rust.
Begeert gjj een geschiedverhaal, heer?
Vertellingen waarbij de Arabier onder zijne
tent in slaap valt? Neen, ik verlang iets nieuws.
Van de bekende spelen is er slechts een dat mjj
behaagt. Ik speelde dit spel voorheen; maar thans
kan men in mjjn Rjjk niemand meer viuden die
in staat is op een schaakbord een apel op te zetten.
De Zingaro glimlachte en nit een fluweelen
zak eeoe ebbenhouten doos voor den dag halende
bood hjj die den Sultan, wiens verlangen hjj be
grepen had, aan.
(Wordt vtrvolffd).