NIEUWE
1842
Vrijdag 3 Jan! 1892.
I7d« Jurxm
Opvoeding.
BUITENLAND.
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland' 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verachjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUBEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels .30 Cents
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentie n wordon uiterljjk Maandag-, Woensdag-
en Vrgda g-a vond voor 6 uui ingewacht.
Uitgevers: KüPPKBS St IiAUREY.
Zij, die zich tegen 1 Juli e. k. op
de NIEUWE HA ARLEMSCHE COURANT
of het ZONDAGSBLAD of op beide bladen
abonueereo, ontvangen de nog voor dien
tgd, dus gedurende de maand Juni verschij
nende nummers gratis.
Als de mensch ter wereld komt, is hg
een zwak, hulpeloos wezen, dat zonder de
zorgen van andere medemenschen weer spoe
dig van de aarde zou >erd wijnen. Aau zich
zelf overgelaten zou de mensch het nimmer
tot eene goede, geesteljjke vorming en ont
wikkeling kunneu brengen. Gel ijk do plant
slechts dan groeien en gedijen kan, wauneer
haar de verpleging vau den zorgzamen
tuinman ten deel valt, zoo kan de mensch
slechts dan geesteljjk en lichameljjk gedijen,
wanneer anderd reeds ontwikkelde meoschen
voor hem zorgen en wel is waar zoo lang
tot hg zelf mondig en zelfstandig geworden
is, en in staat zijne bestemming te bereiken.
Deze zorg, deze ontwikkeling van een nog
niet-ontwikkeld mensch noemen wij opvoe
ding. Ü8 opvoeding is eene gewichtige, edele
en heilige zaak. Waarom? Het doel der
opvoeding is het edelste ter wereld, namelijk
het kind, Gods evenbeeld, «het verborgen
heiligdom,» zooals de groote Bisschop Sailer
het kind noemt, tot zijne eeuwige bestem
ming te brengen; de opvoeding heeft de
taak aan de voleindigipgf vaq bet verlos
singswerk mede te arbeiden.Derhalve schreef
ook reeds de H. Chrysostomus: «Hooger dan
alle kunstenaars beschouw ik hem, die de
zielen der kinderen he ft te leiden en te
vormen.»
Doch de opvoeding is niet slechts een
edel, bet is cok een moeilijk ambt met
groo'e verantwoordelijkheid. Moeiljjk is het
want de opvoeding is een oorlog tegen hst
kwaad. «Wie zijne kinderen goed wil op
voeden,» zegt de reeds genoemde Bisschop
Sailer, «die moet van het begrip uitgaan,
dat de opvoeding niets anders is, dan een
defensieveu en offensieven oorlog tegeu alle
kwaad en voor alle goeds; een aanvallenden
krjjg tegen de kiem van bet booze en tegen
alles wat de ontwikkeling van deze kiem
begunstigt; een verdedigenden brjjg voor de
kiem vau het goede eu voor alles wat de
ontwikkeling van die kiem bevordert; dat
deze oorlog niet te vroeg kan begonnen
worden, nooit geëindigd is en door geen wa
penstilstand mag onderbroken worden, dus
een eeuwige krijg moet zijo en dat deze
oorlog tegen het booze beginsel en vóór het
goede in het kiud slechts met succes kan
gevoerd worden door hen, die in eu tegen
zich zelf ridderljjk hebben gestieden, be
hoeft niet te worden betoogd.»
Mek machtige vijanden heeft de opvoeder
te strijden. Een drievoudige vijand wordt
ons door den H. Joannes aangewezen in
zjjne woorden: «Alles wat op de aarde is,
FEUILLETON.
Napoleon en de Overste Delélée.
{Vetvolg en slot).
Eindeljjk gingen de beide vleugels der deur
open en een deurwaarder riep met luider stem:
«De Keizer, mijne heeren!»
«Zijne Majesteit ging eenige schreden voorwaarts
tn de zaal en sprak tot de Presidenten van elke
deputatie eenige vloeiende woorden.To8n de Keizer
*oor de deputaie „des Doubs„ was gdtredeo en
den dapperen M.... een oogenblik gesproken
had, wilde hjj verder gaan; doch plotseling viel
zUn blik op een, hem geheel oabekenden officier.
Hjj bleef getroffen staan en sprak dezen afge
vaardigde aan met zijne gewone vraag.
«Wie zjjt gjj?„
«Sire! ik ben de Overste Delete?, voormalig d
Adjudant van den Generaal Moreaul//
Deze, met eene vaste stem uitgesproken woorden
klonken des te luider door de zaai, dewjjl de
tegenwoordigheid van Frankrjjks beheerscher eene
slgemeene stilte teweeg bracht.
De Keizer trad eene schrede terug en vestigde
op den Overste een scherpen, onderzoekenden
dat is de begeerlijkheid des vleesches, de
begeerlgkbeid der oogeu eu de boovaardjj
des levens.» Tengevolge van den zondenval
ODzer stamouders in het paradijs, zjjn de
bovennatuurlijke gaven des menschen geheel
eu al verloren gegaun; de natuurlijke daar
entegen zijn, als tot den mensch behoorende,
niet verioren gegaan, evenmin als de men-
schelijke natnur zelve. Zij hebben echter
hare'bovennatuurlijke volmaaktheid verlo
ren, en daarom is de ne'ging tot bet kwaad
ontstaan. Er zjju opvoeders geweest, die van
de erfzonde en van hare gevolgen niets
wilden weten. VolgeDS hen is de mensch,
zooals b|j in het leven treeJt, volmaakt goed,
zonder eene kiem van het kwade in zich
te dragen. Het kwade, zeggen zij, komt
slechts door uitwendige inwerkii. g. «Alles
is goed, zooals het uit de handen des Schep
pers komt,» zegt een der hoofdleiders dezer
richting, J. J. Rousseau, «alles ontaardt
onder de banden der menschen.» Eu verder
zegt hij: «Er bestaat geeoe oorspronkelijke
verkeerdheid in het menschelijk hart, er is
geene ondeugd in het hart aanwezig, waar
van men niat zou kannen aatitoonen, hoe
en op welke wjjze zjj daar is ingekomen.»
Dat dit begrip verkeerd is, io°nt de onder
vinding, om niet van de christelgke leer over
den zondenval te sprekeo. Het kind breogt
niet enkel goede, het brengt ook verkeerde
neigingen mede, welke bij het hind tint eerst
door anderen z|ju ingeplant. Reeds de Ro-
meinsche schrijver Ovidius herinnert eraan
wanneer hg de uitspraak doet: «Wg streven
steeds naar het verbodene» en Plato zegt.-
«Het pas geboren kind is niet goed, maar
het kan goed worden, wanneer het goed
wordt opgevoed.»
Zeker, het kind is cie^ 8oe ''et bezit
slechte kiemen, maar een goeie aanleg is
niet verloren, ook goede kiemen zijn voor
handen. De ziel van het kind is een akker,
waar nevens tarwe ook onkruid groeit. Dit
onkruid moet vroeg worden uitgetrokken.
«De doornen moeten uitgeroeid worden, zoo
lang men nog gemakkelijk in den akker
werken kan,» zegt de H. Cbryaostomm.
Wanneer nu moet de opvoeding begin-
nen?
De opvoediDg van den mensch moet een
aanvang nemen met zjjn leven en oe eerste
opvoeding is gansch eu al toevertrouwd aan
de moeder. Zal deze zich echter van hare
verhevene taak in alle opzie en kwjjten,
dan moet zij eene waarlgkchristelijke, god
vruchtige moeder zijn. Ten eerste omdat
niemand kan gevea, wat hg zelf met bezit,
ten tweede omdat alleen eene waarlgk chris
telgke en godvreezeDde moeder ten waar
en verstandig moederhart ezit.
O, waren de moeders diep overtuigd van
hare verhevene roeping en waai ig tiJ, niet
innige dankbaarheid zouden zg uitroepen:
«Gg, o Heer, hebt ons gesteld tot steunpila
ren vau Kerk en maatschappg;Gg hebt ons tot
deelgenooten gemaakt van e go i eljjkste.
blik. Deze verloor daardoor geenssius zijne
kalme, rus'ige bedaardheid maar maakte slechts
eene kleine buiging.
De Maarschalk M.... werd zoo bleek als een
De Keizer bsgon weer: «Wat verlangt gjj hier?/:
„Hetgeen ik reeds sinds vele j<ren vorder, Sire!
dat uwe majesteit zich verwaardige, mg te zeggen,
waaraan ik mjj heb schuldig gemaakt of mij weer
in mijn rang herslelle.»
Onder degenen, die genoeg in de nabgheid
stonden om deze vragen en antwoorden te ver
nemen, waren er slechts weinigendie vrg konden
adÉ?ndelijk opende een glimlach de tot hiertoe
gesloten lippen des Keizers. Hg bracht den wijs
vinger aan den mor.d en zeide, terwgl hg den
Overste weer naderde: «Men heeft zich daar
eenigszins over bezwaard, doch hiervan wordt niet
meer gesproken.
Hg ging verder doch nauwelijks was hij tien
schreden van de afgevaardigden uit Besangon
verwijderd, of hij keerde zich om en ging weer
voor den Overste staan.
„Heer Minister van oorlog, zeide zgne Majes
teit," schrijf den nahm van dezen officier op en
draag zorg mg aaa hem te herinneren. Hg is zjjn
onder alle goddelijke dingen, om natueljjk
met U op de krachtdadigste wjjze mede te
werken tot het heil der zielen!» En inder
daad, moet de christelijke moeder hare kin
deren niet tot andere Christussen vormen?
God, Die alles wjjseljjk leidt en regelt,
heeft daarom aan het vrouwenhart eene ei
genschap gegeven, welke eene hoofdbeweeg
kracht is bij de opvoeding der kinderen. Deze
eigenschap is de aangeboren neiging, de
bere:dwilligheid, de moed, de kracht en vol
harding in het brengen van offers.
Het komt er dus bij de op voeding der
meisjes op aan, deze aangeborene neiging in
haar aan te kweeken, te ontwikkelen eu
tot, volmaaktheid te brengen. De jongedoch-
ters moeten vroegtijdig tot het brengen van
offes worden opgewekt, ten eerst8 om zich
zelf te komen opofferen en dan om het ook
anderen te leeren.
Tot net offer behoort op de eerste plaats
de godsdienst. Men zegt: «De godsdienst is
voorde vrouwen.» Dat is eene eeuwige waar
heid. Zeer zeker! Hoe zal toch eene vrouw,
eene moeder al de zorgen kunnen dragen,
wanneer zg zich niet hecht aan God met eeu
levendig geloof, groot vertrouwen eu met
een volhardend gebed tot Hem hare toe
vlucht neemt en zich dikwgls sterkt met de
Genademiddelen der H. Kerk.
Maar de godsdienst is niet enkel voor de
vrouwen, neen de godsdienst is ook voor de
mannen, de godsdienst is voor allen, want
godsdienst is God als zgn Heer, Schepper,
en Vader erkennen, aanbidden, beminnen
en dienen. Godsdienst moet iedereen hebben
eu het is geweten- en karakterloos, 't is de
eerste meascheuplicht met voeten treden,
geen godsdieust te bezitten.
En van wie hebben wjj het eerste gedeelte
van het offer: den godsdienst? Van wie an
ders dan hoofdzakelijk van de opvoedster
van Gods genade, vau onze moeder.
De Bisschop Sailer uitte zich 'over zgne
moeder op de volgende wjjze: «Heb dank,
dierbare moeder! Eeuwig bljjf ik schulde
naar. Zoo dikwerf mjj uw blik, uwe gebaren;
uw handel en wandel, uw ljjder., uw zwij
gen, uw gèveD, uw zwoegen, uwe zegenende
hand, nw stil en aanhoudend gebed van
mjjne prilste jaren voor de oogeu zweefdej
werd het eeuwige leven, hit gevoel van den
godsdieust als opnieuw in mjj geboren eu
dit gevoel kon naderhand door geene denk
beelden, door geen twjjfel, ja zelfs door geene
zonden worden uitgedoofd. Dit eeuwig leven
leeft nog in mg, ofschoon gg reeds meer
dan veertig jaar deze aarde hebt verlaten.»
Bjj den dood van Lamoricièie vond men
op zjjne tafel een ouden, versietin catechis
mus, bjj welken bjj eiken Zon- en feestdag
te rade ging om zjjne deuk- en handelwijze
naar de leer der Kerk ta richten. Deze Ge
neraal was niet alleen eeu soldaat, maar
ook een geloovig CbristeD. Eu aau wien
bad hjj dien kerkeljjken zin, dat vaste ge
loof, te danken? Aan zgne moeder.
werkeloos leven moede; wjj willen hem bezigheid
verschaffen.»
Na het eindigen der audiëntie drongen allen
zieh rondom den CLerste, men omarmde hem;
hjj werd overhoopt met gelukwenschingen; als
om s rjjd wilde ieler hier de eerste zijn en hjj
was nauwelijks in staat om den handdruk van
al zijne vrienden te beantwoorden.
De Generaal S., die nog daags te voren de
bekommering van den Maar chalk ha i vermeer
derd, door zijne verwondering aan den dag te
leggen over de vermetelheid van Delé'éa, strekte
zijne lange armen uit over de schouders van hen,
die den O.erste omringden en hem trouwhartig
de hand echuddende, riep hjj hem toa.
«Vergeet niet, Dele éa, dat ik n morgen op het
ontbijt verwacht."
Twea dagen na dit hof-tooneel, ontving de
O/etste Doléléa zjjne benoeming tot chef van den
generalen stuf bjj de armee van Portugal, over
welke de Hertog van Abrcntes het opperbevel
had.
Zijne uitrusting was spoedig gereed en tóor zjjn
Vertrek had hjj nog een afscheidsgehoor bjj den
Keizer, die tot bem zeide: «O.erste! ik weet dat
de herinnering, om den verloren tjjd weder in
te halen, bij u onnoodig is. Ik hoop dat wij beiden
Wie kent niet den Graaf De Maistre? Hg
was niet alleen een geniaal man, maar ook
een waar katholiek wgsgeer en staatsman.
Hjj had eene dochter, die meer den vader,
dan de moeder tot toonbeeld had genomen.
Daardoor scheen zg ook aanleg te hebben
gehad tot savanterie. Eens liet zg zich in
een brief aan haar vader eene minachtende
uitdrukking ontvallen over de roeping der
vrouw, der moeder. De Maistre antwoordde
haar; «Mjjne dochter, het is de grootste ver
dienste, uwer moeder, dat zjj een zoon heeft
opgevoed, die bidt eu niet beeft vóór de
kanonnen.»
Zeer gewichtig derhalve is de verheven
taak der opvoeders, zoowel der moeders als
der vaders. Bireidt awe kinderen derhal ve
voor tot het eeuwige leven, oudars en voog
den, dat is en bljjft het hoofddoel der gansche
opvoeding. Draagt zorg dat geen der nwen
door uwe schold verloren ga. Vermaant,
verzoekt, dreigt, ja tuchtigt, opdat gg nwe
kinderen, die schatten aau uwe zorgen toe
vertrouwd; op hunne ware bestemming
brengt, waar gjj u met hen zult verheugen
door God eeuwig te bezitteu, te loven en te
beminnen en zoo het loon te verwerven,
waarop gjj door de goede opvoeding aan
uwe kinderen verstrekt, voorzeker aanspraak
hebt.
De jl. Dinsdag te Barlgn gehoudene pa
rade was, onder beganstigiug van het prach
tigste weder, schitterend. Te 9 uur kwam de
Keizerin met de Koningin-Regentes Emma
in een met zes paarden bespannen rijtuig op
het Tempelhofer paradeveld, waar zg door
den Keizer werden ontvangen.
Het paradeveld bood het schitterende
schouwspel aaa, dat doze groote millitaire
vertooaingea al'ij 1 opleveren. Iets nieuws
bjj deze gelegenheid was de groote lucht
ballon van de militaire lnchtscheepvaart-
aideeling, die majestueus, door een kabel
vastgehouden, boven de troepen zweefde. De
Keizer, die de uniform van het tweede garde-
regiment droeg, stelde zich telkenmaal bjj
het voorbjjmarcheeren persoonlgk aan het
hoofd van dit korps.De Koningin der Neder
landen is «a la suite» van het genoemde
regiment en de Hertogin van Ediobnrg
«a la suite» van het regiment Keizer Alexan
der geplaatst. Na afloop der parade begaven
zich de vorstelgke personen naar het paleis,
waar te een uur bet familie-dejeuner en
de maarschalkstafel werden gehouden.
Na de parade heeft de Keizer in den tuin
vóór het paleis, de vaandelcompagnie ge
presenteerd aan Koningin Wilheimina, die
met de Koningin-Regentes, de Keizerin en
de andere vorstelgke personen op het balkon
verscheen.
Koningin Wilheimina heeft de parade
niet bjjgewoond. Zjj bleef in gezelschap van
de keizerljjke kinderen rnstig in het park
weldra volkomen over elkander zullen terreden
zijn.
Toen de wakkere O erste Delélée van deze
laatBte audiëntie terugkwam, verklaarde hjj dat
er nu niets meer ontbrak om zijn geluk te vol
maken dan eene gunstige gelegenheid, om zich
in stukken te laten houweu voor een man, die
zoo goed de kunst verstond, om de wonden eener
lange ongenade te heelen. Zoo groot was de
macht, die Z|jne Majesteit op de gemoederen
oefende! De Overste was weldra dePyreneën
over en Spanje doorgereisd alwaar hjj doorJunot
met open armen werd ontvangen.
De armee van Portugal, welke sinds twee jaar
tegen de inwoners en de Engelschen met ongelijke
krachten streed, had veel geleden. Den soldaten
ontbraken levensmiddelen en kleeding. De nieuwe
chef van den generalen staf deed al het mogeljjke,
om het verkeerde en gebrekkige te verhelpen; en
reeds verluugdeo zich de krjjgslieden over de
weldadige gevolgen zjjner tegenwoordigheid bjj
het leger, toen de O.erste Dele.ée.na buitengewoon
sterke inspanning zjjner krachten, piotreling krank
werd en vroeger stierf dan het hem mogeljjk was,
aan de verwachtingen des Keizers te voldoen.
HiiRLElf SdBE MllRAIT.
ABONNEMENTSPRIJS
3E pi AlMTTr.KTï
AGHTE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.