NIEUWE
Zonlas 5 Juni f892.
Pinksteren.
De nieuwe Belasting.
N« 1843
!74f Jftirgu*
De lotgevallen van Claudius
Fochinet,
RUT.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B U R E A TT: St. Janstraat Haarlem.
AQTTE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertent iën worden uiterlfik Maandag-, Woensdag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPERS LAUKEY.
Wegens het hoogfeest van Pinksteren zal
de Nieuwe Haarlemsche Courant in plaats van
Dinsdag, Woensdag e. k. worden uitgegeven. Het
dan volgende nummer verschijnt Zaterdag 11 Juni
a. s.
Zfi, die zich tegen 1 Juli e. k. op
de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
of het ZONDAGSBLAD of op beide bladen
obonneeren, ontvangen de nog voor dien
'•fid, dus gedurende de maand Juui verschij
nende nummers gratis.
Reeds in bet oud verbond werd een pink
sterfeest gevierd; het was een oogstfeest en
werd de «dag der eerstelingen» geheeten,
omdat men op dien dag Gode dauk bracht
voor den oogst en de eerstelingen der vruch
ten offerde. Hoofdzakelijk echter was het
een herinneringsfeest aan de wetgeving,welke
God op den berg Sinaï gaf op den vijftig
eten dag na den uittocht der Israëlieten uit
Egypte. Evenals nu het Joodscbe Paasch-
feest eene voorbeduiding tan het Christelijke
Was, zoo is dit ook het geval met het Pin-
steifeest van het oud verbond. Op Sinaï werd
het Rijk der wet opgericht, op het Pinkster
feest werd het Rjjk der vrijheid in den H.
Geest, de Kerk, gesticht.
De oude wet was op steenen tafelen ge
grift, omdat dit schrift niet uitwjscbbaar
ïfi, Óp de rotsen, zegt Bisschop Everhard
Van Trier, plachten in 't morgenland de Ko
ningen der oudheid huune groote daden,
hunne schitterende veroveringen en over
winningen te beitelen opdat zij van eeuw tot
eeuw door de menschen zouden gelezen wor
den. Nog in onze dagtn zien de reizigers
ln het Oosten zulke opschriften uit de grijze
oudheid, in steenen en rotsen gehouwen, De
wet van Jezus Christus, de wet.der genade
fo liefde, werd piet in rptsen gegrift,
naar in het menschelfik hart, Aan zijne
Apostelen en aan hunne opvolgers heeft
Christus alle waarheden toevertrouwd; zij
moeten Zfine woorden steeds onveranderd
bewaren, zij moeten Zfine heidge leer zon
der onderscheid aan geleerden en oogeleer
den, aan groot en klein verkondigen,
De Heiland heeft de belolte gegeven; «Het
Evangelie van het Rfik Gods moet aan alle
Volkeren verkondigd worden en dan zal het
einde der wereld komen.» Niet de steenen
oo de rotsen maar de menschelfike mond
Uoet Zfin woord verkondigen, tot het einde
der wereld komt. Steenen tafelen zfin sterk
bewaren trouw wat er op geschreven
slaat; maar het menschelfike hart is zoo zwak
wankelend, het menschelfik g hengen
Vergeet zoo spoedig en kan zoo gemakkelfik
dwalen. En toch zullen de Aposteleu eu
hunne opvolgers ia de Katholieke Kerk de
leer van Christus met hait en mond door
Rlle eeuwen heen verkondigen;het schrift van
de steenen en rotsen zal verdwijnen, maar
Christps' woord zal niet vergaan,.
Het heilige Pinksterfeest verklaart ons,
FE V ILLS TO N.
Eene zonderlinge geschiedenis, getrokken uit
zjjn testament. (1784.)
Ik Vraag u of het de zaak van een gehangene is
°m een boek te schrjjven? Het is maar al te waar
dat men mjj voor eell goede twintig jaren op
geknoopt heeft; maar gelukkig ben ik er niet
nek van geweest. Dan ter zake.
Ik was te Lausanne, mjjne geboorteplaats, een
eerljjke kruidenier. Ik dreef er vrjj goede zaken
90 mjjn klein fortuin groeide met den dag aan.
Ik was gewoon, evenals mijne brave medebroeders,
schapenvet onder de gezouten boter, meel
onder de losse broodsuiker, saliebladen onder de
thee, peerenmost onder de cognac, water tusschen
den tabak, houtmolm tusschen de peper en de
snuif en geroosterde boonen onder de koffie te
mengen. Deze kleine hulpmiddeltjes verwekten
niet de minste aanmerking, omdat, meer of minder
het gebruik algemeen was. Ik had een jongen in
boe de Heiland Zfin woord aan zwakke
menschen bon toevertrouwen. De H. Geest
daalde neder in de gedaante eeuer vlam en
onder eeu'hevigen storm. De stormvlagen
nu verjagen de wolken van den twijfel uit
het christelijk gemoed, de schitterende vlam
men verlichten het hart. Da H. Geest helpt
de Apostelen eu hunne opvolgers de waar
heid bewaren. «De Trooster, de H. Geest,
Dien de Valer in Mfiu naam zal zeudeu,
zal u alles leeren en u aan alles herinneren
wat Ik u heb gezegd.» Hk zal den Vader
vragen en Hij zal u een anderen Trooster
zenden, Die bfi u bljjft in eeuwigheid.» Zoo
heeft de genade van den H. Geest Gods waar
heid, ondanks alle dwalingen, bewaard. Dat
is juist het verhevene, en wonderbare, dat
zwakke menschen werden uitverkoren, Gods
werktuigen te zfin. Da groote wereldrijken
zfin verdwenen en de geschiedenis wijst op
tallooze ruïnen van Rijken, die in hun over
moed zich hebben verpletterd tegen de rots
der Kerk, welke niet kan overweldigd wor-
ZoDder den II. Geest z^u ook de Kerk eene
dorre plant, een verouderd Rfik zfin gewor
den. Met den H. Geest is zij na zoovele
eeuwen eeuwig jong, krachtig, bloeiend,
steeds bereid en in staat de zielen te redden.
Daarom dankt de Christenheid God op bet
Pinksterfeest uit den grond des hat ten. Zij
prfist Hem wegens Zfine liefdeen zorgen voor
de gansche Kerk en verkrfigt u't het Evan
gelie voortdurend moed eu kracht^ in de
gevaren van den tegenwoordigen tgd en
voor den aanhoudenden strijd in e oekomst.
In het vertrouwen op den A machtige,
Die ons zal bfistaan en met Zgne s er e hand
ons ter rechter tfid zal helpen, zullen wij
ons op het aanstaande Pinksterfeest om de
altaren der tempelen Gods scharen en met
de Kerk smeekend bidden; Zen o God,
Uweu geest en alle dingen zullen nieuw ge
schapen worden en het aanschijn er aarde
zal worden vernieuwd.
Gelfik aan onze lezers bekend is, heeft de
Regeering bfi de Staten-Generaal aanhang.g
gemaakt een wetsontwerp tot invoering van
eene belasting op de inkomsten uit vermo-
SeReeds hebben voor enkele wekeni voorloo-
pige verslagen betreffende di we svoorstel
het licht gezien eu kan mea ïei ui reeds
eenigszins de stemming opma en, waarin de
voordracht door de Tweede Kamer is outvan-
geToch is Dit de opmerkingen, in de voorloo-
pige verslagen gemaakt, nog volstrekt niet af
te leiden welk lot de nieuwe belastingwet zal
ten deel vallen. Het is meermalen gebeurd,
dat in het vqoïloopig verslag om reu een
Wetsontwerp de ernstigste bezwaren wer en
te berde gebracht,en dat ten s o e e a en-
GeDeraal er toch hunne goe euring aan
hechtten.
mjjn winkel, die vaor mijne nering uitmuntend
was berekend, en die de hoeveelbe en au e geen
hij er tusschen smokkelde, zoo juis wis at te
passen, dat iedereen over mijne waren evreden
was. Die snaak stelde er eene eer in dat alles
zoo wel ging, en hij wilde «gne mengsels tot nog
grooter volmaking brengen. Na veel studie verzon
lijj met behulp van jalappe, mee, e sap van
witte pruimen en ik weet met welke andere,
misschien minder onschuldige rogeryen, eene
'saus om den honing teverlengen.Zijn samenstel had
eene uitwerking welke hij onge wy e n.e had
voorzien. Een dozijn mijner bes e an en, die
van dien honing gebruik maakten, aa en zich
zulk een hevigen buikloop op den hals, dat som
migen er van stierven.
Ik kreeg het eerst van allen kwaad vermoeden
van dat ding; ik haastte mij om dien pot met
honing uit mijn winkel weg te nemen, em door
een pot met besten natuurlijken omno e ver
vangen en bij voorraad den verdachten pot in
de slaapkamer mijner vrouw te brengen; want ik
was gehuwd. Ik zeide haar eenvoudig dat men
dien honing voor het oogenblik niet verkoopeo
kon, omdat er een onaangenaam geurtje aan was;
en daar'niets van die geschiedenis uitlekte, hield
Zoo ook thans. Gaat men de verschillend9
opmerkingen na, waartoe de belastingwet
van den Minister Pierson de leden der Twee
de Kamer aanleidiug heeft gegeven, dan zou
men reeds nu geneigd wezen om als zeker aan
te nemen, dat deze wet nimmer tot werke
lijkheid za! komen.
Eu toch twfifelen wfi geenszins aan de
goedkeuring der Kamer. Integendeel zfin wfi
er vast van overtuigd, dat, ondanks de aan
gewezen gebreken, welke aan het wetsont
werp tot invoering der belasting op.het ver
mogen kleven, de meerderheid der Sfcaten-
Generaai zich met de voordracht, behoudens
misschien de aanneming van enkele amende
menten, volkomen vereenigt.
Als grond voor deze meening geven wij
aan, dat de iiberaleu,'die in ons Parlement de
meerderheid vormen, zonder eene enkele uit
zondering zullen samenwerken om aan de
tegenwoordige Regeering een echec te bespa
ren.
Dit zou het toch zeker wezen, wanneer de
voordracht van den Minister van Financiën
werd verworpen. Want het Kabinet heeft bfi
monde van den Minister van Binnenlandsche
Zaken herhaaldelijk de hervorming van ons
belastingstelsel als een deel van bet werk
program der Regeering verklaard,zoodat Tan
de aanneming der ingediende wet wel dege
lijk het aanblijven van het Ministerie afhan-
helfik is. Ea nu moet het buiten twijfel wor
den geacht, dat de liberalen alles zullen aan
wenden om de bestaande parlementaire meer
derheid te handhaveu en het tegenwoordig
Bewiud te doen voortduren.
Het is dus volstrekt niet gewaagd om te
onderstellen, dat de belastingwet van den
Minister Pierson over korter of langer tfid
wordt ingevoerd.
Niettemin achten wfi het noodig op
eukele aanmerkingen, m de voorloopige
verslagen gemaakt, de amdacht te vestigen.
Geheel eens zfin wfi het met die leden van
de Kamer, die in de groote haast en voortva
rendheid, waarmede de voordracht is inge
diend, een groot nadeel zien voor een degelfik
onderzoek en flinke behaudeling van de be- i
lastingwet. Deze wet.toch staat in onmiddel
lijk verband met andere wetsvoordrachten op
belastinggebied, welke wel door den Minister
zfin beloofd, doch die tot nog toe geheel on
bekend zfin. Wat men thans van den Minister
heeft bekomen, is volgens zfine eigene verkla
ring slechts een deel van het complex van
met elkaar samenhangende wijzigingen van
het belastingstelsel. Het is niet wel mogelijk
omtrent de voorgestelde vermogensbelasting
eene beslissing te nemen zonder vooaigaaud
onderzoek van bet nog in te dienea wetsont
werp nopens dn beroeps- eu bedrijfsbelastin
gen. Beide belast ngen staan met elkander in
zeer nauw verband en moeten, gelfik de Mi
nister zelf zegt, een geheel vormen. Voorts is
het toch rationeel, dat, nu de Minister
voorstelt voor 10 millioen aan lasten te doen
vervallen en voor 10 millioen aan nieuwe
lasten op te leggen, alle voorstellen, welke op
ik my dood stil.
Mjjne vrouw was hoogst zuinig. Zy had eene
zware verkoudheid opgedaan, en daar het goede
mensch niet van zich kon verkrjjgen om van
mjjn besten honing te gebruiken, behielp zij zich
met dien pot, die in haar bereik was. Gelukkiger
wijze had zij geene kinderen, want zij zou hen
op dezelfde wyze hebben onthaald. Midden in den
naoht werd zij zoo ongesteld dat ik mjj genood
zaakt zag om eeu geneesheer te gaan halen. De
man zette aanstonds groote oogei en een bril
op: hij erkends terstond verschijnselen van vergif
tiging. Hij vroeg aan mijne vrouw wat zij gebruikt
had en nu kwam natuurljjk de pot met honing
op de lappen, dien ik uit mijn winkel g"zet had,
omdat het publiek er niet meer van gediend bliefde
te zijn. De geneesheer waB over deze omstandigheid
zichtbaar getroffen, hij schreef eenige dingen voor
en verwijderde zich, zeggende dat hij over een
uurtje zou terugkomen. Ik ging mijn winkeljongen
wekken om hem met eene boodschap naar de
apotheek te belasten. Zoodra hij vernam wat er
gaande was, werd hjj bleek en begon aan al zijne
leden te sidderen; hij ging evenwel den last
volbrengen, dien ik hem had opgedragen. Doch
hij keerde niet terug en het was de apotheker
die vermindering en vermeerdering-betrek
king hebben, bfi de Kamer bekend moeten
zfin, alvorens een dier vooratellen kan wor
den afgedaan.
Bijna oabegrfipelfik moet het heeten, dat
de Minister zich heeft laten verleiden tot het
zoo spoedig indienen van slechts een klein
gedeelte der wetten, die hfi wenscht voor te
dragen tot hervorming van het belasting
systeem. Het groote bezwaar dier partiëele
indiening zal hem toch niet zfin ontgaan. Hfi
zal zeer goed hebben begrepen, dat eerst met
vrucht de behandeling van de vermogensbe
lasting door de Tweede Kamer kan worden
onderhanden genomen, wanneer zfine voor
nemens in huu vollea omvang zfin bekend.
Da eenige reden, waarom hfi naar onze mee-
Ding niet geschroomd heeft, toch de voor
dracht tot invoering der vermogensbelasting
te doen, is hierin gelegen, dat hfi van de aan
neming er van is verzekerd. Zeer waarschfin-
lfik steunt de Minister er op, dat de meeste
leden der Earner zich zullen vergenoegen met
een eenigszins gedetailleerde omschrfiving
van de door hem gewenschte regeling en dat
de liberalen zich voor het overige wel zullen
vereenigen met zfin arbeid.
Zooals gewoonlijk, zal ook bfi het belas-
fingvraagstuk de parlfi-quaestie beslissen, en
het oordeel van de Kamer over de vermo
gensbelasting afhankelijk wezen van hetgeen
de liberale partij over de wet denkt.
Daargelaten nog het liberale begrip, dat
aan de ingediende en nog in te dienen wetten
tan grondslag ligt, namelfik vermeerdering
der belastingen om daardoor ook de uitgaven
te kunnen dien stijgen, had de Minister toch
wel gelfik hem ook in het voorloopig ver
slag werd opgemerkt rekening moeten
houden met de vraag, of in de toekomst voor-
deeüge, dan wel nadeelige saldo's te wachten
zfiu. Van de beantwoording dezer vraag
hangt toch af, hoe groot de totale opbrengst
der belastingen zal moeten wezen na de voor-
genomene herz iening.
Naar wfi meenen, moet eene verstandige
Regeering, die wel doordrongen is van de be
langen der Natie, er naar streven om het ge-
heele bedrag dar belastingheffing zoo gering
mogelfik te doen zfin. Dat is <ie plicht van
elke Regeering. Eu wanneer deze nu onder
neemt om eene reorganisatie tot stand te
breugen van het belastingstelsel, dan is zfi
wel degelfik verplicht om na te gaan of het
bedrag, door nieuwe lasten te vinden, niet
geringer kan wezen dan dat, hetwelk door
afschaffing of vermindering van bestaande
belastingen zou opgeofferd worden.
Hieraan heeft de Minister blijkbaar niet
gedacht, of. liever, hfi kan zich als echt libe
raal niet vooratellen, dat de staatsuitgaven
zulleu veraxiuderen. En toch is dit zeer goed
mogelfik. Ia het voorloopig verslag toch
wordt voorgerekend, dat de dienst van het
jaar 1892 waarschfinlfik een voordeeligsaldo
van 2 millioen zal opleveren, tarwfil na 1893
jaarlijks 4 millioen minder zal behoeven te
worden uitgegeven, ook wegens de vermin-
in eigen persoon, die my het geneesmiddel bracht.
Deze omstandigheid vermeerderde mjjne onge
rustheid.
Na verloop van een goed uur kwam de dokter
terug. Hy had eene ziekenverpleegster bij zich; hjj
zeide mij dat de lijderes zoo veel rust moest hebben
als mogelijk was en raadde my aan om naar voren
in myn winkel te gaan. Ilc voed daar twee schepe
nen der stad, vergezeld van een paar gerechtsdie
naars, die my als giftmenger in hechtenis kwamen
nemen. Wat zal ik er u veel van zeggen? Men
beschuldigde my dat ik, behalve myne vrouw,
vier inwoners der stad, en onder andere de zuster
van den rechter, die een oude, onbarmhartige
zwingliaan was, had vergeven. Men doorsnuffelde
mya geheelen winkel, en men vatte tengevolge
van verscheidene vervalschte waren, zeer slechte
vermoedens tegen my op; het verdwijnen van myn
winkeljongen, die zich iutjjds uit de voeten ge
maakt had en nergens te vinden was, leverde een
ander niet minder zwaar bewys op tegen myn
persoon. Om kort te gaan, men veroordeelde mij
om gehangen te worden; en men talmde er ook
uiet lang mee, ik werd zonder complimenten op
gehangen.
(Wordt vervolgd.)