NIEUWE
agite ma non agitate.
1853
Vrtlm I Juli 1892.
174* JurKMC
Eene hoofd nwaling van de
sociaal-democratie
BUITENLAND.
Ia een onzer hoofdartikelen hobbsn wjj
dezer dagen, naar wij meenen, op duide-
'Öke wjjze betoogd, dat de afschaffing van
bet privaat bezit, zoo zeer door de sociaal
democraten gesvenscht, ontzettend nadeelig
^oude werken op de maatschappij en het
individu en zonde voeren tot een toestand
vau volkomen barbaarschheid. Omtrent de
hoofddwaling der sociaal-democratie, het
afschaffen van het bizoader eigendom, wen-
schen wij ook thans nog het een en ander
tot aanvulliug van het reads door ons mede
gedeelde, in het midden te brengen.
Ferréol.
AiBLElfS
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUEEAIT: St. Janstraat Haarlem.
TTT.Nrt
C0ER1AT.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels 30 Gents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per aavertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en V r 5 d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KAPPERS UAUREY.
Met de afschaffing van het privaat bezit
verdwijnen de misdaden, ziedaar eene hoofd
dwaling der sociaal-democratie, welke zg,
ondanks de beste bewgsen voor de onmo
gelijkheid van het communisme, overal ver
kondigen, zoowel in redevoeringen, in ro
mans en tijdschriften als in de sociaal
democratische nieuwsbladen, die de socialis
tische wgsheid verkondigen. «Het privaat
oigendom», zeggen de socialisten, «draagt
de schuld van onz8 hedendaagsche ongun
stige toestanden. De misJadeu komen uit
die toestanden voort, want zjj vinden hare
oorzaak in de gesteldheid van den mensch
en io de omstandigheden waarin hg leeft.
De innerlijke gesteldheid heeft haar grond
in den lichameiijken toestand. En deze toe
stand komt van de ouders af. Is de licha
melijke toestand slecht, dan komt zulks,
omdat de ouders of door overmatig genot
of door groote ontberingen een bedorven
lichaam hadden en aan hunne nakomelin
gen een verpestenden levenskiem gaven.
Vermits een deel der menscben in geoot
zwelgt en het andere deel iu de diepste
ellende verkeert, worden de lichamen be
dorven en aldus de kiem der ondeugd meer
en meer verspreid. De uiteilgke omstandig
heden d en het hare erbij, dat de kiem zich
steeds meer ontwikkelt en de maatschappij
allengs meer in een poel van misdaad ge
raakt. De christelijke begrippen der maat
schappij stellen grenzen aan l^e natuurijjke
driften en neigingen van den measch en men
noemt de overtreding dezer grenzen mis
daden. Maar de mensch wil bevrediging
zijner driften en neigingen; hij overschrijdt
FEU ILL B V O N.
Perréol was te Marseille geboren. Hg was jong,
vol levenslust eu intelligent en hjj had zicti tot
grundregel gestel izich nooit over iets te verwon
deren. Hg liet die gewaarwording over aan de
zwakke zielen, hij vieesde zelfs niet, zooals de
oude Galliërs, dat de hemel op zjjn hoofd zou
neerkomen. Het ontbrak hem aan niets, hij had
geld genoeg, hij leidde een onbezorgd leventje
en keek lachend ile toekomst in.
Te Parijs ontmoette hij Angèle.
Ze was bekoorlijk en hij werd verliefd op baar.
Hg zeide ha«r dit, ze luisterde naar hem; hij
Vroeg om wederliefde.
Ze was een deugdzaam meisje; waarom zou hjj
baar niet trouwen?
Perréol zeide:
Hebt ge familie?
Ja, een vader.
Waar is hij?
In Brest.
Wat doet hij daar?
Hjj kalfatert rchepen.
Een schoonvader te hebben die schepen kalfatert
vond Perréol niets buitengewoons.
Dan ga ik onmiddellijk op reis, zeide hij.
Waarheen?
Naar je vader, om hem om je hand te
vragen. Zoo ben ik nu! Stel niet uit tot morgen
w#t ge heden doen kunt, zegt een goed spreek
woord. Gewogen dat is verkocht. Ik bemin
je, je bemint mjj niet waar, je bemint me?
O ja.
Goed. De trein vertrekt om acht uur van
avond. Om elf uur, morgen ochtend, ben ik in
Brest. Ik ga naar de werf eu spreek met je vader.
Ik doe hem mjjne vraag. Hjj antwoordt en ik
ben overgelukkig. Dan pak ik den trein van drie
uur en overmorgen-avond om zeven uur zeg ik
tegen je: je behoort mjj toe.
dus de hom gestelde grenzen en pieegt mis
daden. Met die grenzeu vailen dus ook de
misdaden.»
Ziedaar de sociaal-democratische «bewij
zen»; men ziet het, 't ziju echt sociaal
democratische bewijzen. Elke volzin bevat
de grofste onwaarheid. Het privaat bezit
draagt de schuld niet vau de hedendaagsche
maatschappelijke toestanden, maar deze on
gunstige toestanden komen van het misbruik
't welk men van het privaat bezit heeft ge
maakt.
De misdaad komt niet vooit uit de maat
schappelijke toestanden, waarin de mensch
leeft. Er bestaan, zooals de ondervinaiDg
leert, ouder alle omstandigheden deugdzame
mensehen en booswichten. De misdaad komt
voort uit de bedorveo natuur van den
mensch, die zich tegen Gods wetten verzet.
Zeker, werken ook uiterlijke omstandigheden
in dit opzicht schadelijk op den mensch. De
gelegenheid maakt den dief en omgang met
slechte menschen bederft de goede zeden.
Da bewering, dat de ionerljjke aanleg van
den mensch zijne oorzaak vindt in de licha
melijke gesteldheid, kan slechts iemand op
stellen, die gelooft dat de meusch niets meer
is dan een klomp vleesch zonder onsterfe
lijke ziel. Vermits de ziel aan het lichaam
verbonden is, van het lichaam de uiterlijke
indrukken ontvangt en door het lichaam
naar buiten werkt, zoo is voorzeker de li
chamelijke gesteldheid van grooten invloed
op de ziel en kannen ook zekere lichamelijke
toestanden meer neiging tot bet booze in
den mensch opwekken. Doch ieder mensch
is van zijne jeugd af aan tof het booze
geneigd 't zjj bjj een gezond of een ziek
lichaam mee ter wereld heeft gebracht Het
is een gevolg der erfzonde. Eene zaak der
opvoeding en wel is waar der god sdienstige
opvoeding, is het nu, den mensch te leeren
zjjne booze neigingen te beheersehen en in
toom te houden. Door een lichame gk welzjjn
wordt geen einde gemaakt aan de booze
driften en neigingen. Em blik iu het, wer
kelijke leven is voldoende om ons te over
tuigen dat juist eene volkomene gezondheid
en eene groote mate geluk en welvaart aan
de hartstochten voedsel geven, terwjjl de
meeste deugden door zwakke personen wor
den beoefend.
Zeker, ook de lichamelgke gesteldheid
der ouders heeft invloed QP den aard der
Zij bloosd-, glimlachte allerbekoorlijkst en flui8.
terde:
Ga danl
Perréol nam «en rijtuig. De koetsier was toe
vallig dronken.Hjj verwonderde zich met daarover.
Aan het station werden hem twee - alsche zil
verstukjes in de hand gestopt, '°on 'J Z1j^ aartje
nam. Hij verwonderde rich niet. In de wachtkamer
ontstal men hem zijn valies, i) ve. wonderde
zich niet. In den waggon nam een Engelachman
met wien hjj samenreisde, de groo se p aa s in
met taschjes, p'aids, hoedendoozen, enz. erreol
verwonderde zich niet.
De trein ontspoorde. Dat was eene kleinigheid.
Perréol's neus ontving een gevoeligen stoot. Hjj
beschouwde dat als de natuur ij s e zaa van de
wereld. Hjj kwam verscheiden uren te laat aan
dan liet hem onverschillig'
Vier-en-twintig uren later, dan hg gemeend
had, arriveerde hg te Bresten vroeg naar de werf.
- Op het Penfeld, derde blok links
Perréol wist volstrekt niet, waar hij het Penfeld
moest zoeken. Maar een man as ij vraagt niet
naar den weg.
Hjj stapte rechtuit, als iemand, die precies op
de hoogte is van de richting, d'e nj e volgen
heeft, stuitte op de kerk Saiut-Sauveur, daarca
op de poort Gason, vervolgens op de Madeleine,
stond toen met zjjn neus voor het kasteel en zag
eindeljjk een bord met //Penfeld-kade'' er op.
En daar hij in Marseille geboren en dus heel
vernuftig was, begreep hjj, dat bg nu vinden zou
wat hjj zocht.
Hg volgde de kade, brat bjj na zgn hals en
beeneu over geteerde touwen eu ankerringen,
werd geduwd en uitgesc jolden door lastdragers en
kwam ten laatste bjj een gebouw, waarop stond:
//Kalfaterij."
Hjj verwonderde zich evenmin hierover als over
iets anders.
Hij zag eene deur, vermoedde dat zij toegang
gaf tot eene ruimte,draaide den knop om en bevond
kinderen, maar zij is toch niet de eenige
zaak die invloed uitoefent, zooals de dage-
ljjksche ondervinding leert.
Zwelgerij eu ellende der ouders werken
in 't algemeen nadeelig op de lichamelgke
gesteldheid van het kind, dat valt niet te
loochenen. Maar het is eene onwaarheid te
beweren, dat een klein gedeelte der rnensch-
heid zwelgt in overvlo d en het overige
gedeelte in ellende leeft, omdat het niet
genoeg bezit, om de behoefteu te bevredi
gen. Niet alle rijken brengen hun leven
door in zwelgerg en zij, die niet rjjk zijn,
lijden toch niet allen honger. Bovendien
de misdaden worden toeh niet alleen door
rijke zwelgers en door bedelaars bedreven!
Onwaar is het ook, zooals wij reeds ge
zegd hebben, dat de uiterlgke omstandig
heden den eenigen zedaljjken steun geven.
Hoe dikwerf ontaarden de kinderen te mid
den van een braaf, voorbeeldig huisgezin!
Hoe vaak zien we voorbeelden van held
haftige deugd in eeue ontaarde familie eu
in eene slechte omgeving! Da Christen weet,
dat de geest Gods gaat waar bij wil en dat
een zedenrein leven zonder bovennatuurlijke
genade niet mogelijk is. Dat verklaart hem
alles. Maar de sociaal-democraten willen van
zulke zaken niets weten; boven de wolken
is slechts lucht, zoo spotten zij en boven
natuurlijke genade is onzin. Volgens hen
is de mensch slechts bestemd om bier op
aarde te leven; een hooger leven, aan gene
zjjde van het graf, loochenen zg.
Dat de gedroomde socialistische gelijk
heid en het democratische communisme het
einde van alle ondeugden en misdaden zou
zijn, behoort tot dat onbegrijpelijke zelf
bedrog, waarin de sociaal-democratie zoo
sterk is. Of de ongeloovigen daar wel vast
aan gelooven? 't Wil ons toeschijnen, dat
zg meer vertrouwea in het andere middel
stellen, 't welk daarin bestaat, dat de teu
gels verwjjdeid worden, welke de harts
tochten in toom houden. Vermits volgens
hun begrip de misdaad niet daarom eene
misdaad is, omdat God haar verbiedt, maar
omdat de menschen haar als eene misdaad
beschouwen, daar zg met de bestaande wet
ten in botsing komt, meenen zg, dat er
geen misdaad meer zon bestaan, wanneer
het huwelijk tot een te allen tijde oplos
baar contract eu het privaat bezit tot ge
meenschappelijk eigendom werd gemaakt.
zich in eene donkere zaal, waar een matroos op een
veldbed uitgestrekt lag eene pjjp te rcoken.
Meneer Kéoézek hiei? vroug Ferréol.
Kénézek was de familienaam der geliefde,Angèle
Kénéiek.
Niet hier, luidde het antwoord.
Waar is hjj?
Aan het werk natuurljjk.
Waar.
Daar beneden.
En de matroos wees met zgn duim ergens vaag
heen.
Dan zal ik hem opzoeken.
Jjj kereltje?
Waarom niet?
Dat zou al heel grappig zjjn!
Geen praatjes. Ik moet meneer Kéaétek
dringend spreken, de zaak kan geen minuut uitstel
ljjden. Ik moet hem spreken en onmiddellijk, al
moest ik er voor in de zee afdalen.
De matroos sprong op, verplaatste zjjne pjjp v«n
den linkerhoek van zgn mond naar den rechter
en riep uit:
Dus je bent ook bij het vak.
Perréol begreep hem niet, maar hjj zeide:
Natuurljjk.
Vooruit dan maar. Ik zd je bij hem brengen.
Je kunt je hier wel aankleeden.
Zich aankleeden! Ieder ander dan Ferréol zou
een uitroep of eeDe beweging, verbazing te kernen
gevende, niet hebben kunnen weerhouden, maar
Ferréol nist aldus. Misschien moest hjj zich, om
aan zjjn aanstaanden schoonvader voorgetiteld te
worden, in esn rok steken.
De matroos deed twee schreden raar eene deur,
stond toen siil en sprak:
Wacht eens even.
Hjj nam van den muur een b svlekt, kleverig
stuk karton en ondervroeg, lezende, Perréol op
de volgende wijze:
Je verkeert niet in staat van dronkenschap?
Wjj zullen verder niet spreken van het bru
taal verzet tegen God en Zgn gebod, 'twelk
in zulke plannen ligt, wij volstaan in deze
met te zeggen dat de sociaal-democraten
vau de eene dwaling in de andere vallen.
Is het niet klaarblijkelijk, dat in een Staat,
waar algemeece gelijkheid en gemeenschap
pelijk bezit is ingevoerd, ingrepen zouden
gedaan worden in hetgeen anderen zon toe
bedeeld worden, wanneer men zich bena
deeld acht en dat daar moord en doodslag
zouden geschieden wanneer de eeue den andere
afhandig maakt wat bjj zgn leven lang in
liefde hoopte te bezitten.
Niet de verbetering der levensvoorwaar
den aileen en zeker niet de afschaffing der
goddelijke wetteD, maar boven alles de aan
houdende strjjd tegen de slechte driften en
de zegepraal over hartstochten en booze
neigingen zgn de middelen, waardoor wg
onder Gods hulp bet slechte in ons zeiven
en in de maatschappij kunnen overwinnen.
Bjj onderzoek omtrent de uitvoering der
wet in Dnitschland betreffende verzekering
ter zake van invaliditeit ia gebleken, dat
in een aantal districten der verschillende
bondsstaten bet toezicht op de uitvoering
gebrekkig of totaal verzuimd was. Vandaar
dat er nog geen voldoend overzicht om
trent de werking der wet is verkregen, de
daaromtr. nt zoo gewenschte statistiek das
nog niet kan worden geleverd, en er al zoo
van de voorgenomen openbaarmaking der
resultaten nog vooreerst niefs kan komen.
Er zal du worden getracht, in dit ongemak
te voorzien, onder anderen door aanstel
ling vau meerdere ambtejaren vaD toe
zicht.
De hoofdcommissie voor de Duitsche
vrouwen-afdeeling op de tentoonstelling te
Chicago is te Berlijn bijeengekomen. Prin
ses Friedrich Earl heeft het protectoraat
er over aanvaard. Met haar staat am het
hoofd een eere-presidinm van drie dames
en twee heereu, terwjjl de leiding is op
gedragen aan het eigenlijk bestnur, het
welk door een centraal comité wordt bjj-
gestaau. In de vergadering moet nu onder
anderen worden beraadslaagd naar aanlei
ding der mededeeliog van het Amerikaan-
tche vrouwen-comité, dat het in de bedoe-
Ik? Maar!
Maar hjj bedwong zich en antwoordde kalm:
Ik heb geen glas water in mjjn maag.
Is het meer dan een uur geleden sinds je
hebt gegeten?
Drie uren.
Perréol had een bjjna onweerstaanbaren
lost om te vragen of men hem voor den gek
hield; een ander zou voor de verzoeking bezweken
zijD, hjj niet.
Je zweet niet.
Ik ben kurk droog.
Je geniet eene goede gezondheid.
Ik ben van ijser en staal.
Je bent kalm, niet zenuwachtig.
Ik ben een mensch zonder zenuwen.
Best.
De man hing het karton weer tegen den wand
en opende de deur.
Trek je jas uit.
Ferréol had nog nimmer bjj een vader aanzoek
om de hand zjjner dochter gedaan. Hjj had wel
een helder verstand, maar hjj was toch nooit op
het denkbeeld gekomen, dat dergeljjke formali
teiten noodig of vereischt zouden zjjn. Maar daar
hjj behoort tot eeu slag van menschen, die zich
nooit ergens over verwonderen, vertrok hij geen
spier van zjjn gelaat en gehoorzaamde.
Het was bijna volmaakt duister in het vertrek:
Periéol zag niet waar hjj zich bevond.
De matroos opende een kist en haalde er een
muts, een vest, een broek en een paar schoenen uit.
Daarin zul je niet zweeten.
Feriéol trok de kleedingstukken aan, die sterk
naar pik en zeewater riekten.
De matroos hielp Perréol de kleeren, die van
eene slaDpe, dichte stof vervaardigd waren, aan
trekken, zoo handig als ware hjj zjjn leven lang
kamerdienaar geweest. De groote zware schoenen
wogen hem als lood aan de voeten. Ten laatste
deed hjj hem een lederen kraag om, die nauw
om de schouders sloot. (Slot volgt.)