N I 1
3 U
W E
Jh. ,883
eu 1! September 1892.
!7i« Jurgug
agite ma non agitate.
De betooging voor het alge
meen stemrecht.
buTt E L A Hl D.
ZonÉ
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B IJ R E A TT: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag-
en Vrgda g-a vond voor 6 uui ingewacht.
Uitgever»-. KüPPERSfcl, AUREY.
1 Zjj, die zich tegen 1 October e. b. op
de ÏÏIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
het ZONDAGSBLAD of op beide bladen
•honneeren, ontvangen de nog voor dien
dns gedurende de maand September
'erschgnende nummers gratis.
Door de voorstanders van het algemeen
8te®recht was tegen den 18en September
°P een terrein in de residentie eene betooging
8®organiseerd, waarop zjj het voornemen
h&dden voor de zooveelste maal hunne Btel-
'ingen te verkondigen.
Aan deze demonstratie wenschten die per
sonen een optocht te verbinden, zoodat zjj
b>et vaandels en banieren naar het terrein
?er samenkomst zoude n trekken. Die optocht
echter verboden en ook de samenkomst
lö de open lucht zal geen voortgang heb
ben. Dit is door den Burgemeester van
•'Gravenhage vooral geschied met het oog
°p de tijdsomstandigheden, die het niet wen-
'cheljjk maken, dat groote sameukomsten
tan personen uit verschillende streken op
een pont plaats hebben.
Hierover wordt echter zeer verschillend
RSoordeeld. Sommigen beweren, dat de be
toging voor het algemeen stemrecht vol
trekt geeue nadeelige gevolgen voor den
'Igemeenen gezondheidstoestand der bevol
king kan hebben, terwjjl anderen meenen,
dat bedoelde Burgemeester het verbod alleen
Regeren heeft, omdat hg niet instemt, met
het doel, dat door de betoogers wordt be-
oogd.
Hoe dit echter zjj, wjj kunnen niet anders
<tn onze volkomeoe instemming betuigen
Oaefc deze beslissing, omdat wg voor de
Waarachtige volksbelangen volstrekt geen
Heil zien in die straatvertooningeo.
Het kan toch niet anders worden genoemd
dau eene vertooning, dat demonstreeren ter
'erkrjjgiDg van politiek recht. Want nie
mand zal door zulk een optreden de over
tuiging bekomen, dat het algemeen stein-
'echt moet ingevoerd worden. De tegen-
ganders er van zullen op zulk eeue wjjte
'eker niet in voorstanders veranderen, ter
wjjl die demonstratie voor onze Regeering
ook geeue aanleiding zal opleveren om dat
stemrecht aan de Vertegenwoordiging voor
t® stellen.
De betooging kan geen enkel practisch
Out hebben. Wel zjja er zeer groote en
gewichtige nadeelen aan verbonden. Daar
op een Zondag gehouden zou worden,
'ouden zeker vele personen op dien dag
drukke werkzaamheden hebben, terwjjl zg
hnders op dien dag konden rusten. Wie het
*olk lief heeft, mag er niet toe medewer
ken, dat vele personen uit de volksklasse
°P den rustdag moeten arbeiden. Indien hg
hierop niet wil letten, dan is dat voor onB
•en bewjjs, dat de behartiging der volksbe-
FEUILLETON.
Eene daad van gerechtigheid.
Vervolg.)
Met weinige haastige woorden zeide Joseph
ham nu, waar Jules gewoon was zjjne portefeuille
Je leggen, indien hij haar reeds had geborgen;
d® sleutel lag ouder den monumentalen inktkoker.
Jules was de zoon hunner tante, hun volle neef
s» hjj was een zeer rijk landedelman van een-
'U-dertig jaar, de eigenlijke besitter van het kas-
*e't waarop zjjne moeder met hem woonde.
Joseph had hem bestolen, het arme verschrikte
Meisje beefde als een riet. Hare aangeborene goed
heid en hare genegenheid voor hem, hadden dade-
Sk zjjne verontschuldiging gereed; hjj had immers
berouw.
Terzelfder tjjd werd het haar duidelijk, hoe
Jhoeiljjt het teruggeven zou zjjn, dat zjj op zich
had genomen. Het gevoel der verantwoordelijk
heid drnkte haar zwaar en gaf haar tevens hare
Tegenwoordigheid van geest terug. Zij moest het
•deljjlt doen en zoo snel mogeljjk. Wie weet of
6 portefeuille niet op dezelfde plaats lag.
Zjj spoedde zich dus naar het kasteel terng
langen in zjjn mond niet meer dan een
onbedachtzaam uitgesproken woord is.
Doch ook zou zulk eene demonstratie
het nadeel met zich brengen, dat een aantal
personen nit de volksklasse zich op den
Zondag van huis begeven en vrouw en kin
deren aan hun lot overlalen. De uithuizig
heid wordt daardoor zeer bevorderd. De
familiebanden, die bjj sommigen toch reeds
zoo los zjjn, worden op die wjjze n°g slap
per en krachteloozer, zoodat de demonstra
tie ook op onze ond-vaderlandscbe deugd
van gehechtheid aan den familiekring een
noodlottigen invloed moest nitoefenen.
Het grootste nadeel ervan is echter, dat
onoadenkeDden door zulk eene betooging
geheel op een dwaalspoor worden geleid,
daar de leiders der demonstiatie trachten
te werken op de meeniug van de groote
menigte en haar op welsprekeadeu toon de
idealen voorschilderen, die het gevolg zul
len wezen van de invoering van het alge
meen stemrecht.
Vooral voor het jongere geslacht zgn
zulke openbare demonstratie» ge vaart jjk.
Het is toch een niet te weerspreken feit,
dat in den tegenwoordigen tjjd velen hunne
opleiding als 't ware op de straat ontvan
gen. Vooral in de grootere steden verkee-
ren vele nog jeugdige personen een groot
deel van den dag op de openbare straat en
doen zg daar hunne levenswijsheid op. In
plaats van die menschen naar huis te lok
ken, brengende bedoelde demonstraties hen
juist in de verleiding om nog meer dan
vroeger den hnisel jjken kring te vermgdeu.
En dan, wat hoort men op zulke samen
komsten! Het zgn niets dan redevoeringen
vol bitterheid en ontevredenheid. De toe
standen der samenleving worden daar op
eene wjjze besproken, die nimmer aanlei-
ning kan geven tot verbetering van hetgeen
werkeljjk niet goed is. Personen worden
door het sljjk gesleurd, hunne daden ver
dacht gemaakt en hunne bedoelingen mis-
keud.
Die samenkomsten kweeken een haat te
gen de bestaande orde in de maatschappij,
welke, zoo hg tot daden overgaat, de ver
schrikkelijkste gevolgen Da zich moet sleepeu,
Om het algemeen stemrecht te verkrggen,
daartoe achten de voorstanders ervan eiken
weg geschikt. Het bljjkt uit hunne rede
voeringen, vol njjd en bitterheid, da zg
indien de middelen hun ten dienste stonden,
niet zouden aarzelen om lang» den weg
van geweld te verkrggen, wat zg langs
dien der overreding niet kunnen bekomen.
Verbetering van alles, wat naar hau oor
deel thans niet goed is, verwachten de man
nen van het algemeen stemrecht van de
invoering ervaD. Eu toch, indien het bg
ons eens zoo ver kwam, dat in plaats van
't bestaande kiesrecht het algemeen stem
recht werd opgenomen in de reekü onzer
staatswetten, zouden de tegenwoordige eids-
mannen der democratische richting toch
bun zin niet krjjgen. Wüzjjo er zeker van,
dat dicht bjj het station lag. Uit bescheidenheid
had men broeder en zuster alleen naar en trem
laten gaan; er was dns niemand bjj b*"- J1®'
een beetje overleg kon zjj binnen het Kisteel
komen, zonder dat men haar zag.
De zon ging reeds onder, de schemering viel;
4b» begunstigde haar plan.
^délène verhasstte hare schreden; zij aeelc links
noch rechts en was geheel roet hare zending ver
vuld. Toen zjj het hek door was ging niet het
grasveld o«er, waar men haar had kunnen zien,
maar zjj sloop stilletjes door eene schaduwrgke
laan. Vjjftig pas verder lagen destallcD; uier zou
zjj dus niemand tegenkomen behalve misschien
een der knechts. Vlak tegenover de laan was de
serre; als men die doorging dan kwam men in
hui». De deur der serre was niet gesloten. Helene
nam op hare teenen den koristen weg door de
oranjerie en kwam na in eene gang, die de ves
tibule rechthoekig sneed.
Om in de kamer van Jules te komen, behoefde
men slechts de bibliotheek door te gaan, waar
gewoouljjk niemand was. Zjj trad binnen; doodsche
stilte; noch hier, noch in de studeerkamer bevond
zich iemand; de gordjjnen waren halverwege ne-
dergelaten. Tot hier toe ging alles dus naar wensch
dat het meerendeel van ons volk, indien het
kiesrecht algemeen was, de Regeerijg van
ons land toch niet ia de democratische
richting zou willen voeren, omdat ook de
arbeidersbevolking in 't algemeen genomen,
volstrekt geene neiging gevoelt om met de
democratische leiders éan weg uittegaan.
De bevolking van Nederland gevoelt geene
sympathie met de sociaal-democraten. Het
onlangs allerwege gevierde Koningiunefeest
toont duideljjk genoeg, dat de Natie een
afkeer bezit vau de woelingen der democratie.
En ook, toen hier ter stede het bericht
kwam, dat onze geliefde Kouioginnen de
stad met een bezoek wenschten te vereeren,
bleek het allerwege, dat alle klassen der
samenleving zich daarover verheugden, ter
wjjl het groote teleurstelling wekte, dat dit
koniuklgk bezoek om gewichtige redeneu
voor enkele weken moest u tgesteld worden.
Indien de omstandigheden voor velen te
genwoordig niet gunstig zjju, dan schrjjft
het meerendeel der bevolkiug van ons land
dit niet toe aan het gemis van het al
gemeen stemrecht. Onze Natie is te ver
standig, om niet in te zien, dat die omstan
digheden volstrekt gsen verband houden
met het kiesrecht, en dat, indien het stem
recht er eenigen invloed op uitoefent, deze
invloed van noodlottigen aard zou wezen,
wanneer het algemeen stemrecht werd inge
voerd.
Wg leggen er krachtigen nadruk op, dat
de sociaal-democratie volstrekt niet populair
is. Wel willen da democraten het doen voor
komen, alsof eg het geheele volk achter
zich hebben, en wenschen zjj daarom groote
demonstraties te bewerken. Doch zulk eene
betooging van voorstanders der democratie
beteekent niets, als men het cjjfer der deel
nemers vergeljjkt met dat van hen, die er
niet aan deelnemen.
Indien men m' t eene betooging iets wilde
bewjjzeu, dan zon het dit kunnen zgn, dat
het een bedroevend hoopja personen is,
's welk aan het groote meerendeel der inwo
ners van ons land de wet zon willen stellen.
Belacheljjk zou het wezen, wanneer de
overheid zich zou storen aan eeue dergeljjke
betooging. Afgezien vau de waarde van
bet algemeen stemrecht, zou het van de
grootst mogelgke oppervlakkigheid getuigen,
wanneer men uit het lawaai van ean troep
dwepers en kwaadgezinden zon opmaken,
dat het algemeen stemrecht een eisch moet
heeten van het oogenblik.
Neen, de overheid is naar ons inzien vol
komen in haar recht en doet zeer verstandig,
wanneer zij demonstraties voor het algemeen
stemrecht verbiedt. Niet van straatrumoer
en Zondag-ontheiliging verwachten wg be
tere toestanden dan thans bestaan. Zg, die
zoo gaarne de invoering van het algemeen
stemrecht wenschen, kunnen door middel
van het recht van petitie bg de Vertegen
woordiging of de Regeering bun verlangen
kenbaar maken en moeten dan afwachten,
hoe over hun verzoek wordt beslist.
de portefeuille lag niet meer op tafel.
Zjj volgde de aanwijzing van Joseph, tilde den
zwaren inktkoker op eene kleine, bronzen buste,
die Minerva voorstelde nam den sleutel en
vond de portefeuille in de lade links. Met bevende
hand nam zjj er die nit, legde haar op de schrijf
tafel en opende een der sakjes om er het toege
vouwen bankbiljet in te steken. Toevallig sloeg
zjj de oogen op; tegenover haar hing eau penant
spiegel tusachen de beide ramen. Als aan den grond
genageld bleef zjj staan; een onbestemde angst
maakte tich van haar meester, in den spiegel zag
zjj een klein, gloeiend stipje.
De sigsrette van Jules! Zjjne gedaante
kon zjj niet onderscheiden, omdat zjj te ver van
den spiegel stond. Had hjj haar reeds gezien?
Wat zou zjj doen? Zjj liet de portefeuille
liggen zooals die wa» en jjlde, snel als de wiad,
de kamer nit. Den hemel zjj dank! De teruggeving
was geschied.
Ais Jules haar eens gezien had? Wat
zou zjj antwoorden op da rcchtstreeksche vragen
of op de toespelingen, die hjj maken zon, om
zoodoende achter de waarheid te komen? Hoe
zou zjj zjjne tegenwoordigheid verdragen?
Tot eiken prjjs moest zjj trachten tijd te winnen.
Maar dat zuilen de democraten wel nim
mer doen, omdat zg de zekerheid bezitten,
dat hun adres slechts met betrekkeljjk weinig
handteekeningen zon voorzien worden.
En daarom verwachten wjj volstrekt geen
nut van de bedoelde demonstratie in den
Haag. Wat thans gedaan zal worden, nu de
optocht en de samenkomst zgn verboden, is
ons onbekend, en het laat ons gedeeltelijk
onverschillig,daar de geheele beweging waar
schijnlijk op niets zal uitloopen, doch in
elk goval meenden wg onze instemming te
mogen uitspreken met de houding van den
Burgemeester der residentie, die destraattoo-
neelen op den Zondag zooveel mogeljjk tracht
tegen te gaan.
Naar onze zienswjjze is het volstrekt geene
beperking van de vrjjheid of verkorting der
rechten van bet volk, indien zulke betoo
gingen worden belet, om de eenvoudige reden,
dat het volksbelang er volstrekt niet bg zal
gebaat worden.
Wg hopeD, dat de dwazen, die de de
monstratie hebben opgezet, allengs meer
geopende oogen krggen voor het nuttelooze
van hun streven, en tot de overtuiging ko
men, dat straatcooneelen nimmer kunnen
medewerken tot verbetering van maatschap
pelijke toestanden.
Het Pruisische Legerbestuur heeft bepaald
dat soldaten, die tot het bjjwoDen van her
halingsoefeningen onder de wapenen zgn
gekomen, en thans naar huis worden ge
zonden, indien zij in panden wonen waar
de cholera heerscht, als zjj dit verkiezen
ouder de wapenen kunnen bljjven, tot dat
de epidemie in de plaats hunner inwoning
is geweken.
In militaire kringen acht men het
waarschjjnljjk, dat de voorstellen tot reorga
nisatie van de legerwet feiteljjk hierop neer
zullen komen, dat in het vervolg 90 in plaats
van 45 miliciens per compagnie zullen ge
licht worden.
Men wil, dat het buitengewoon crediet,
hetwelk benoodigd zal zjjn voor de invoering
van dezen maatregel ea voor de vorming
van nieuwe bataljons de 100 millioen zal
te bonen gaan.
De geneeskundige Hoofdinspecteur Dr.
Krauss, te Hamburg, heeft wegens de toe
nemende verontwaardiging over zijne tekort
komingen zgn ontslag genomen. Het wordt
aldaar nu officieel erkend, dat de tot nu
toe officieel geleverde sterftecijfers valsch
en beneden de werkeljjka cjjfers zgn geweest.
Jl. Woensdag werd te Metz door den
Aartsbisschop io de kathedraal eene H. Mis
van requiem gecelebreerd voor de zielerust
der in 1870 in en om Metz gesneuvelde
Fransche soldaten.
De Landraad Dr. John Haniël te Mors,
wiens landgoed «Londouviilers», aan het
Park van Urville, de nieuwe bezitting des
Keizers, greDst, heeft op zgn buiten een
Hsre tante wa», al» naar gewoonte in het salon.
Hélèae ging naar haar toe, wendde eene onge
steldheid voor, om niet aan tafel te verschijnen
en begaf zich regelrecht naar hare kamer. Zij was
geheel overstuur; maar zjj had daareven afscheid
van haar broeder genomen, geen wonder dat dit
haar zoo aangreep. Hare handelwijze wekte geen
achterdocht;niemand maakt er eene aanmerking op
Jules had alles gezien.
Terwjjl Hélèae Joseph naar het station bracht,
was hjj tegenover het groote hek op eene baak,
onder een treuresch gaan zitten, welks fijne takken
een koepelvormig priëel vormden. Daar wilde hjj
hare terugkomst afwachten en haar voorslaan eene
wandeling met hem te doen. Hjj had haar lief
en na vele aarzelingen besloten haai heden zjjne
liefde te bekennen.
Zoodra zjjn nichtje verscheen stond hjj op om
haar te gemoet te gaan. Hjj werd echter getroffen
door haar zichtbaren angst; haar zonderling gedrag
verwonderde hem nog meer en deed zgn plan
in duigen vallen; zjj nam niet den weg, dien hjj
had gedacht.
(Wordi vervolgd.)
HAARLEMS
ABONNEMENTSPRIJS
LR A AT.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.