NIEUWE
li. 1888
Vrijdag 23 September 1892.
B EB1CB T.
De ongelukkigeo van
Jakoetsk.
BUITENLAND.
I7df JaargMg
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden yoor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B TT R E A TT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer 5
Grcote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentie n worden uiterlpk Maandag-, Woensdag-
en Vrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPEES fcLAUBEY.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem,
Mgr. C.J.M.BOTTEMANNE, heeft
ons gemachtigd aan de katholieke
ingezetenen van Haarlem te berich
ten dat Z. H. de PAUS, op verzoek
van Z. D. H., volledige dispensa
tie heeft verleend van de vasten op
Vrijdag 23 September a. s., den dag
waarop HH. MM. de Koningin en
de Koningin-Regentes de gemeente
Haarlem met een bezoek zullen ver
eeren.
De Redactie.
Zjj, die zich tegen 1 October e. k. op
dé NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
of het ZONDAGSBLAD of op beide bladen
abonneeren, ontvangen de nog voor dien
tjjd, dus gedurende de maand September
verschijnende nummers gratis.
Een eigenschap van het karakter des
Russischen volks is: gebrek aan energie. D t
gebrek wordt vooral in het maatschappelijk
leven waargenomen en werd dikwerf genoeg
door groote mannen ook aan de Russische
Regeering verweten, doch waarschuwingen
noch vermaningen hebben op haar noch
op de Russische maatschappij eenigen invloed
uitgeoefend; de laatste hongersnood immers
heeft dit wederom bewezen. Thans baart
in Rnsland een feit groot opzien, dat het
gebrek aan energie opnienw ten zeerste be
wijst. Men is namelijk te weten gekomen,
dat in het gebied Jakoetsk in Oost-Siberië
de bevolking van het district Wiljoeisk door
de vreeseljjke lepra of melaatschheid is
aangetast geworden en zonder geneeskun
dige of andere hulp onder ontzettend lijden,
niet sindB gisteren, maar sedert eens halve
eeuw, langzaam wegsterft. En niet aan een
Rus maar aan eene buiteplandsche vrouw
komt de verdienste toe, het jammerlijke
beeld van Jakoetsk voor de Russische maat
schappij te hebben geschetst. Miss Kate
Marsden, Zuster van barmhartigheid der
Eogelsche maatschappij van het roode kruis,
was het, die onder de melaatschen van Ja
koetsk een geheel jaar toebracht en onlangs
te St. Petersburg is teruggekeerd om de
liefdadigheid dor Russen voor hunne lands
lieden in te roepen. De mededeelingen van
deze moedige dame hebben in Rusland zoo
danig opzien gebaard, dat de Keizerin baar
ter audiëntie ontving en haar werk zedeljjk
en stoffelijk zal steunen, terwijl Prinses
Schachowskaja eene expeditie van genees-
heeren en liefdezusters organiseert, waarme-
FEÜ1LLBTON.
Michell Carroll.
Vervolg.)
Ik bedank u, mylord, antwoordde de grÜ8"
•ard, maar voor ik ga zitten, verzoek ik u mij
te willen vergunnen, een oogenblik neder te
knielen. Hjj knielde godvruchtig neder, boog zijn
hoofd tot op de borst, maakte het teeken van
het heilig krnia, vouwde zijne handen, en zijne
oogen naar den hemel opheffende, sprak hij met
loide stem: Mijn Opperste Rechter, die in den
Hemel zjjt, ik wend mjjne smeekingen tot U, geef
ttij de noodige kracht, om in tegenwoordigheid
Van mijn aardschen rechter, mijne plichten te
Vervullen, zooals ik tot biertoe, door Uw bijstand
ondersteund, altijd gedaan heb. Amen. En toen
Wederom het kruisteeken makende, stond hij op
®n ging op zijne plaats zitten.
Thans begon het verhoor van den grijsaard.
Kent gij, spiak de president, Micheil Carroll,
den beschuldigde, die ginds op de bank zit?
Voor dien helschen nacht, mylord, ant
woordde de getuige, geloofde ik hem wel te
kennen; de geringste plooi van zijn hart was voor
mij niet verborgen. Voor dien helschen nacht
de zjj zich persoon ljjk naar Jakoetsk zal
begeven.
Het ver uitgestrekte district van Wiljoeisk
in het gebied Jakoetsk ligt in esne streek,
welke met ondoordringbare bosschen en vuile
moerassen is bedekt. Da altjjd vochtige lucht
is met miasma's en vergiftigde producten
van verrotte organische stoffen vervuld. De
bewoners behooren tot de nomadenstammen.
Landbouw en veeteelt kent de bevolking
van Wiljoeisk niet, omdat zjjn geen wei
land bezit. Haar eenig bedrjjf is de visch-
vangst, die haar een karig bestaan oplevert.
Brood, melk- en meelspjjzen kent men ter
nauwernood; men voedt zich met visch en
men drinkt verpest water. De menschen
wonen in kleine gemeenten, voornamelijk
aan den oever van de meren en hunne
hutten (jurta) zjjn van primitieven aard.
Gebrek aan kleeding en strenge koude ver-
grooten het ljjden der bevolking. Wiljoeisk
is 960 kilometer verwjjderd van Jakoetsk,
de residentie van den Gonverneur-Generaal
van Oost-Siberië; Jakoetsk ligt 9000 kiiom.
van St. Petersburg. Noch de Rijks- noch
de gewestelijke Regeering heeft de moeite
genomen eenige hulp te verschaffen. Een
Duitsch geneesheer heeft wel is waar in het
jaar 1827 de Russische Regeering op het
heerschen der melaatschheid in Wiljoeisk
gewezen, maar de Regeering was niet ge
zind hulp te bieden in de ellende van dui
zenden menschen. Eerst in het jaar 1860
wendde zjj pogingen aan, op kosten der
bevolking van Wiljoeisk, 00" hospitaal voor
melaatschen op te richten. Door de armoede
der bevolking was het vooruit te zien, dat
de proef zon mislukken. De bevolking van
Wiljoeisk sterft derhalve langzaam uit,
niettegenstaande de Gouverneor-Generaal
van Jakoetsk den toestand der melaatschen
als afgrjjseljjk heeft geschetst. Thans ver
scheen Miss Marsden en hare mededeelin
gen werden met ontzetting vernomen. In
eenvoudige doch aangrijpende woorden ver
haalt zjj hare ervaringen onder de melaat
schen van Jakoetsk en uit hare berichten
verneemt men thans hoe groot de ellende
der zieken in Wiljoeisk is.
Miss Kate Marsden, die t0 Londen van
de melaatschen in Jakoetsk had gehoord,
verliet in December van 1890 St. Petersburg
om naar Wiljoeisk te reizen. Te Jakoetsk
bleef zjj korten tjjd, organiseerde daar eene
vereeniging ter ondersteuning van de me
laatschen en zette hare reis, onder begelei
ding van een Raasisch ambtenaar en eeuige
Kozakken den 10 Juli 1891 voort. Welke
ontberingen, welk lijden en smarten zij op
deze reis moest verduren,Jvernemen we t best
nit baar eigen mond. «Wg reden,» zegt
Mis Marsden, «te paard honderden kilometer.
Over dag heerschte er eene onverdraaglijke
hitte, des nachts strenge koude. Myriaden
mnggen en insecten, die de oogen verblind
den, de uitwaseming der moerassen, de
kon geen menscheljjk schepsel den minsten mis.
slag in hem berispen; niemand zal kunnen zeg
gen, dat hjj ooit den eerbied voor zijn vader
heeft vergeten, of in de vervulling zijner plichten
nalatig is gebleven. God, Die rog zie', wil dat jk
alles verhale, want in dien noodlottigen nacht is
voorgevallen.
Mylord, mijne heeren en gij alle goede
Christenen die mij hoort, ik moet den dood van
mijn zoon, van mijn eenigen zoon veroorzaken.
Maar gjj moet weten, mjjneheeren, hij bedreef
die slechte daad alleen om te voorkomen, dat zjj q
klein kind en zjjn oude vader van honger zouden
sterven. Ja, wjj hadden niets, geen enkelen aar
dappel in onze hut en de typhus heerschte onder
ons. De ziekte had hem reeds zijne vrouw en zjjn
oudsten zoon ontrnkt; eene week voor dat hjj den
diefstal beging, was hjj zelf door de besmetting
aangetast, en al zijne pogingen om werk te be
komen, waren vruchteloos gebleven. Zijn zoon,
zijn vader en hjj zelf, door de ziekte gespaard
en hers'eld, zouden van honger hebben moeten
sterven. Neen wij hadden niets te eten; Michell,
aan het felste zielsverdriot ten prooi, had mjj
beloofd geen diefstal te plegen, maar liever dear
aan deur om voedsel te gaan bedelen.
De advocaat des Konings, die tot hiertoe
den grjjsaard had laten spreken, nam het woord.
vrees voor wilde dieren, voedsel nit beschuit
en thee bestaande, twee volle maanden
zonder verwisseling van kleeren, slapen in
een bosch of onder den vrjjen hemel dat
zjjn de moeilijkheden, die aan onze reis
waren verbonden. Maar deze lichameljjka
gevaren en ontberingen zjjn niets in verge-
ljjking met de geestelijke ontroering bjj het
aanschouwen van honderden menscheljjke
wezens, die onder een onbeschrijflijk ljjden
een ellendig leven leiden. Zjj zag geene ge
wone zieken, doch martelaars zonder troost,
zonder hoop, zonder hulp.
De verscbjjnselen dezer verschrikkelijke
ziekte zjjn de volgende: de wangen der Ijjders
worden onnatuurljjk rood, dan vallen de
wenkbrauwen en oogharen uit, het gansche
lichaam wordt met zweren en wooden be
dekt, de vingers der handen en de teenen
der voeten vallen af en de zieke wordt totaal
misvormd. In zulk een toestand leven de
ongelnkkigen 20 a, 30 jaar. De ziekte is
besmetteijjk en daarom worden zjj, die door
melaatschheid zijn aangetast, uit de dorpen
verwjjderd. Men zendt ze met degenen met
wie ze in aanraking zjjn gekomen, naar
eene verwijderde plaats en laat hen aan
hun lot over. DejnrU's (hutteo) die voor
de melaatschen worden opgericht, zjju klein
en toch voor tien personen bestemd. Het
voedsel der ongelukkigen wordt eenmaal
per week verstrekt en bestaat alleen uit
visch.
De zieken liggen op den grond naast
elkander. Zoo brengen zg dag en nacht door
en slechts nn en dan kruipt een melaatsche
naar de deur om frissche lucht te scheppen.
Zjj die hunne vingers en teenen nog niet
verloren hebben verrichten, in de hntten
het hniseljjk werk; zjj halen brandhout uit
het bosch en nemen de levensmiddelen in
ontvangst. Hij, die eindeljjk door den dood
uit het ljjden wordt verlost, bljjft soms een
week lang in de jurta liggen, want de on-
gslakkigen moeten de komst van den
spijsdrager afwachten om hem den dood van
een hunner te melden en eene kist te
vragen. Is de kist gebracht, dan leggen de
melaatschen zeiven het lijk daarin, dragen
het drie of vier meter ver en begraven het
in een niet diepen kuil. Later wordt op
het graf een houten krnis geplaatst, dat
den melaatschen voortdurend het «Memento
mori» toeroept.
Aan den oever van het meer Abnngda
heeft Miss Marsden znlk een beeld van
jammer en ellende gezien en hare mede
deelingen daarover zjjn ontzettend. «Nooit,»
zegt zjj, zal ik het aangrjjpende, diep ont
roerende tooneel van Jakoetsk vergeten; dit
langzame, vreeseljjke en troostelooze afster
ven van duizenden menschen zal nimmer uit
rujjn geheugen verdwjjuen.»
Ja, een vreeseljjk beeld van ellende is
het, 't welk Miss Marsden te Wiljoeisk heeft
aanschouwd, een beeld, dat ons doet hnive-
Ik moet mjjn plicht doen, hoe moeiljjk het
mjj ook valt, en vraag u of gjj Michell Carroll
dien nacht in den stal hebt gezien?
Dat God hem en mjj genadig zjj, sprak
de grjjsaard op treurigen toon, en zjjne oogen
nederslaande, zeide hjj: ja mijnheer, ik heb hem
gezien.
Wat deed hjj?
Ik zag het schaap in zjjne handen, antwoordde
de oude Carroll, met eene nanw hoorbare stem,
terwjjl hjj zjjn hoofd op de borst nederboog.
Het spjjt mjj uwe smart te moeten ver
meerderen, hernam de advocaat des Konings,
zich tot den grijsaard wendende. Neem de roede
van den deurwaarder en zoo gjj Michell Carroll
hier aanwezig ziet, leg die dan op zjjn hoofd.
Helaas mjjnheer, riep de grjjsaard, in tranen
uitbarstende en met eene smeekende stem, verg
dit niet van mjj!
Het grieft mij diep n te moeten bevelen,
om te doen hetgeen des Konings advocaat ver
langt, sprak de president der rechtbank, terwjjl
hjj met moeite een traan verborg, welke zijne
oogen bevochtigde. Op dit oogenblik bedekte
meer dan een door ouderdom vergrjjsd advocaat
zijn gelaat met de banden en zjj konden ter nau-
wernood hunne aandoeningen verbergen. Bjj allen
welk tegenwoordig waren, stond medeljjden en
ren en rillen. En het barbaarsche Enropee-
sche Rusland heeft deze ellende gedurende
eene halve eeuw toegezien, zonder eenige
hnlp te verschaffen. Yoor het totale gebrek
aan energie en de afkeurenswaardigste on
verschilligheid van de Russische Regeering
spreekt dit feit met de droevigste en meest
onbetwistbare duidelijkheid en overtuiging.
Mgr. Satolli, Aartsbisschop-titulair van
Lepauto en President van de academie der
adelljjke Geesteljjken, is door Z. H. Leo XHI
aangewezen, hem bjj de opening van de
tentoonstelling te Chicago te vertegenwoor
digen.
Men veronderstelt dat de Prelaat eenigen
tijd in Amerika zal vertoeven en dat hjj
voornameljjk de diocesen der Vereenigde
Staten zal bezoeken om zich rekenschap
te geven van den toestand der Kerk in die
landen en zich te geljjkertjjd op de hoogte
te 8tellen der Amerikaansche schoolquaestie,
waarover in den laatsten tjjd zooveel werd
geschreven.
Mgr. Satolli heeft Z. H. al eens in Ame
rika vertegenwoordigd, bjj de opening der
boogeschool te Washington.
Volgens le Moniteur des Employés
zouden twee der tien Belgische gedelegeerden,
die aangewezen waren tot bjj woning van
het Congres voor het spoorwegwezen, dat
te Petersburg gehonden is, op het laatste
oogenblik besloten hebben, zich liever niet
aan het gevaar, de cholera op te loopen
bloot te stellen.
Dit stond hun volkomen vrjj.
Wat hnn echter niet vrjj stond en wat zjj
zich toch veroorloofden, isdehan uitbetaalde
reis- en verblijfkosten, tot een bedrag vaa
1200 franks per hoofd, eenvoudig in den
zak te houden.
Da Hallesche Zeitung meldt, dat aan
de artsen, die uit Halle op de aanvraag
om hulp naar ^Hamburg waren gemeld, 3
mark en 30 penningen per dag voor hunne
werkzaamheden is aangeboden, ofschoon
hnn op een aanmerkelijk hooger bedrag
vooruitzicht was gegeven. De aangekomen
artsen, die in het oude algemeene zieken
huis werkzaam waren, hebben zich daarom
gezamenljjk tot den Senaat gewend met een
bezwaarschrift, waarin zjj het aangeboden
honorarium als beleedigend afwezen. Hierop
volgde een verbazingwekkend antwoord,
nameljjk dat zjj, zonder een enkel woord
van dankbetuiging, Zondag werden gelast,
ontniddelljjk het ziekenhuis te verlaten.
Hierbjj werd te kennen gegeven, dat er hun
zooveel was toegekend als hun toekwam.
Daarop hebben zjj ook zelfs vergoeding
van reiskosten afgewezen.
Daar het water in de Havel en de
Spree besmet is verklaard, zjjn ter bescher
ming van het marmerpaleis te Potsdam,
angBt op het aangezicht te lezen.
De grjjaaard nam eindeljjk de roede; Michell,
waarde zoon, vergeef mjj! riep hjj uit met eene
door tranen afgebroken stem:
Vader, doe uw plicht, mompelde Michell
in de Iersche taal.
Aanstonds deed de president deze woorden
vertalen, en toeu hjj ze verstond, wierp hjj
een blik vol van aandoening en medeljjden op
den beschuldigde.
Nadat de pleidooien waren afgeloopen, richtte
de president het woord tot de rechters. Mjjne
heeren, zeide hg; het ljjdt geen den minsten ze-
deljjken twijfel,of de beschuldigde heeft het schrap
gestolen; maar hier bestaat eene omstandigheid,
die alle overweging verdient. Het is een zoon,
die een schaap stal om te voorkomen, dat zjjn
vader en zjjn kind van honger zonden sterven.
Zjjn oude vader zelf, gedwongen om in deze zaak
tegen hem te getuigen, bekent met eene edele
oprechtheid de waarheid, de gebeele waarheid;
de teederheid voor zjjn zoon, zjjne gevoel, zijne
genegenheid, alles offert hjj op aan de eer en
aan de heiligheid van den eed. Het is mjjn plicht
u te doen opmerken, hoe navolgenswaardig, hoe
edel, hoe verheven deze daad van den grjjsaard
is; wjj allen kunnen daarin eene les ter navolging
vinden. {.Wordt vervolgd.)
liAIIllSCHlIIIDlAIT.