N I E W E 1923 1 i'rij'fax 16 Peccmber 1392. De werkzaamheid der katholie ke Orden op geestelijk gebied. BUITENLAND. i7é@ .}%&rg»ig j ABONNEMENTSPRIJS Pel S maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG B IJ R E A TT: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels 30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte D enstaanbiedingen25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag- en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KiiPPERS k li AUSET. Zij die zich tegen I Januari e. k. op de NIEUWE HAARLEM- SCHE COURANT abonneeren, ont vangen tot op dien datum ons blad gratis. III (Slot). De H. Ignatius van Loyola was het, die, Wel wetende, dat het heil der Christenheid afhangt van het bezit van heilige, geleerde en ijverige Priesters, aan de universiteit te Parijs met een klein getal hoogbegaafde mannen, allen doctors der theologie en philos'phie, zich verbond, om voor alles zich zeil te heiligen, om dan geheel en al zich op offeren aan den dienst der Kerk en door alle werken van het Apostolaat zoowel in de christelijke als in de nog heidensche landen, verder door de beoefe ning der wetenschappen, onderwijs aan de jeugd, te verstrekken en door werken der naastenliefde net Rijk van Christus uit te breiden. Om aan alle eerzucht den toegang nf te snjjden, bepaalden zjj in hun regle ment, nooit geestelijke waardigheden aan te nemen en om de Kerk beter te dienen, deden zjj de gelofte, overal ter verkondi ging van het Evangelie heen te trekken, waarheen de Paus verkoos hen te zenden. Het leven van Jezus Christas en van de Apostelen zou hun eenig voorbeeld zijn; daarom wilde Ignatius, dat het genootschap geen anderen naam zoude dragen dan:de Sociëteit van Jezus. Geen wonder dat de Jezuïeten door de tegenstanders der Katho lieke Kerk hevig werden bestreden, zelfs voor vele Katholieken waren zij een steen des aanstoots. Ia werkelijkheid waren zij echter voor de Kerk in de periode na de groote scheuring, hetgeen eenmaal de Bene dictijnen en in de latere middeleeuwen de Franciscanen en Dominicanen waren ge weest: eene door de Goddeljjke Voorzienig heid aangewezene hulp. Het gelukte aan de Orde der Jezuïeten den steeds toenemenden afval van de Kerk te doen staken. Onophoudelijk werkzaam in het onderwijs, op de kansels, in den biecht stoel, in Missiën en Conferent ëo, leerden zjj de onwetenden en voerden zjj de dwa- lenden terug, steunden zjj de twgfelenden •en beurden zjj de zwakken op. De scholen >der Jezuïeten verkregen spoedig groote be- 'teekenis. Zjj zeiven traden op als gewaar deerde leeraars en verspreiders der weten schap. De Generaal Aquaviva was de stich ter der scholen en der Jezaïetische paeda- gogiek. De Kanselier Baco van Verulam, FEUILLETON. Een kistje Nitro-Glycerine. Er was reeds voor de tweede maal geluid, toen ik, bjj eene temperatuur van niet minder dan tien graden in de schaduw, het station bereikte, 'met een pels aan, die mij de ooren vermomde; ik stortte met overhaasting de vestibule binnen len riep in koortsachtige drift: //Heerenveen tweede//. Ik was zuinig; ik reisde tweede klasse naar den zin mijner vrouw nog eene klasse te hoog. Aan de andere zijde, klonk het door een soort van schietgat. Weder herhaalde ik mijn dringend h vel. Je morgt je wel haasten, kloek het waar schuwend. Op dit oogenhlik ging er rakelings eene ge - daante langs mij heen, die onmiddellijk weder in het gedrang verdween. InstappeD, klonk het duidelijk van het per ron. Ik vloog ovtr een luciforsjongen heen naar de deur en werd onder de verwenschingen van den verwoeden negociaut en het afscheidsgelui in een coupé geduwd, waarin ik mij juist op mjjn gemak had gesteld, toen een lang heer, blijkbaar dezelfde gedaante, die zooeven langs mjj heen was ga- schoven, in den conpé kwam en stom, beweging loos, vlak tegenover mij kwam zitten. l)e deur werd met een geweldigen smak toegeslagen; de locomotief gilde hat uit. zeker een onverdacht persoon, prees de Je zuïetenscholen aan zijne protestantsehe me deburgers aan. Zjj waren niet alleen inrich tingen van onderwijs maar ook opvoedings gestichten. De hooge waarde der opvoeding in de Jezuïetenscholen bestond echter daar in, dat de godsdienst het fundament van alle onderwjja en opvoeding vormde en dat er een geest van liefde en vertrouwen heerschte, die het hart goed deed. Zoo onderwezen de Jezuïeten aan uni versiteiten, aan latgnscbe scholen en se- minariëü met het meest gunstigs gevolg, maar ook hunne Missiën veronachtzaamden zjj niet. De Protestant Macanlay zegt in zijne «Essays»: «Heerschend in het Zuiden van Europa trok de groote Orde uit, ver overend en om te veroveren. Ondanks Oce anen en woestenjjen, ondanks honger en pest, spionnen en strafwetten, ondanks de galg en het zwaard, werden da Jezuïeten in elk land gevonden als geleerden, ge- neesheeren, kooplieden en dienstboden, dia— puteereud, leerend, troostend en bemoe digend. En de oude wereld was niet groot genoeg voor huDne wonderbare werkda- digheid. De Jezuïeten drongen door in alle landen, ook in de nieuw ontdekte. In de diepten der mjjueu van Peru, op de mark ten der Afrikaansche slavenkaravaneu, iu de observatoriums van China waren zjj te vinden. Zjj predikten en disputeerden in talen, van welke geen andere in Europa geborene een woord verstond.» Over de werkzaamheid de Jezuïeten in hunne scholen zegt Lamartine, die men zeker niet tot de nitramontaneu zal rekeueD, in zjjne «Confidences»: «Een en dezelfde adem van den Goddeljjken Geest scheen leeraars en leerlingen te bezieleo. Daar heb ik gezien wat men van menscheu kan maken, Diet door dwangmiddelen, maar enkel door begeestering De groote, reeds ermelde protestantsehe philosoof Baco van Verulam schrjjft: Wat de opvoeding der jeugd betreft, zou men wel doen kortaf te zeggen: Ga te rade bjj descholen der Monniken,der Jezuïeten, want er bestaat niets beters.» Het oordeel van Koning Frederik II van Pruisen is bekend. Hjj noemt de «overal vervolgde» Jezuïeten een kostbare zaadkor rel, dien hij bewaren wilde om eenmaal daarvan aan hen iets af te staan, die lust zullen gevoelen deze zeldzame plant te kwee keu; en later heet bjj ben mannen van wetenschappeljjke ontwikkeling, die men bjj het ichoolotderwijs moeilijk kan vervangen. De ProtestaDt Guizot, roemt in zjjne «Histoire generale de la civilisation» de grootheid van gedachten en de verbazende wilskracht der Jezuïeten.» Waarde, vredelievende lezer! Hebt ge wel eens met veel papieren geldswaarde op zak in een menschledigen coupé tegenover een onbekend, krachtig gebouwd manspersoon en dat in een konden, somberen winternacht gezeten? Begrjjpt gjj, wat er in mij omging. Ik hulde mij in mjjn overjas en dook in mjjn hoed. Elk oogenblik, dat ik maar even over den kraag van mjjn jaa heenkeek, scheen het mjj toe, dat bjj zijne glinsterende oogen scherp op mij hield gevestigd. Hemel, als die vreemdeling, zoo zei ik tot mjj zeiven onder eene ongewone kille huivering, als die vreemdeling eons kon vermoeden als hij eens wis', dat Kom gekheid. Maar als bjj toch etns wist wat ik daar in mijn zak heb en expres daarom mjj in den donkeren conpé gevolgd warehet is te gek om van te spreken, zei ik geruststellend tot mjj zeiven. Daarop dook ik weer in mijn hoekje en deed precies alsof ik de oogen sloot, maar ik zag door de kieren van mjjne oogleden en verloor den ver dachte niet uit het oog. Ik weet heusch niet hoe het kwam, maar alle denkbare moordaanslagen en kop-afhakkerijen, waarvan alle mogelijke bladen tot heden hebben gewaagd, alle afschuwelijkheden, die de lijfstraf- feiijke rechtspleging versieren, kwamen mij plot seling weer in het geheugen, zoodat ik daardoor het effect van eene zrer boeiende reis-lectuur kreeg. Telkens als ik opzag, fonkelden mjj de loerende tjjgeroogen tegen. Eindeljjk werd het mjj toch Het uitstekende succes der Jezuïetenscho len was oorzaak, dat zelfs vele liberalen hunne kinderen daarheen zonden. Dat ge tuigt zelfs de liberale Professor Laurent te Genève op het oogenblik dat hij de Jezn- ietenscholen als bavorderaarsters van «gees telijke slavernij» aanklaagt; dat getuigde ook het der Kerk vjjandige «Berliner Ta- geblatt,» 't welk in Maart 1880 mededeelt, dat d8 Jezuïe'enscholen betere leerkrach ten hebben, dan de meeste door den Staat opgerichte lyceums of stedeljjke colleges. Zulke getuigenissen uit znlke monden, moeten duideljjk aantoonen, welke waarde men moet hechten aan don smaad en de beschimpingeu den Jezuïeten aangedaan en men is geneigd in de uitspraak van Hein- rich Heine in te stemmen, luidende «Arme Paters der Sociëteit van Jezus. Gij zjjt de zondeobok der liberale partjj. Wat mij aan gaat, ik kan niet meedoen met het ge schreeuw vau mjjne kameraden, die bij den naam Loyola altiji woedend worden, geljjk de ossen, als men dezen een rooden lap voorhoudt.» Wij staan aan den drempel van den te- genwoordigeu tjjd. Da revolutie, de oorlo gen, de secularisatie, de moderne politiek, hebben de oude orde verbroken. Maar het was slechts voor een korten tjjd,want spoedig zien wjj, zoowel aan deze als aan geue zijde van den Oceaan met verbazende levens kracht het kloosterleven opnieuw ontstaau en tot bloei geraken. Het scbgnt inderdaad alsof de Kloosterlingen ook thans het woord op zich mogen toepassen, 't welk de H. Paulai eens van de Apostelen sprak: «Wjj zgn alsof wjj stierven, doch zie, wjj le ven-» De Orden zgn werkeljjk het zont der aarde en een licht der wereld. Dat bewjjst bare geschiedenis in de Christenheid. Nog altjjd geldt, wat de protestantsehe geleerde Oken in het jaar 1814 schreef: 't Was eene groote fout, dat men de kloosters verwoestte en de Geestelijkheid verjoeg. Zulke zonden wor den vroeg of laat bestraft, geljjk het bjj ons reeds is geschied. Waar zgn nu de aan de kloosters ontroofde rjjkdommen, waar zgn hunne bibliotheken, hunne verzamelingen van naturaliën en pbysicale apparaten? De kloosters waren schatkamers en scholen voor het land en die het niet waren, bad men daartoe kunnen bestemmen. Hadden de kloosters niet kannen bljjven staan uit achting voor hunne vroegere bestemming? Wareu het niet de Kloosterlingen die aller eerst den grond bewerkten, het volk onder wezen, onwetende Vorsten leidden, een mil- den godsdienst en met dezen zedeljjke en wetenschappeljjke ontwikkeli >g brachten? Wat zouden wjj zgn zonder kloosters? Niets te eng; ik besloot daaraan een einde te maken. Ik verzamelde al mijn moed, zag door de be- voren glasruiten in het nachtelijke duister, be schouwde weemoedig het besneeuwde, aDgetig zwarte landschap en zei niets. U tchijnt den slaap niet te kunnen vatten, begon eensklaps de onbekende, en zjjn linkeroog bliksemde als een dolkmes. Ik heb geen slaap, antwoordde ik onbe vangen, maar koud zooals hei ook was. Dat komt van de kou, sprak hij vriendelijk, daarvoor is een glas port een uitstekend middel, vooral zooals ik ze hier hefc. Mag ik u soms een glas aanbieden? Daarbjj haalde hjj twee kleine glaasjes te voorschijn en wilde mjj inschenken. Met ontzetting zag ik hem aaD; ik verbleekte. Ik dank u; ik heb goen drank noodig, om te slapen 1 Dat zei ik woordelijk. De to stand wss mg afgrijslijk duidt lijk geworden. Ha, hij wilde mij door hatchi bedwelmen;hij wilde mjj door middel vau een slaapdrank uit deu weg ruimen. Maar ik was op mjjne hoede. Als het eens vergif was. Weder zag ik hem doordringend aan; zoo scherp, dat hg zich blijkbaar niet op zgn gemak Ja, die man bad het op mjjn leven toegolegd dat gevoelde ik thans met verdubbelden aan drang. Ik wierp den kerel een vernietigenden blik toe en om eene demonstratie te doen, die hem van alle aanranding zou afhouden en mjj misschien het leven kon redden, haalde ik een klein zakpis- dan halve wilden. Heeft onze tjjd geen gevoel voor dank en voor een eerbiedwaardigen ou derdom? O, wjj bopen den tjjd te beleven, dat de Regeeringen, van de verwoestende ver lichting ontnuchterd, verheugd zullen zjju wanneer Monniken iu de vervallen klooster gebouwen hun intrek zullen nemen, in koor gezangen den lof vaa God Verkondigen en tot stichting en welvaart van het volk werk zaam zullen zgn.» Volgens de Engelsche bladen zou Z. H, de Paus besloten hebben te Rome een groo seminarie op te richten voorde opleiding der Geesteljjken voor Indië en Ceylon. Het stichtin?skapitaal der inrichting be draagt 500.000 frs. Het aantal leerlingen van dit seminarie zou de honderd niet te boven gaan en hoofdzakelijk uit jongelieden van Iudië en Ceylon zgn samengesteld. Z. H. de Paus zou alle kosten voor zich uemeu, de oprichtingskosten, en het onder hond en zelfs de reiskosten der leerlingen. De Brusselaars geven nog maar altjjd hun tentooBstellingsp'an niet op. In de ge meenteraadszitting vroeg de Heer Dalannoy, hoe het met de zaak stond od hjj opperde het denkbeeld van stadswege eene subsidie toe te kennen. Hierop gat de Heer Lsmon- nier te kennen, dat de zaak nog niet de- fimtief vaststond en er een misverstand bleek te bestaan tusschen de Regeering en de ondernemers, hetwelk echter wel zou worden opgehelderd. Was dit gebeurd en de steun der Regeering verzekerd, dan zou men van de stad eene garantie willen vragen. De Burgemeester de Heer Buis, zeide dat het ontjjdig zou zgn, nu reeds over de zaak te spreken en dat men wacbten moest, tot er eene officiëele mededeeling was inge komen. Hiermede vereenigde zich de Gemeente raad, nadat de Heer Delannoy de wjjze op merking gemaakt bad,dat hg aan eene vaste subsidie de voorkeur gaf boven eene ga rantie. De Heer Henri des Hoax vau «Le Matin» heeft een interview gehad bjj Prins Von Bismarck. Deze zeide aan zgo bezoe ker, dat hjj zich voortaan uitsluitend met boomen en planten ging bezig houdeD, aan gezien het besturen der menschen hem niet meer aantrok en de ovaties op straat, als bjj te Berljjn kwam, hem lastig zouden wezen. Over de Emser dépêche zeide de oud- Kanselier nog, dat ook als zjj onverkort ware openbaar gemaakt, Frankrjjk den oor log zou verklaard hebben. Wat de «casus belli» aaogaat, de troon best jjging van een Hohenzollern in Spanje kon Frankrjjk niet tooi, dat ik uit voorzorg bjj mjj had gestoken, voor den dag en stak dit met beteekenisvolle vastberadenheid in mjjn borstzak. Dit ontging den vreemdeling niet; hjj begon onrustig op zjjne zitplaats heen en weer te schui ven. Zoo zagen wjj elkander onophoudelijk door borend aan en m8ten malkander met de oogen. Onze wederzijdsche doortastendheid en helden moed vielen dns niet te misleiden, hetgeen eigen lijk het hacheljjke van den toestand niet weinig vermeerderde. Zoo ging een groot, een lang kwartier voorbjj; onverwacht vroeg de vreemde mjj bizonder be leefd: Neem mij niet kwalijk, mjjnheer; u heeft daar een pistool; het is toch niet geladeD? Deze valstrik was te grof; als ik eens neen had gezegdl dan was ik immers reddeloos verloren. Hebt ge soms daar iets tegeD? vroeg ik uit de hoogte, met de ke ineljjke bedoeling, in geval van nood mgn leven meer dan duur te ver- koopen. Volstrekt niet, antwoordde bij sarrend be leefd; bet is alleen in uw eigen belang. Bg uwe zenuwachtige bewegingen H t is wel b.l efd, dat moet ik zeggen. Houdt ge mij voor zoo'n kind, dat ik niet met vuurwapenen kan omgaan? Volstrekt niet, mijnheer; maar er zgn ze kere omstandigheden, die bet minder wenscheljjk zouden maken, wanneer het pistool bjj ODgeluk in den coupé afging. (Slot volgt.) 14 4 RLIVSCIE CliftllT. TIEND

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1892 | | pagina 1