NIEUWE
I
Mo 1936
Woensdag 18 Jannarl 1893
I8de Jaargang.
Over een beetje socialisme
BUITENLAND,
Herstelde misdaad.
Duitschland.
m
AMLI
Eton
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem.
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDA
BOEEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
t 0,85
1,10
1,80
0,03
G en ZATERDAG
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woerisd ag-
en Yrflda g-a vond voor 6 uur int j wacht.
U ts v e r, W. K P a 8 V.
Het steeotje is aan g't rolleu, in gedurig
versnelde vaart rolt het voort. Wordt het
niet ibijtijds gestuit, den zal 't de Lemen
voeten, waar 't reusachtige beeld onzer mo
derne beschaving op staat, weldra verbrij
zelen, en 't trotsche gevaarte za! in puin
nederstorten.
Dat steentje is het socialisme, en de leeme
voeten zijn de onverzadigbare gouddorst en
r dolle jacnt op zinnelpk genot).
"Geld, eu altoos meer geld, om genot en
l;d meer genot te kuunen koopen, dat
,iet einddoel van 't zenuwachtig streven
'j het bedendaagsche menrchdom.
Het vorschen en peinzen van den ge
oorde, het verdichten en fantaseeren van
ten kunstenaar, het ramen en cijferen van
den koopman en industrieel, het werken en
-iwoegen van den arbeidsman, dat alles is
°p het éene, op het hoogste doel gericht:
het goud eu de genietingen dezer aarde.
En niet alleen diegenen, die met God en
sjjn gebod, met alle geloof en hoop op een
toekomstig leven gebroken hebben, zijn door
de raz8rnjj aangetast, neen, ook ouder de
geloovigen Christenen, onder de Katholie
ken richt zjj hare verwoestingen aan.
Gedeeltelik door de besmetting vaD den
ongeloovigen en genotziekeu tijdgeest aan
gestoken, gedeeltelijk door den drang der
omstandigheden, c mcurrentie, strjjd om het
b«6taan enz. gepraamd, leven en handelen
>ok vele geloovige Christenen alsof zjj geen
adere wet, geen anderen plicht kenden,
dan het vergaderen van aarasche scbaitsD.
En vermits die jacht naar gond, waar al
de
vermogens van den geest, al de krachten
her ziel op gericht zjju, door de verbazende
uitvindingen onzer etmw op buitengewone
vijze begunstigd werd, had handel en nij
verheid eene verwonderlijk hooge vlucht
genomen. Jaren lang heerschte er alom
welvaart en vreugde. Men meende reeds den
steen der wjjzen, de kunst der goudmakerij,
te hebbeu gevonden. In alle tonen, op alle
wijzen werd in geestdriftige liederen en gc-
zangen da triomf der moderne beschaving
gezongen.
Den Hemel met zijn eenwig loon, zgne
oi: srgankelgke schatten kan men voortaan
missen. Deze aarde zou in een hemel her
schapen worden, waarvoor men de hoop op
den toekomstigen hemel gaarne prys gaf.
Viel de hemel hun toch ten deel, des ta
FE U1LLET ON.
{Vervolg.)
I de stad gekomen, sloeg bjj e ne achterstraat
in en bleef voor een klein, armoedig huis staan.
4g stootte de deur open en trad in een betrek
kelijk weelderig vertrek.
De man met de lantaarn, dien wjj Kees sullen
noemen, leidde het jonge meisje, geheel gekleed
op het zindelijk bed; schikte het hoofdkussen met
is;'ederljjke zirt, bedekte de zieke met zjjn watc-
bu t, en klopte aan de deur van eene andere kamer.
Wie is daar?" riep eene vrouwenstem, die door
"i\ gebruik van sterken drank wat heesch klook.
'Dat ben ik moeder," zeide de mau.
vWat wil je deugniet. Heb je te veel
K iet ik je komen helpen?"
"Neen, moeder, het is niet voor mij zelf; het
h veel erger. Kom, dan zal ik u alles vertellen!"
«Wacht, ik kom.//
Wen hoorde een slot knarsen en de vrouw ver
heen.
Het was eene vrouw van vjjftig jaren van
t ddelbare gestalte. Zij had zich eeue sjaal van
mmeod rood omgeslagen.
•deze vrouw, die wij door Kees moeder hoorden
u men, was eene gewezen marketeuster; eene
v tw, die een goed hait, veel moed en onder-
S| - ing hadjzij deed haar vrienden en buren groote
0sten. Da ougelukkigen bevredigend, de zieke
ver orgend, bad zjj veel invloed en was zeer gezien.
Wat is er te doen jongen?" zei de vrouw,
le! ijl zjj uit de kamer kwam, wat is er te doen?"
'as tooeven p s naar bed gegaan en had nau-
ka een oog gesloten, toen gij kwaamt kloppen.
1 zaak was te ernstig, moeder. Veibeeld u,
ih eb een meisje op den weg gevonden. Zjj
tohjjt.t mij toe van hoogen stand te zjju. Zij is
beter. Dan hadden zjj twee hemelen. Ging
hjj hun mis, wat nood? Zjj hadden dan hun
hemel toch hier gehad.
Zoo spotte men in goddeleoze brooddron
kenheid met het heiligste, wat den mensch
heeft, zjjue eindbestemming tot het toekom
stige leven. Doch men heeft buiten den
waard gerekend.
Een tijd laug ging alles als van een leien
dakje. Doch gretige ooren hadden de gees
tige scherts over 't leven en 't loon na den
dood opgevangen. Eerït honderden, latsr
duizenden namen de heiilooze lessen hunner
heeren en meesters over. Ook zg lieten zich
niet meer tevreden stellen met de goddelijke
belofte der belooniugen aan gene zjjde van
het graf. Ze spotten er mede en begonnen
op hunne beart te schertsen en geestighe
den te tappen.
Hoort ous heereu, zoo zeiden zjj, hoort
eens, men kon soms niet weten; doch voor de
voorzichtigheid hadden wjj liever het volle
loon van ouzen arbeid reeds hier op aarde.
Tot dusver betaaldet gij ons maar een klein
beetje van dat loon en voor 't resteereude
gaaft gjj ons wissels op de eeuwigheid. Die
dingen vertrouwen wjj niet meer. Wy wil
len ous ook eeu hemeltje hier boven bouwen,
juist geljjk gij. Doet dus maar eens uw beurs
wagen wjjd open; auders krijgt gij eeu zuur
appeltje met ons te schillen.
Van toen af begon het socialistisch steentje
te rollen, en altijd sneller en gevoeliger rolt
bet voort.
Ea toch dient het gestuit te worden.
Maar door wien, en hoe? Door iedereen;
allen zonder uitzondering kannen en moeten
er aan medewerken.
Hoe? Door van goeden wil te zjjj. Door
zich diep te doordriugan van de groote waar
heid, dat deze aarde slechts een oord van bal
lingschap, dat dit leven slechts een korten
proefiij i is, en, dat alle goederen en alle ge
nietingen dezer aarde slechts dienen moeten
om onze eindbestemming hiernamaals te be
werken.
Daarbij moet elkeen gedurig de leer van
den goddeljjkenZaligmaker voor oogen heb
ben, dat nl. de rjjkdoumen dezer aarde uit
hunnen aard eer een struikelblok op den weg
naar den hemel zjjn, dan een gemakkeljjk
voertuig daarheen.
De arme sjouwerman, zwoegend en zwee-
tend achter zjja kruiwagen, gaat veiliger en
zekerder over den hobbeligen,smallen weg,
dan den rgke in zijne prachtige équipage.
geheel buiten kenui». Eerst dscht ik er over, haar
naar het ziekenhuis ta brengen, maar ik heb...
haar maar hierheen gebracht
'/Goed gedaan, jongen, ilc zal de zorg over haar
wel op mij nemen en
"Hier ia zjj, zeide de man en sloeg het gordjjn
open.
Och arme kleine eogell riep de moeder uit, de
handen ineenslaande. Wat ligt ze daar lief, goede
God.
In een oogwenk had de brave vrouw het kussen,
waar het hoofd der zieke van afgegleden was,
goedgelegd.
//Ja, dat is tr een vati de groote hanzen," mom-
poldo zij, terwijl zjj de fijne handen, en kleine
voeten van juffrouw van D oruik beschouwde,
//d*t verzeker ik je. Die moeten we goed oppassen.
Je kunt nooit weten waar het goed voor is.//
Ze maakte de laarsjes van Liza los en voelde
haar de voeten.
„De beeoen verstijfd, dacht ik het niet?//
Wacht, krjjg me dat flesobje eens, dat op den
schoorsteen staal; zoo, nu ga ik haar uitkleeden.
Ga jij nu maar slapen. Ik bljjf bjj haar waken."
V.
Juffrouw Salemink, de waschvrouw, was de onde
vriendin van mijnheer Koker. Bjj haar kwam hij
dikwijls een uurtje praten, somtjjds het avondmaal
gebruiken. Zjj was de vertrouweling, die al de
zorgen, welke zijn gemoed verontrustten, deelde.
Vaak, niet altjjd, was zij in zjjne geheime plannen
ingewjjd en wanneer hij achterhoudend was, dan
wist juffrouw Salemink, die hem door en door
kende, toch wel een middel te vinden om ten
minste I ts van hetgeen er in hem onging, te
ontdekken. Wanneer zij daar, met een cognac-
groaje naaot zich, zoo te zamen, elk in eeD leuning
stoel, met beenen uitgestrekt, bij de kachel zaten
en Eidel de welgedaue hond van juffrouw Sale
mink de beentjes van het verorberde gebraad op
Zoo'n vliegend rijtuig past bete r voor onze
breede walswegen. En tot die wegen behoort
tot nog tos de hemelwag nisi, en het zal ook
nog wel een geruimeu tg 1 duren eer onze
lieveHeer op zgne wegen tot het wa's -ysteem
overgaat.
Ala iedereen het zgne naar vermogen ertoe
bydraagt, deeenig ware wereldbeschouwing
alom ingang te doen vinden, dao zal het so
cialistische steentje alras uitgerold zgn.
De merjscb immers, die van de groote
waarheid innig overtuigd is, kan en zal zga
hoogste levensgeluk niet meer zoeken ia een
digfjaeht naar goud en genot. Hjj zal onder
den verpletterenden indruk van't Evange
lische «We8 don rjjke» zgne rjjkdommen be
steden voor het doel, waar God ze hen voor
heeft gegeven, ui. om zjjn onbemiddelden eu
noodlijdenden broeder een menschwaardig
bestaan te verschaffen.
Op de eerste plaats is bet dus zaak, dat ie
dereen vau de leer van het Evangelie zich
Z6lve doordringe, en dan in zjjn kring, klei
nen of grooten, ze trachte te verspreiden.
Hier heeft deKatholieke pers een grootsche
taak te vervallen. De Katholieke pers is de ca
valerie van het Katholieke volk, zoo noemde
haarMgr. H a f f n e r, bisschop vanMentz,op
den39en Katholieken dag in zgne aloade bis-
schopstad, onlangs gehouden. Al geniet deze
cavalerie thans helaas! niet den steun van de
zjjde van zeer veel katholieken,welke zjj ver
dient, doordat menig onnadenkende de an
ti-katholieke en kleurlooze bladen stormt,
dan toch, men begrijpe het weldat de liberale
pers, die zich met een kLurloozen mantel
omhangt, en door scherts en dubbelzinnige
geestigheid den godsdienst tracht afbreuk te
doen, de socialistische ideeën hoe langer hoe
meer bij het volk iogang doet vinden.
Het is immers de pers, die een grooten in
vloed op de publieke opinie heeft. Dagelgks
of bjjna dageiijks spreekt zjj, jaar in, jaar uit
tot haar lezers. Op den duur ondergaat bgna
ieder lezer den invloed zgner courant
Vat de Katholieke pers dus haar naam en
haar plicht ernstig op, dan is zjj gehouden de
Christelijke levensbeschouwing, zonder weike
niet alleen de godsdienst, maar met den gods
dienst,staat en maatschappij ten gronde gaan
voor te staan,te verdedigen en te verspreiden.
Nu weipa men ons niet op, dat al het
kranteng6schiijf over die aangelegenheden
niets baat, vermits diegenen, die den schoen
moeten aantrekken, er de schouders over op
halen, en de anderen, die toch reeds overtuigd
den vloer afknaagde, doorleefde i zij dogeaoege-
ljjkste uren huns levens.
Juffrouw Salemink had eene nicht, eene gewezen
marketenster, die zij zoo zelden mogeljjk zag. Van
morgen echter had dezi nicht haar gevraagd, hasr
te koinen bezoeken, en juffrouw Salemink wachtte
niet lang met aan haar verzoek te voldoen, uit
vrees dat nicht anders bjj haar zou komen, w. lk
bezoek haar in opspraak zou brengen. Immers het
zon niet om te overkom n geweest zjju, wanneer
men in de buurt bjj juffrouw Salemink de gevr. zen
marketentster hal ziep binnengaan? Dj wasch
vrouw hadzich dus gehaast naar vrouw Vergroesen
(zoo heette de gewezen marketenster) te ga n,in
het minst niet begrijpende, wat deze ven haar
wilds.Zij had Eidtil voor wien eene kleine beweging
noodzakeljjk was, want bjj werd veel te dik, met
z<ch genomen.
Toen zij de achterstraat, waar de nicht woonde,
inging, hield juffrouw Salemink haar neus dicht
en haalde een kleinen flacon met reukwerk uit den
zak, iets wat den spot opwekte van een straat
jongen, die voorbjjgiDg.
„Wat een volkl// zuchtte juffrouw Salemink.
Zjj was weldra het huis van haar nicht genaderd.
Maar zjj vond er niemand anders dan een straat
jongen, die alleen aan het spelen was.
//Waar is vrouw Vergroeseu?"
"Zjj is bij de jnffrouw boven. Ga die trap maar
op,// zeide de knaap.
Juffrouw Salemink klom knorrende de trap op.
„Wat bromt hjj daar van eene juffrouw?" zei ze.
„Nu we zullen zien.// Maar toen zjj de deur had
opengestooten was hare verwondering zonder
weerga.
Op het bed van den zoon der marketenster, goed
in dekens gewikkeld, lag een jo g mei-je, bleak,
machteloos, aan een doode g- lijk. Aan haar hoofd
eind zat vrouw Vergroesen. Aan den voet van het
bed stond een jong man en wrong zich wanhopend
de handen.
zijn, geen nadere onderrichting noodi
hebben.
Dat achten wij eene noodlottige dwaling.
Men bedenke het cgutta cavat lapi-
dem» de druppel nolt den steen uit.
Al zouden ook zij, die de zaak meer bizonder
aangaat om welke redeneo dau ook big ven
steun verleeuen aan een pers, welke als een
weerhaan nu eens op dezen dan op genen
schouder draagt, en die als oapaitjjdig ge
prezen wordt, dan toch overwegen zjj bet
wel, dat zg willens of onwillens ia dienst
zjjn van ouze tegenstanders, van de vjjaaden
van den Rootnsch Katholieken godsdienst.
De vganden van onzen H. Godsdienst zoeken
in de pers hun kracht, zij hebben noch
kosten, noch moeite gespaard, om de bladen,
die hunne deokbeelden verkondigden, onder
het volk t-i verbreiden, waardoor de gods
dienstige onverschilligheid, de atheïstische
en materialistische wereldbeschouwing dan
ook onder het volk van dag tot dag toe
neemt. Er moet gebroken worden met de
atiliteits-politiek, die dan invloedrijken vjj-
and van den godsdienst verschoont, ontziet
of spaart, ter wille van eeu of ander tjj-
deljjk voordeel, wil men het socialisme met
vrucht bestrgden.
In eene bgeenkomst van de militaire commis
sie,heeft de afgevaardigde R i c h t e r,zich ver
klaart voor eene vermeerdering vandeleger-
sWkte in tjjd van vrede met 40,000 man toe
te staan. Wilde de Regeering (die ongeveer
het dubbele vraagt) zeide hg, daarmede geen
genoegen nemen, dan zou de strijd u tbreken
tusschen net militair absolutisme ea het
parlementarisme, hetgeen van meer betae-
keuis zou zjjn dan de gansebe legerwet.
Da Ry feskanselier C a p r i v i aai woord ie
hierop, dat de Regeering overtuigd was, dat
het wetsvoorstel voor deu goeden uitslag,
zoowel a's voor het verwjjderd houden vau
den vijand bij een eventueelen oorlog, nood
zakelijk was, en dat hjj dat voorstel daarom
zoolang mogelyk zou verdedigen. De poli
tieke omstandigheden, zeide dn Rijkskanse
lier, zjjn wel is waar niet ongunstiger dan
in 1890. De Baikaostateo ku neu in elk
geval niet als eau off-usief werktuig tegen
Rusland gebruikt worden.De heer C a pr i vi
maakt van deze gelegenheid gebruik, de
verklaring af te leggen, dat bjj met gezegd
„Ah! ben je daar eindeljjk?// zeide Kees' moeder,
"Wat is er te doen?" vroeg de waschvrouw
bleef voorzichtig aan de deur staan.
//Voor den duivel, hoe wilt gjj, dat ik het n
zal uitleggen, als gjj daar voor de deur bljjft staan?
Kom jo binnen of niet?"
Juff rouw Salemiuk maakte het beiluit naar bin
nen te gaan. Echter zette zjj zich op eerbiedigen
afstand van het hed, wa-.rin de zieke rustte.
//Maar wie is dat meisje?"
//Luister, en loop mjj ni t vooruit. Verbeeld je
dal dit jongs echops 1 bier al acht dagen bjj ons
is,en da wg nog niet weten,waar ze van daan komt."
„Hoe, gij weet haar na m niet?"
//Neen. Verbeeld je dun, voor acht dagen gaat
mijn jo gen zeg je nicht dan goeden dag,
Ke. si
Kees boog even mtt het hoofd.
„Gaat nrjjn jongeu, vroeg in den morgen den
weg naar op eu vindt daar, watP Die
kleiae hier in z*jjm liggen. Hjj Deemt haar op,
brengt haar thuis en raadpleegt mjj, wat verder
met haar te doen.
//Goed, en toen?"
„En toen hebben wjj besloten haar bjj ons te
hoaden, totdat wjj iets omtrent haar zouden ver
nemen Wij behandelen haar als ons eigen kind.
Maar wjj zouden toch wel willen wet;n, waar zjj
ihuis hoorde."
„En daarom heb je mjj laten komen?"
//Juist, wij arme menschen zjjn te zeer van
anderen afgescheiden, en un dacht ik dat gij, die
meer met deftige lieden omgaat, misschien iets
meer zoudt kannen weten. Dit jonge meisje be
hoort tot den hoogeren stand; zij heeft niet zooalt
wjj grove handen en eene ruwe huid. Maar de jonge
lieden dar hoogere standen loopen niet des nachts
Hngs den weg, zonder eane gewichtige reden. Daar
schuilt meer achter. Ik dacht dat gjj, die de dag
bladen leest en voorname menschen spreekt, er
soms over gehoord had." Wordt vervolgd.)