NIEUWE f# I93S Zondag 22 Jannarl 1893. 18de Jaargang. Maatschappelijke ellende. BUITENLAND, Herstelde misdaad. ™LVan^ °S!' du Kin8 8fle?gen. Frankrijk. HiiMMÜf! URifl ABONNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG B U B E A IT: St. Janstraat Haarlem. t 0,85 1,10 1,80 0,03 uendrat: AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels 30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents p6r advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlpk Maandag-, Woensd ag- en Yrgd a g-a rond voor 6 uur ingewacht. Uitgever, W. KüPPERS. Een treurig verschijnsel in deze dagen Moet het heeten om in de groote stelen *an ons land eenige honderden mannen iu de kracht van hun leven langs de straten te zien wandelen, met de handen in de makken en met de ontevredenheid op het gelaat. Nu eens loopen zij zwjjgeud of mompe lend tot elkander lang/a^m voort, dan weder galmen zij een zoogenaamd vrijheidslied uit, doch wat zp ook doen, de sombere, soms zelfs dreigende uitdrukking van de gelaatstrekken hewjjgt, dat zjj reden meenen te hebben tot misnoegen. Gewoonljjk gaat de tocht naar het stad- "jj °m aan den Burgemeester te'vragen middelen te beramen tot het verschaffen van werk. Treurig noemen wp het, dat zoovele man nen in ons vaderlanl in de kracht van hun leven nutteloos daarheen loopen zondereenig oei, zonder iets te verrichten, waardoor zjj eau de samenleving nuttig zjjn. Welk een foordeel zou van die arbeidskrachten getrok- en kunnen worden nictalleeu ten bate van personen zeiven, maar ook van de alge- meene welvaart des lands. Voorts moet het ook betreurd worden, at velen dier werkeloozen door gerveten- o°Ze leiders op een dwaalspoor worden ge- racht met betrekking tot de wpze, waarop i hun oagelukkigen toestaud verbetering Kan komen. trachten sommige personen aan de h 6ffi w®s be ma^eni dat slechts op- emng van het privaat-bezit de werkeloos- eid voor goed den kop kan indrukken, en stellen daarom dezs sociale omwenteling niet slechts als mogeljjk voor, maar zjj beweren °°k, dat deze opheffing de heilrijkste ge- T°lgep voor de geheele samenleving zal voortbrengen. Ieder, die slechts even nadenkt,zal dadeljjk oegeven, dat dit de onzinnigste eisch ie, o maar kan worden gedaan, omdat, Q ien het mogelpk ware, dat op zekeren g alle bizondere eigendom was overge- gegaan aan de gemeenschap, den volgenden flag er toch weder privaat-bezit aanwezig ®on zpn. Wp zullen ons niet verder verdiepen in eze quaestie, daar zp voor dengeen, die s echts even zjjn gezond verstaud iaat oor- eelen, zoo duidelijk mogelpk moet zpn. U ILL ET O N. 9) Vervolg.) l Ul!? 8 0 gereed. De Baro'i ging naar lOn tnnht^a koetsier straat en nummer int sn a T>.T?n'Je 6lraat waar de Baron woonde tot aan de Rmerstraat was vrij lang. De koetsier ertrok me een knorrig gezicUt. Maar de Baron geen acht op, en trachtte alleen ziek reeds van voren een dankbeeld te maken van de inrich ting van het Informatie-bureau van de heeren wokek en Cxe. Eindeljjk na een half uur r jjdens bereikte men fln plaats van bestemming. Het huig No. 50 in de Ri.ierslraat is een oud R6 ouw. Het benedenhuis wordt bewoond door en papierhandelaar, wiens magazijnen zonder twjj. ia °^ef'T0* *ÜD> want in alle kamers en hoeken, ae ts boven de trappen viudt men voorraad. W™''U*"1'1*6 aBa(lnidin? van het verbluf der uit ^-oker en Cie. De Bitod trok de circulaire numm*1 la^;. ^a« het was toch wel deze straat, dit jg: er' "p besloot aan te bellen. Eene zwaar- lonM Vrou* met een katoenen doek om het -«ad, opende de deur. vrnB^övrbureau vaQ d* heeren Koker en Cie?" "0®g Van der Heiden. de'twLj Wee dl? traP aehter in de gang opgaat, op jj j, 0 '«dieping, de derde deur rechts, steen», ar0D> een weinig teleurgesteld, besteeg de en onü t,e^eD» kwam °P de tweede verdieping een k erzoc'1'' de deuren. Op een der deuren was ▼eatigd^eren ^8at m6t deZ6 wein*SB woorden be- INFORM ATIE -BUREAU Koker en Cie. HoeTeel medelijden men dan ook hebben kan met de werkeloozen en hunoe gezinneD, indien zij deze eisch laten hooren, dan kan er «een gehoor aan worden virleend. Wp willen daarom liever luisteren naar enkele raadgevingen, die van meer practisch belang zpn en waarvan met alle recht voor bet heden en de toekomst van vele werke loozen oneindig meer is te verwachten. Voor eenige dagen heeft de Commissaris der Koningin in Groningen aan de Barge- meesters van die provincie eeue circulaire gericht, van welker behartiging zeker veel goeds kan tegemoet gezien worden, niet slechts voor genoemde provincie, maar ook voor alle plaatsen ia ons vaderland. Ia bedoelde cirenlaire vestigt de Com missaris der Koningin de aaudacht bij de vraag: In hoever kan door n tot duurzame verbetering van den toestand worden me degewerkt? Na er op gewezen te hebben, dat eene krachtige aaneensluiting eu samenwerking van de welgezinden in iedere gemeente, waar in de sociale toestanden noodwendig verbetering moet worden gebracht, moet worden bevorderd, wjjst de Commissaris er op, dat de verhouding tusscheu de werk gevers en de werknemers in vele gemeen ten alles behalve de rechte is en dat de wederzpdscbe zorg voor de behartiging van elkanders belang st ffelpk of zedelpk gemist wordt. Daar valt niets aan te doen, zoolang de beschaafde en ontwikkelde in gezetenen, hunne sociale plichten kennende, niet samenwerken tot het dempen van de bestaaide klove tussehen werkgevers en dienstbaren, door eigen voorbeeld en in eigeu kring allereerst. De kracht der wet en de zorg der overheid zpn machteloos, waar een opgewekt gemeenschapsgevoel zich niet in daden uitspreekt. Het is waar, zegt bedoelde circulaire, onder de bestaande economische toestanden opent het gemis vau loonenden arbeid in den winter en de moeielpkheid om daarin van gemeentewege op de behoorlijke wjjze te veorzien eene bron van ontevredenheid; maar is ook aan dit dikwijls terogkeerend kwaad niet tegemoet te komen door krach tige samenwerking en door buitengewoon hulpbetoon, zonder dat dit boven veler krachten gaat? Het behoeft wel nauwelijks gezegd te worden, dat de ongunstige ver- echjjuseleo, die gaandeweg grootere afme tingen verkregen, niet voetstoots zullen Van der Heiden trok aan het schelkoord. Een onderdrukt geluid van voetstappen deed zich hooren. De deur werd half geopend en een gerimpeld hootd vertoonde zich. Het zou moeieljjk geweest zijn bij den eersten aaublik te zeggen, of dit hoofd aan een mannelijk dan wel aan een vrouwelijk wezen behoorde. Da blanke gelaatskleur en het gemis aan baard zou tot de tweede veronderstelling hebben doen over- helleD, maar de korte haren en da kaalheid boven op het hoofd deden tol de eerste terugkeeren. „Wat belieft u?// vroeg eene fijne stem. //Is mijnheer Koker thuis?" //Zjjtgjj opgeroepen?// hernam de geheimzinnige persoon. „Ja,// zeide de Baron, op goed geluk af. „Mag ik u dan verzoeken binnen te komen.// Nu ging de deur open. Nu ook zag de Baron met wieD hij te doen had. Het was de kleine bubeoaar, dien wij reeds hebben leeren kennen. Zonder spreken vleide hij zich in den leuningstoel. Er was eene stilte van eenige minuten, vervol gers nam de klerk, het hoofd opheffende, het woord. //Moet u mjjuheer zelf sprjken?// //Ja, hem zelf.// "Voor een zaak van vertrouwen?" //Ja.// „Mag ik nw brief dan zien?" Van der Heiden trok het pBpier uit zijn zak. De klerk zag het ev8n in en trok vervolgens aan een schelkoord, dat naast zijn lessenaar hing. Van der Heidens nieuwsgierigheid werd altijd levendiger. Eenige oogenblikken la' er werd de deur geoper d en men vernaai eene zachte stem „Wil mijnheer zoo goed zijn binnen te komen //Eindelijk," zeide de Baron opstaande. In tegenwoordigheid van den heer Koker ge komen, werd hem door deze een stoel gewezen. veidwjjnen, maar indien het be3.f meer levendig wordt, dat grondige verbetering door plicht en belang beide wordt geboden, dan kan er toch in die richting veel wor den gedaan, veel meer dan gedaan wordt. Hierna worden eenige zaken door den Commissaris aangewezen, d'e door de Bur gemeesters in Groningen, en zeker ook in de andere provinciën, ter hand genomen kunnen worden en waaraan zjj, zoo wp hopen, wel hun aandacht zullen wjjden. Doch het zpn vooral de bovenaange haalde woorden nit de circulaire, die wp van uitnemend gewicht in deze dagen ach ten, en die een ieder ter overweging voor zich zeiven kan nemen. Plicht en belang is het van hen, die werk verschaffen,oi 1 de klove tussehen hen en hnn dienstbaren niet grooter te maken, dan deze deels als een gevolg van de maatschappelijke omstandigheden, deels als een gevolg van eigen schuld reeds is. De werkgever moet zooveel mogelijk op treden als de vriend van zijne werklieden. Hp moet zich niet beschouwen, als iemand, die voor zekeren tij 1 de krachten vaa zpn personeel huurt en den verlichten arbeid beloont zonder meer. Da werkgever behoort te gevoelen, dat er een band bestaat tussehen zijne dienstbaren en hem, die vaster is dan eene verbintenis betrtffende betaalden ar beid. Ia 't algemeen mag worden getuigd, dat het meerendeel der werkgevers in ons va derland er zoo over denkt, en dat mag een bljj verscbjjusel heeten in de sombere dagen, die wp op sociaal gebied beleven. Maar er zjja er ook, die eene andere op vatting vau de verplichtingen ten opzichte van hun personeel hebben, en juist deze werkgevers zijn gedeeltelpk do oorzaak van veel maatschappelijke ellende. Wij ach'.en het geenszins onze taak aan deze plaats aan te wijzen, in welk opzicht ook door de patroons tot verbetering van den toestand medegewerkt kan worden. Zij zullen dit voor zich zelf in ieder bizonder geval htt best kunnen beoordeeleu. Indien zp slechts het heilige voornemen hebben, om naast hun eigen belang dat hunner on dergeschikten te bevorderen, dan wett zeker een ieder zpn plicht en werkkring. Ja, ook de werkgevers hebben thaus moeilijke tpden. Ook zp hebben te strpden met ver ichillende omBtaudigheden, waardoor zp niet nltpd kunnen handelen, zooals hun De heer Koker beschouwde den Baron een oogen" blik nandachtig. „Waaraan heb ik de eer van uw bezoek te danken?// //Aan den wensch om te weten, wat gjj zelf van mjj verl ngt. Ik ontving sinds eenigen tijd telkens uwe prospectussen. a O, wjj verzenden er inderdaad zeer vele, het is bet eenige middel cliënten te krjjgen." //Dan moet gij een groot verlangen naar rog hebben, wr.nt uwe oproepingen zjjn bjjna dage lijks geweest. Oogelukkigerwjjza geloof ik niet, dat wjj iets met elkander te dom hebben." //Hoe weet gjj dat, mij "heer de Baron?" Yan der Heiden sprong overeind. „Gjj kent mjj dus? vroeg hjj. Koker knikte toestemmend. //Dan, mjjnheer, moet gij er des te zekerden van zjjn, dat ik geen behoefte heb aan uwe diensten. Ik ben oud militair, rjjk genoeg." „Men is nooit rjjk genoeg," onderbrak de man van zaken. „Dat hangt af van dt weaschen, dio men koes tert," antwoordde de Baron droogjes. //Ik voor mij vindt mjjn fortuin voldoende." //Ook als gij voortging bjj het spel te verliezen?// „Zoo, gjj hebt mjj laten bespieden, alvorens mjj te schrjjven?// riep de Baron toornig. //Na, maak u niet boos, mjjnheer de Baron,// zeide de man op verzoenenden toon. //Neen, wij bespieden u niet. Wjj bespieden niemand en daar ik volstrekt niet wist of gjj komen zoudt, heb ik mij niet vermaakt met gratis pro Deo mijne agenten te vermoeien met uw spoor te doen vol gen. Neen, alleeu heb ik in uw kriug verschil lende cl ënteD, vrienden, goede vrienden zelfs en een van hen, die mij dezen morgen een bezoek is komen brengen, heeft mjj van uw verlies VBn dezen nacht gesproken. Ziedaar alles. Het toeval doet somtijds vreemde dingen, ha, ha, ha!" bart het ingeeft, doch bjj goeden wil en een geopend oog kan veel in de goede rich ting worden verricht, veel meer dan thans geschiedt. En dan znlleD, naar wjj vast vertrouwon, de optochten van werkeloozen, niettegen staande het drjjven van zoogenaamde volks vrienden, allengs verdwpnen en velen, die nu geen veerkracht en weerstandsvermogen genoeg bezitten om ondanks de ongunstige tij lea de handen uit de mouwen te steken, zullen veranderen in sieraden vau den hani- werksstand. Heden, 21 Januari is het 100 jaren ge leden, dat koning Lodewjjk XVI onthoofd werd. Verschillende katholieke bladeu van Frankrijk willen dezen dag als een boetedag gevierd zien. Da Monde herinnert in het bizonder aan de allocutie van Pius VI ia het consistorie van 17 Juni 1793, waarin de groote deugd van dezen koniuklpben mar telaar naar verdienste geprezen werd. Door de Société d' histoire contemporaine wordt tbaus een «Recueil de récits origiuaux et de documents officiels, betreffende de ge vangenschap en de laa'ste oogenblikken van Lodewjjk XVI» uitgegeven, waarin alles verzameld is wat dienaangaande tot dusver uit vertrouwbare bronnen door ge zaghebbende schrpvers en ooggetuigen is opgeteekend. Daze verzameling, van den markies Da Beaucourt, verschijnt in twee lijvige boekdoelen, van circa 400 bl. elk, bjj Alphoüse Picard et Pils. Over het Pauama-schaudaal word iu allerhande ocs3meahangeude dingen mede gedeeld. Dat er schandelpk gehandeld en gestolen is, weet een ieder en het blijkt, dat men nog niet afziet van het zoeken naar nieuwe schuldigen, en dat nog sleeds de een den ander overstelpt met verwijlen. Verder ziet men, dat da rechtbank niet, zooals bet publiek, g neigd is Ferdi nand de Lesseps vbel te vergeven. Hjj wordt aangezien als de hoofdschuldig*, eu dat de zakea slecht liepen, wist hjj niet alleen, zoo wordt gezegd, maar ook heeft hjj bedrifgaljjk medegewerkt om den waren toestand te verbloemen. Het is wederom hat treurig eiude van een groot man, die zjjne glorie overleefd heeft, Eu de heer Koker zich iu zijn leuningstoel achterover werpende, speelde met zjjne beide dui men, terwjjl een vriendeljjke lach zijne blanke, scherpe tanden toonde. Van der Heiden gevoelde zich tegenover dezen man niet op zjjn gemak. Hoewel hij zich niets te verwijten had noch in het verleden, noch in het tegenwoordige, had hjj een onbestemd voor gevoel van een gevaar, eene hinderlaag. Hij, dia met de sabel in de hand, zich op den vjjand geworpen had zonder op zjjae overmacht te latten, hjj, die nooit geaarzeld had een dnel aan te gaan, hjj bekende zich, dat een vreemd gevoel zich van hem meester maakte. Hjj had veel g geven, zoo bjj den tocht niet ondernomen had. //Dus," hernam mjjnheer Koker, het is wel loutere nieuwsgierigheid, dat gjj de moeite geno men hebt mjj te komen bezoeken?" "Uit loutere nieuwsgierigheid, ja, mjjnheer.// „Gjj hebt geen p oces aanhangig? Uwe schul denaren betalen u goed en gjj hebt geen leveran ciers, die men tot geduld moet zien te bewegen? Gjj hebt geen etfanis te verwachteo, in een woord, gjj hebt geen behoefte aan onze diensten? Mjjne oprechte gelukwenschen, waarde heer, en tevens druk ik u mjjn spjjt nit. Ik zon bljjde geweest zijn als ik u van dienst had kunnen zjjn. Maar uitgesteld is niet afgesteld. Een of anderen dag kan de toestand veranderen. In dat gevel bewaar mijne circulaires goed of liever verooiloof mij er u van tijd tot tjjd nog eenigen te zenden De Baron maakte eene afwjjzende beweging. //Gjj zult er mjj een dezer dagen voor bedanken; dat zult gjj zien." //Ik geloof het niet.// „Man moet nooit zeggen: fontein, ik drink niet van uw water. Indien mjjne gewoonten mij niet verboden ee ze weddenschap aau te gaau Wordt vervolgd.) f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1