NIEUWE
Mo 1939
Woensdag 25 Jaimarl 1893.
18de Jaargang.
1793—1893.
Herstelde misdaad.
HimiMCHECOHRMT.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderljjke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B UHEAU: St. Janstraat Haarlem.
AGHTE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden aiterljjk Maandag-, Woensd ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uit g e v er, W. K P P E S 8.
De eerste maand van het nieuwe jaar
roept ons een erustigen herinneringslag in
het geheugen terug. Den 21sten Januari was
bet 100 jaar geledeD, dat de ongelukkige
koning Lodewijk XVI van Frankrjjk op het
schavot stierf. Laten wij deze gebeurtenis
eenige oogcnblikben met hetgeen er aan
voorafging, bespreken.
Den lOden Augustus 1792 vluchtte de
Koninklijke familie naar de volksvergadering
om daar bescherming te zoeken voor het
in hunne woning deTuilerieën inge
drongen gepeupel. Met de woorden: «Mijne
Heeren, ik ban gekomen om Frankrjjk eene
groote overtreding te besparen,» trad koning
Lodewjjk de volksvergadering binnen, die
hem koud ontving. Daar werd de koning
der Franschen, zonder dat hjj het vermoeden
koD, met zijne familie eene plaats aange
wezen m de loge van een verslaggever, waar
hg de verhandelingen over zijne afzetting
moest aanhooren, terwijl het woedend ge
peupel de Tuilerieëa bestormde endeZwit-
sersche garde vermoordde. In deze volks
vergadering werd de Koning vervallen
verklaard van den troon en met zijne familie
naar den «Tempel» eene toreuvormige
gevangenis gebracht. De misdaad van
den koningsmoord bleef dien dag voorFrank-
rjjk gespaard, opdat het Fransche volk dien
misdaad eenige maanden later op veel af
schuwelijker wjjze op zich zou laden en
intusschen ook nog vele ongerechtigheden
e& slechte daden jegens den koninklijken
Djjder en de zijnen er bjj konden voegen.
Dp den lOden Augustus zou het voor het
■bransche volk beter geweest zijn, waaneer
®0n dolk van dezen of genen koning Lo-
dewijk XVI had getroffen en bij zoodoende
ten offer gebracht werd aan de hartstochte
lijke opgewondenheid,slechts weinigen waren
dan aan den moord schuldig geweest, zjjn
bloed had wellicht den brand gebluscht eu
het volk zou zich over den ontaarden zoon,
den koningsmoordenaar hebben geschaamd.
Het was anders beslist, niet voor den 21sten
Januari zou de Koning der Franschen
sterven, opdat het geheele Fransche volk
zich van het recht van den moord had
'erzekerd en men zich vervolgens op bet
bloed, dat vergoten was, beroemen kon.
Het zou te ver voeren, al deze groote
^gerechtigheden en kleinere kwellingen op
e sommeD, die de Koning en zjjne familie
FE UIL LET ON.
10.)
Vervolg.)
i Ju" Heiden onderbrak hem. Er was een
er' beeld bij hem opgekomen. Hjj wilde de kenois
ran dezen man op de proef stellen. Het kwam
em roo>, dat hij met een dier kwakzalver* te
oen had, die hun geneesmiddel, een voor alle
ziekten, hoog opvijzelen. Er ontbrak niets anders
aan dan eene groote kist. De kleeding was er
reeds.
'/Welnu dan mijnheer, omdat gij zoo bekwaam
Koker boog zedig. ,/De vrucht van vele jaren
arbeid ei goede betrekkingen,// merkte hjj aan.
//Juist. Welnu ik ga van mjjn bezoek gebruik
maken om U eene inlichting te vragen."
."Tot uw dienst. Inlichtingen betreffende ad
ministratie, handel, aangelegenheden van bizon -
deren aard
"Zeg mij uw prospectus maar niet op. Gjj hebt
zeker wel vernomen van den slag, die Kolonel
van Doornik getroffen heeft?"
"01 wiens dochter op zoo onverklaarbare wijze
verdwenen is? Nu, daar zou ik niet van gehoord
hebbent Ik wist het dienzelfden avond reeds."
«Wat is er van Juffrouw van Doornik geworden?//
//Ik weet er niets van.//
//Maar waartoe dient dan uw agentschap? Waar
toe dienen de beloften van uw prospectus?"
"Laten wjj elkander goed verstaan. Wanneer gjj
mjj vraagt els nieuwsgierige waar Juffrouw van
Doornik is heengegaan; wanneer gjj mjj dat vraagt
als bloot nieuwsgierige
«Welnu"
"Welnu, dan zeg ik u, dat dit mijne zaak niet
is. Zoo gij daarentegen als cliënt//
/«Maar natuurlijk, het is als cliënt.//
gedurende het verbljjf in den Tempel had
den te verduren. Eau der grootste ea mis
dadigste kweiliugeu waren voorzeker de
meervoudige beperkingen, die men den Ko
ning oplegde met betrekking tot den om
gang met zijne familie. Op den llden
December werd Lodewgk XVI naar de natio
nale vergadering gebracht,waarop het eigen
lijk proces tegen hem begon, dat tot den
17Jeu Januari duurde en ondanks de op 16
December plaats gevonden schooae verde
diging van Tronchet, Malesherbes en Deeéze
eindigde met Lodewjjks doodvonnis. Da
mannen der revolutie, door het volk gekozen
om aan de Fraoscha Republiek een Grond
wet en andere Wett9n te geven, eigenden
zich de rechterlijke macht toe voor dit éene,
monsterachtig onrechtvaardige proces, opdat
zij eene onbeperkte rechterlijke macht kon-
dea uitoefenen. Op den 25sten December
schreef de Koning zjja beroemd testament,
dat ons duidelijk zijn edelö ziel doet kennen.
Den 20sten Januari werd den Koning bet
vonnis voorgelezen. Hij vroeg een uitstel
van slechts drie dagen, dat hem geweigerd
werd; wel stond men hem toa een katholiek
Priester te laten komen en afscheid van zijae
familie te nemeD, waarvan men hem sinds
11 December hal beroofd. De laatste guost
werd evenwel beperkt tot eene samenkomst
in eene eetzaal, voorzien vau eene glazen
deur.Daar vond op den avond van den 20aten
Jauuari het hartverscheurende afscheidstoo-
neel plaats, waarop Lodewgk den kleinen
Dauphin zweren liet,zijn dood nooit te zullen
wrekeD.
De geesteljjke, die Lodewgk XVI ver
langde, was de trouwe katholieke abt Edge-
wortb, die het tegen alle verwachting in,
gelukte, van den raad der commune de
toestemming te verk/jjgen, in de kamer van
den Koning het H. Misoffer op te dragen.
Onder assistentie van den trouwen kamer
dienaar Eléry droeg genoemde geestelgke
op den 2lsten Januari, des morgens om zes
uur het H. Misoffer op, waaronder de KoniDg
met den grootsten eerbisd en aandacht de
H. Communie ontving.
Tu8schen 10 en 11 uur 's morgans van
dienzelfden dag viel het boofd van den on-
gelukkigen vorst, nadat hg nog op het
schavot de getuigenis zjjner groote gods
dienstige gevoelens aflegde, terwjjl hij, zich
eerst niet willende laten binden, op aan
dringen van den abt Edgeworth, daar
aan toegaf en zich dezen smaad list wel-
„Welnu, wat wilt gij dsD?//
"Weten waar zich Juffrouw van Doornik be
vindt.//
//En hoeveel zoudt gjj daarvoor willen betalen?"
«Hoe? gjj weet het dan? riep Van der Heiden
opstsande.
Mjjnheer Koker ging in zjjn leuningstoel een
weinig achterover zitten, en strekte de hand naar
een der laden vaa zijn bureau uit, alsof hjj in
die lade een hulp- en verdedigingsmiddel wist
te vinden.
«Ik, ik weet niets," reide hjj, zijn blik op den
Baron vestigende.
//Maar dan zeide do Baron, terwijl hjj
weder ging zitten.
"Mjjn waarde heer," zeide de man van zaken
met eene krakende stem, //herinner u dit wel. Ik
verkoop en hjj lei een bironderen klem op
de laatste lettergreep van dit woord ik ver
koop inlichtingen, raadgevingen, nasporingen. Er
zijn zakeD, die ik contant, er zijn er andere, die
ik eerst na eenigen tijd kan leveren. Tot die
laatste soort behoort dat, wat gij mjj heden vraagt."
//Welnu, wanneer zoudt gij weten"
O, ik kan het u niet zeggen. Dat zal afhangen
van de moeieljjkheden en van den prjjs. Hoeveel
zoudt gjj daarvoor willen geven?
«Ik weet niet, maar ik zou wel tot duizend
gulden gaan.//
Mjjnheer Koker lachte.
"Duizend gulden" riep hjj uit, //ha, ha, ha!
gij zoudt er dit waarljjk voor over hebben? Maar,
mijn waarde heer, ik zou dit aan ieder mijner
agenten geven, die ik in het veld moet sturen."
//Hoeveel zoudt gjj dan behoeven? zeide de Baron
onthutst.//
Op hoeveel echat gjj het fortuin van den kolonel
van Doornik?// vroeg de heer Koker, eene vraag
met eene andere beantwoordende.
//Men zegt bjjna een millioen.//
gevallen, met de woorden: doet wat gjj
wilt, ik zal den kelk tot den bo lem ledi
gen. Zoo stierf koning Lodewgk op het
schavot, den goeden, welgemeindm Koning,
die nooit iets anders had beoogd dan het
geluk van het Fransche vflk.
Een monster der revolutie beklom de
guillotine, nam het bloed van dea oath /of-
deu KoniDg in zjjne hand eu besprenkelde er
do aanwezigen mede. «Broeders, schreeuwde
hij, men heeft ons gedreigd, dat het bloed
van Lodewgk op onze hoofden zou terug
komen. Welaan dan! Lodewgk wasschte zoo
menigmaal zjju-i handen in het oaze! Broe
ders, bet bloed eens Konings brengt ge
luk!»
Arm Fraukrijk, hoe hebben honderd
jaar deze voorspelling gelogenstraft!
Op den 16 len October volbrachten de
mannen der revolutie opnienw een gruwe-
lijken misdaad; Koningin Maria Antoinette
onderging bet lot van haar gemaal.
Da ongelukkige Koning las in de laatste
dagen vau zjja leven vol belangstelling de
geschiedenis van Karei I van Engeland.
Diens lot biedt veel overeenkomst aan met
dat van Lodewgk XVI.
Karei I was het offer van g8vaarlgke ideeën
geworden,die zich toen in hun eerste stadium
bevonden, en in Engeland zeer spoedig tot
eene volle ontwikkeling kwamen, terwjjl ze
in Frankrijk langzamer, maar voortdurend
wortels schoteD. Iiooren wjj hierover den
geleerden Bulmes: Bjj schigft in zjjn: «Pro
testantisme en Katholicisme o. a. het vol
gende: «Het was zeer duidelijk, dat de Ko
ninklijke macht in Europa in den tjjd der
hervorming het toppnnt van bloei had be
reikt. In Eogeland echter verkreeg na
Hendrik VIII niet het koningschap, maar
eene drakkende dwingelandjj de overhand.
Iu Frankrjjk deed zioh na den strjjd der
Hugenooten de koninkljjke macht krachti
ger gevoelen dsn ooit; in Zweden beklom
Gustaaf den troon en van af zjjn lijd oefen
den de koningen eene bjjna onbeperkte macht
uit; in Duitschland werd het koniokrjjk
Pruisen geechapen en in de andere gedeel
ten van Duitschland heerschen overal on
beperkte staatsmachten; in Oostenrijk ver
hief zich de regeering van Karei V met
al baar macht en al haar luister; in Italië
verdwjjnen de kleine republieken, het volk
kwam onder dezen of genen naam onder
Welnu, zijne dochter is wal de helft van zijn
fortuin waard.//
//Vijf maal honderd duizend gulden!"
//Juist en, onder ons gezegd, dat zal niet te
duur betaald zjjn."
z/Dat is dwaasheid."
Nu, waarde heer, richt u tot den Commi.saris
van politie. Hjj zal u niets vragen, hjj
z/Maar indien de Kolonel toestemde, wat zoa ons
borgeD//
«Welnu, ik zal u een redeljjk voovstel doen.
Men geve mjj honderd duizend gulden contant,
en ik begin het onderzoek. Belooft gjj er mij nu
nog twee honderd duizend als ik slaag, dan geef
ik u over acht dagen het meisje weerom
z/Hoe zult gjj dat doen?"
//Ik weet er niets van, en dat is ook uwe zaak
niet. Kijk, wilt gjj nog iets betera? Geen stuiver
vooruit, maar eene wetteljjke akte, en ik begin
den veldtocht."
z/Ik ga den kolonel tan Doornik opzoeken."
z/Ga, en Lacht hem over te halen.//
Van der Heiden wilde zich verwjjderen, doch
Koker weerhield hem.
//Nog een woord!//
z/Nu."
//Wjj beloven strikte geheimhouding, maar wjj
vorderen die ook."
//Mijn woord van Oud-Indisch soldaat."
Koker belde en de Baron ging uit door de salon,
waardoor hij was binnergekomen.
Koker wreef zich de handen. Van der Heiden
daalde geheel in gedachte de trap af. Hij dacht
aan de groote som, die de agent hem gevraagd
had. Daar hij somtjjds den kolonel van Doornik,
dien hij hoogschatte, ontmoette, Led hjj bjj de
gedachte aan zjjn vadersmart.
//Ja, ik moet dat meisje zoo mogelijk aan haar
vader teruggeven," zeide hjj tot zichzelven, //on
schuldig of schuldig, eene dochter heeft altjjd haar
de heerschappij der vorsten; en in Suanje
zag mon de staten Kastihë, Aragonië, Va
lencia en Katalonië in verval geraken. Wat
dat alles toevallig? of warea er geen ge
heime betrekkingen tusschen het protes
tantisme en de ontwikkeling en versterking
der regeeriogeu? Aan te nemen is wel, en
met zokerheiJ durven wij zeggen, dat wan
neer het katholicisme uitsluitend zga macht
in Europa had behoulen, de koninkljjke
machtsaanmatigingen langzamerba id ge
matigd zouden gaworden zijn, de stenden
inrichtingen wellicht niet geheel en al ver
dwenen waren, de volkeren ook voortaan
openlgk aan de gelegenheden hadden deel
genomen, wij op den weg der beschaving
meer voortgang hadden gemaakt en ons
ia overgroote mate in eene onafhanke
lijke vrjjheid zouden verheugen, die niet
aan denkbeelden van ontzettende gruwel
daden herinnerden. Ja, de rampzalige her
vorming heeft de ontwikkeling der Euro-
peesche natie in eene verkeerde lichting
gedreven, de beschaving vervalscht, voor
den onwetende behoefte geschapeD, harde,
koude gevoelloosheid aangekweekt, vsle
kiemen van het goede verstikt en zoomede
de voorwaarden van het staatswetenschap-
pelijke vraagstuk geheel veranderd.»
Geheel diezelfde gedachten bunnen wjj
vinden in 4 deelen der Apologie van het
Christendom door P. A. M. W e i t z, Hoofd
stuk I, die overigens de geschiedenis van
den oorsprong der willekeurige regeeringen
breedvoerig verklaart en teveos zjjae ont
wikkeling over dit punt tot op onze dagen
in al zjjne vormen en hoedanigheden voor
stelt.
De onbeperkte alleeaheerschappjj der
Vorsten en de tyrannie tegen de Katholieke
Kerk gepleegd, beeft de Fransche revolutie
doen ontstaan en ergerljjke toesttnden doen
geboren wordeo.
Zij, die Lodewgk XVI den «tyrau» noem
den, hebben zich in zjjne plaats met kracht
en geweld van de regeeriog van Frankrjjk
meester gemaakt, en bet tjjdperk van hun
gezag was in naam en in de daad «het
Schrikbewind», d. i. de ondrageljjkste en
afscbuweljjkste dwingelandij, die ooit be
leefd is.
Wjj hebben alle reden, nu honderd jaar
ca den koningsmoord in Frankrjjk zjjn
voorbijgegaan, deze waarheid in het oog te
houdeD, dat de willekeurige heerschappij der
Fransche koningen het groote treurspel vau
plaats ia het vaderlijk hart. Ik beu zeker, dat die
man zijae geheele fortuia zou geven om haar
terug te zien, al wa3 het ook slechts een enke
uur. Hij zal niet aarzelen het aanbod van dezen
man aan te nemen.//
Maar hoe hem er over te spreken? Hoe de zaak
aan te vatten? Hjj had werkeljjk den moed niet
naar dezen vader toe te gaan en hem te zeggen:
//Geef mij drie honderd duizend gulden en ik zal
U uwe dochter terug brengen."
Wanneer men niet durft spreken, danschrjjft
men. Daartoe besloot de Baron. Hjj richtte een
brief aan den Kolonel; ging hem, voor de zeker
heid, zelf op de post brengen eu wachtte ant
woord.
Verrukt over de zekerheid, waarmede mjjnheer
Koker hem beloofd had, het noodzakelijke onder
zoek te doen om mejuffrouw van Djornik terug
te vinden, overtuigd van de machtige middelen,
waarover deze man beschikte, koesterde Van der
Heiden niet den minsten twjjfel aan de bewilleging
van den Kolonel in het voorstel, dat hjj hem in
zjjn brief deed.
Hjj wachtte dus ieder oogenblik een antwoord
en was volkomen overtuigd, dat dit antwoord toe
stemmend zou zjjn.
De Kolonel was r jjk. Wat was voor een vader,
als deze, in ruil voor zjjoe aangebeden dochter
eene som van drie honderd duizend gulden?
De avond ging voorbjj; er kwam geen antwoord.
Den volgenden dag hetzelfde stilzwegen. De
Baron begreep er niets van. Aarzelde de Kolonel
dan of was hij ziek. //Misschien, zeide Van der
Heiden, heeft deze geweldige slag hem de hersens
gekrenkt. Op zjjn leeftijd en met zjjn gestel is zoo
iets te vreezen. Misschien zal de jonge dame uit
zich zelf terug zijn gekomen, en mjjne diensten
zullen overbodig zjjn. In elk geval is deze stilte
vreemd."
Wordt vervolgd.)