NIEUWE Ho 1940 Vrijdag 27 Jannarl 1893 18de Jaargang. 's Pausen Gouden Jubilé. Ingezonden. ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderljjke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BïïSEAtT: St. Janstraat Haarlem. PRIJS DER ABVERTENTIEN. Van 16 regels Elke regel meer 30 Cents 5 AGITE MA NON AGITATE. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag on Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uit g av er, W. K P P E R S. Het volgende programma vau feestvie ringen, ter gelegenheid van het Gonden Jubilé des H. Vaders, werd door den Paus goedgekeurd. 1. Ter voorbereiding van het jubilé-jaar van Z. H. en om de geloovigen tot deel neming aan de bigde feestelijkheid aan te sporen, werden in de kerk van de Gesa gedurende de 3 laatste dagen van het vorige jaar geestelijke oefeningen gehouden, waar onder pat -r Gaelano Zocchi S. J. predikte. De oefeningen werden besloten met een Te Deum, om God te bedanken voor de gunst van het jubilé-jaar te mogen beleven. 2. Op het feest van de Verschijning des Heeren, 6 Januari 1893, ontving de II. Va der de «hulde der kinderen.» Toen werden ter audiëntie toegelaten, de kinderen der Romeinsche famiiiëo, die met hunne ouders den Paus een geschenk in geld aanboden. 3. Tegen het einde van Januari zal da centrale commissie van uitvoering voor de jubiléfeeetea den Opperpriester het «We tenschappelijk Huldeblijk» aanbieden van eenige Italiaausehe katholieke gelearden,welk huldebljjk tot zoolang beruet bjj de Rornein- sche Vereeniging van St. Sebsslianus. 4. Ter gelegenheid van het feest der Ver schijning van de Onbevlekte Ontvangenis te Lourdes (11 Februari), zal de Vereeniging van de Onbevlekte Ontvangenis van de Ro- meinsche jongelingschap aan den H. Vader een Album aanbieden, waarin, met passende teekeciugen, da ljjsfc is vervat vau de ge beden, die gedurende het jaar 1892 in vele godsdienstige instellingen te Rome voor Z. H. werden opgedragen. 5. Op 16 en 17 Februari zal, volgens gewestelijke indeellcg, de receptie plaats hebben door den H. Vader van de Itali- aansche pelgrims. 6. Op 18 Februari zal de Paus ontvan gen, den voorzitter van da permanente com missie voor de katholieke congressen, den bevorderaar der feestelijkheden; de centrale commissie van uitvoering, die hare gave zal offeren als «Aalmoes voor de Jubiié- Mis;» en de commissie van Romeicscha edelvrouwen, welke de rijke koorkap zal aanbieden, die de H. Vader den daaropvol- genden dag iu de St. Piater zal bezigen. Bjj deze zelfde gelegenheid zal Z. H. eene synoptische voorstelling gepresenteerd wor den van de blijvende goede werker, die de FEUILLETON. Herstelde misdaad. 11.) (Vervolg.) De nacht kwam, maar bracht geen opheldering. Van der Heiden, al meer en meer verwonderd, besloot den Kolonel te gasn spreken. Hij schelde Caspar om een rijtuig te gaan halen en begon zich te kleeden. Op dit oogenblik klopte de knecht en trad binnen. «Wat is ei?// //Een heer verlangt mjjaheer den Baron te «preken." „Eindelijk", riep Van der Heiden nit,//dat is zonder twijfel van wege den Kolonel. Laat den heer in de salon; ik kom dadeljjk.// Hjj gaf zich nauwelijks deu tjjd om zjjne jas aan te trekken en liep naar de salon, waar de bezoeker wachtte. Deze, geheel in het zwart gekleed, stond recht met eene zware porte feuille onder den arm. Hij boog zich, toen da Baron binnentrad. „Mijnheer de baron Ernest van der Heiden? vroeg hjj. „Dat ben ik, mijnheer,// zeide de baron, die meende in tegenwoordigheid van een zaakgelas tigde van den Kolonel te zijn. //Mijnheer, hernam de bezoeker, ik ben belast met het overbrengen eener treurige boodschap. „Ik meen te weten, wat gij bedoelt,// onderbrak de Baron. „Hoe?" „Ja, gij komt van wege den heer van Doornik.// „Niet geheel en al juist. Hoowel de zaak van Doornik niet gehsel vreemd iaaan mijn bezoek.// „Spreek dan, wat wilt gij? riep Van der Heiden, met een w/inig ongeduld. //Mijnheer de Baron, ik heet Obdam en ben eeuwige gedachtenis vau zijn Gouden Bis- schops-jubilé zullen bewaren. 7. Op 10 Februari, de eigeoljjke dag van hei jubilé, zal de H. Vader zich naar de St. Pmter begeven, om daar het H. Mis offer op te dragen, dat zal worden bijge woond door de pelgrims, alsdan te Rome aanwezig, en door da katholieken van Rome. 8. Op 20 Februari, de verjaardag der Pauskeuze, zal iD de oudste basiliek, jdio van St. Jan van Lateraoen, de gedachtenis van deze groote gebeurtenis gevierd wor den met het zingen van een plechtig Te Deum. 9. Op 21, 22 en 23 Februari zullen er plechtige godsdienstoefeningen gehouden worden iu de kerk van St. Laurentius in Panisperna, waarin de H. Vader 50 jaren geleden de bisschoppelijke consecratie ont ving. 10. Op den octaafdag van het jubilé, 26 Februari, zal de centrale commissie van uit voering, door bemiddeling van de Romeïn- sche Vereeniging, nieuwe kleedeien doen uitreiken aan 100 armen, welke daarna in de kerk van St. Laurentius in Panisperna zullen eommuuiceeren, en aan een maaltijd vereenigd worden, waarbij zij door Romein- sche edel vrouwen en edellieden zullen be diend worden. 11. In de maand Februari zal in de kerk van de HH. Apostelen eene plechtige lite raire en muzikale «Accademia» gegeven worden, ter eere van Z. H. en onder de leiding van de meergenoemde executieve commissie. Het letterkundig gedeelte is toe vertrouwd aan de «Arcadia» ea het muzi kale aan do S'xtposcbe kapel, die ouder de laiding staat van den met eerd genoemden commtndatore Domenico Mustafa. 12. 3 Maart, den jaardag van de kroo- nitig des H. Vaders, zal er een plechtig Te Deum gezongen worden in de Vati- caansche Basiliek, en wal in de namiddag uren. 13. Onder de leiding en het patronaat van de Vereeniging voor katholieke belan gen, hiertoe door de commissie van uitvoa- ring aangewezen, zullen er gedurende de j Passieweek in 4 kerken vaa Rome missiën aan de geloovigen van Rome gegeven worden. 14. Op 11 April, het patroonfeest van Z. H. Leo XIII, zal er den namiddag een Te Deum gezongen worden in de badlliek van Santa Maria Maggiore. commissaris van politie. Ik ben belast u in ver zekerde bewaring te nemen.// „Mij?// //Ziehier mijn mandaat. Moet ik het u ter lezing gavin?" „Maar waarvan word ik beschuldigd?" „Van wegvoering en bedreiging met het doel van geldafpersing, misdaden voorzien in het Wet boek van Strafrecht; daarenboven van het feit van opsluiting, voorzien en gestraft in hetzelfde Wetboek.// „Genoeg, zeg mij ronduit en in verstaanbare taal, wien men mjj beschuldigt te hebben weg gevoerd.// „De rechter zal uwe vraag beantwoorden. Ik heb u slechts éen ding te zeggen. Wilt gjj mij volgen?" «Voorzeker, mjjnheer, maar ik behoud mjj voor mjjne onschuld te bewjjzen." „Natuurlijk.// „Op welke wijze voert gjj mjj heen?" „Ik heb een rijtuig aan de deur. Er zjjn twee agenten in. Ik moet huiszoeking bij u doen. S'aat gij er op, dat ik die in uwe tegenwoor digheid doe?// //Volstrekt niet, zoo het toch moet,// zeide Van der Heiden, die in het basef zijner onschuld zjjne kalmte had hernomen. Zjj gingen naar beneden, waar twee agenten bjj het rjjtuig rnstig hunne sigaren rookten. //Hier is mijnheer de beron Van der Heiden," zeide Obdam. Ik vertrouw hem u toe." Van der Heiden groette de agenten en klom in het rjjtuig. „Zullen wjj hem de boeien aandoen?// vroeg een der agenten aan zijn kameraad. „Nutteloos, dit is een oad-officior. Gjj geeft uw woord niet waar, kapitein?" voegde hij er bij zich tot den Baron wendende. „Mijn woord, mjjne braven. Ik hecht er aan u 15. Gedurende net jubeljaar, op tijden en wijzeD als later zal worden vastgesteld, zal Z. H. de Katholieke V6reenigtngen van Rome en list Romeinsche volk bij aflee- lingea ontvingen. 16. Vreemde pelgrimstochten kunnen komen gedurende al da maanden van het jubeljaar 1893, en zullen voortdurend door den H. Vader ontvangen worden onder voorwaarde, dat zij voorzieningen treffen met de centrale commissie van uitvoering, welke geheel in overeenstemming handelt met haren eere-voorzitter, Z. Em. kardinaal Lueido Maria Parocchi, den Vicaris van Z. H., welke met den Voorzitter van de uit voerende commissie, Mgr. Giacomo Radini Tedfscbi, dit volledige programma der fees telijkheden heeft geteekend. Met dit programma gewapend, kunnen do katholieken, ook die welke geene «Room- sche Reize» maken, zich eiken dag in den geest bij do feestvieriug aansluiten, en bij het Gouden Jubelfeest van den beroemden ea beminden Opperherder als tegenwoordig zijn. Spare God Hem voor zjjne Kerke! Groningen, 22 Jan. 1893. Geachte Redactie. Ouder dankbetuiging voor de toezending van uw no. 1937 doe ik U opmerken, dat U terecht twjjfelt aan de juistheid van het verslag vaa htt Haarlemsch Advertentieblad dat mjj overigens niet onder het oog kwam, maar dat ik alleen ken uit uwe aanhalingen. Het verslag der Haarl. Courant (no. 11) is veel beter, hoewel ook daar het slot niet voldoende is weergegeven, wat moat worden geweten aan mija sneller lezen na de pauze, het gevolg weder van deu hiader, dien ik bad, van de warmte der zaal. Wat gij aanhaalt iu kolom 1 eu 2 neem ikiotus- schen volledig voor mjjne rekening; niet wat gjj aanhaalt over de verhouding tuescben den «witten» en den «zwarten» Paus; ik heb daarover gezegd, dat het oordeel vau den laatste den eersle «niet onverschillig» is. In kolom 3 kan ik de «resei vatio men- taiis» als oorzaak der Jansenisten-beweging niet accepteeren; ik heb gezegd: de casuïstiek Kolom 4: ik gaf als aantal der Jezuïeten evenals gjj 13000 op, terwijl ik ze voor 1759 op 23000 stelde (vgi. Kirchenhxicon van kard. Hergenröther c. v. Jesuiten). te bewjjzen, dat men eene betreurenswaardige dwa ling begaat.// „Vooruit, koetsier, naar het politiebureau.// Het rijiuig rolde heen. Wtlke nacht, welke verschrikkelijke nacht, de eerste nacht iu eene gevangenis. Daar ligt de baron Ernest van der Heiden op een stroobed, tusschen vier muren, zonder licht. Alhs heeft men ont nomen. Zjjne das,zjjre bretelles, zijn zakdoek, opdat hij zich niet verhange, zijn pennemes, opdat hij zich de aderen niet opene; zelfs zjjn laatsten stuiver, opdst hjj zich niet verstikken of ver giftigen zou. Toen de dag aanbrak, werd hij door een groot rumoer gewekt. Hjj hoorde schreeuwen, lachen, zingen, en van tjjd tot tjjd een naam, verscheidene malen herhaald, weerklinken. Het was de naam van een gevangene, dien men riep, om hem los te laten, of hem voor den rechter te brengen, of nog tot het overbrengen naar eene andere gevangenis. Tegen den middag riep men op deze wjjze ook zjjn naam af. //Van der Heiden Heiden Heiden klonk het, en de bewaker kwam de deur van zijne cel openen. Een andere bewaker wachtte met de boeien in de hand. Toen deze de boei om zijn arm wilde slaan, deinsde da Baron onwillekeurig terug. „Het is slechts voor den vorm, mijnheer,// zeide de man. Besloten alles te verdragen strekte Van der Heiden den arm uit. Maar de bewaker zag hem aan, zag het roode lintje aan zjjn knoopsgat; beschouwde deze flinke houding en, de boeien terugnemende, zeide hij: „Neen, mijnheer, gjj zult wel niet willen ont snappen, niet waar?// „Mjjn woord van oud-Indisch soldaat, mjjn kameraad." „Goed, volg mij.// Overigens dankbaar voor uw vriendelijk aanbod om mjj aan nog meer litteratuur te helpen, maar vooral voor uwe goede meening ten mjjnen opzichte, blijf ik met verzoek deze regelen ia uw blad te plaatsen. Uw dw. dn. P. J. BLOK. Onze dank aan prof. Blok voor de gulle verklaring, niet alle «onjuistheden», welke 't Haarlemsch Advertentieblad hem in de l-zing over de Jezuïeten heeft laten zeggen, voor zijne rekening te willen nemen. De houdiug van genoemd blad verwon dert oas. De gunstigste uitleg is nog deze, dat men naar gelang van de kleur der bril glazen, die men draagt, de zaken in ander licht ziet. Wat wjj aanhaalden, en dus ook wat wij alkearden, in kolom 1 en 2, Deemt de Hoogleeraar Ltasschen volledig voor zjjae rekening. Daar echter nergens uit blijkt, waarop de professor zijne bewariogen grondt, zullen wij ons in verder twistgeschrjjf niet inla ten omtrent een orde, waarvan wjj als Ka tholiek beter op de hoogte gelooven te zjjn darj andersdtnkendsn. Red. Amerika Men voert aan, dat te Chicago tij dens de wereldtentoonstelling gesn ruimte genoeg in de hotels zal zjjo. Deze bewering wordt echter weerlegd, door dat in de hotels nabjj het tentoonstellingsterrein alleen hon derdduizend menscheu geborgen kannen worden. Daaronder is een reuzenhotd, dat zesduizend gasten tegeljjk be^attea kan. Wat de prjjzeu aangaat, moeten de eige naars der oudere hotels overeengekomen zjjn hunne gewone tarieven niet te ver- hoogen. Op den ClevelandCincinnati Ohio St. Louis-spoorweg bjj Alton heeft een ontzet tend ongeluk plaats gehad. De machinist van den sneltrein, welke ia den goederen- treia gereden was, kou zich niet uit de ver brijzelde wagens bevrjjden en bij kwam om het leven in da vlammen van den bran denden trein. Men ging zoo spoedig mogeljjk aan het werk om den weg weder vrjj te maken en den brand te stuiten, toen de vlammen naar eenige petroleum-reservoirs oversloegen, VII. In onze eeuw, waarin men van alles een type wil maken, maakt men van een rechter een even vreemde als valsche. Men maakt er een man van altijd ernstig en deftig, ernstig als de gerechtigheid zelve en nooit lachende. Zware dwaling. Er zjjn beminnelijke rechters, goeden, vrooljjken, gedien stigen, mannen van de wereld, die niet weigeren hun plaats aan een souper in te nemen; die zelfs, als het noodig is, een eotillon kunnen regelen. Dat ontneemt hun geen hunner reehterljjke hoe danigheden. Maar er zijn er ook, die, doordrongen van de oude gebruiken, nooit hun witte das of hun plechtig uiterljjk afleggen. Het is of zij een soort van priesterschap uitmaken en zjj gelooven zich boven ds zwakheden van ocze arme mensch- heid verheven. Vreest de zoodanigen. Voor hen is de geringste pekelzonde een misdaad en de uiterlijke vorm is hun voornaamste gedragslijn, geheiligde regel, waaraan zjj nimmer ontrouw worden. Mijnheer Eockens, de rechter belast met de zaak der geheimzinnige verdwijning, was juist een van deze soort van magistraten. Groot, mager, plechtig, zjjne weinige grijze haren lang tot op den rug dragende, zijo gezicht met twee zware, sneeuwwitte bakkebaarden gesierd, altijd in het zwart gekleed, altjjd met de witte das om, was mijnheer Eockens volkomen overtuigd van zjjne onfeilbaarheid en had hjj eenmaal uitspraak gedaan dan liet hjj noch bemerking, noch tegenoverge steld bewjjs toe. Soort zoekt soort, en zco had Mjjn heer Eockens een even lange, even magere, even schoolmeesterachtige griffier al3 hjj zelf was, weten to vinden, een grifier, die als hij sprak, de oogen sloot en zijn ganrecveer achter het oor stak, want een stalen pen was eene nieuwigheid,waar mjjnheer Eockens, en gevolgeljjk ook zjjn griffier, een af schuw van hadden. Wordt vervolgd.) irn [RMT. ÜEND bIj Yt k l a

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1