NIEUWE
Mo, 1942
Woensdag 1 Febrnarl 1893.
I8de Jaargang.
Het kerkelijk leven In
Frankrijk.
BUlTEflLANüi
ABONNEMENTSPBIJS
Pel 3 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BIT BE A TT: St. Janstraat Haarlem.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 16 regels
Elke regel meer
30 Gents
5
AGITE MA NON AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie h Gontant
Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag-
en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever, W. KüPPERS.
I.
Omtrent het kerkelgke leven in Frankrjjk
hoort men vaak de meest verschillende be
wegingen uiten. Nu eeos verneemt men
den hoogsten lof, dan weder de strengste
afkeuring. De oorzaak daarvan is, dat ia
het uitgebreide Frankrjjk in de groote ste
den en op het platte land de toestanden
zeer verschillend zjjn. In de wereldsteden
*rps, Ljod, Marseille en andere groote
gemeenten ontmoet men naast de grootste
vroomheid en naastenliefde het ergerljjkst
ongeloof en den woedendsten haat tegen
de Kerk. 8
lu t algemeeD en in 't gewone verkeer
blgft de Franschman steeds beleefd onge
manierd. Een beschaafd gedrag is in Frank
rijk in alle omstandigheden des levens eene
eerste vereischte.
Van opeobare beleedigiogen of beschim
ping^ van geesteljjke personen wordt dan
ook in Frankrijk in gewone tjjden zelden
iets gehoord. De gruweldaden der eerste
revolutie en der laatste commune waren
buitengewone gebeurtenissen, welke door
den welgeaardea Franschman ten zeerste
worden gelaakt.
Wellicht in goen land ter wereld, Ame
rika uitgezonderd, is in de laatste vjjftig
jaar voor de Kerk, voor kloosters, voor op-
voedinge- en onderwijsinrichtingen, voor
zieken- en armenverpleging, voor welda
digheidsinstellingen, zoo buitengewoon veel
geschied, dan juist in Frankrijk en bjjna
ftltjjd en overal uit vrjjwillige bijdragen.
Misschien heeft de toeneming van kerke
lijke inrichtingen wel den njjd en de jjver-
ZQcht van andere gezindteD, den grimmigen
baat der vrjjdenkers en andere ongeloovi-
gen opgewekt. Vermits Frankrjjk een zeer
land is, zjjn de bewoners ook in hunne
Vrjjwillige gaven voor Kerk en School
'fBgeviger dan elders. Alle persoonljjke
dienstverrichtingen worden in Frankrijk in
den regel ook beter beloond daü in andere
landen.
^°or de versiering van kerken geschiedt
in Frankrjjk veel, buitengewoon veel en
jjhes oit vrjjwillige bjjdragen, vermits sinds
d_0 eerste en groote revolutie alle funda-
tien voor de kerken zjjn verdwenen. De
Modern luxurieuze versiering der kerken
FE UIL LET ON.
13.)
Herstelde misdaad.
Vervolg.)
Een hnnner had haar bjj den arm gegrepen
en aan haar oor woorden gefluisterd, die ze wel
met verstaan had, maar die haar aDgat xoo mo-
geljjk nog vermeerderd hadden. Een ander had
eingend en dansend getracht haar mede te voeren.
e menigte, die het aanzsg, had hem toegejuicht
6n ,?.ar hulpkreten hadden slecht, de algemeene
vroolijkheid meer opgewekt. Eensklaps echter had
een man zich een doortocht weten te banen en
,au haar aan de woestelingen ontrukt. Het was
7?er E0weest, die h/ar vergezelde.
"O manheer, hoe zal ik u danken," zei juffrouw
ermei, met tranen in de oogen.
o®!" zeide de onbokende vrooljjk, //gij zijt
^6en rï'mkbaarheid verplicht. Ik ben een oud
soldaat, was het geen plicht eene vrouw, die in
pv»ar verkeerde, bij te staan? En daarenboven,//
16 "ij eensklaps ernstiger, «aan n zal ik hst
eggen, juffrouw, dit jonge meisje deed mjj eens-
aP®."enken oen ander, dat ik beween.//
//bq hebt uwe dochter verloren?//
6 ..or®n> en op eene verschrikkelijke wij se,
tp t tm Ze^s den troost ui®' op baar graf
fprwiil^tm gaan*e6nen,// mompelde de onbekende,
vloeiden. 6 trRDea iü zÜDe g'Ü«> knevels
v?r8eef mÜi.mijnheer, dat ik zulk eene treu-
nge herinnering bg u opwek
//Eu juist daarom was her dat ik, uwe dochter
door deugnieten be eedigd ziende, en aan den
«pot der menigte blootgesteld, ik mij niet kon
weerhouden toe te schieten. Maar genoeg, onder-
n j JW°e8t' lk heb U uwe do°hter gezond en
vïld ik gebracht' miiQ Plicht is ver-
gs.
met kostbare schildergen, tapijten en zjjden
stoffen van den nieuwsten vorm is echter
vaak geheel in strjjd met den klassieken
bouw der overouderdom- of hoofdkerken.
In de kerken der kleine steden en dorpen
vindt men, evenals te onzent, banken ia
de kerk. Ia de groote steden ziet men
geene kerkbanken, maar wel eeu groot aan
tal sto8leD. Deze zetels moeten gekocht of
gehuurd worden, zjj zijn derhalve genum
merd of van den naam des bezitters of
der bezitster voorzien. De jaarljjksche op
brengsten van de hnurprjjzen dezer stoelen
vormt een belangrgk deel van da kerkelijke
inkomsten.
Eene eigenaardige verschjjning in de
groote kerken is de portier, gewoonlijk le
Suisse geheeten en in den regel eene mar
tiale gestalte met militaire houding en met
een grooten baard, in roode vaak met zilver
en goud voorziene uniform, met een breed
rjjk versierd en dikwijls met ordeteekets
want voor zulke onderscheidingen is ook de
republikeinsche Frauscbman niet ongevoelig
prgkend bandelier, en in de hand eeu
dikken stok met zilveren of vergulden knop.
Deze stok stoot de Suisse dikwerf tegen den
grond, om zijae aanwezighei 1 en zijn gezag
tot het bewaren der orde in de kerk duideljjk
merkbaar te maken.
De Geesteljjkheid wordt in Frankrjjk hoog
geacht. Da Herders der parochiën worden
in hunne waardigheid 9teeds hoog geëerd.
De Bisschoppen worden met Monseigneur
aangesproken en betiteld en de ring aan
hunne hand eerbiedig gekust. Een pastoor
wordt steeds met Monsieur le Curé
aangesproken. Het woord Monsieur of
Madame mag in Frankrjjk trouwen» nooit
ontbreken, evtnmiu de woorden s'i 1 v o us
plait, welke men er zelfs bezigt, wanneer
men eene opdracht doet aan een straat
veger.
Ieder Kapelaan of Assistent in een gees-
teljjk ambt wordt met Monsieur l'Abbé
betiteld. Eene eigenaardige werkkring heeft
de Aumonier, meestal een joDg A b b
De aalmoezen, waaruit alle kerkeljjke be-
noodigdheden moeten bestreden wordeD, ver
zamelt men eiken Zondag gedurende de H.
Hoogmis. Met die inzameling is de A. u m o-
n i e r belait, die bjj de vervulling van zijne
taak door den Suisse wordt vooraf ge
gaan. Een welgesteld burger offert in den
regel een frank en zelfs de armsten geven
met liefde hau sou. Op Witten Donderdag
„O.mjjnheer deze d«ad zal n geluk aanbrengen!"
riep juffrouw Vermei uit, zelf niet goed wetende,
wat zjj zeide.
«Geluk? j», misschien. Misschien zal God me-
deljjden met mjj hebbea en mjj haar,die ik bewf-en,
teruggeven; maar wacht, dat «ergat ik nog, gij zijt
ongelukkig,ljjdende heeft mejuffrouw uwe dochter
mjj gezegd; uw zoon is zonder betrekking; ziehier
ïete voor de dringendste behoefte en zeg uw zoon
dat hjj, als hjj wil, morgen eene aanbeveling tot
plaatsing kan komen vragen. Ziehier mjjn kaart.
En nn vaarwel. Neen nog een woord, mejuffrouw,
wilt gjj mjj veroorloven dat kiad te omhelzen,
dat mjj aan het mjjne doet denken.//
//O, mijnheer!// riepen de beide vrouwen be
wogen. De arme vader naderde Catharina, en
drnkte een kus op haar voorhoofd, terwijl hij
tranen stortte. Vervolgens zich van haar losruk
kende, opende hij de deur en vluchtte heen.
Eenige oogeublikken later kwam Karei t» huis.
Men verhaalde hem wat er gebeurd was en toonde
hem het bankbiljet en de kaart. Karei wierp er
een blik op en werd bleek. //De kolonel Van
Doornik!// riep hij. //Rechtvaardige God; hjj is
hst, die mijne zuster gered heeft, hij, aan wien
ik zjjne dochter ontstal.
Verschrikt over dezen uitroep, den jongen man
ontsnapt, rezen Catharina en juffrouw Vermei op
en zagen hem aan als om eene terklaring af te
wachten.
„Javervolgde Karei, ik had het gezegd: de
wraak Gods zal over mjj komen; ik had het gezegd:
door dit jonge meisje in het ongeluk te brengen,
zal ik ook ramp brengen over mjjne zuster en
moeder. Ja, dat is gebeurd. En wat vandaag ge
beurt, is eene waarschuwing van God. Ik moet
het kwaad herstellen, dat ik gedaan heb.
„Maar welk kwaad hebt gjj gedaan en van
welk meisje spreekt gij dan?" vroeg juffrouw Ver
mei verbaasd.
worden de aalmoezen verzamelt door voor
name, elegant gekleede dames eo dan worden
de giften in nog ruimer mate geschonken.
Bij kerkelgke hurveljjken zjjn de bruids
juffers bela9t met het inzamelen der liefde
gaven, die dan, vooral door de bruilofts
gasten rjjkeljjk worden verstrekt.
De Fran.che Geestelijke ontvangt eene
uitmuntende wetenschappelijke'en theologi
sche opleiding. De Professoren aan de col
leges en 8emiuariën zjjn zeer geleerde do
centen, veelal Priesters behoorende tot de
Orde der Benedictijnen, Jezuïuten en Do
minicanen. Het redenaarstalent van de
Fransche Geestelijkheid is hakend en wordt
door de geloovigen hoog gewaardeerd.
De Fransche Geesteljjfcen dragen meestal
eene lange Soutane met ceinture of gordel en
een tot op de taille afhangenden kraag, die
bij da Bisschoppen violet, bij de Kanunniken
rood omzoomd is. Hunne schoenen zgn van
zilveren gespen voorzien. Het hoofd wordt
bedekt met eeu slappen hoed waaraan breede
randen. Hun bescheiden gang vervolmaakt
hu nne eerwaardige verschijning. Slot volgt.)
Italië.
Da toestand inltaLë wordt er niet beter op.
Da bankcrisis neemt groot8 uitbreiding aan
en het Romeiosche Pauamino dreigt menigen
hooggeplaatsten te zullen ontmaskeren.
Na den directeur ea den kassier der bank is
nu ook een der hoofdambtenaren van het
ministerie van handel Monzilli in hech
tenis genomen, ouder beschuldiging, dat hg
zich heeft laten omkoopen. Tijdens het be
wind van den Minister van financiën Luz-
z a t i werd de afrekening om de tien dagen,
waartoe de banken verplicht waren, opge
heven. Dit besluit werd door den Minister
genomeu op voorstel van M o n z i 11 i, die
het aanbeval, ten einde den directeuren der
Romeinsche Bank de onwettige uitgifte
hunner bankbiljetten mogelijk te maken.
Bovendien had Monzilli er ook toe
medegewerkt het rapport, dat in 1889 over
den toestand der Romeinsche bank weid
uitgebracht, gunstiger te maken dan de
staat van zaken inderdaad was.
De inhechtenisneming van Monzilli
zal misschien nog door andere dergtljjke
maatregelen worden gevolgd men spreekt
zelfs van 30 personen, die gevat zouden
worden.
„Zwijg, moeder; lattr zult gij alles weten. Vraag
voor het oosreablik geen mededeeling, die mjj van
smart en schaamte het hart zou breken. Ik heb
behoefte aan al mjjn moed en aan al mijn wils -
kracht.
„O" zeide de arme vrouw, //ik vreesde wel,
dat gjj iets ern9Ü/s misdaan hadt, togen dien
goeden mijnheer Koker."
Koker,// riep de jonge man bitter, „die goede
mjjnheer Koker. Ja, zoo roemde men hem hier.
Zoo noemen nog anderen hem, zonder twjjfel.
Zjj, die hem niet kennen; zjj die het masker van
huichelarij, waarmede mijnheer Koker zich bedekt
niet doordringen kunnen, de ellendeling, de dief....
„Wat zegt gjj? gij wordt gek."
„Neen moeder, maar ik herhaal u, ik bid n,
vrasg mjj niet meer. Eens zult gjj alles weten,
en gjj zult weten dat, zoo ik schuldig ben ge
weest, het te wijten is aan hem, dien gjj als een
heilige vereerdSt; hem, dien ik met gevaar van
mjjn leven, met opoffering mijner vrjjheid wil,
moet ontmaskeren voor de oogen va allen. Vaar
wel, moeder, vc r eenige dagen is het loffelijk
leven u verzeker/., aan u en mijne zuster. Deze
weinige dagen z llen mjj voldoende zjjn om mjjn
plicht te vervullen.//
Hjj strnd op en ging naar de deur.
„Karei!" riepen de beide vrouwen smeekende.
//Omhels mij, moeder, gij en ook mjjne zuster;
bidt God dat Hij mjj den moed en de kracht
geve van de zaak ten einde te brengen.//
Zich nit hare armen losrukkende, vloog hjj de
trap af, wegvluchtende als een dwaas, zonder het
hoofd om te wenden.
IX.
Er werd hevig aan den sghelkrop van het
huis des heeren Van Doornik getrokken. De groote
deur werd geopend.
De machtiging der Kamer is aangevraagd
tot het instellen eener rechtsvervolging tegen
vijf bekende afgevaardigden.
Inmiddels weigerde de Minister-president
de parlementaire enquête en nam de Kamer
het besluit, om eeae afwachtende houding
aan te nemen en de behandeling der bank
zaak drie maandeu uit te stellen. In dien
tjjJ kunnen de hooggeplaatste Heeren re
geerders eens overleggen, hoe hun vriendjes,
die gestolen en geknoeid hebben te redden
zgn.
Eindelijk zgn de slotenmakers er in
geslaagd ten huize van den bankdirecteur
C a c i n i e 11 o te Rome diens brandkast
open te breken. Zjj bevonden echter, dat de
kast geheel ledig was! Het zeggen van
G u c i n i e 11 o, dat men in de kast de volle
waarheid zou vinden, is dus een wreede spot
van den bankroetier geweest!
De ontdekte bedriegergen nemen in om
vang toe, en nataurljjk komen er vrouwen
in het spel, zonder deze kunnen bet de
zwendelaars niet stellen. Eene zeer bekende
modiste, mevrouw L u p i, is er ia betrok
ken, en wordt beschuldigd voor 2J/S millioen
lire's gestolen te hebben; zg is gearresteerd.
De Moniteur de Rome een katholiek blad,
dat onverschrokken begon mee te spreken
in het <ltaliaansche Panamais door de
vrijheid-dievende Italiaansche regeering in
beslag genomen. Dat blad mocht niet wjjzen
op de verkankerde staatkandige organisatie
en op den dag der volledige liquidatie van
het Italiaansche Rjjk.
Naar wjj vernemen heeft Z. H. den
Paus eene saldo-rekening-courant van llJ3
millioen bij de Bank. Z. H. moet deze som
niet hebben opgeëischt. Hg wil den toestand
zijner vij inden niet te verergeren.
Waar de millioenen die bjj de Bank le
kort komen gebleven zgn, behoeft men zich
niet af te vragen. De zoon immers van den
gevangen genomen Gouverneur der Bank
van Rome, moet verklaard hebben, dat hij
persoonljjk namens zgn vader 300.000 lire
ia bankbiljetten aan den Minister-presi
dent G i o 1 i 11 i heeft gebracht als bgdrage
in de kosten van de laatste algemeene ver
kiezingen. Wat eene gewetenloosheid.
Te Viterbo en omstreken zgn 38 perso
nen gearressteerd als verdacht eene roover-
bende te vormen. Daaronder bevindea zicb
de bargemeeBter van Montalto, de gemeen
tesecretaris en een gemeenteraadslid. Voorts
is nog een Kamerlid, baron Giacono,
//Mjjnheer da kolonel Van Doornik.// Vroeg
de heer, die gescheld had, erg gejaagd.
m Wien moet ik aandienen?//
„Een gewezen employé van Koker en Co., die
eene gewichtige mededeeling te doen heeft,zeide
hjj met kracht.
Da knecht beschouwde hem met verbazing.
Ma«r hjj belde twee maal en een andere knecht
vertoonde zich, die den bezoeker ging aanmelden.
De kolonel Van Doornik was in het kleine
salon. Hjj ging niet meer naar zjjn atelier, de
arme vader, en zijn tnin, vroeger zoo zorgvuldig
verzorgd, was nu verge'en. Hij bleef daar, geheels
uren in eene volkomen werkeloosheid doorbren
gende, staan en dacht aan zijne dochter, aan zjjne
Liza, op wier wederkomst hjj nog altjjd hoopte.
Dien avond na een dag van nuttelooze naspo
ringen in zgn huis terugkeerende, had hjj Yan
den Barg gevonden, die hem, ongerust over zjjn
lang uitbljjven, afwachtte en een nieuw ongeluk
vreesde. Deze ondervroeg hem en hjj vertelde wat
hem overkomen was.
-vüe kas, dien mjj dat kind gegeven heeft,//
zeide hij, „heeft in mijn hart een gevoel van
vrede gestort, waarop ik Diet meer durfde hopen.
Het was mij alsof ik mjjne dochter terugvond en
hsar den kas gaf, dien zjj mij eiken avond kwam
vragen, voor zij naar bed ging. Het is vreemd:
deze indruk is mjj gebleven. Ik geloof, dat dit
mjj geluk zal aanbrengen; dat ik berichten over
haar zal krjjger, iets meer van haar zal hooren.//
De deur weid geopend. De bediende kwam den
bezoeker aanmelden.
„Kijk, wat zeide ik n? Die man misschien
weet hjj iets; gauw, gauw; laat hem binnen.//
De lakei verdween. Karei trad binnen, bleek
en wankelend.
„Ik ben kolonel Van Doornik,-* zeide deze
tot hem. //Wat is er van uw dienst, mjjnheer?//
Wordt vervolgd.)
H44R1EMSCHE COtlRlVT.