NIEUWE No. 1961 Vrijdag 17 Maart 1893 18de Jaargang. De toestand in Europa. BUI T E iVËTm Zij die zich met 1 April a. s. op de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT of op het ZONDAGS BLAD wensehen te abonneeren ont vangen de tot dien datum verschij nende nummers gratis. Duitschland. Italië. PRUT. ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUEEAIT: St. Janstraat Haarlem. 'M Al»JT1 IVBAT AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels 30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag- en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgever, W. KÜPPEH8. De ia alle landen opgevoerde oorlogs- fcegrootiug en de uitbreiding van het mi litairisme, geeft ons eene ongezochte aan leiding tot een blik op Europa's algemeenen toestand, waarmede de rust en welvaart der geheele beschaafde wereld op het nauwst samenhangen. Rooskleurig mag die toestand niet genoemd worden. Zelden is er een tgi geweest, zoo ver ward en onrustig als dien wij beleven. De gewapende vrede, de moedeloosheid en het verval der volkeren, de uitbreiding vaa het socialisme, de bedreigingen der anarchie, de onderscheidene geJaaate-verauderingbn, waarvan Europa het tooneel is dat alles voorspelt gebeurtenissen, die met geen ge rustheid vooruit gezien worden, omdat zij vreeselgk moeten zijn. Vau dezen toestand beweeit iedereen, reeds meer dan 10 jaren lang, dat hst zoo onmogeljjk kan voort gaan. En toch de toestand duurt voort, en de ure der ontbnooping kan nog zeer verre zijn. De gewapende vrede, hoe hate lijk en gehaat, schjjut wet en regel voor de menschheid te worden. Indien echter deze drukkende last niet van de schouders der volkereu wordt genomen, dan wordt de beschaving met een wissen ondergang bedreigd. De internationale toestand van den hui- digeu dag brengt voor het socialisme en de anarchie honderdvoudige vrachten voort, en, verlammend en sloopend voor de levens krachten der beschaving, schept hij dus te geljjk een maatschappelijk eu zedeljjk ni hilisme. Op een oogenbhk, dat alle inspan ning op reorganisatie en goede verstand houding tussehen de stauden der maatschap- Pij moest gericht zjju; de behoefte aan eene staatkunde van vrede en verheffing drin gend en algemeeD is, worden de Staten als het ware gedwongen, den ergeten vijand van orde en maatschappij voet te geven. Het fundament, waarop eene goed geordende FE UIL LET ON. De Familie Reydel. I. INLEIDING. Eeuwen lang bekleedde de familie Reydel een hoogen rang in Bourgogne en gebeel het land tot op dertig mijlen rjndom Magon, wist, dat de naam der Reydei'e eene verhevene was, die deed denken aan aanzienlijke families, aan fortuin, door eerlijken arbeid verkregeu, waarvan een goed en weldoend gebruik werd gemaakt. Deze familie behoorde tot het krachtige ras der laudsedellieden en grondeigenaars, wier kinderen, door degelijke, mannelijke opvoeding gestaald tegen de woelin gen der wereld, gewichtige betrekkingen be kleedden, zoowel in den geestelijken stand als in het staatsbestuur, in het leger en in de industrie. Niet met zekerheid is de tijd te bepalen, dat de eerste Reydel de hoeve van Romenay verkreeg, die altijd op zjjne nakomelingen overging en waarvau de oudste tak den naam droeg; publieke acten echter geven aan, dat onder de regeering van Lodewijk XV, deze familie reeds zeer talrijk was en verwant tevens aan de bes!e|families des lands, nam zij, //hoe bescheiden hun eerste oor- sprong ook wezen mocht," eene zeer notabele en beteekenisvolle plaats in. In den tgd der revolutie kocht de oudste der Reydels met de bruidschat zjjeer rrouw, d;e da dochter van een opperhoutvester was, een uit gestrekt boseh in het Joragebergte, dat bij op voordeelige wijze ptoductiel wist te maken, zoodat na eenige jaren zjjn vermogen verdubbeld was en hij nog het geluk had aan een pachter Ro menay, genaamd, de landerijen tegen een hoogen prjjs te verhuren. Daarna bouwue hij op eene gunstig gelegen en zeer liefelijke plaats aan de oevers van de rivier de saone, een schoon land huis, dat later aanzienlijk vergroot, terecht de naam van kasteel dragen mag. Zjju zoon Maxi- staatkpnde moet rusten, is ondermijnd en zal zoo God het niet verhoede, het gansche gebouw in puin doen neerstorten. Sommigen zien in een algemeenen oorlog een redmiddel. Maar wie zal vermetel ge noeg zgu, dit uiterste middel aan te wenden? Da oorlog is een kansspel. En zelfs de gelukkigst gevoerde krij g zal eeue tijdelijke schorsing van alle beschaving zijn. Man denke aan de voorbeeldelooze getalsterkte der Europeesche legers, aan die drommen van menschen, paarden en kanonnen, die tegenover elkaar zullen staan, om niets anders dan dood en vernieling te brengen. Maar in de veronderstelling, dat een oorlog d«D gordiaanschen knoop doorbakt, bij zal der menschheid slechts eene kortstondige verademing schenken. Vreeselgk zou den oorlog moeten zijn en duizenden en nog eens duizenden zouden moeten sneven, om den terugkeer van zulk eeue slachting der volken te verhinderen, want eene zoo niet twee der drie groote Mogendheden: frank rijk, Rusland of Duitschland zouden geheel ten onder gebracht moeten worden. Wie zal echter zulk een vernielingswerk aan durven en voltooien? Inderdaad, de toekomst der menschheid biedt geen aanlokkende vergezichten voor den vorscbeudeu blik. Zonder eene dier onverwachte en nooit te voorziene staats grepen, die het menschdom herinneren, dat God de bestuurder is der wereld, snelt Europa met rassche schreden naar den af grond der anarchie. De Aziatische omwen telingen,de Romeinsche oorlogen,de invallen der barbaren, de dertigjarige oorlog, de Fransche revolutie, dat alles is kinderspel bij de kwalen, die zich over het werelddeel, dat de drager is der beschaving, dreigeu uit te storten. Moge de straffende hand Gods nog verre van ons verwijderd blgven ea de volken den godsdienst in eere herstellen, op dat het licht des vrecies over de wereld strale! In het kiesdistrict Olpe-Arnsberg hebben in eene vergadering van ongeveer 1200 petsuneu de heeren Lieber en H i t z e, leden der Centrumpartij in dan Rijksdag de miliaan huwde op betrekkelijk jongen leeftjjd met de dochter van een raadsheer te Dyon; zijne vrouw schonk hem een zoon eu weinige jaren daarna trof hem een harden slag door den dood van zjjue jonge echigenoote. Maximiliaan nu zocht afwisseling door zgu geld en goed in groote zaken te steken, hjj ontginde bosschen en stichtte in de Vogezen en de Jnra machinale houtzagerijen, steeds met gelukkige, winstgevende uitkomsten, die zgu kapitaal vermeerde». Gedurende een ver blijf dat hij in Duitschland hield, maakte hij kennia met een jong mebje, behoorend lot eeue oudd familie te Keulen en trad opnieuw, reeds op leeftijd zjjnde, niet haar iu den echt. Hg voerde haar met zich naar Frankrjjk en leefde daarop zijn kasteel //de Pêcherie// rustig en tevreden te midden van het huiselijk geluk, verhoogd door twze aardige kinderen, hem in dit huwelijk ge schonken. Hjj bereikte een hoogen ouderdom en toen zjju levensloop ten einde spoedde, hadden de kinderen uit het tweede buweljjk reeds den leeltjjd der mondigheid bereikt. Zijn zoon Maxime Reydel de Romenay, kind uit het eerste kuweljjk, brak alle betrekkingen af met die zijner stiefmoeder en hare kinderen. Hjj begaf zich naar Parijs en in onzen tijd van vergetelheid, was hij Weldra in zijne geboorte provincie bijna vergeteD, waar mevrouw Reydel nu de naam der Reydrls handhaafde. Haar we duwstaat eerbiedigde men algemeen en door de zorg en goede opvoeding, die zjj haren kinderen bewees, verwierf zjj ieders achting. Bailen hu welijkten zij uit; haar dochter stierf spoedig zonder kindereu na te laten; haar zoon, Willam, moest hetzelfde lot deelen zijner zuster na eene geluk kige echtvereeniging van vjjftien jaar. Zjjue vrouw was hem voorgegaan in het giaf en drie meisjes bleven ouderloos achter. Hun grootmoeder trok zich het lot der arme kleinen aan en zoo vond de zwaarbeproefde weduwe van Maximiliaan Rey del troost door hen op te voeden en door der kinderen lietde, in de beproevingen en verliezen, waarmede Gods hand haar getroffen had. eaudidatuur van den Redacteur F u s a n- g e 1, bestreden. De heer Lieber zside, dat hg niet kwam om iemaud aan te randen, aan de kibzers voorschriften te geven, of het vrge recht te beperken,maar, dat hg toch wel mocht zeggen dat F u s a n g e 1 geen centrumman is, daar hij zich had voor gedaan als behoorende tot den linkervleugel der centrumpartij. Immers, zoo ging Spr. voort, er bestaat bg die partg geen rechter- en linkervleugel, ook niet op eco nomisch of maatschappelijk gebied; er zgu geen centrum-democraten en centrum-aris tocraten, en die zjjn. er ook nooit geweest. Is er vroeger wel een3 iets van den aard gezegd, dan waren dat eenvoudig vau die schertsende gezegden, die men zich onder de uitmuntende leiding van Dr. Windthorst kon veroorloven, maar die men nu niet meer mag bezigen. Na hebban de kiezers wel het recht om te kiezen wien zjj willen; maar de partg in den Rijksdag behoudt aan zich het recht om in haar midden alleen diegenen op te nemen, welke zij het waardig keurt. Eu daartoe kan een man als F u- s a n g e 1 toch niet in aanmerking komen, een man, die tegen de centrumpartij inzon derheid tegen hare hoofden, zulke aanvallen heeft gericht, dat de Germania hem alleszins terecht den raad gat, zich niet meer katho liek maar radicaal te noemen. In dienzelfden geest sprak de heer H i t z e, terwijl beider rede roeringen overigens strek ten om vooral te doen uitkomen, dat het Centrum in den Rjjksdag eveumin iets wil hooren vaa de candidatuur van baron Für- stenberg en den fabrikant Schutte. Ook deze konden door de partg in den Rijksdag niet worden erkend. Daarop volgde van andere zijden eene aanprjjzing der candidatuur vau deu h3er B s e. Tot nog toe echter zijn er ge6ne kenteekenen dat de voorstanders van F u- sangel zich bg de caudidatuur-B s e zouden willen aansluiten. Intnsschen nadert de dag der beslissing; de stemming is be- pa~ld op 20 dezer. Uit deze bestrijding van de caudidatuur- F u s a n g e 1 valt intnsschen voor sommige Katholieken die eeue radicale richting vol gen, op te merken, dat noch het Duitsche Katholieke hoofd-orgaan «de Germania Op hat tjjdstip, dat deze geschiedenis begint, was de ouds'e kleindochter der jonge dames Reydel de Romenay, Either genaamd, achttien jaar oud. Hare zuster Albine, telde zestien eD de derde Geno/eva was even tien jaar. Esther had twee jaar doorgebracht op het jongedames pensi naat der zuoters van het H. Hart te Parjjs en na dien tgd het kasteel //de Pêcherie// niet meer verlaten. Albine vertoefde daar nog eenigen tgd langer eu Genoreva wachtte op haar beurt het oogenblik af, waarop zg hare opvoeding zou voltooien op de zoo gezochte inrichtingen van onderwijs der Katholieke zusterscholen te Parijs, onder wiens leiding haar aangeboren gaven ver edeld werden en zij die beschaafdheid en bevallig heid verkreeg, die in onzen tijd onmisbaar zijn voor jonge dames van stand. Vele ouders zouden gaarne gezien hebben, dat hunne zonen aanklopten bij Esther om haar tot vrouw te erlangen. Haar vermogen w./s groot, want mevrouw Reydel had bare bezittingen met die voorzichtigheid beheerd, waarvan weduwen eu voogdessen alleen het geheim kecnen. Haar geheele uiterlijk teekende een ongewouen natuur, verhoogd door den naam, die zg droeg, een naam zonder vlek en door allen geëerd. Iedere familie der provincie, de oudste zoowel de edelste onder hen, rekenfe het zich tot een grooten eer, de zijne met die van Reydel verhouden te mogen zien, en er was geen moeder, die voor haar zoon niet eene vereeniging werschte, die, hem de echtgenoot van Esther zou maken en de kleinzoon van mevrouw Reydel. Deze evenwel ontving op„de Pêcherie"weinig ge zelschap; zij wilde vrij en onafhankelijk blij ven om hare kleindochters voor te bereiden voor huu verder leveD, daarom vreesde zg iedere verbin ding, die haar wil aan banden kon leggen. Zg ontving alleen enkele huurlieden en onder hen ook haar schoonzoon, deu heer de laEerté, den echtgenoot van de dochter, die zg hal verloren. Toch scheen het leven, dat men op het kas teel leidde, niet treurig of vervelend voor Esther uoch de le leu vaa het Centrum in den Duitschen Rijksdag met zulke Katholieken zgu ingeuomen. Nu de Commissie de Legerwet van den rijkskanselier Von Caprivi, tot reformatie vaa het Duitiche leger op den voet van den tweejarigen dienst heeft ver worpen, vreest men dat dit wets-ontwerp op zjja verderen levensweg door het Cen trum en de overige deelen van den Rjjks dag, die het ontwerp vjjandig gezind zjjn, eveneens zal verworpen worden. Na reeds stelt men zich de vraag wat zal Keizer Wilhelm en den Rijkskan selier doen, indien ook de Rjjksdag de Leger wet onaaunemeljjk zal vinden en afwjjzen. Zal de Keizer een beroep op bet volk doen ea den Rijks lag ontbinden? Of zal hjj te- rngschrikken voor de onrast ea de beroering die zulk een uiterste maatregel door het geheele Rjjk brengen kan. De Keizer heeft indertjjd wel gezegd, dat er, indien het noodzakeljjk was, toe zou worden overgegaan, maar bg zal wel in overweging nemen, dat als men niet krjj- gen kan wat men wenscht, moet men wensehen wat man krijgen kao. Wordt er geea water in den wjjn gedaan en verwerpt de Rjjksdag de Legerwet, dan zal men, vreezen wjj toch komen te staan voor 't alternatief; Aftreding van Caprivi of wel Rgksdagontbindiog. Ia de Italiaansche Kamer is een wets ontwerp ingediend, waarin bepaald is, eene boete van 100 tot 2000 lire voor personen, die ban huwelgk laten inzegenen dooreen priester, vóórdat het burgerljjk voltrokken is. De priester, die zich tot die hande ling leent, wordt insgelijks gestraft met eene boete van 100 tot 2000 lire en met eene tgdelgke inhouding van zgn inkomen. Bij herhaling wordt de boete verhoogd van 500 tot 5000 lire met geljjke inhouding van zgn inkomen, eu bij overtreding ten derdeu male wordt de priester gestraft met eene boete van 1000 tot 10,000 lire, met levenslang verlies van zgn inkomen en met eeue gevangenzetting van 1 jaar. Uit zonderingen worden gemaakt voor de hu welijksinzegeningen in extremisals de pries ter het bewijs kan leveren, dat de burger- en hare zustere. Hun grootmoeder bszat een zeld zaam talent beo bazig te houden en te vermaken, zij bad vhd hare Duitsche opvoediog den smaak voor muziek eu der handwerken overgehouden. Het groote kasteel geleek op eene volière, waar allerliefste vogels zongen en op een feëenpaleis waar het spinrokken, de naald, het fijne stik- en borduurwerk met telkens nieuwe vondsten van elegante patronen de uren deden voortsnellen. De rjjtoertjes en watertochtjes op de Ssóne, braken den achtermiddag, en de tegenwoordigheid van den goeden oom de la Feré, oom Horace zooals de jonge meisjes hem noemden, ver meerderde de vrooljjkheid en den goeden gang van dit schjjubaar afgetrokken leven. Een uit stapje naar Parijs in elk winterseizoen, een reis naar de waterbronnen of naar de zeebaden iederen zomer, vervulden de kleindochters van mevrouw Reydel inet aangename herinneringen en gedach- teu. Esther ging de toekomst te gemoet met meer hoop dan verlangen.- zjj was eene maagdelijke ziel, die zelfs iu het diepste harer gedachte de sluiers niet oplichtte, die haar gezichteinder beperkten. Zg hield iunig vau haar zaster, recht harteljjk vau haar oom Horace; zij gevoelde voor haar grootmoeder eene diepe genegenheid en eeu groo ten eerbied grenzend aan eenige vrees, wat de manier en de wjj ze van optreden van Mevrouw Reydel eenigszius verklaarde. Zij bleef steeds haar waardigheid handhaven jegens iedereen, terug getrokken zelfs te midden harer familie, kwam deze deftigheid ook goed overeen met den afs'and van leeftijd, die hen scheidde, zoodat Esther zich niet verwonderde over hare grootmoeder en in haar een teeder vertrouwen koesterde, dat alleen eene jonge moeder haar zou hebben kannen in boezemen. Alles bleek op zjjDe plaats, en zjj ver wachtte in een kalmen onbewolkten toestand, onder aangename genoegens en studie-aren met arbeid van haar keus, de veranderingen, geluk kige ongetwijfeld, die de toekomst in haar bestem ming en roeping zou aanbrengen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1